zondag 8 juli 2007

zondag 8 juli

De tl-lamp van het woord 'demonstration', één van de 18 woorden van de brainbox-lichtsculptuur, is kapot.

Bezoekers. Dit betekent: een aantal personen betreedt de croxruimte.
Het resultaat van deze plotse gebeurtenis: een jonge, mij volstrekte onbekende... een jonge, sympathieke en mij voorts volstrekt... een sympathieke jonge vrouw... Ze vertelt dat ze al eens eerder in croxhapox geweest is. Mij inprenten, voor de geest halen, het hoofd er af schroeven, cadeautje. Jazeker, meermaals, bevestigt ze, wat door haar vriend. Wat bevestigd wordt. Door een jongmens met hartelijke doch enigszins vermoeide blik.
'Zoals u ziet,' had ik te berde willen brengen, 'is één van de lampen kapot.' Ze zouden de kapotte lamp bekeken hebben. We brengen het niet - zwijgen we? Welnee. We brengen het niet te berde. On est assez curieux chez nous. Chez vous? Curieux chez vous? Ah mais non, chez nous.
De wondere wereld van het bezoekersaantal. Zij, de jonge vrouw, studeerde schilderkunst aan Sint-Lucas. Studeert nu in Antwerpen. Hij deed grafische. Zij kent Boris Ljugov. Kent Ljugov van Coming People. Ze betreden de corridor, bekijken het werk van Kim. Dan de films van Jamez Dabramski. Ik stap terug, eenentwintig meter, bekijk 'en passant' de foto's van Kim, betreed de mediaruimte, de smalle plek achter het barmeubel, en probeer mij de wandeling van Nieuwland 35 tot Lucas Munichstraat 76/82 voor de geest te halen. Een paar minuten geleden, twintig minuten, meer niet. De verleden tijd: een vracht van honderdduizend kilo die als een fladdering van seconden naast me neerdondert - en het grote geheel van een tijd die nooit eindigt en nooit begon omdat, tegenstelling, contradictie: het bewustzijn begon. Het zich bewust zijn van. Wat Rob aangaf: het bewustzijn veranderde. Iemand stapt over straat en zonder het te beseffen, althans niet op dat moment, drukt een gigantisch vacuüm tegen elk moment dat hij of zij meemaakt.
Het bewuste moment van de wandeling begint met een paardebloem. Het eeuwig bekijken van een paardebloem maakt het kijken zinloos. Het is de grap die zich met de meeste werken in musea voordoet. Nog voor het tentoongesteld had kunnen zijn is elk werk volstrekt waardeloos. Het tonen van het werk vernietigt het werk, het is een vervloeking. Er zijn honderdduizenden schilderijen en tekeningen en films en performances en videobeelden die in het niets verdwenen toen ze getoond werden. Het tonen en het bekijken is een ondraaglijk moment.
En de bevrijding van het moment: muizenoor, horden grassen die met dikke aren in de hete lucht wiegen, de blote benen van een vrouw, ze zit op een strandstoel midden het gaanpad. Nieuwe momenten. Het opnieuw plaatsvinden van gebeurtenissen. De herhaling, de herhaling die niet beangstigt. Zuring, gonzende vliegen, een sloep drijft op het water. Leeuwenbek, wilde kamille, weegbree. Faecalieën waar je voor uitpassen moet anders trap je er in. Papieren servetten, een leeg en verkreukeld pakje sigaretten. Aan de sluis een horde vissers. Koeterwaals. Brandnetels woekeren over het gaanpad. Een van de vissers heeft een grijze en grote vis gevangen. Een mooie vis. De geopende vissenbek en het stoere, gebalde spierweefsel van de visser. Klimop, een boterbloem. Onduidelijke gewassen, er is een tijd van benoemen geweest en een tijd van vergeten en vergetelheid. Onder de lijsterbes aan het water werd vuilnis gedumpt. Hondenpoep bevuilt de doorgang.

Peter Bondewel, weg uit Antwerpen, aan de slag in Mechelen, frisse kop. Hij is aangesteld als coördinator van Visioenen, een MuHKA-project, voorziene datum is 2009. Een bonte stoet van gespreksonderwerpen. Fabre in Venetië is irrelevant. Als we te kiezen hebben - zouden we te kiezen hebben? Brengt Hélène Vandenberg te berde, dochter van, die zich in het kader van bovenvermeld project toelegt op volksdevotie. Voor het profane aspect zijn ze volop bezig met het zoeken van een geschikte site.
De ellende met het pushen van kunstenaars: ze branden op voor ze goed en wel betekenis hadden kunnen hebben. ''t Is niet omdat ge Deleuze leest...' Ge moet goed zot zijn om te denken dat ge op basis daarvan iets te vertellen zoudt hebben.
Nam voor zijn thesis Hans Haacke. Haacke woont in New York. Ze correspondeerden.
Het gesprek komt op, als we te kiezen hebben - zouden we te kiezen hebben? Toussaint. En als we te kiezen hebben: Deleuze naar het containerpark in de categorie gevaarlijk afval. Toussaint nemen we als hoofdgerecht. Le Steak Monsieur, als aperitief La Salle de Bain. Bondewel leest Toussaint in vertaling. Hoe 'De Aarzeling' begint: een dooie meeuw die traag komt aandrijven in een havengeul. Cortazar mega, mega mega, mama mia, dat is top. Dan 'Underground' van Makanin. Beetje La Chute van Cumas - Camus, perdone.
Annik betreedt crox2 in het gezelschap van een aantal vrienden en kennissen uit Limburg.
Peter is nog niet uitgesproken over Makanin, schetst de teneur van het werk. De held is ene Petrovish, een conciërge die onwaarschijnlijke hoeveelheden wodka naar binnen giet. Een ruim assortiment nieuwe themata popelt om aangebroken te worden: Hans Vandekerckhove in het Smak, Kiefer in Parijs, Annette Messager die getrouwd is met Boltanski, een zekere Hadassah Emmerich, iemand uit Suriname, we nemen haar website door, Harvey en Cave, ooit een koppel en Richard Thompson.
Annik schuift mee aan. Ze zoekt werk in de kunst-educatieve en socio-artistieke sector.

Ilse, een nieuwe buurvrouw, huisnummer 72, ze woont er pas en is aangenaam verrast om vlak naast de deur een kunstencentrum aan te treffen.

17u30

Iedereen is de deur uit en Marc valt binnen met een portie beeldmateriaal, zoals beloofd.
Om te beginnen De Zaak van het Gestolen Fototoestel. Instant goodbye, zo gaat dat. Weg is weg. Hij herinnert zich de naam van het stadje waar hij bestolen werd: Pondicherry. Indië is een raar land. Het zou best kunnen dat hij binnen een jaar of twee z'n Hasselblad op een markt terugvindt.
In Villupuran liep hij Tiane Doane Nachampacheque tegen het lijf, een Franse fotograaf.
Dan de foto's. De eerste foto toont het trappenhuis van Central Lodge, een onwaarschijnlijk hotel. De bouwstijl is jaren zeventig. De gaanderij in het trappenhuis is een drie verdiepingen hoog reikende rechthoekige spiraalvorm. Alle kamers komen er op uit. Central Lodge is een gore plek. Zodra de hijras in Villupuran arriveren verandert het hotel in een bordeel. De foto toont het moment waarop een van de seizoenarbeiders met een hijra afspreekt. De hijra, in een bleekroze, mouwloos topje, bevindt zich vooraan links in beeld, de klant achterin, aan de andere kant van de centrale koker. Vlakbij is een deur met de mededeling DEEPAK. De deepak zijn seizoenarbeiders. Ze slapen met z'n tienen op één kamer. Villupuran is een hondenkeet waar op het jaarlijkse feest van de hijras na geen zak te beleven valt. Het stadje bevindt zich tussen twee autosnelwegen in een gebied waar zelfs geen industrie voorkomt. Oerwoud of interessante diersoorten hebben ze er evenmin.
De tweede foto is het portret, frontaal, van een hijra in een bleekblauw marcelleke en een paarse sari met Schots motief.
Foto drie werd in Mumbai genomen en toont de slaapkamer van het appartement van Laxmi Narayan Tripati, een guru die hoog aangeschreven staat in de hijra-gemeenschap. Marc leerde haar drie jaar geleden kennen. De 27-jarige Laxmi danst in Bollywood films. De UN heeft een boek over haar gepubliceerd, ze wordt tot één van de honderd belangrijkste vrouwen van Indië gerekend. In de kleine ruimte, die op een meter doorloop na volledig door een kamerbreed bed in beslag genomen wordt in een decor van donkerrode en somptueuze gordijnen, bevinden zich twee discipelen van Laxmi. Poone zit midden het bed in een fries van witheet zonlicht. De hijra voorin heet Thane. Het kamertje is niet groter dan de kubusruimte, drie op drie. Meubilair is er niet. Marc stapt op de kubusruimte toe, trekt het zwarte gordijn open en wijst het zwarte tafeltje aan waarop Rob de afscheidsbrief liet liggen. Ondenkbaar, verduidelijkt hij, dat er in een appartement als dat van Laxmi midden de kamer een tafel zou staan. Guru en discipelen samen maakt zes personen die in dezelfde kleine ruimte leven. Zo'n tafel zou compleet in de weg staan. Op het bed na is er trouwens geen meubilair. Er wordt op de grond geleefd.
Buiten, in het withete zonlicht, hangt was te drogen.

Met de volgende foto's, een diptiek, belanden we weer in Villupuran, in het uiterste zuiden van Tamil Nadu.
Een portret van een 'husband', het hulpje van een hijra. Husbands helpen de hijras bij het aankleden. Soms functioneren ze als pooier. Ze koken, doen de inkopen, zijn manusje-van-alles. De geportretteerde heeft een maniakaal verzorgde Groucho-snor, ziet er desondanks tamelijk vrouwelijk uit (ringen, siersels, kokette motoriek, roodgelakte nagels) en monstert zichzelf in een rechthoekige handspiegel. Op de achtergrond leunen twee hijras in hurkzit tegen de muur aan. Een typische hijra-dag. Ze doen veel nachtwerk, slapen laat, de ochtend begint tegen het middaguur. Buiten is het 35°. Ze hebben niets om handen. Lezen doen ze niet. Ze liggen, zitten, hangen wat rond, keuvelen, kletsen. Tegen een uur of 4 beginnen ze zich op te maken.
De andere foto toont iemand die een cross-dresser was. Werkte bij een IT-bedrijf. Ze zit halfnaakt op de rand van een bed in een turkooisblauwe kamer en houdt een zwarte pruik vast. De Lippizanerpruik is enorm, minstens een meter lang, matglanzend. In Italië is er een bedrijf dat gespecialiseerd is in het vervaardigen van dit soort pruiken. Het bedrijfje wordt bevoorraad met haar van Indische vrouwen. Ze laten zich kaal scheren en offeren het haar in een tempel. Lucratief handeltje. De priesters doen gouden zaken. Het geofferde haar wordt uitgevlooid, gekamd, routineus gesorteerd, de goeie haartjes, de slechte, vervolgens opgekocht door het Italiaanse bedrijfje en daar gebleekt, bewerkt en in allerlei kleuren en coupes te koop aangeboden.
De mantra aan de muur is eigenlijk de elektriciteitsdoos.

Terug naar het appartement van Laxmi Narayan Tripati. De foto vervolledigt het tafereel met Poone (in een wit kleed, of shirt, of hemd): voorin, naast het bed, ligt Roopa op de vloer te slapen. Ze draagt een semi-transparante, blauwe jurk. Roopa heeft gestudeerd, spreekt vlot Engels, voelt zich transgender, weet niet goed wat ze er mee aanvangen moet. 's Avonds trekken ze er op uit. Straatprostitutie. Marc hadden ze er liever niet bij. Te gevaarlijk. Het risico om een politie-patrouille tegen het lijf te lopen en in de nor te belanden is verre van denkbeeldig. Prostitutie is bij wet verboden. Het scheelt een slok op de borrel, voor alle betrokken partijen, om wat consignatie af te staan en een en ander door de vingers te zien.
En als ge wilt weten hoe het komt dat veel mannen een voorkeur hebben voor hijras: omdat ze bereid zijn om een blowjob te geven. Indische vrouwen doen normaal gesproken geen blowjob, niet eens omdat ze het niet zouden willen maar omdat Indische mannen het volstrekt ondenkbaar vinden om door hun eigen vrouw gepijpt te worden.

In Villupuran, in het louche hotel Central Lodge, het met een zaklampje bijgelichte portret van een hijra in een topje en een transparante rok.

Mumbai. Een portret van Kamel, een van de discipelen van Laxmi, een prototype, vleziger en voller dan de ranke en tengere Roopa. De locatie is dit keer een living. Kamel brengt haar sari op orde. Zo'n sari is een lap stof van 6 meter lang. In de bazaars tref je ze aan in alle mogelijke kleuren, scharlaken rood, aquamarijn, turkoois, oranje, gifgroen, Indisch geel en koffiebruin. Indisch geel is traditioneel een derivaat van de urine van de heilige koe wat de transparantie en fragiele teneur van het pigment verklaart.
De rosse buurt van Mumbai. Hier een hijra die het donkere gezicht achter een gele, transparante sluier verbergt. De muren zijn felblauw. Links in beeld het fragment van een ladder. Marc nam de foto 's namiddags als ze niet veel te doen hebben. De eerste klanten hebben ze doorgaans pas rond een uur of vijf als de kantoren sluiten.
Dan een nachtelijk tafereel: een bruin geschilderd bordeel in een tooi van lampjes. Er is een feestje. Ben er buiten gesmeten, verduidelijkt Marc. Een zekere Zenith, die hij eerder bij Laxmi had ontmoet, wou niet dat hij foto's nam zonder te betalen.

Een portret van Laxmi Narajan Tripati. De foto toont het zelfbewuste raffinement van een diva enige ogenblikken voor ze op televisie komt. Ze is gevraagd als gueststar voor een Miss-verkiezing om de geselecteerde meiskes de elementaire principes van het vrouwelijke bij te brengen. Terug in Villupuran belanden we dit keer op het dakterras van Central Lodge in een tafereel met klassiek voor-, midden- en achterplan. De fotograaf maakt gebruik van een met gaten verluchtigd metselwerkje (voorplan) om een hijra in beeld te brengen (middenplan) die met een pincet - poink poink poink - de zo op het eerste zicht volstrekt haarloze kin epileert. Palmbomen (achterplan) vervolledigen het tafereel. Achter de palmbomen, in het dégradé van een met schemerduister beschimmelde verte, is het barre hinterland.
We blijven rondhangen in het groezelige Central Lodge - Marc keek wel uit om er z'n intrek te nemen, logeerde een paar blokken verderop - en ontmoeten iemand die een verwisseling van plaats tevoorschijn tovert. De foto toont een hijra met donkere huidskleur. De betovering is kortstondig, op de foto zelf niet veel meer dan de komische noot.
Nog een foto. Dit keer het portret van een koppel, een mollige - 'een zeer vrouwelijke hijra', beklemtoont Marc - en de husband, beide lichamen over elkaar heen gekruld als slakken in het slakkenhuis van de foto.
Er zijn nog meer foto's. Het kiekje van een hijra met gele sari en rode sjaal en een discipel van Laxmi (alleen voeten en kuiten zijn zichtbaar) die een dutje doet op de brede landingsbaan van een raamkozijn.
Hetzelfde raamkozijn vanuit een andere hoek en met Roopa als figurant. De hoertjes van Central Lodge, een klodder witheet zonlicht, een hijra van het type danseres met borstimplantaten en vrouwelijk geslacht. Een nachtfoto - de sluitersnelheid is 15 seconden: het schimmige silhouet van een van de discipelen van Laxmi in een kopergroene sari. Hetzelfde groen, koper, petrol, een kleur die vaak in het werk van Matisse voorkomt, de kleur dit keer van het interieur van een bordeel in Mumbai.

Drie foto's verdienen extra aandacht. De eerste toont een tafereel 'in een van de ruwste bars waar ik ooit geweest ben': een hijra wordt geknuffeld door drie mannen tegelijk. Indiërs, legt Marc uit, kunnen niet overweg met alcohol, ze drinken whisky en gin alsof het limonade is. Binnen de kortste tijd zijn ze zo zat dat het onderscheid tussen onder- en bovenkant implodeert, ze lallen, worden lastig, handtastelijk, braken kletspraatjes. Als het te erg wordt, schiet de eigenaar van de keet uit z'n krammen. Met een houten knuppel knalt hij een poeier op het tafelblad of tegen een van de houten wanden. Dan, gedurende een kort moment, verstomt het wild geraas. Ge ziet travestieten - die uitgebreid getongd worden - met een scheve pruik en een zwik van make-up over het gezicht.
De tweede foto portretteert een hijra, protagonist van bovenvermelde foto, 'een vree geval', split tot hier, 1m90, blauwe oorbellen. De foto werd eerder genomen, vroeg op de avond, en doet me om een of andere reden aan 'Down by Law' van Jarmush denken. Van tijd tot tijd verstoort een politie-patrouille de gebeurtenissen, geredekavel, discussie, de keet wordt ontruimd, iedereen komt op straat terecht. Zodra de politie ervandoor is wordt de keet heroverd, het petrolgroen licht op, whisky en gin volgen het vertrouwde parcours.
De derde foto is er een van het betere werk. De hijra, in een sari met polkadots, is geportretteerd in een kleine spiegel die zich links onderin bevindt. Aan de muur hangt een frame met de poster van een Bollywood-ster. In de spiegel, gereduceerd tot een bijna te verwaarlozen fragment van het totaalbeeld, heeft de geportretteerde, die amper zichtbaar is, een Bollywood poster als aureool.

Geen opmerkingen: