zondag 7 oktober 2007

vrijdag 5 oktober

13u30 - Adriaan

Christophe en Pieter hebben ’s voormiddags de muren in crox4 afgewerkt. Adriaan is in de ruimte achterin aan het werk. Een rustige jongen, die Verwée. Geen grote theorieën, geen gezeik over actuele kunst dit en actuele kunst dat tot je geen hand van een stoelpoot zou weten te onderscheiden, nee, gewoon, rustig aan. De truuk met die hele batterij intellectuelen is: draai de batterij om en ze zetten het op een lopen. Adriaan is net voor de zomer vader geworden en ziet dit vaderschap als het simpele feit wat het sinds het begin der tijden is toen zich uit de amoebe en andere onderontwikkelden meercellige soorten begonnen te ontwikkelen. Meer moet je daar trouwens niet achter zoeken. Gisteren heeft hij zo goed als de hele dag aan de vlag gewerkt.

Van Wouter verneem ik dat Christophe en Pieter het plan zouden hebben om de mdf-wand af te breken, een wand die we eind 2004 hebben gebouwd om het atelier van Stief van zaal twee af te scheiden.

14u – Christophe

Het gesprek komt op schilderkunst. In de lange traditie van gedachten uitwisselen is het een van de meer belangwekkende thema’s.
Hoe de amoebe zich tot hersencel ontwikkelde is van ondergeschikt belang.

toujours là – maitresse – femme dure – casse ta tête
elle est là – une fatalité – elle se moque – des reproches
mais c’est quoi ces peintures inachevées

elle casse ta tête – rien qu’une petite touche - rien du tout
l’impossibilité
son geste est un monolithe de joie et d’angoisse – elle frappe, frappe

il faut faire l’impossible
le possible – ce qu’on pouvait faire – pas intéressant
il faut faire l’impossible – c’est ça – l’impossible

la peinture – il faut le faire – à la manière du lézard
comme dit Lézaire, il faut le faire
les peintres intéressants on en compte cinq doigts

Ik telefoneer FF om te weten hoe het met de mailing zit. Luc zou de mailing rond hebben.
Christophe is zeer te spreken over het nieuwe beleid.

16u30 – in een ander donker

‘Anders. Het wordt anders,’ beweert Michiel. Wouter grinnikt.
‘Met andere woorden, jij gelooft er geen zak van maar ik zeg het wel.’
Interessant als eerste zin. Dat het anders wordt. Anders. Een variatie op wat het had kunnen zijn. Had moeten zijn. Op wat het was, op wat het niet was. In het donker. Daar. Hoe het was. In de meurbunker.
Messchendorp herinnert zich de eerste zin van The Fountainhead: 'Howard Roark laughed.'
Had een leraar Nederlands die een verzamelaar van eerste zinnen was. Van zoveel mogelijk boeken de eerste zin onthouden. Dat overbrengen. (Er deed een anekdote de ronde over mijn vader, die musicus was. Bijvoorbeeld.) Tijdens een examen, het uur U, vroeg hij de eerste zin van het boek waarover ze het gingen hebben. Zei ik dat ik niet wist, vertelt Wouter. Hij pauseert even, denkt na. Dat ik het niet wist en dat het me niet interesseerde. Kwam nooit meer goed.
Dus laatste zinnen. Je leest een boek, fabelachtige eerste zin, goed geschreven, stevige plot, ritme, het leest als een trein. En dan komt die laatste bladzijde. Het afscheid. Spanning om te snijden. Hoe loopt het af. Nog vier zinnen. Drie. Twee. En dan komt die laatste zin en die laatste verknoeit het. (Aaargh.) Je kan het boek net zo goed wegwerpen.

18u

Michiel over wat het vandaag wordt. Andere aanpak. Het muzikale en ritmische aspect opdrijven. Stoelen links meer naar achter, tegen de muur aan. Hier ruimte om de acties en bewegingen voor te bereiden. Wat Ilse zei: 'Uit de rol stappen.' Dit scherper, dit juister stellen. Kruipen. Meer kruipen. Meer vallen en kruipen. Vraag of het circulaire parcours er bij hoort.
Wouter controleert de display van z'n gsm.
Vertrouwde handelingen. Het ritueel. Eerst het vrijmaken van de muren. Ik stockeer de werken van Philippe in een nis achter de houten tussenwand.
Michiel stapt heen en weer in de mediaruimte. De ruimte valt open op een bladzijde van Borges.

Michiel stapt heen en weer. Bar, mediaruimte, pilsje. 'Want.'
'Waarom. Of.'
Of er een plek is waar we het bestek bewaren, vraagt Wouter.
'Geen rood brood,' merkt Michiel op. 'Dat zeker niet.'
Tenzij het een keuze is.
Michiel (een nieuw begin): 'Je ligt met je aars in Tokyo...' (En een mooie eerste zin.)
'Stel je voor,' fantaseert hij, 'dat er geen muziek was. Dat er van godswege geen muziek was. Wat zouden we dan doen?'

20u30 - modificaties

Tussen de acties door stapt Michiel heel even uit zijn rol. Doet dit telkens opnieuw. Preciseert - later, als we eerst nog even in de mediaruimte blijven hangen en een pilsje drinken - dat Ilse een punt had hier: door de zorgvuldig geplaatste intermezzi gaat het ademen. De acties zelf hebben een andere volgorde.
Aan de Dampoort klinkt het weerzinwekkende geloei van een ambulance.
Nog een modificatie: de diagonaal.
Het verhaal van de duikplank. 'Hij spreekt over zichzelf als over een ander. Ook zichzelf verzint hij, bij wijze van gezelschap.' De kern van de tekst in een handomdraai: de verzonnen verzinner die alles verzint bij wijze van gezelschap.
Vijf aanwezigen. Vijf. Ann van de Beursschouwburg is er een van.
Het tegen de muur aanleunen. Gebeeldhouwd. Wouter die anders op de acties van Michiel inspeelt. Meer tekst. Herhaling. Spitsvondig. De getallen tuimelen over elkaar heen.
En dat de herhaling, de herhaling niet beangstigt. Het kruipen, het vallen. Kruipen, vallen, kruipen, vallen.
Het profiel, een leesteken tussen het slepende kruipen.
'Je ligt op je rug aan de voet van een esp in diens trillende schaduw.'
En de climax. De climax lijkt dit keer vroeger in te zetten en houdt langer aan. (Dit hoort bij de nog voor te stellen dingen.)
'... Mogelijk de minst gebruikelijke en dus mogelijk de meest onderhoudende van allemaal.' Van de vele manieren waarop je zou kunnen kruipen. Of liggen. Of staan. Of dingen verzinnen.
Vallen, kruipen.

'In Albanië,' zegt Wouter, 'applaudiseren ze telkens als de acteur een bepaalde tekst heeft gezegd. De mensen veren overeind en applaudiseren.'

Envoie. Op ditzelfde ogenblik in Oeganda een performance van twee negers in een klein kunstencentrum. De eerste zin van het stuk luidt als volgt: 'Je ligt op je rug in de zon.'
'Weetjuh,' vult Michiel aan.
En de laatste zin: 'Samen.'

Geen opmerkingen: