vrijdag 12 oktober 2007

vrijdag 12 oktober

David Smithson werkt de bekabeling af. In de ruimte achterin is Adriaan met een blauwe muurschildering bezig. De overhead projecteert een hand op de muur.
Phantom Rider, het beeld van een naakte jongen die een zwarte helicopter vasthoudt, werd eergisteren al afgewerkt met een kleur van koffie verkeerd. De bivakmuts was eerst wit, de regenlaarsjes blauw. Dan de bivakmuts blauw, de regenlaarsjes wit. Adriaan bleef worstelen met het idee of het blauw moest of wit tot hij er op uit kwam dat het een witte muts en zwarte regenlaarsjes hoorde te zijn.

Sjoerd komt de stoelen weghalen. Met Sjoerd over de aangepaste selectiecriteria, over de nieuwe architectuur, over Turkije, over de zakagenda van Emmanuel, over de door Frank doorgevoerde reorganisatie, over het proefschrift van Lucia, ze doctoreert in Bilbao met een proefschrift over de SHcorr mailart correspondentie, over Haritz Gisasola Izeta en de stem van Martha die aan haar stembanden geopereerd is en haar stem kwijt was, over Madrid, Haritz en Martha wonen vlakbij de Reina Sofia, over het werk van Haritz dat iets Raveelachtigs heeft, over het geld van crox, over de onderlegger van Sander, over Kiosk en het project van Geert Goiris, dat Wim Waelput goed bezig is, over de bloedmooie Meggy Rustamova en Johanna die er vorige week bij waren tijdens de performance van Alberts & Messchendorp, over Paul McCarthy, naar verluidt professor in California, Sjoerd kan zich niet herinneren aan welke universiteit, McCarthy had een grote invloed op de West Coast scene, over de stoelen tenslotte waarvan we er voorlopig twaalf in leenbruik hebben.
Laatst belde Sjoerd Martha op, het was Haritz die de telefoon opnam en zei dat Martha niet aan de telefoon kon komen, 'he can't talk', zei hij. 'Wat?' zei Sjoerd, 'she can't talk, bedoel je.' 'No no, he can't talk,' zei Haritz. Misschien, redeneeert Sjoerd, hebben ze in het Baskisch geen equivalent voor 'she'.

Pieter beent door de hall. We voeren nog enkele bijkomende ingrepen uit in de grote zaal. Sylvie Janssens springt binnen, wat later Anton Cotteleer en Evelien Geysen. Evelien komt de ovaaltjes halen, een restant van het project in Abdij Maagdendale. Adriaan is er klaar mee. Sylvie, die een leuke schoudertas van Carpetland bijheeft, en Adriaan steken een handje toe.
Als een donderslag bij heldere hemel het bericht dat Nate Wooley morgen zaterdag niet komen kan. We begrijpen er geen snars van. Ik zoek uit wat voor organisatie Steim is, het blijkt om een initiatief van instrumentenbouwers en experimentele muziek te gaan, probeer het telefoonnummer (ze nemen niet op) en stuur een mailtje zonder de smakelijke doch kansarme adjectieven waar dit soort discours om vraagt.
Later een mailtje van Levi waaruit blijkt dat de organisatoren van Steim er voor niets tussen zitten, Nate zelf zou beslist hebben om van het retourtje Gent-Amsterdam af te zien. Hij komt een andere keer.
Adriaan ruimt op. Manon, de vijfjarige dochter van Ann, betreedt de hall. Ze staart naar Adriaan, heeft een springtouw bij, grote verbazing. 'Uw broek is vuil, mijnheer,' zegt ze.
Adriaan (brede glimlach): 'Dat zijn verfvlekken.'
'Dat moogt ge niet doen,' weet Manon. 'Zo moogt ge niet rondlopen.'
Adriaan (brede glimlach): Euh...
Manon betreedt de mediaruimte en vraagt of ze een koekje hebben mag. 'We hebben geen koekjes,' zeg ik.
'Speculoos,' probeert ze. 'Hebben we niet,' zeg ik. Dat begrijpt ze niet. Toen ze hier laatst was, hadden we wel speculoos. 'De speculoos is op,' zeg ik. 'Mag ik een kaartje hebben,' vraagt ze. 'Je hebt al een kaartje gehad,' zeg ik. 'Mag ik een kaartje?' herhaalt ze. 'Nog een kaartje? Je hebt toch al een kaartje gehad.' Ja, dat weet ze best. Ze wil nog een kaartje. 'Nee,' zeg ik. 'Je hebt een kaartje gehad omdat je een kaartje vroeg. Ook de andere kinderen hebben een kaartje gehad. Eén kaartje is genoeg.' Ze wil touwtjespringen. Mag ze touwtjespringen? Jazeker, touwtjespringen mag hoewel de mediaruimte wellicht niet de meest geschikte ruimte is om dat te doen. David komt in de doorgang staan. 'Wil je kijken hoe ik touwtjespring,' vraagt ze. David heeft geen idee waarover ze het heeft. Ze vraagt het nog eens. 'Die mijnheer,' zeg ik, 'is een Amerikaan. Hij spreekt geen Nederlands, hij begrijpt niet wat je zegt.' 'Kijken hoe ik touwtjespring,' dringt Manon aan. Ik licht David in over het verzoek. David, brede glimlach, ja natuurlijk. Manon slaat het touw onder de voetzolen door, drie keer, vier keer, vijf keer, dan komt het touw vast te zitten. Ze doet het nog een keer. 'Prachtig,' zegt David, 'prachtig! Prachtig!'
'Wil jij touwtjespringen?' vraagt ze.
'Of je wil touwtjespringen,' zeg ik. 'Ja, naturlich,' lacht David. Hij neemt het springtouw en slaat het zwierig onder de voetzolen door, Manon glundert.

Geen opmerkingen: