dinsdag 25 december 2007

dinsdag 25 december

Geritsel en gefrikkel in een duistere diepte van de boekenkast. Ik breng het bureaumeubel op orde, sorteer wat persoonlijke papieren, breng andere documenten in een aantal gelabelde mappen onder en leg er eentje apart. Het jaareind is traditiegetrouw een moment om wat schulden te vereffenen. Voskuil en een geur van vers gemalen koffie. Geen inbox. Dan onderzoek van een schilderij dat misschien net af is of misschien toch niet. In het onderzoek is een fase waarin je niets aan het toeval overlaten mag en het werk tegelijk toch aan de mogelijkheden van zo'n toeval overlaten moet. Je wacht het beslissende moment af. Een ingeving volstaat, een kleine ingreep, iets wat geen mens zou kunnen zien, zelf weet ik het evenmin. De ultieme verschijningsvorm van het doek zit verborgen in de vergetelheid van een moment zonder andere identiteit.

Op straat spreken ze je alleen aan als ze geld van je willen. Bij de Chinees wijs ik op de menukaart blindelings een nummer aan, NR 101, de titel van de schotel is Kip met Chinese champignons. Maakt niet uit, zelfs de scampi's serveren ze alsof het stukjes eendenborst zijn waarbij je je afvraagt of het om rundsvlees gaat of om het vernsipperde restant van een versleten vilthoed. Chinezen op Kerstdag is een oud, in onbruik geraakt ritueel dat ik bij deze warm aanbeveel. De jongedames die de opgewarmde kost serveren, het zijn er meerdere, spreken vlekkeloos Nederlands. Op het kleine tafeltje halverwege het establissement - aan het raam hebben ze een rits reservaties die nog ingevuld moeten worden - staat een kerstroos. Naast de kerstroos een aluminium set met zout, peper en hot sauce. Het flesje met sojasaus ontbreekt maar zal ik tijdens de toebereidselen met maagsap niet nodig hebben. Darmkwak met is als darmkwak zonder. Het met een gekarteld randje afgeboorde servet is marsepeinroze. Ik probeer meerdere versies van hoe je zo'n gesteven ding hanteren moet en laat het gebruik ervan tijdens het verdere verloop van de maaltijd achterwege. Aan een van de meisjes vraag ik wat de betekenis is van de lettertekens op de muur, lettertekens tussen in nevelen gehulde landschappen. Het zou om oude spreuken gaan. De muzak is tot op zekere hoogte bedoeld om het spijsverteringsproces te stimuleren.
Aan de negorij van een nabijgelegen tafelblad twee charmante Russische dames, Olga en Oleg. Oleg is uit Odessa. De broer van Oleg is hoofdredacteur van een krant in Kcherson, een stadje aan de Dnjepr in West-Oekraïne. Oost-Oekraïne is Donetsk en het gebied van de steenkoolmijnen. Ze woont vlakbij de Dampoort. Het gesprek komt op 'Pinguïn op het ijs', op Paustovskij en Szymborska en hoe je als immigrant de hele tijd door met in te vullen, nog in te vullen en opnieuw in te vullen documenten te maken krijgt. Oleg herinnert zich een crox-project dat afgaand op haar beschrijving dat van Wouter Decorte is, Plooibaar Landschap. Olga moet het schilderdoek nog ophalen bij NV Claessens. 'Telefoneren ze dan niet?' vraagt ze verbaasd. Weet ik niet, zeg ik, je had toch doek voor Luba besteld? Nieuwjaar brengt ze in Moskou door. Nieuwjaar in Moskou is best gezellig, zegt ze. En Oleg drinkt teveel, lacht ze. Dat was gisteren en omdat het kerstavond was, verbetert Oleg. Kerst is zo deprimerend, dan mag je toch een glaasje drinken.

Aan de brug tippelt een papiertje over het straatdek. De schaduwen van de lange slingers aan een frame van de Dienst Wegenwerken kleven likkebaardend aan de stoeprand.
Van de trappen van het Centrum voor Hygiëne waait het geluid van een transistorradio over het park.

Geen opmerkingen: