dinsdag 30 december 2008

dinsdag 30 december

'Je mag bijna overal gratis binnen,' zei John. Dus dat pasje was nergens voor nodig.
Abibou wou naar Amsterdam. Dat ze het daar beter hebben, dacht ie. Hij vroeg of je er makkelijk werk vinden kon. John zei dat hij dat niet wist, lachte, zei dat hij vond dat het niet veel zin had om in Amsterdam werk te zoeken, dat je dan net zo goed in Lissabon kon blijven.
In Rato hadden John en Albana een kunstverzameling gezien en ze hadden de trein naar Sintra genomen. In Sintra bezochten ze een paleis, dat gebouw met die gekke schouwen, en in Chiado hebben ze die lift genomen. 'Jongen, dan kom je in een hoger gelegen stadsdeel,' legt John uit, 'en ze hebben ook kabelliftjes.'
'En die tram moet je zeker doen. Echt wel een belevenis, die tram.'

10u30. Barrio Alto, op de gevels is graffiti geklad. Er is een vitrine met pasteitjes en op de derde verdieping van een pand aan de overkant hangt wasgoed te drogen.
Uit het souterrain van een huis dat je ook via Rua de Misericordia N°79 betreden kan, op het gelijkvloers is een winkel, komt het geluid van een wiel. Aan de overkant prijst Asevera zichzelf aan als restaurante tipico.
Rua des Gaveas is pal midden de fadobuurt. Een groepje daalt de straat af. Ze spreken Frans. 'Tout le monde est un mélange,' zegt een van de dames. Ze lachen, luidruchtige vrolijkheid. Ik staar naar een geveltje. Op huisnummer 123 is een residencia. CHAMBRES ROOMS ZIMMER. De gevel is afgewerkt met een blauw bloemmotief. Op het gelijkvloers is een club.

zondag 28 december 2008

28 december

Lisboa, domingo

Monumenten? Kerken? Standbeelden? Musea? Daar is geen haast bij. Dat gaat niet weglopen.

De Taag... Oceaan of rivier? Hier in Lissabon is het onderscheid niet helemaal duidelijk. Op het keistrand een zilverreiger. Meeuwen krijsen. Een veerboot meert aan.
Wie aan haar oever staat
ziet een zootje grijsgroen water, roeste keien, een brede en grijze wateroppervlakte die rechtsop, voorbij de brug, in zee uitmondt.

In 'Lisbon : What The Tourist Should See' doet Pessoa nogal opgewonden over de plek, het Praça do Comércio 'bordé par le Tage (bekender, beroemder en trager dan wat voor andere rivier ook), qui à cet endroit est très large et toujours fourmillant d'embarcations' (op. cit. p.19), terwijl de argeloze toerist - gewapend met zonnebril, een bruin petje en het fototoestel als noodzakelijk tegenargument - voor een grijze wateroppervlakte staat en naar het roeste drab staart dat traag heen en weer klotst. Er is een muurtje. Iemand raapt iets van het voetpad op.
Linksop - vroeger was er een douanepost - is de plek waar Sander die foto nam. Fernando Namora, de veerboot, een witte catamaran, maakt rechtsomkeert en zet met een wijde bocht koers naar de andere oever. Meeuwen circuleren kriskras dooreen boven de brede, witschuimende zoglijn.
In het westen schemert wat zonlicht onder de stofgrijze wolken.

De hashverkoper. In het kuiltje van zijn gegroefde hand heeft hij een portie bruine, gladde pek waar hij dertig euro voor vraagt. No lo necesito, zeg ik. Net zo makkelijk dat ze hier in Lissabon niet alleen vlekkeloos Engels praten maar ook, zonder het minste spoor van spraakverwarring, Spaans begrijpen en er een Portugese tongval aan toevoegen (een schuimende, sissende s-klank, despues wordt desshpuessh). De hashverkoper, een Marokkaan, dringt aan. Veinte, probeert hij. No para veinte, no para nada, zeg ik, wat hem niet uit het lood slaat, hij blijft proberen.
In Rossio, aan een van de hoeken van Rua Augusto, a divisao dolado occidental, slaat de rook van een kastanjekraampje over het voetpad.

Cafe Restaurant Martinho da Arcada

Dus plek waar Pessoa kwam. Aan het favoriete gerecht van Fernando Pessoa is voorlopig geen academische studie gewijd. (van Morandi is bekend dat hij een voorkeur voor osso buco had) Een van de keukenmeisjes haalt een enorme kabeljauw uit de diepvriesvitrine. En ook hier, net als op het Largo do Chiado, ze komen voor Pessoa, jonge vrouwen die heel even het restaurant binnenwippen, in onstuitbare bewondering naar het tafeltje staren, het tafeltje waar senhor Pessoa zat - hij zat naar verluidt altijd aan dezelfde tafel - en ze maken een foto. Of aan een van de kelners vragen of hij die foto wil nemen. Zo kunnen ze met z'n tweeën op de foto.
Ik neem het lijstje met dagschotels door en bestel de bacalhau espiritual. De ober maakt een guitige buiging, noblesse oblige, en knipt met de vingers.
Aan het interieur van Martinho da Arcada hebben ze met geen millimeter secondenlijm geraakt. Toch is er een opmerkelijk verschil met pakweg 80 jaar geleden: de gevierde dichter zit niet langer aan z'n favoriete tafel pal tegenover de draaideur maar prijkt op tientallen foto's, bijna alsof je in een mausoleum aan tafel zit: de jonge Pessoa, de oude Pessoa, de altijd keurig aangeklede Pessoa, Pessoa met en Pessoa zonder deukhoed, met en zonder brilletje en op één foto met beide jaartallen: (1988-1935). In 'Lisbon : What The Tourist Should See' heeft hij het uitgebreid over de Praça do Comércio; Pessoa vermeldt het ruiterstandbeeld, geeft voor de volledigheid mee dat het plein Terreiro do Paço werd genoemd (esplanade du Palais) en bij de Engelse zeelui ook als 'Black Horse Square' bekend stond, maar het restaurant onder de arcades blijft onvermeld.
Een echtpaar betreedt de gelagzaal. Ze staren naar de beroemde tafel en het verbazingwekkende tafereel: de wijnglazen en het bestek hebben plaats geruimd voor een lijvige biografie.

Sintra

en zijn kerkjes met sacrale kunst, Sintra en zijn kronkelende straatjes, Sintra en zijn panaromische touringcars, Sintra en zijn artisanale shops, Sintra en zijn winkeltjes waar je wollen matten en gevlochten kip kopen kan, Sintra en zijn winkeltjes waar ze wandelstokken slijten, roeste kerktorenhanen, keramische Pinnochios en kleurrijke sjaals, Sintra en zijn geklater van hotelporselein, Sintra en zijn met klimop overwoekerde patios, Sintra en zijn Lawrence de nada restaurants waar ze hamburger en warme chocolademelk serveren, Sintra en zijn escalinhas de Lord Byron en zijn tuintjes vol herfstbladeren, Sintra en zijn verboden plekjes verscholen achter roest traliewerk, Sintra y sus jardines de mierda, tuinen die opschieten uit de beboste valleien en tot aan het wolkendek reiken, tuinen met hostas en slingerplanten, tuinen met dikbladige rozen en muurleeuwenbek. Fuck. Het loopt er zwart van het volk. Je kunt geen handbreed om je heen kijken.
Ik loop Laura en Eva tegen het lijf. Laura vertelt over de mystieke tuinen van Sintra, het pentagram, de paleizen van een vorige eeuw die zich hoog in de heuvels bevinden. Eva heeft zoete koekjes gekocht. Ze stellen een lijstje op van wat ze zoal voor oudejaarsavond nodig zullen hebben. Veel drank vooral: whiskey, vodka, gin, cava.

Ik maak een ommetje. Er is best wat leegstand. Enkele van de villa's staan te koop. Een zekere Thomas Frederik Berglund kocht een vervallen paleis. De verbouwingswerken zitten in een prematuur stadium en de tuin - nu ja tuin, een verwaarloosd park net zo triomfantelijk als een soldatenkerkhof - pareltje. Je staat iets te bekijken en meteen drommen ze om je heen, toeristen die met hele meuten door overijverige touroperators op het dorpsplein gedropt werden, ze willen zien wat jij daar zo in je eentje staat te bekijken, het stort van de villa die Berglund kocht. En dan zijn ze verbaasd, tikje ontgoocheld, 'een ruïne...!' Terwijl er zoveel te zien is: dames in lange rokken, blinkende koetsen komen het erf opgereden, kamermeisjes torsen zilveren dienbladen met dampende kopjes en een koffiekan die fonkelt in het withete zonlicht, 's avonds zijn de heren in zwart kostuum, iemand veegt het pas aangeworven hulpje de mantel uit, er wordt ouwe Porto gedronken en straks, dat zal ongetwijfeld geen eeuwigheid duren, komt Berglund in z'n 4x4 het erf opgereden.

Wolken peuzelen aan de heuveltoppen.

de olm

De olm is zo schuchter dat hij ook hier, in dit warme en vochtige klimaat, al zijn bladeren verliest.

porto de arcos

Het strandje bevindt zich op wandelafstand van Oeiras, tussen Carcais en Lissabon. Op het strand is niemand. In een gebouwtje vlakbij de kade zijn de lokalen van een duikclub en aan het strand, er is een kleine baai, dobberen bootjes. De golven van de Atlantische oceaan rollen over de rotsblokken. Rechtsop is een fort en ter linkerzijde, in de verte, voorbij de brug, is het standbeeld Cristo Rei te zien, een gigantisch monument dat hoog boven de brug en de monding van de Taag uitrijst.
Pal midden de monding van de Taag is een rotshoogte. Als je de kustweg van Lissabon naar Carcais neemt, zie je het eilandje als je Oeiras binnenrijdt. De kaart geeft aan dat het eilandje, Bugio, een vlak boven de oceaan uitstekende rotsmassa waarop zich een fort bevindt dat er als een rotonde uitziet, zich net voorbij de monding van de Taag bevindt. De cargos die op de haven van Lissabon afstevenen, nemen de vaargeul tussen Parco de Arcos en Bugio.

la Brasileira

De dichter is niet langer alleen, het terras van la Brasileira zit afgeladen vol. Ook in Barrio Alto is een grote bedrijvigheid. Barrio Alto trouwens is het broeinest van de fado. Maar is het een broeinest of viel het als zoveel andere plekken ten prooi aan toerisme?
De dichter zit niet langer alleen. Meisjes ontfermen zich over het standbeeld.

vrijdag 26 december 2008

woensdag 26 december

Vanop het balkon van de ontbijtzaal op de vierde verdieping van Hotel Faro, waar ik gisteren twee verdiepingen lager m'n intrek nam, staat een Japans koppel foto's te maken van de zeilhaven en het pittoreske panorama van de witte daken van de binnenstad. De onderste helft is minder pittoresk dan wat de bovenste helft, gefotografeerd vanop het balkon van bijvoorbeeld Hotel Faro, voorspiegelt. Veel winkels zijn exact hetzelfde soort winkels die je in de shopping area van andere Europese provinciesteden aantreft. Wat ze niet fotograferen: de reiger op het platte, witte dak van een van de vele kleine dakwoningen, een areaal dat zich als een tweede, onzichtbare stad boven het winkelcentrum van Faro uitstrekt; de blauwe schaduw van een verborgen muurtje; de in zwarte jassen gehulde mensen, ze stappen her en der over het pleintje in de diepte.
Eén ding moet je ze meegeven, Japanners, ze zijn niet na te maken.

à la Perecienne

Op 43 van Rua Lethes, N°43 is het hoekpand, is een lavandaria, SOLIMPA, een zaak die tijdens het hoogseizoen ongetwijfeld heel wat Britse klanten heeft: wash and dry LAUNDRY SERVICE staat er.
N° 45 is een klein huisje. Meer dan een gelijkvloers heeft het niet. Het staat leeg. De blauwe gevel bladdert en is hier en daar met betonspecie opgelapt. Op het dak groeien grassen.
Ook 47 en 49 zijn kleine huisjes. Op N°47 is het kantoor van Conceiçao Inàcio, een advocaat.
N°51 is een modern appartement. Het telt twee verdiepingen. Op het gelijkvloers is een reisagentschap, Mundoviagens. N°53 is weer zo'n klein huisje. N°55 is nog kleiner. De gevel toont een patroon van witte en blauwe vlakken. Malevitch.
N° 57 en 59 vormen samen een groot appartementsblok.
N°61 is een ruïne met een oerwoud op wat van het dak overbleef.
Op 63 kwam een semi-modern appartement. Op alle verdiepingen zijn de luiken potdicht.
Net voorbij huisnummer 63 is een steegje. De eerstvolgende huizen, N°65 en N°67, zijn bouwvallig en niet langer bewoond. Op het voetpad staan afvalcontainers. Ter hoogte van het belendende pand geeft Rua Lethes op een plein uit.
Het belendende pand, N°69, is een koloniaal herenhuis, het enige van die soort in Rua Lethes aan de zijde met oneven huisnummers. De gevel is betegeld met turkooisgroene azulejos. Er is een uithangbord:

CABELEIREIRA
ESTETICISTA
DEPILACÖES

Op het eerste is een balkon. Op het balkon staan wat potplanten. De ramen zijn hoog en afgewerkt met houten lattestores. Bovenaan de gevel is een fries met bloemen.
Ik sta met m'n rug naar huisnummer 69 en kijk linksop. Een monumentaal bouwwerk beheerst zo goed als de volledige linkerzijde van het plein. Wat op het eerste zicht een kerk lijkt, is een cultuurcentrum, MONET OBLECTANDO. Misschien is hier ooit een theater of een filmzaal geweest.

In de Rua do Portugal is een straatveger aan het werk. Een bejaarde dame verlaat huisnummer 38A. Op het gelijkvloers is een kledingzaak.
Aan het eind van de straat zou een parkje zijn. Ter hoogte van huisnummer 14, een winkel van huishoudapparatuur, stapt een flik over het voetpad.

De Rua Vasco da Gama is een winkelstraat. Hier het borstbeeld van Senhor Silva Nobre, een democraat, de scherven van een fles Portugese likeur en een hondje ter grootte van een aardappel. Aan het einde van deze straat is een parkje. (aan het eind van Rua do Portugal was geen parkje)
(het bord bedoelde wellicht ook niet aan te geven dat het parkje zich aan het eind van Rua do Portugal bevindt,
aangezien er geen park is,
maar dat betreffend parkje zich op wandelafstand bevindt, niet aan het eind maar om de hoek van Rua do Portugal, als men daar rechtsaf neemt en helemaal tot aan het eind van de Rua Vasco da Gama stapt.
Want daar is dus wel een parkje) Een oude, in het zwart geklede vrouw leunt tegen een van de boomstammen. Ze heeft een olijfgroene sjaal om. Wat later sloft ze over het wegdek en betreedt een winkeltje.

Ik ga een kijkje nemen.

Ik neem een kijkje en tref de in het zwart geklede bedelares naast de ingang van een kleine kruidenierszaak. Achterin de zaak hebben ze rekken met migas de bacalhau in strak aangespannen folie, kippen van het merk avipronto, vinho branco, Monte Velho 2007 en Alabastro 2007 zijn er twee van, en in de zijgangen nog meer rekken, rekken met nootjes, ingelegde groenten en frisdrank.
Helena Dias, de kassierster, draagt een rode jas met blauw kraagje.

Het terras van supportersclub Sporting Clube Farense. Een pleintje. Zon. Op het plein zitten ouderlingen te keuvelen.
Om het plein staan oude huizen, meer dan 1 verdieping hebben ze niet.
Of toch. Op die regel is 1 uitzondering, een gebouw ter linkerzijde, bleek en grijs torent het boven de andere huizen uit.
De baas van de keet kuiert over het pleintje, stapt naar de ouderlingen toe. Ze maken een praatje.

Portugese vrouwen: elegant, elegant. Geen overbodige prullen. Ook de bejaarde dames, hoe oud ze ook zijn, ze gedragen zich, worden oud met een gratie van verarmde adel.
Op het terras van Sporting Club Farense kwam een dame zitten die een nicht van Marguerite Duras had kunnen zijn. Voor ze het suikerzakje openscheurt, schudt ze het gedurende enige tijd als een waaier heen en weer tot al het suikerstrooksel zich vlakbij de open te scheuren onderzijde van het zakje bevindt.

Boven de daken is een heldere en wolkenloze hemel.

donderdag 25 december 2008

Tavira

Een grensgebied. De cypressen staan in kleine groepjes bijeen. Daar is het landschap, zeggen ze, een landschap zonder schaduwen, dat zijn ze vergeten, en hier staan wij.

Van Fuengirola over Jerez en Sevilla en van Sevilla naar Huelva: amper verkeer op de openbare weg.
Rio Ordal. Berkjes. Hoewel er gedurende lange tijd niets van te merken valt, is de kuststrook vlakbij.
De pijnbomen van Cartaya. Spanjaarden, bruingekakt door de zon.

Portugal. Het landschap waagt zich tot vlak aan de autoweg. Dat is al meteen een eerste verschil met het ruige buurland waar het landschap de indruk wekt dat het hinderlijk is. Zo goed als de hele tijd door wansmaak en rommel.

Santa Lucia, een vissersdorp vlakbij Tavira. Formosa, een eethuis, de ramen geopend op een langwerpige inham, daarachter een uitgestrekt gebied van schorren onder een in nachtelijk blauw geloogde hemel. Hier, in Santa Lucia, hebben ze vaak Spanjaarden over de vloer, verneem ik. De uitbaatster suggereert kabeljauw wat op tafel komt met gefrituurde patat, paté de sardinha en een witte wijn, een Conventu da Villa uit 2007. Een portie groene olijven, vinagro vinho branco, een voorgerecht met groenten, kruidige wortelsalade en warme sneetjes brood.
Aan de straatzijde is een kleine veranda. Andere klanten zijn er niet.

Faro, twintig kilometer verderop. Na de smerige wansmaak van de Spaanse kust is het zuiden van Portugal een verademing.
Ik boek een kamer in Hotel Faro, vlakbij de zeilhaven.

dinsdag 25 december

Merche Rosado Subiron was in Nuevo Chilches gaan wonen. Ze woont er niet meer.
Het appartement waar Sebastian Navas woonde, in La Cala del Moral, staat te koop.
El Chiringuito is afgebrand. De patron overleed vorig jaar of het jaar daarvoor.
Het oudmodische Cafe Teatro ging dicht en waar Cafe con Libros was, is nu een kebab.

El Balneario, net voor je Pedregalejo binnenrijdt, is onveranderd. Ooit was 't een camping met een tenniscourt en een badhuis. Declan Grant zei dat hij er een concert van dEUS meegemaakt had.
Het borstbeeld van Narciso Diaz de Escovar, erudito, ook dat staat er nog.

De kustroute tussen Màlaga en Marbella is één van de lelijkste van de hele costa. Horreur. Wat ze daar aan beton bij elkaar hebben gepoept.

Net voor Algeciras direccion Jerez, een route dwars door het bergachtige binnenland.
Een groen en ongerept landschap. Amper verkeer. Op de hellingen grazen jonge stieren, hoog in de lucht hangt een roofvogel. De eik is alomtegenwoordig, bebouwing is er niet.
Voorbij de bergketen klaart de hemel op. In het westen: Jerez, Cadiz, Huelva.

De autosnelweg van Jerez naar Sevilla is een van de mooiste landschappen van Europa. Over een afstand van 50km sluiten dikke bomenrijen het quasi-hermetisch af van de buitenwereld. Ik ben hier al eens gepasseerd, herinner ik me, in 1999. Toen kwam ik van Casares en reed ik richting Cadiz.
Ook de middenstrook staat vol bomen en struiken. Van het platte, hier en daar wat heuvelende, agrarische gebied ter linker- en rechterzijde is slechts heel af en toe een glimp te zien. De snelweg zelf is een volstrekt autonoom gebied. En een unieke vakantiebestemming: van Sevilla naar Jerez en dan weer van Jerez naar Sevilla en opnieuw van Sevilla naar Jerez rijden over deze prachtige autoweg.
Tussen de takken zie je soms, ver op een van de zachte glooiingen, een paard, soms een huisje of een kudde.
In het landschap zelf, zoveel is duidelijk, hebben ze niet met flora en fauna gemorst.
Alle bomen hebben zich carrément aan weerszijden van de autosnelweg opgesteld, een 50km-lange autosnelwegpromenade. Midden dit landschap, door een brede oever van boomvariëteiten behoed voor de dreiging van het stugge, kale landschap, bevindt zich ter hoogte van Lebrija, waar ook het tolhuis is, een tankstation met de naam La Fantasma.

maandag 22 december 2008

maandag 22 december

13:30 De kilometerteller staat op 500. De lege bladzijde van een kilometer, een kaligrafische krul, de neus richt zich naar het zuiden. Ik rij Frankrijk binnen.

Picardië, Aire d'Assevillers Ouest, een eerste oponthoud. Het broodje. Picardië, zijn grijze lucht. Vriesganzen, bekabeling.
Ter hoogte van een bord met het getal 103 is er nog een bordje met hetzelfde getal.

16:58 De périférique richting Lyon. Nous sommes sur la Francilienne. Ze laten je geen moment met rust, ze willen dat je alles weet, Picardië, de Somme, het agrarische karakter van de valleien, een cul-de-sac van bezienswaardigheden. Er volgt een bouchon van circa 45 minuten. Parijs is in de periferie ter rechterzijde.

20:00 In het baanrestaurant zijn overlevenden van Buchenwald aanbeland. Ze amuseren zich te pletter.
Het landschap is gereduceerd tot plaatsaanduidingen. Boven Cluny is een naakte sterrenhemel. Vous êtes en Bourgogne. Richtingwijzers, afstanden. Ik rij door tot Nîmes.

zondag 21 december 2008

zaterdag 20 december

14u. Een eerste bezoeker, stipt, de poort is pas open, hij komt voor TAGMOSIS 2008, het project van Lazara en Eli.
Gisteravond werd beslist om tijdens Gentse Feesten 2009 een zomereditie van TAGMOSIS te organiseren. Daar kan best wat budget voor vrijgemaakt worden, dacht ik.
Na de vroegtijdige bezoeker, die geen aanstalten maakt om een kijkje te nemen in de brainboxruimte, is er eerst lange tijd helemaal niemand. Een van de bestuursleden springt binnen, heeft een set verse ansichts bij met portretten van hijra's. Ik breng het keukentje op orde. Later, rond een uur of vier, Lazara en Eli. Er is al iemand geweest, zeg ik.

Ook de tweede avond van het festival wordt met de nodige zorgvuldigheid voorbereid. Nico en Tine melden zich aan, een ogenblik later Luanda en Bert, Bert van het collectief der Zondagsdenkers. Het programma, avondvullend, is niet als gisteren, verneem ik. Ivan en Antoine zijn weer van de partij maar Eli bijvoorbeeld is niet van plan om een gitaarsolo te doen, Nan-Ping zal er niet bij zijn, Jan evenmin wat meteen betekent dat er vandaag geen dansperformance van Lazara op het programma staat. De voorbereidingen beginnen. Ze zoeken kabels, wat ze nodig hebben - jacks - is er niet, er wordt wat heen en weer getelefoneerd. Younes komt aan de bar zitten en Stefaan springt binnen, hij heeft best zin om zich vanavond met de bar bezig te houden.

We zoeken uit hoe je de werking van croxhapox kort en bondig zou kunnen omschrijven, zonder drie bladzijden overbodige commentaar.
'Detheoretisch,' meent bestuurslid Van Ryssen, dat is wat hem betreft de kern van de manier van werken van croxhapox.
'Een discours,' vul ik aan, 'los van de actuele formalismen.'
'Een brug,' nuanceert Stefaan, 'tussen wat jonge kunstenaars bezighoudt en het gewicht van het gevestigde circuit.'
Hiermee is voorlopig alles gezegd wat we te zeggen hadden, er is werk aan de winkel. Stefaan neemt achter het barmeubel plaats, ik ga een kijkje nemen in de grote zaal. De opkomst valt tegen, het bezoekersaantal bleef steken rond een man of tien. Later op de avond zal het aandikken tot 60 maar daar is voorlopig weinig van te merken. Patrick Delasorte treedt aan en Danny van OFF-off springt binnen. Hij begroet Patrick met een hartelijk 'ah! de gangsters van 't stad!', 'gangsters' op z'n Gents. Met z'n lieftallige echtgenote hadden we niet eerder kennis gemaakt. De kinderen hollen door de grote zaal en verstoppen zich onder het podium. Een jongedame in een felrode mantel (zal blijven tot na het fluitsignaal), Alda (ook vandaag in metramorfose hoewel er nog een film is, iets van een Franse kunstenaar), Caroline (zij zal de acties documenteren aangezien Marc er vandaag niet bij is) en een horde onbekenden. Ook Guy is van de partij. Sofie Van Loo springt binnen.
Lazara (d) en Antoine (basklarinet) beginnen aan de eerste act. Ivan vocaliseert. 'Beetje jaren zeventig he,' merkt Van Ryssen op, met een schuine blik, nadat hij eerder al de vloer had aangeveegd met Geraint Watkins. Guy, kenner van het experimentele genre, hij heeft een vinylcollectie waarmee je crox tot in de verste uithoek had kunnen volhangen, vindt het een interessante set. Lazara: snedig, nerveuze ritmes.
De tweede act is Nico Sall en Younes Zarhoni. Het bezoekersaantal is aangedikt tot vijftig. Ik tel de koppen, 't zijn er vijftig. Tijdens de performance van Nico en Younes springen De Zondagdenkers binnen en Katrien en Sarah, Sarah die voet bij stuk houdt dat ze al eens een crox-project had, wat ik tegenspreek aangezien ik niet eens zou weten waarmee ze dan wel bezig is, tot we ontdekken dat ze die modeshow bedoelt, april 2007. Opletten trouwens met dat collectief der Zondagsdenkers, 't is een zaterdag, uitgeput van het denken op zondag zitten ze van maandag tot zaterdag in contramine met zichzelf in een denkbeeldige vergeetput voor zich uit te staren.
Lisa heeft een blauwe sjaal om en stopt magentarode wollen handschoenen in de mouwen van haar mantel. In de videoruimte is alles klaar voor act III, Luanda van Van Zilverpapier en Bert.
Barcella, Rodemantel en Ivan nestelen zich onder een van de terrasverwarmers. 'He, 't is best gezellig hier,' zegt Rodemantel. Antoine komt er bij zitten. Stefaan, Katrien en Sarah kletsen.

Erwin Vann is in de grote zaal. Hij neemt z'n sax, begint. De drummer, iemand uit Antwerpen, roffelt ostinato. Hij en Vann hebben al wel eens eerder samen gespeeld. Tot in de binnenkamer van het achteroor is geen plaatsje vrij. Erwin Vann is een van de meest experimentele saxen van de Belgische scene. Wat opvalt: hij varieert op een modus, een repetitieve frasering, niet op het thema, er is geen thema. Een modus: de herhaling, het areaal van een schema, de vele variaties.
Juan Benitez sluit de avond af. Muisstil is het, je kan een speld horen vallen.

Voor de lol een top 1 samenstellen.

zaterdag 20 december 2008

vrijdag 19 december

namiddag

In de Lucas Munichstraat, vlakbij huisnummer 33, staat een rode camionette met de vertrouwde nummerplaat. Tiens, potvermillepap... Joris. Eli en Lazara staan op het punt om de croxpoort te sluiten. Dat er niemand is, zeggen ze. Ik duw de poort open, plug de neonsculptuur in, activeer de draadloze verbinding en telefoneer Joris. Joris neemt niet op. Rond halfdrie springt hij binnen, hij had een vergadering hier vlak in de buurt, op de catamaran van Geert Verbeke. We nemen wat papieren door, drinken koffie. Joris steekt een sigaret op.
Een half uur later springt de hoofdredacteur binnen. Boris zit voorin de bakfiets. Het werk aan het Joosboek schiet op, verneem ik. We luisteren naar In A Bad Mood van Geraint Watkins, nemen het beeldmateriaal van Tim door. Boris bestelt een fruitsap. Bestuurslid Coene komt een kijkje nemen, Peter nog wat foto's voor het Morrensarchief, een beeldarchief dat later net zo goed in nieuw werk muteert, zegt hij.

avond

TAGMOSIS 2008 van Ciclic en Mahaworks. Dinsdag zijn Eli en Lazara aan de toebereidselen begonnen. 't Is het laatste project voor de winterstop, een kort itinerant festival - vandaag, morgen - met performance, dans, muziek en video. In de grote zaal kwam een podium terecht, geleverd door Dienst Feestelijkheden. Roger van Negocito steekt proviand binnen. Er is een geur van soep. Juan, een Spaanse danser, hij woont in Brussel, is in de videoruimte aan het oefenen. Jan Van Ryckeghem is bezig met het uitlijnen van een videoprojectie. Ook Eli en Lazara zijn met een videoprojectie bezig, een werk van Alda Snopek. Gabriele heeft werk in de filmindustrie, ze is productie-assistente. Dik ingeduffeld tegen de kou stapt Antoine Prawerman door de grote zaal. Hij is muzikant, Poolse roots, woont in Brussel, speelt basklarinet. Giovani Barcella brengt een wit doek aan voor de doorgang naar de kubus. In de kubus staat een drumstel. Ook hier staat een dataprojector. Op een van de boxen ligt een stapel papier (notities? partituren?) en bovenop die papiervoorraad een Italiaanse vertaling van Dylan Thomas, POESIE, een editie uit 1976 van Ed. Guanda, traduit par Roberto Sanesi. Antoine heeft zich in het kantoortje genesteld, telefoneert. Jan is nog altijd met de dataprojector bezig, in dat deel van de grote zaal waar Sander zijn project had. Het uitlijnen lukt niet. Hij is er zeker al meer dan een half uur mee bezig. Ik buig me over het euvel. Tiens, tiens, 'de dataprojector staat schuin'. 'Ja, maar...,' probeert Jan. 'Zo kunt ge bezig blijven he,' grap ik. Judith en Bart springen binnen, wat later Younes, Chris Van der Burght en Alda. Ik maak gauwgauw een startkas aan. Intussen heeft Barcella een papier aan de voorzijde van de kubus bevestigd:

Giovani Barcella
personal solo op aanvraag
reservatie 3p max

Wat voor soep is het, vraag ik aan Roger van Negocito. Hij denkt hier gedurende enige tijd over na. 'Een mariscale,' zegt hij, bijna met tegenzin, alsof hij niet wil prijsgeven wat het is of misschien omdat hij vindt dat ge vanop honderd meter kunt rieken wat het is. 'Een soep met zeevruchten,' verduidelijkt hij.
In een uithoek van de grote zaal heeft iemand een hoop blauwe kunstmest aangebracht. De blauwe korrels hebben de vorm van een Halloween-figuurtje. Een zaklamp zorgt voor het nodige sfeerlicht. Juan met zwarte muts en het verzoek of hij een glas water kan krijgen. Un verre d'eau, in de versie van Ponge: 'mesure de la capacité des sobres. Capacité pure, existe à peine.' In de kubusruimte is op dat moment het zingen en roepen van een damesstem te horen. Monika. Monika staat aan de rand van een autosnelweg en schreeuwt, scandeert, zingt, roept, kotst. Ze kotst op de autosnelweg. Later zegt Eli dat hij haar eigenlijk in crox had verwacht. Ze woont in Berlijn. De afspraak was dat ze een performance ging doen. Nan-Ping is wel op afspraak. Tegenwoordig werkt ze met Peter Verhelst.
Naast de blauwe kunstmest ligt een mp3 waarop een filmpje te zien is. Het zou om een werk van Eli gaan, iets dat hij gisteren gemaakt heeft. De avond begint met een solo van Antoine Prawerman op basklarinet. Roger is de schelpdierensoep aan het opwarmen. Iemand vraagt of we thee hebben. Thee... hebben we thee. We hebben rozebottelthee, ontdek ik. Prawerman is verbluffend. Het instrument klinkt alsof het tien binnenkanten heeft. Later zal hij uitleggen dat de improvisatie gebaseerd is op een systeem van 12 tonen en 13 kleuren. Of hij zich laat leiden door de kleuren die hij tijdens het improviseren om zich heen ziet, vertelt hij er niet bij. Wel dat bepaalde registers van de basklarinet het klanktimbre van een trompet hebben.
De tweede actie is een performance van Lazara in een décor van videoprojecties. De films zijn van Jan, ter linkerzijde een zelfportret, ter rechterzijde kleurimprovisaties. Er vallen nog wat bezoekers binnen. Eén van de bezoekers gaat in lotushouding zitten.
Giovani Barcella zit in de kubus. Judith bestelt nog een wijntje, een Père Guillot, vin du côte de Nîmes. In de doorgang naar de brainboxruimte is een geïmproviseerde keuken: twee schragen op een plank, een pollepel en een zwarte kookpot. Er is een plank met broodhompen, een voorraad plastieken soeplepels en servetten met rood ruitmotief. Pikante soep. Almejas en garnalen op smaak gebracht met koriander. Marc is terug van weggeweest. In de kubus is Barcella aan een eerste drumsolo begonnen. Wat later begint Juan aan een danssolo. In de andere ruimte, die waar het werk van Sander hing, heeft Eli van Ciclic een gitaarversterker en nog wat gerief klaargezet. Juan stapt in het rond, kijkt, tast af. Luid galmen de klokken van de Machariuskerk. Emilie springt binnen, net op tijd om Juan aan het werk te zien. 'Ik heb juist m'n lenzen niet in,' fluistert ze. Juan heeft helemaal het lichaam van een danser, plooibaar van grote teen tot linkerneusvleugel, het ene moment stug, dan elastisch alsof hij van rubber is, vers rubber dat als smeltend goud uit een boomstam lekt, meteen daarop houterig, een druppel die vertraagt en dik wordt en tijdens dat alsmaar dikker worden opeens valt, verdwijnt, verandert, in een snaar verandert die doormidden breekt, uiteenknalt in plotse beweging, een beweging die alle andere bewegingen samenvoegt, plots, abrupt, een opeenvolging van rond, vierkant, het afgetrainde lichaam in een kanteling van geometrische vormen. Het bezoekersaantal is weer aangedikt tot meer dan 30. Er komen nog mensen aanstappen. Juan pauseert. Hij staat niet zo ver van de plek waar die in Genua genomen foto van Lien hing: de fotografe ligt op een muurtje, aan de onzichtbare zijde van het muurtje is de Middelandse zee. Juan staat vlakbij het muurtje. Hij hijgt, blaast uit, kijkt, bekijkt, bekijkt het publiek, de andere dansers, het blijkt uit het principe van z'n houding, de kijkenden die door het kijken in bekekenen veranderen. Traag buigt hij door de knieën. Traag, nog trager, traag als het doorbuigen van een honderd jaar oude tak. De tak hurkt, gaat zitten. Nog tragere beweging: eeuwen leunen over elkaar heen en eindigen in het liggende lichaam van de danser. Dan, zodra hij ligt, neergeveld door een kaakslag die in het paleolithicum plaatsvond... van de beruchte Urk Piw van de stam van de op rotsblokken kauwende olifantenjagers... Urk Piw, de beruchte Urk Piw, uitvinder van de kaakslag... Half verdoofd staan we in de grote zaal. Juan veert overeind, traag als een riet dat zich opricht in oude, stugge modder. Dan, nog trager, hij zit, onderzoekt, herinnert zich hoe het is om te groeien. Er is geen haast bij. Het bodemonderzoek vergt tijd. Hij staart, kijkt, het is een gebeeldhouwd kijken. Overeind komt hij eerst half zittend, dan bijna kruipend, een huilende beweging, traag in alle onderverdelingen en vertakkingen van die ene beweging die het lichaam maakt, traag in het overeind staan, ultieme verbuiging geloogd in een zindering van uitzichtloze traagheid. Hij stapt naar de houten tussenwand, tilt het woord FINE op. Applaus barst los.
De volgende act is een duo met Eli op gitaar en Nan-Ping dans, percussie, vocals. Michael en Xenia vallen binnen. Nan eerst kruipend, schreeuwend, dan ritmisch met houtblokjes op vloer, in een latere fase op sakuhachi, verticaal. Het gitaarspel van Eli is verbluffend. Patrick Delasorte springt binnen, wat later Kristof.

Het is halfelf. Iedereen is er vandoor op enkele performers en muzikanten na. Roger serveert een vegetarische schotel, 'alleen voor zij die gewerkt hebben' verneem ik.

Ik jaag de afwas over de kling, neem het kasboek en noteer de recette. 'Vergeet de gasverwarmer niet uit te zetten he.'
Dan een plek zoeken waar ze iets te bikken hebben.

donderdag 18 december 2008

donderdag 18 december

In Multimediale hebben ze een informele jury. Eerst ga ik bij Filliaert langs. Ik laat een sleutel van de poort bijmaken en informeer hoeveel een elektronisch cijferslot kost. Sjoerd belt me op het ogenblik dat ik de lokalen van Multimediale betreed. Hij staat in de deuropening van het lokaal waar René zijn geactiveerde ruimte runt. Achterin het smalle lokaal is Marta, een Poolse, met de presentatie van een reeks houtskooltekeningen bezig. René zit aan een tafel. Hij en Sjoerd regelen nog wat dingen of doen alsof ze nog dingen te regelen hebben. Dat lijzige toontje van René, alsof hij net uit een centrifuge gehaald werd en nog natrilt van een genot dat met geen woorden te beschrijven valt. De 3de bachelor, waar het met deze informele jury om te doen is, is zo'n centrifuge. Tijdens de nabespreking is het René die opmerkt dat de groep op twee na allemaal meisjes is, dat ze dat in Multimediale eigenlijk nooit eerder meegemaakt hebben, dat ze geen bouwers hebben, bijvoorbeeld dat hij de hele tijd door naar het geluid van naaimachines zit te luisteren en dat ze oud-leerlingen horen in te schakelen als er een plankje genageld moet worden want in deze groep dus niemand die het kan. Iemand merkt op dat het ook voor het eerst is dat ze in Multimediale alleen mannelijke docenten hebben.
In de gang naar de lokalen van Beeldhouwkunst heeft een studente tekeningen uitgestald. Kleurrijke portretten, oliepastel, het ziet er ok uit. Emmanuel komt er bij staan. Het is werk waarbij ik me eerst en vooral afvraag wat er aan vooraf ging. De handen verraden invloed van Neo Rauch terwijl de portretten zelf een mengeling van andere referenties tonen en het procédé van iemand die schilderkunst in de vingers heeft. De houtskooltekeningen van Marta, confrontatie twee. Hier ontbreken de kringen. Als je een steen over de vlakke spiegel van een meertje werpt, ontstaan kringen. Door de snelheid waarmee het keitje geworpen werd... Maar hier stelt zich een eerste probleem: snelheid. Als je het keitje niet snel over het water werpt, valt het plompverloren in het ondiepe begin. De kunst is om het keitje snel over het oppervlak te werpen. Alleen dan tovert het de werken en het lichtzinnige aura van een plons die alleen door het scheren over die immense vlakte betekenis kreeg. Traagheid. Alleen door het keitje tot traagheid te dwingen - en het derhalve plat, hard en snel over het wateroppervlak te keilen - kom je tot een plons die verder reikt.
Niets is sneller dan wat zo traag is dat het geen snelheid heeft.

Tussen de gesprekken door is er best wat tijd om hier en daar een kijkje te nemen. Maud is een van de andere gasten. Ook Leentje en Tuur zijn van de partij. Na Marta loop ik even de gang op. Vlakbij de tuindeur is het kamertje van Karen. Ze zit grapjes te maken en breit een sjaal. In het tuintje staat een raar bouwsel.
De opstelling van Kathy - zoals altijd in een wonderlijk ensemble van zelfgemaakte spullen - is in de hoofdgang, vlakbij de muurtekening van Steven: een grote kartonnen doos op twee schragen. Het is in deze doos dat zij en Justine in het S.M.A.K. rondkropen. In de doos staat een laptop. Ze klikt het filmpje aan waarmee ze de tweede prijs van het Kunstsalon won. De acteurs zijn Jasper, Hans en Robbert. Na Kathy ga ik bij Johanna en Marijke langs en bij Hans die van plan zou zijn om in Indië sitar te studeren. Tijdens de middagpauze is er een recital in de concertzaal. Tijdens het concert beland ik in een impasse. Het syndroom van Cantatrix Sopranica L.: hogenootstrelende keeltjes, pianospel dat van consonantie naar consonantie kabbelt en, wat het allemaal nog erger maakt, dat honderdogige gestaar en die overbodige gebarentaal aangedikt door het als noodzakelijk aangevoelde applaus, enkelvoudig of in honderdvoud, het maakt amper enig verschil. Net op het ogenblik dat ik besef MILLEDJU MIJN GSM STAAT NOG AAN springt Jimmy overeind, ook geen liefhebber van het genre blijkbaar. Zonder misbaar maar toch best op luidruchtige wijze verlaat hij de concertzaal.
Ik maak gebruik van de plotse wending en snel achter Jimmy aan. Oef. In de zithoek tref ik Marta en Kathy aan en ook Zina, de hond van Marta. Vluchtig neem ik de programmabrochure door. Het recital is bij Bernstein aanbeland.
Na het lunchconcert is er eerst het werk van Veerle, dan Hiranya, Marta toont een filmpje met wriemelende insekten en als afsluiter is er het rondetafelgesprek.

woensdag 17 december 2008

zaterdag 13 december

Iemand van 3de bachelor schilderkunst Sint-Lucas, ze werkt aan een script over Nan Goldin en Sophie Calle. Uit de videoruimte tuimelt het gezang van de films van Geczy. Iemand van Hogeschool Gent, afdeling film. Nathalie Teirlinck, vorig jaar laureate van de Horlais Dapsens prijs, is zijn vriendin. 'Allright,' zegt de persoon aan wie ik uitleg dat we het werk van Sander daar en het werk Lien daar hebben. Hier en daar: alle plekken van de hele wereld.
Het wintert. In de mediaruimte is het gesuis van de gasverwarmers. Ik herinner me hoe een gluurder kwam binnenwandelen pats midden een jury. Die van Lisa Colpaert. Hij had zich in de videoruimte verstopt. We stonden perplex. Wat deed hij in die videoruimte? Er was niets te zien. In de grote zaal hadden ze een tafel en de meisjes stonden zich om te kleden.
Nog iemand. Lazara en Eli springen binnen, ik activeer een van de terrasverwarmers. Ze bekijken een slide-show van Jan, een kunstenaar uit Brussel die in het project betrokken is.

WINTER: A HOLIDAY CLUB
text Tim Onderbeke

beerhunting on a saturday night
pinched female flesh : ass
magic trees
behaviour
sense and the sent of blood
bones wont break AKE
like two for you
with a onelinerfack
bringin back the lost and found
when the living envied the dead
Santa Fe
whome yours shadow betrayes
bitter actions
minimized space aliens
boogied
gibberish
pigging out on acid machines
betraded the brown palace whitechappelhills
CRUCIFIED
TEN OUTTA WESLEY TWITCHY SNORTING
SILVERSKY
CURLY GIRLS
WALKIN in venice wind

Het gesprek komt op een van beide films in de kubusruimte, waar en wanneer hij die film gemaakt heeft. In Zweden, zegt Tim, zomer 2008. Koude zomer. Velden, een hut beklad met nazi symbolen en ketchup, nog meer velden, bossen, vandalisme en een caravan waarop het woord Holiday Club stond. Dan een festival in Malmö, hippies, elektronische muziek, zweverige toestand. De fouten in het typoscript, verduidelijkt hij, zijn niet opzettelijk. 'Soms verbeter ik ze, soms laat ik ze staan.' Is naar de expo van Marc Manders geweest en vond het echt vree goe. In Amsterdam Damien Hirst, van de bende van de cokesnuivers, een schedel bezet met 80.000 diamanten, 80.000 en 48 denkt hij, plus 1 grote smaragd. Dat hoort natuurlijk niet echt tot het domein van de kunst. Types als Hirst zijn de kunst ontgroeid, hebben zich op marketing en merchandising gestort en zijn hierdoor zonder dat ze het beseffen weer helemaal onderaan de ladder beland in de rayon middenstand, de bakkers en beenhouwers van de kunstscene, holle kopjes in een doorzichtige mand.
Ik stel voor om het ritueel van het vuurpeleton in ere te herstellen. Het zou een schilderij van Borremans kunnen zijn: al de delinquenten van de actuele scene in een grote kring, ze richten het geweer op elkaar, mikken, vallen omver in een roes van eeuwigheid.
Wereldwijd een kop in alle gazetten: GUNSHOT IN AN ENCYCLOPEDIA NEAR ROAD ENDS. THREE MILES FROM SLUT GARDENS HUNDREDS OF WORLD-FAMOUS ARTISTS KILLED IN A GUNFIGHT.

zondag 14 december 2008

donderdag 11 december

De Morgen en actuele kunst, het is een onmogelijke combinatie. De premissen ontbreken, ze hebben ook geen talent in huis om het segment op een interessante manier in te vullen. Misschien zitten ze aan de coke. Wie niet tegenwoordig. Wat opvalt is dat ze het opvallend vaak over de cokesnuivers hebben. Soort zoekt soort. Wat ze over die cokesnuivers te zeggen zouden hebben, breekt geen potten. Ze schrijven voor zichzelf, voor het selecte clubje van Schele Uil en Paardenbril en houden dit intussen al zo lang vol dat enige vorm van beterschap er niet eens toe doet. Coke.com. Hoe De Morgen over kunst schrijft is een genre op zich geworden, het Van Tillo syndroom, een journalistieke farce.
Waarover ze het vandaag hebben. In BIS - kassa kassa kassa - een stuk over de illusie genaamd Ikea. Er is een stukje over Coldplay. Bij VTM en JIM schrappen ze 28 banen, totaal onwaarschijnlijk dat ze het bij De Morgen als farce hierover hebben, vooral omdat het stukje deel uitmaakt van de bladzijden cultuur. Bij JIM en VTM schrappen ze 28 banen - alsof dat van enig belang zou zijn voor lezers die over cultuur geïnformeerd willen worden.
Het lynchen van Van Tillo hebben ze uitgesteld tot een latere datum. Gebibber, gebeef, bij de cultuurredactie van De Morgen lopen ze op eieren. Het had net zo interessant kunnen zijn: waarom ze bij VTM en JIM niet alle banen geschrapt hebben. Hahaha, allemaal gratis opgestapt, gratis.
Ook de Nederlandse pers roept om hulp, lees ik.
In De Morgen hebben ze het over een Belg die in Kopenhagen een brug restylet, de Amerikaanse operahuizen zouden in de problemen zitten. De onzin waarmee ze op de proppen komen, je houdt het niet voor mogelijk. Er is de schokkende titel 'eindelijk eerherstel voor Lola Montes' en het artikel Le Clézio optving de Nobelprijs is gedecimeerd tot vierkante decimeter. Waar ze ook oog voor hebben: 'VTM zoekt mooiste meisje van de klas'.

vrijdag 12 december 2008

dinsdag 9 december

Het wooncomplex heeft drie nummers: 100, 101 en 103. Ik vond een parkeerplaats vlakbij de brug. Het appartement van Paya lokaliseren is andere koek. Ik vergat het huisnummer, het zou 100 maar het zou ook 101 kunnen zijn. 102 ontbreekt. Op het erf tref ik twee bewoners aan. Ze laten de hond uit en maken een praatje. Hebben geen idee wie waar woont, zelf wonen ze er niet, ze hokken elk in een van de aanpalende straten, laten de hond uit.
Hondenbezitters zijn een ras apart. Ze communiceren met elkaar via de hond die ze hebben. Wat anders hebben ze toch niet te vertellen, televisie heeft hen monddood gemaakt. Ze slikken het stompzinnige vermaak, laten een boertje, hebben ook wel zorgen genoeg om zich niet met kritiek op het systeem te moeien. Ze passen in het systeem, hebben zich een hond aangeschaft, communiceren. Het is kostelijk vermaak, de hondjes draaien snuffelend om elkaar heen, tutoyeren het kontje.
De halletjes die op de forelstraat uitgeven, hebben huisnummer 103. Op het woonerf, later, ontmoet ik een dame die naar huisnummer 103 op zoek is.

Radeloos stap ik over het erf. Helemaal bovenin het complex van het blok met huisnummer 100 is een silhouet.
Het silhouet hangt voor het raam, bekijkt me. (de verademing)

Paya und Werner

aperitief: Rotkäppchen
sekt from a town in Eastern Germany, Freyburg
sekt feinster komposition
Vanop het terras is Sint-Anna te zien en de geul van de Schelde. Het voorgerecht is een salade met avocado, stukjes kersttomaat, een vinaigrette, mozarella, basilicum, peterselie en een scheut olijfolie.
Van de hoofdschotel, verneem ik, is de spinazie uit het diepvriesvak. De victoriabaars wordt geserveerd met aardappelpuree. 'Een vis die eigenlijk niet gegeten zou mogen worden,' zegt ze, 'het is ecologisch niet verantwoord.'
Ik bekijk de ecologisch niet verantwoorde vis. Tja. Wat voor saus het is, vraag ik. Een hollandaise, zegt ze. 'Is met kaas?' informeer ik. Nee. Een hollandaise is niet met kaas.
Ik bekijk de victoriabaars. Overbevist. Het zou om een vrij grote vis gaan hoewel daar op het bord weinig van te merken is. Groot, overbevist en goedkoop. Goedkoop en lekker.
Het gesprek komt op Pinchen, op Jelinek - typically Austrian - en Richter waarvan nu in Köln de abstracten te zien zijn.
Waarom Jelinek als een Oostenrijks product getypeerd kan worden: 'they complain all the time about anything.'
Werner, die z'n hele leven in de filmbusiness heeft doorgebracht, is een kenner van Hitchcock. Zijn favoriete Hitchcock is Shadow of a Doubt. Het cijfer twee is een cruciaal element van die film.

maandag 8 december 2008

maandag 8 december

Nazareth. De keuring verloopt vlekkeloos. De knaap die het autootje keurt is een vriendelijke jongen. Ik vraag waarom een spiksplinternieuwe auto gekeurd hoort te worden. Omdat het wel eens gebeurt dat ze in de laadruimte een houten bodem aanbrengen, zegt hij, of rekjes, dingen die invloed hebben op de stabiliteit van zo'n kleine vracht. Ik vervoer alleen luchtledige dingen.
Later is er het landschap ter linkerzijde. De rechterhelft van het landschap ontbreekt.

Patrick MODIANO, In het café van de verloren jeugd, eerste zin: 'Van de twee ingangen van het café nam ze altijd de smalste, die we de schaduwpoort noemden.' Ik berg het boek op in de zwarte schoudertas, Morrens springt binnen. Hij komt het gerief halen, z'n boormachine, de rode gasverwarmer en het statief. Extra een krat boeken en de lamp die sinds z'n solo aan het barmeubel bleef hangen.

zondag 7 december 2008

zondag 7 december

Honoré komt een kijkje nemen. Hij komt z'n Hitachi ophalen, vindt de ingreep van unit 4 fenomenaal. '...de deuren die ze in de gang geplaatst hebben...!' Ik schenk een Dupont, er zijn nog bezoekers. Nee, we hebben geen koffie, de koffie is op, zeg ik tegen iemand die koffie wil.

De 3de Gentse Matinée, dat dat vandaag zou zijn, zeiden ze. Er is geen grote volkstoeloop, we klokken af op 47. Kunt ge dat veel noemen? 47, op de kop af. Of ge dat veel kunt noemen. Veel, wat is veel.

Is de helft van veel er een te veel of is het er een te weinig?

Lu en... euh... Affront, affront, affront, zijn naam schiet me niet te binnen. De echtgenoot van Lu, die mens komt hier nu al sinds dat we de zaak wat uitgebreid hebben, ge kunt hem geen naam onder de neus duwen zonder dat hij er wat van af weet, of het nu Nicolas Leus of de Brusselse Biënnale is, tenzij, Michel misschien... Wacht, zwijgt, Michel, lapin walon, en Colette, ze springen binnen. Michel wil de houten tussenmuur in twee splijten. Met een bulldozer, zegt hij. Maar allez, dat z'n naam me niet te binnen schiet.
'Ja, in twee splijten, luister,' zeg ik, 'als ge 't kot maar niet afbreekt.'
Mais non, dit le petit lapin wallon, lapin gros, 'mais non'. Hij zal het uitzoeken, belooft hij, want met een bulldozer. Het gesprek komt op de Brusselse Biënnale en waarom ze hebben geprobeerd om het modernisme een nieuwe plaats te geven. Omdat ze niet weten wat het is he, tiens, quoi. Omdat het modernisme niet bestaat, tiens, quoi. Er is geen modernisme. Ge kunt het modernisme geen nieuwe plaats geven, het bestaat niet. Herdefiniëren kan evenmin, het eet zichzelf op. Paz heeft het daarover gehad, dat hebben ze daar in Brussel blijkbaar over het hoofd gezien. Het modernisme is een beweging die zichzelf vernietigt. Het is een zwijn, het vreet, schijt, eet z'n schijtsel op en schijt dat schijtsel uit en van dat schijtsel nemen we aan dat het nieuw is, dat het een nieuwe of misschien zelfs interessantere betekenis gehad had kunnen hebben dan het schijtsel dat het varken al minstens een eeuwigheid aan het schijten is. Zet een Kosovaar zeven dagen op een dieet van Wienerschnitzel en triomfeer door de stront van die Kosovaar niet tentoon te stellen maar op te eten, vervolgens zelf te schijten en die schijt tentoon te stellen. Dat is wat ze modern noemen. De moderniteit, wat we modern noemen, het bestaat gedurende een kort moment en het eindigt met uitzichtloze eeuwigheid.
Ge kunt nog moderner zijn dan die Kosovaar: verteer het opgepeuzelde zelf, voor zover het verteerbaar is, en kak uzelf genadeloos definitief in een schijtpot. Om maar te zeggen. De term modern is radicaal naïef. Er is geen moderniteit, vandaag is er alleen wat vandaag gebeurt. Wat die lui van de Brusselse Biënnale modern noemen, het is recyclage van oude dingen, het is een tweederangsproduct. Omdat ze in die bagger geen centimeter vooruit raken. En 't is zonde van het geld. 1 miljoen euro spenderen aan het achterlijke principe van de moderniteit en vaststellen dat daar geen kat op afkomt. En waarom er geen kat op afkomt? Omdat de moderniteit waar zij het over hebben een verzinsel is.
En de onzin om met een terugblik op het modernisme uit te pakken, een term die de organisatoren - historisch bekeken - niet eens goed geplaatst hebben, het modernisme dat is alles voor 1940, grosso modo de periode voor ze het theoretiseren over en het maken van kunst niet langer uit elkaar wisten te houden.

vrijdag 5 december 2008

vrijdag 5 december

Nel en een glas rode wijn en Anouk van mediakunst. Jos en zijn schetsboek. Thomas en Ginger springen binnen, Ginger met een ontwerp van het bierkaartje.
Elias zit op een van de barkrukken, Frips is in het kantoortje bezig, Watkins rolt door de speaker en bestuurslid Coene maakt foto's. In de corridor zijn Morrens en Dobbels van unit 4 aan de slag. Midden de corridor brengen ze twee deuren aan.
Iemand van Ganda gas met twee witte terrasverwarmers. 332 euro 't stuk btw inbegrepen.

Met al die ventilatoren is de witte ruimte precies gelijk een diepvries.

woensdag 3 december 2008

maandag 1 december 2008

maandag 1 december

In de witte ruimte gaat het er hevig aan toe.
We lachen.

zondag 30 november 2008

zaterdag 29 november

Uitlijnen van.
Rechthangen van.
Het verdwijnen van.
Het in een corridor stappen naar.
Stappen van.
Van punt x naar.
Op punt y aanbelanden.
Naar betreffend punt x stappen en concluderen: gezien, bekeken. Altaar, cirkel, punt, site met die of met andere bijzonderheden.
En de logische consequentie van het stappen naar punt x: op punt y aanbelanden.

Dries was stipt op afspraak. Sander hing nog tussen de hanenbalken.
Hij kwam de lichtbak afwerken, zei hij.
Gisteren vroeg Sander aan Joris wat hij er van vond. Joris zei dat hij eerst naar de witte bakken gekeken had, niet naar het werk, de witte latten waren hem opgevallen en voor de volledigheid voegde hij er aan toe dat hij nog niet naar het werk gekeken had.

Het academisch kwartiertje van Bruyn begon te lekken, niet alleen aan de onder-, ook aan de bovenzijde. De man is helemaal nooit op afspraak. Kwartiertje wordt weekje, weekje wordt maandje, maandje jaartje, na verloop van tijd drijf je op meanderende eeuwen zonder dat het ooit tot een afspraak komt.

Televisie kijkend Vlaanderen: zoveel afspraken hebben dat je je zetel niet uitkomt.

Sjoerd verscheen ten tonele en ik kwam niet bij van het lachen, hij had een snor. Hij gaf toe dat er wat werk in kroop - voor je 't weet ben je de hele dag met een schaartje in de weer - en dat hij er ook niet uit was of hij het ding op z'n bovenlip wilde. Hij zei dat hij zich met snor niet elke ochtend weer te scheren had en dat dat net zo makkelijk is.
In de grote zaal waren Dries en Sander bezig. Jos springt binnen. We hadden het over de Congo-film van Renzo Martens en de performance van Adam Geczy. Dat Adam en Renzo het over hetzelfde hadden. Dat de tegenwoordige tijd - hoe vluchtig het tegenwoordig allemaal ook is - een radicale stellingname wettigt, de actuele scene zelf is uitgeteld, er is geen actuele kunst. Een weide, koeien, het neerhof, runderen die op graasland kauwen.

zaterdag 29 november 2008

woensdag 26 november

13u30. Iemand uit Antwerpen - de zus van Sven Tjolle - komt speciaal voor het werk van Lien.
'Een parkeerplaats voor de doden', zei haar vader over die in Zuid-Frankrijk gemaakte foto. De indruk dat het net zo goed om een parking zou kunnen gaan wordt versterkt door het frontale camerastandpunt. Er is geen omgeving, alleen een grijze muur en sporen die op vandalisme wijzen terwijl het in werkelijkheid om versieringen gaat. In die streek, bevestigt de bezoeker, is het gebruikelijk dat ze de graven met kraaltjes versieren. Rechts bovenaan het woord SOUVENIR. A NOTRE CAMERADE.
De rode deur is in een dorpje in het zuiden van Spanje, de grijze muur in Genua vlakbij de Middelandse zee. Als je van de muur zou springen, spring je in zee. Een andere foto is vanuit de kamer waar Emanuele woonde, in Lecco, en het zelfportret na een afschuwelijke zware dag in de bergen. Eerst was er een pad, een bergpad, dan opeens los liggende stenen. Ze schoof weg, had geen houvast.

14u30. Korte werkvergadering bij Stefaan thuis. Eén agendapunt: de stage van Melanie. Uitgangspunt: de positionering van croxhapox; nagaan hoe de andere actoren de positie van croxhapox inschatten. Stefaan stelt voor om een facebook aan te maken.

19u. Redactievergadering en opmaak van het twaalfde crox-boek, MAJUSKEL, de nieuwe dichtbundel van Johan Joos. De hoofdredacteur kampt met een probleem, op z'n Mac maakt Simoncini Garamond slagzij.
We luisteren naar Das wohltemperierte Klavier in de versie van Gustav Leonhardt en genieten van een glas Castell'in villa, een rode Chianti classico.

maandag 24 november 2008

maandag 24 november

Rond een uur of zes 's avonds is er een afspraak met De Zondagsdenkers. Van de sneeuwval van gisteren is weinig te merken. 4x4's beuken over het wegdek.

In de Halvemaanstraat, op huisnummer 113, zitten Adam en Marc aan tafel. Adam is net terug uit Antwerpen, had een afspraak met Marie-Jeanne, iemand uit Den Haag. De huiskamer doet aan die van Destelbergenstraat 96 denken, het is een warme, exotische plek. Frips is in de keuken bezig. Op de tafel, waarover een assortiment kleurrijke doeken hangt, staat een fles Vacqueras. Geczy en schrijver dezes hebben voor Spaanse wijn gezorgd. Het gesprek komt op Toasting on the world food crisis. 'Each time you do the performance,' zegt Adam (hij zit met z'n rug naar een viool die vlak naast het boekenrekje hangt), 'it's a different performance. It's different from the planning.'
Frips plaatst hapjes op tafel. De toastjes zijn met rozemarijn, een olijfje, een kuchje van dit of dat, pijnboompitjes en een laagje smeerkaas. Er komt nog. Frips is in de keuken bezig en Marc draagt een keukenschort met het woord PASTA. Knorrieborrie nestelt zich voor de kachel. Knorrieborrie, een wijfje, ook wel Borremans genoemd, is de Picassokat. Het gesprek komt op hoe je in het beste geval ook van een vergissing leren kan. 'If you want to get forward as an artist,' Adam is aan het woord, 'you say 'hi' and people help you. But... this time it didn't happen.' Misschien omdat de context ontbrak. Hij bedoelt dat de persoon in kwestie zo met zichzelf bezig was dat er geen connectie was. Dat hij haar nochtans een en ander gevraagd had, meer wilde weten, de persoon in het beste geval in een spoor had kunnen betrekken, dat in de kunstwereld net deze vorm van communicatie en uitwisseling een essentieel element is, er ontstaan connecties, mogelijkheden, maar dat het er dit keer niet van kwam.

Monsieur Enretard. De opmerking dat een vergissing nog altijd de mogelijkheid inhoudt dat je er iets van opsteken kan. Ben je voor je het weet een stap verder.
De fles Vacqueras is tot de bodem geledigd. We openen nog een fles, het gesprek komt op Franse literatuur, Perec, Proust, van Perec het imperatiefloos prachtige La Vie mode d'Emploi. 'My doctor was on Proust,' grapt Adam.
Adam's favourite is Proust. Other favourites are Queneau and Valéry. 'Valéry,' someone said, 'is terrifyingly intelligent.' Reading slowly in Der Mann ohne Eigenschaften. What Bernhard said about Goethe - Thomas Bernhard, one more favourite: 'Goethe is not the best theatre writer, that's Kleist. Goethe is not the best poet, that's Hölderlin. Goethe is not the best novellist, that's Musil.' And on Bernhard: 'Just as you with Perec, I have all his novels.' Because, indeed, a passion for European literature. Actually, spend his youth in Switzerland. Parents were scientists. 'Ah! Ah!,' complained one of his grant aunts, ah! always the same! Always the same! You go to the opera - always the same! La Bohème! Ah! Tosca! Ah! Always the same!' And she went on complaining, always the same.
The main thing with Bernhard is bourgeois people, Adam explains. They destroy people that have extreme passion. That's the main issue of Bernhard's novels. Die Kunsthistoriker haben die Kunst überhaupt ausgeschwatzt. Well, he used to be an art critic.
Er volgt een anekdote over een fotorealistische schilder die hem vroeg om een stukje te schrijven voor een catalogus. Hij gaf de tekst de titel Juste Milieu mee. De kunstenaar, arrogant, beroemd, dom, leek niet meteen door te hebben dat de titel op zijn werk sloeg: conservative shit. 'Sometimes I said: I'm not turning on the tap today. So anyway,' concludeert Adam, 'I sat on both sides.' En als er één ding klaar en duidelijk is, op de wijze die Wittgenstein voor ogen had, dan is het dat de actuele scene gedetheoteriseerd moet worden en wel met de allergrootste hoogdringendheid.

Jelinek, nog zo'n auteur waar hij een boontje voor heeft. Gombrowicz, idem. That first phrase of Cosmos: 'BUT let me tell you about another, even more curious adventure.' We gaan zo in het gesprek op dat we even over het hoofd zien dat de eerste schotel er aan komt, een salade van rucola en schijfjes tomaat op smaak gebracht met gedroogde tomaatjes, pijnboompitten, olijfjes, stukjes mozarella, olijfolie en ciderazijn van Tierenteyn. De hoofdschotel wordt een spaghetti maison met wilde paddestoelen. De chef de cuisine - hij betreedt het salon met twee schotels waarop stapeltjes verse paddestoelen liggen - legt uit om wat voor paddestoelen het gaat, pieds de mouton en van die zwarte, trompettes de mort, en cantarellen, en, en. De vierde soort weet hij zich niet te herinneren. Goh, verzucht Frips, nu moet ze toch even nadenken. 'MUSHROOMS!' exclaims Adam. 'Mushrooms...!' 'Mushrooms!' Marc en Frips komen er niet uit, ze herinneren zich niet hoe het zit met die vierde soort.

Bushrooms. Of hoe je met een gebeitelde glimlach goedkoop toiletpapier aan de man brengen kan. Verzwijg dat het ding bedoeld is om er je gat aan af te vegen.

'Maybe,' Adam says, 'Moslims should try to understand that there are many ways to solve a problem. If I like Thomas Bernhard and you like Georges Perec, and I don't, should I slam you on the head?'
-Yes, please. (laughter) Slam me on the head. (laughter, silence, sound) You like Thomas Bernhard? (take a knife, point it) Ah! There you are, always the same, Thomas Bernhard! Fuck you. Literature. Ah! Literature. Always the same! (stabbing) Bernhard! Bernhard!
Adam (helpless): But most of these people can't help it.
-Yes, yes. (stabbing) Yes. They are born inside the cage.
Adam (laughing): Yes, yes.
-(stabbing) They are born inside the cage and die before they could have opened the goddamn thing.

zondag 23 november 2008

zaterdag 22 november

Iemand legt uit dat koeketiene van het Franse concubine komt.
Stefaan stak een printer binnen. Marc heeft de printer geïnstalleerd, dat ging redelijk vlot. Aan de toog zitten Kurt en Joris alias Fritz te kletsen. Het gesprek komt op Wim De Waegeneer. Joris kent Wim nog van toen ze in Aalst DKO volgden.
Je voelt het, het hangt in de lucht: het wordt een aangename avond. Honoré springt binnen, Marc en Frips zijn van de partij en Jos zit op toerental.
Sander is nog bezig, hij is er niet klaar mee, deed alles op het laatste moment. Dinsdag werd woensdag, woensdag donderdag. Op donderdag liet hij weten dat hij er vrijdag aan beginnen zou. Vrijdag. Adam was een dag eerder gearriveerd en had tegen donderdagavond zo goed alles geïnstalleerd.
Het is het eerste wat ze moeten weten, legt Adam uit: zorg dat je altijd op tijd bent, gedraag je vriendelijk en maak dat je geen lastpost bent, is nergens voor nodig, je maakt er alleen maar toestanden mee waar niemand wat aan heeft.
Het project van Sander loopt in de war wat een amusante performance oplevert. Adam ergert zich aan het gedoe, hij is al twintig jaar bezig, heeft het nooit eerder meegemaakt. Ze hebben een probleem met de lichtbak, een zekering die het begaf, en met de digitale frames doet zich een ander euvel voor: de schermen lijken de kracht van het beeld weg te zuigen in een vormloos vacüum. Het is halfacht. Adam Geczy maakt teken dat hij aan z'n performance beginnen wil.

Ik herinner me een project in White Cube. Aan de muren in die voorname zaal hing werk van een non-talent uit Zweden, de schilderijen waren niet om aan te zien. Over inteelt maken ze zich niet druk op dit soort plaatsen, als het maar opbrengt. Iemand die voor White Cube werkt, stond een deurpost te polijsten. Er was een meisje dat met haar minnaar afsprak, de minnaar zat op een scooter. Ze stond in de deuropening van White Cube. De man die met de deurpost bezig was, keek heel even om. Hij keek niet naar de jonge vrouw, hij keek naar de bezoeker. Andere bezoekers waren er niet.

Rond een uur of zes hadden we de stelling afgebroken. Sander had gezegd dat hij dat zou doen maar intussen is wel duidelijk dat hij daar geen tijd voor heeft, ze zijn met de laptops bezig.
Adam begint aan z'n performance, 'Toasting on the world food crisis with a bottle of Dom Perignon'.

De performance van Adam wordt het sleutelmoment van de openingsavond. Na de performance is er een concertje met Franse chansons. Dat Sander eigenlijk niet klaar is met de opbouw van z'n project - door de haast waarmee ze het af te werken hadden kregen ze de frames niet uitgelijnd - kan de pret niet drukken. Het is een misverstand dat al wel eens eerder te berde werd gebracht: professioneel is zelden tot nooit van toepassing op het gerief waarmee je aan de slag gaat maar op de manier waarop je dat doet. Een higtechcamera is in die zin niet professioneler dan een wegwerpcameraatje.
Jos hangt de onnozelaar uit. Tijdens de performance van Adam begon hij luidop commentaar te spuien zodat er weinig anders opzat dan hem aan te manen om de keet te verlaten. Mokkend bleef hij in de hall rondhangen. Tijdens het concertje weer van dat. Ik schiet uit m'n krammen.
Na een korte pauze waagt de zanger zich aan Bruxelles van Jacques Brel. Adam vertelt dat hij een vreemd gevoel had tijdens de performance, dat hij er met tegenzin aan begon en nu het gevoel heeft dat het binnen zijn oeuvre om 'a major work' gaat. Op het gelal van Jos na kon je een speld horen vallen. 'Thrilling,' zei iemand. Ijzersterke performance, way beyond het gebruikelijke arty-farty gedoe. Boris Ljugov - nieuwe snit, onherkenbaar - komt aan de toog hangen. Op de wijnkaart hebben we een nieuwigheid, Pittacum, een rode en stevige wijn uit het Spaanse Leon. Zou z'n verbluffend ingenieuze smaak aan bierzo te danken hebben, een Spaanse druif uit de Middeleeuwen. Lange tijd verdwenen, pas begin jaren zeventig gereanimeerd.

donderdag 20 november 2008

donderdag 20 november

Adam Geczy heeft last van jetlag. Symptomen: hij knippert met de ogen, zet om onbekende reden een stap zijwaarts, wekt meer in het algemeen de indruk dat hij elk moment omver zou kunnen vallen of zich bij voorkeur op kruipende of liggende wijze zou willen voortbewegen. Hij bestelt een biertje, het zwaarste, een Dupont, legt uit dat hij de hele dag op het vliegtuig zat. Eerst van Sydney naar Singapore, dan van Singapore naar Parijs en van Parijs naar Brussel. In Brussel nam hij een trein richting kust, aan het Sint-Pietersstation een taxi naar Flandria Hotel waar hij rond een uur of twaalf aankwam.
Hij bekijkt het werk van Lien Nollet, stapt door naar de videoruimte. Frips had zich in het kantoortje bovenop de kubus geïnstalleerd. Sander zei dat hij er morgen vrijdag aan begint, de lichtbak is nog niet helemaal af.
Adam laat weten dat hij drie beamers nodig heeft en de geluidsapparatuur. En ook bekabeling en zo. Hij zeult met het materieel, zegt dat het wel meevalt met die jetlag. Zolang hij bezig blijft tenminste. Hij legt uit (probeert uit te leggen) hoe het met die performance zit. De titel ervan is 'Toasting on the world food crisis with a bottle of Dom Perignon'. Vraag is waar - er komt een videoprojectie aan te pas dus heeft hij een muur nodig - en wanneer. Het derde interview van Hilde staat online, een gesprek met Stijn Cole.
's Avonds fiets ik naar Mahy aan de Brusselsesteenweg. Adam heeft een afspraak met Han van Odradek.

woensdag 19 november 2008

woensdag 19 november

locaties (vlnr)

Sevilla, een klooster, tegenwoordig het museo de arte contemporaneo.
Porto Fino, een zelfportret, Genova.
Spanje moet ze over nadenken.
Lecco tegen Milaan. Een zelfportret in Genova.
Het Franse dorpje is in de Pyreneeën.
En dat - wijst de betegelde doorgang aan - is België.
'Waar in België?' vraag ik.
Antwerpen zegt ze, een voetgangerstunnel.

Hier een zelfportret in Aiguestortes in het noorden van Spanje, daar een trap in Cadiz.
Een mistig landschap in de buurt van Bilbao.

zondag 16 november 2008

zondag 16 november

De hall ziet er uit als een door een roedel everzwijnen omgewoeld rovershol.
Hoe het kwam dat iemand gisteren het woord 'everzwijn' uitsprak. Dat had met Le Magadoux te maken, een plek ten zuidoosten van Limoges. Op het filmpje kon je een kudde bruine Limousinkoeien zien en een hert - geen zwijnen, die zaten in het bos te schranzen als van strot tot reet behaarde boekaniers. Iemand hield zich bezig met het aanleggen van een zebrapad van gras.
In de hall is de ravage minder compleet dan de eerste aanblik ervan deed vermoeden. Aardkluiten, stofpluimen, sigarettenpeuken, lege bierflesjes, een halfvolle fles Costières de Nîmes van Père Guillot en de gebruikelijke wanorde op de tafel van Van Dorpe, kaartjes die het noorden kwijt zijn en een volle en met ondefinieerbare sappen gedreineerde asbak die bovenop het inkijkexemplaar van de nieuwste croxpublicatie terecht kwam. 'Op kosten van het huis!', riep ik hoewel we eigenlijk al wel doorhadden dat we meer dan genoeg op hadden, Antoine en Marie die bij Yannick bleven logeren en van O, de van nature welgemutste, goedlachs, op schalkse wijze bij de pinken. Ook zijn lief was van de partij.

Er is een dame. We zijn pas open. Ik veeg de peuken op een hoopje, balanceer tussen twee gedachten. Van O springt binnen. Hij komt foto's maken en filmen.
De dame, lid van een groepering die haikus bestudeert, komt voor de film van Cathérine.
Dat de film van Cathérine een nieuwe titel zou hebben, zeg ik, syllabisch vijf zeven vijf

dat de film van Ca
thérine een nieuwe titel
zou hebben, zeg ik

wat er nog geen haiku van maakt. Een haiku, bevestigt de dame, beperkt zich tot natuurverschijnselen. Bijvoorbeeld

de vulkaan ontploft
en verpulvert onder andere
het hertenpark

Zodra er sprake is van menselijke aanwezigheid, verneem ik, hebben we het over een senryu.
De tanka is een afwijkende vorm van vijf/zeven/vijf en twee regels van zeven lettergrepen extra. Deze haiku-variant, legt de dame uit, dateert uit de dertiende eeuw en zou betrekking hebben op personen.

Honoré filmt. Is ook niet vroeg uit bed geraakt, zegt hij, die laatste fles was er teveel aan. Er is een constante stroom van bezoekers. Adriaan springt binnen. Met iemand die toevallig mee aanzit, komt het gesprek op de defecte deeltjesversneller. Er zijn nogal wat bezoekers die voor het eerst in crox aanbelanden. Het project van Sanne wordt op lovende bewoordingen onthaald; de opstelling is stukken beter dan tijdens haar jury een maand of vijf geleden. Uitgepuurd, consequent. Iemand zei: 't is een krachttoer. Er zijn nog bezoekers, anonimae die afwisselend voor de films van Cathérine en het werk van Sanne komen. We klokken af op een totaal van 60. Tegen sluitingstijd springt Badebukse binnen. Hij is een maand in Portugal geweest, eerst een week in Lissabon, dan Tavira vlakbij de Spaanse grens, later via de kust tot cabo de San Vicenzo en een weekje in Porto Corvo. Judith en Bart komen er bij zitten. Rijkelijk vloeit het bier, de Martens pils en de Dupont - dat bleek ook tijdens de openingsavond - worden zeer op prijs gesteld.
Jos springt binnen. Jos en zijn schetsboek. Badebukse en Bart in contramine. 'Als ge in het buitenland zit,' neuzelt Jos, niet helemaal zonder verstand van zaken, 'zijt ge op z'n minst van al dat gepalaver verlost.' Bart steekt een tandje bij, Jos trakteert een rondje.

vrijdag 14 november 2008

vrijdag 14 november

De indruk dat we het al wel eens eerder gezien hebben, het is de paradox van het nieuwe.

Is de actuele scene gebaat met nog een Biënnale?
En om er wat mee te doen, met die Biënnale?

Revolteer, branie, revolteer, sta op uit uw ledige bedrijvigheid.
Sta op nietsnutten! Bestorm de gevangenissen.
Keer uw komieke schedelpan binnenstebuiten, kruipende paleishond.
De actuele kunst is nietig verklaard.
We kunnen opnieuw beginnen.

zondag 9 november 2008

zondag 9 november

faits divers

1. Pieter Bauters werkt in een bronsfabriek. Meestal gieten ze brons voor amateurs met ontwrichte naakten. Soms een Delvoye of iets van Tahon.
2. De Turkse bakker op de hoek van de Dampoortstraat gebruikt broodzakken van Patisserie Ronny.
Een Turkse winkel in de Antwerpsesteenweg, merkt bestuurslid Coene op, heeft het opschrift BRUIDSBOETIEK MIEKE op de winkelruit. In dezelfde buurt is een Turks café met een ruit waarop BABYSPECIAALZAAK staat. De mededeling GESPECIALISEERD IN TWEELINGEN zouden ze weggehaald hebben.
3. Frank Bassleer heeft een nieuwe site hip hip hoera.
4. Marc maakt foto's. Nicolas en Manor springen binnen. 'Alles goed?' vraagt iemand.

zaterdag 8 november 2008

vrijdag 7 november

Er was eens een dag. Was het een woensdag, was het een vrijdag, was het een dinsdag. Weten we niet. Een mens kan niet alles weten.
In het museum is niemand. Dat was het leuke aan dat museum, er was niemand. Je kon de naambordjes verwisselen of tegen een werk van Broodthaers pissen, niemand die het zag. Er waren lui die beweerden dat het betekenis had, lui die niet eens deden alsof ze dat beweerden. Het grote alsof stond in de ruimte, hing aan een muur. Wat het was.

zaterdag 8 november

Marc De Clercq springt binnen, hij komt voor de jongens van unit 2. 't Is een rustige dag, ik ben met de inbox bezig, heb Rob aan de mailing herinnerd, die moet vandaag of morgen de deur uit. Susan zei dat ze op haar computer geen problemen had met Sibelius 5. Dat je voor dat programma wel een zware computer nodig hebt.
In de brainboxruimte staat een veldcamera en in de grote zaal hebben we bezoek. Het project van GM wordt bejubeld.
Na de shoot, Stijn en Amanuel zijn er al vandoor, bespreken we de infrastructuur. Christophe heeft wilde plannen. Marc volgt.

donderdag 6 november 2008

woensdag 5 november

Een onverbiddelijke stoet van vrolijke tolofeentjes. Eentje van Marjolein, Marjolein van Nucleo, of ze de stelling kunnen gebruiken. Ik neem het programma door en ontdek dat de stelling tot maandag kan. Tot maandagavond is ok, zeg ik. Dan eentje van Jerry Galle. Vergeet hem te vragen of hij familie van Carla Galle is. Jerry kwam voor het eerst in crox langs toen we nog in de Aannemersstraat zaten. Dan iemand van Proximus, een dame met een plat accent, ze wil informatie, zegt dat ik gedurende enige tijd gratis zou kunnen bellen. Dat ze bij Proximus telefonistes aanwerven die zich in plat Westvlaams uitdrukken, verwondert me. De tongval van de dame enerveert me. Ik probeer haar duidelijk te maken dat ze met mijn werkgever contact opnemen moet, hij betaalt het gelag van de gehoorbuisjes. Ja, dat noteer ik, zegt ze. Ik druk op de rode toets, steek mijn broek af, het gesprek met de telefoniste van Proximus is definitief vergeten tijd, ga op de toiletpot zitten, ontlast me, vul een sudoku in.
Tussen de butaangasflessen, die zich vlakbij de brievenbus bevinden, steken enveloppes van Ivago en Hisk, een facturatie en de mededeling van iemand die ergens in Duitsland een project heeft.
Welnu, ook Karz heeft een project in Duitsland, het project dat hij in Duitsland geen project heeft.
Ik duw het karretje tot achterin de corridor, deponeer de stelling op het karretje, de diverse stukken van de stelling. Vladivostok is minder ver dan een mens zou denken. Ik duw het karretje door de corridor.
Dan de haspel oprollen, het ding bleef in het stopcontact zitten. Over het woonerf drijven kinderstemmen.
Het oprollen van de haspel is in een wip gebeurd.

vrijdag 31 oktober 2008

donderdag 30 oktober

CHAOS BIJ DE MORGEN NA RECENSIE OVER BRAINBOX2
een foute gok
Jan Fabre niet betrokken bij BRAINBOX
De Morgen doekt cultuurredactie op na foute berichtgeving
LAATSTE ONBEKENDE BELG BIJ DE LURVEN GEVAT
Evacuatie van redactielokaal is voorlopig niet aan de orde

De Morgen is als een auteur die voor analfabeten schrijft. Ze kan niet schrijven en à la limite heeft ze ook het geluk dat haar publiek niet lezen kan.
Hoe overbodig is het geluk van het dagbladverschijnsel.
Hoe overbodig is het om te vernemen dat de tweede manager van Financiën naar de Raad van State stapt.
Hoe overbodig is het om te vernemen dat Noël Slangen voor bewezen diensten 5 miljoen euro kreeg.
Hoe overbodig is het om te weten dat Moskou het nieuwe paradijs is voor winkelfanaten.
Hoe overbodig is het om te weten dat militairen vervroegd uit het leger kunnen.
Hoe overbodig zijn vrije tijd en onzekerheid en werkloosheid.

avond

De altijd blije berkjes, daar zijn ze weer. Ter hoogte van Merelbeke belanden we in een kijkfile, op het baanvak richting kust is een ongeval gebeurd. De file richting Brussel is veroorzaakt door automobilisten die afremmen om het accident op het andere baanvak te bekijken. Dat hou je niet voor mogelijk en toch gebeurt het, ze worden er niet eens voor beboet. Hoe overbodig is Vlaanderen, een regio met het gemiddelde IQ van een varkensblaas. Regen reutelt over de autosnelweg. Kind of Blue van Miles Davis. We belanden in Ternat aan het Frietkot van Andre. Dirk heeft 15 bitterballen besteld.

Ornette Coleman

We zitten in salle Henry Leboeuf. Ornette tovert, brengt ritmes samen die je normaal gesproken niet in één beweging verwacht, de ritmes en klankpatronen schuiven over elkaar heen. Denardo is massief. Je voelt en hoort dat hij bereid is om z'n drum aan gruzelmenten te kloppen.

dinsdag 28 oktober

La Disparition is het meest beruchte boek van Perec hoewel niemand het gelezen heeft. De letter e komt er niet in voor wat zelfs de recensent van Le Monde ontgaan was.
Van de Russische dichter Poljotkin is slecht één gedicht bekend, soms vertaald als De hond die hond werd, een andere keer als De hond die in een hond veranderde. Uit de geschriften van Paustovskij blijkt dat ze elkaar in Odessa ontmoet hebben, Poljotkin zou er redacteur geweest zijn van een plaatselijke editie. Een van de anekdotes is dat ze op de redactie na een of andere calamiteit zonder o kwamen te zitten, er was in het hele kantoor geen o te bekennen, ook andere letters ontbraken. Voor de grap vertaalde Poljotkin De hand die in mens veranderde in De hond die hond werd, gebruik makend van de letters die ze hadden. Enkele maanden later, tijdens de belegering van Odessa, ging zijn oeuvre verloren en bleef er alleen dit ene gedicht.

zaterdag 25 oktober

Gretig als muizen knabbelen Younes en Gilles op paprika chips. Anes is met papa winkelen, zegt Younes. Ze gaan in Charleroi wonen, zei Gilles. Hij heeft geen idee waar dat is. 'Is het ver?' vraagt hij, zich half bewust van het feit dat het ver is. Tweehonderd kilometer, zeg ik. Dat is ver. Ja, het is ver.
Te ver om na schooltijd even in crox langs te komen. Voor de diepgelovige ouders van Younes en Anes is croxhapox een plek met hoog besmettingspotentieel. Stel je voor dat Younes en Anes ontdekken dat Allah een grapjesmaker is. Kijken in de toverhoed en de toverhoed is leeg en na verloop van tijd begrijpen wat dat betekent.
Voor Gilles en Younes is het GM project een prachtige attractie. Wat ze leuk vinden, het werk met de gekleurde houtblokjes vinden ze leuk. Ze willen weten wie het gemaakt heeft. Wat ze ook heel erg leuk vinden: die blauwe lichtjes in de videoruimte en die brieven aan de muur. Ja, brieven, zeg ik, heeft Grégory naar croxhapox gestuurd. Croxhapox, grot van Ali Baba. Ze zien een C, een H, een E, een F. Als het even meezit krijgen ze een glaasje sinaasappelsap aangeboden.
Sjoerd springt binnen en een jonge vrouw betreedt de grote zaal, Veridiana Zurita. Ze doet een Masters in Enschede, is in Gent voor het 'Virgula'-project van Luanda.
We hebben een vernissage, de tweede unit van BRAINBOX2. De jongens van ZILKE - die in crox hun eerste single brengen - stellen op in de grote zaal. Het bezoekersaantal - het gaat om een veelvoud van de lui die de Brusselse Biënnale deden - valt tegen. Ja die Brusselse Biënnale, dat is me ook wat. Maken ze zich dik dat ze voor de sector geen geld zouden hebben en smijten ze met geld voor een project dat niets maar dan ook werkelijk helemaal niets voorstelt.

zondag 26 oktober 2008

vrijdag 24 oktober

'Today we had chicken and rice for lunch.' (Witold Gombrowicz; Cosmos, last phrase)

1. De genodigden staan her en der, ze praten, maken grapjes, drinken muskaatwijn, ze staan in de keuken, ze staan in de doorgang, ze staan in het salon, over het eerste voorgerecht wordt met lovende bewoordingen gesproken terwijl ze voorlopig alleen weet hebben van de ingrediënten en dat met die ingrediënten getoverd zal worden: kappertjes, tot kwartjes verhaspelde stukjes kerstomaat, olijven, octopus.
De muskaatwijn, een Rivesalter, werd op smaak gebracht met vers citroensap. Boris hamert op een xylofoon, whack pok boem. De muskaatwijn is voorbeeldig. Met Johan en Heleen komt het gesprek op gladde Vlad en die Roma familie in het blauwe huis. Ze terroriseren de buurt.
2. De geschenken belanden op het aanrecht: Suite d'un Goût Etranger van Marain Marais en musique maronite, voorts een catalogus met een overzicht van het werk van Mark Manders en een tekening met de merkwaardige en bijzondere titel 'een werk voor Johan De Wilde'.
3. Boris is in zijn element. Elementair: hij rent door de kamer.
4. De feesttafel. Een chianti classico 2004 van Castell'in Villa en voorgerecht 2. Na het varkensgehakt, op smaak gebracht met wilde bospaddestoelen, komt het gerecht met octopus, tonijn, schijfjes pasta, lookschilfers en kappertjes op tafel. Boris is in topvorm, hij bouwt een replica van 9/11. De muziek is van Esbjörn Svensson, de verdronken pianist. Stefaan bestudeert het flesje balsamico blanco.
5. Een nieuw element: de pompoensoep. Is geen pompoensoep natuurlijk want gesmolten goud op smaak gebracht met een snippertje colibri, vlinderkeutels en een norse scheut wolkazijn. Het gesprek komt op UBUsound.
6. Het hoofdgerecht is een coq au vin.
'Is lam of is kip?' vraagt een van de genodigden. Op het dwaze grapje wordt met mondjesmaat gereageerd. We hebben het te druk met genieten van het op grootmeesterlijke wijze op smaak gebrachte hoendervlees.
7. Het gesprek komt op idiotie en de talrijke varianten. In de categorie sociale dementie staat de suvkop op 1. Staat ook op 1 in andere categorieën: debiel, onnozelaar, klootzak, uitschot. Wordt in de categorie klootzak alleen door Jan en Wim en Barbara voorafgegaan, ex aequo. (in deze categorie is Pijpers het schatje, wat ze aan mouth-dripping te danken zou hebben)
8. Johan De Wit zingt.
9. (het werk aan Morrens)

We zakken weg in het drijfzand van de anekdotiek. Iemand zegt dat iemand zei: ze zijn het huis aan het kaften.
Iemand zegt dat iemand zei: 'Make mister Toni.' En welk merk zijn kostuum is. En welk merk het kunstwerk.
Een kettingzaag.
Iemand heeft het over hoe je een gletsjer beklimmen moet, aan de binnenzijde.
Met Yves komt het gesprek op veelbelovend.
Veelbelovend, zegt iemand, dat is voor de markt.

woensdag 22 oktober 2008

woensdag 22 oktober

Wat werd meegedeeld alsof het een bagatel betrof: rond halfacht ging Christophe aan de slag, Marina Yee rond een uur of negen.

15u. In de croxruimte belanden Ian Nagoski, hoogleraar in de vinylologie, twee valiezen en een karretje. (de valiezen bevinden zich op het karretje)

16u. Telefoneert Steve Marreyt van KRAAK me. Zegt ie dat ze voor de poort staan. Zegt ie dat de croxpoort dicht is. Ja, wat hattie gedacht, met al die neten in de buurt.

Op het woonerf, vlakbij de croxpoort, staan vier mensen in het zonlicht van een herfst waarvan Marina zei dat ze het prachtig vond.
We wandelden naar de brug en over de brug naar een bloemisterij. The fabulous Paul Metzger staat om een of andere reden voorovergebogen, of wekt die indruk. Uit Minneapolis, verneem ik later. Hij is in het gezelschap van een vriendelijke dame en de jongens van KRAAK. Was de naam van Tommy vergeten.
Ik open de poort, aanschouw het vertrouwde tafereel, Steve komt mee binnen. Concertje in de grote zaal kunnen we vergeten, de in situ werken van Nicolas Durand laten weinig speling toe.
In wat tot eergisteren de witte ruimte was, zorgt de roze wand voor een aparte sfeer. Enkele simpele ingrepen volstaan om van de ruimte een concertzaal te maken, we duwen de stelling tegen de schuifdeur aan, verplaatsen de sokkel, verwijderen wat dingen die anders toch maar in de weg zouden staan.

Elaine

reading page 48 of 'The Place of Dead Roads' by William Burroughs.
Eigenlijk was ze Proust aan het lezen maar dat boek vergat ze in een of ander hotel. In Brussel vond ze een boekenwinkel waar ze meer boeken van Burroughs hadden dan in alle boekenwinkels van Minneapolis samen. Een andere passie is Beckett. Rare meneer, die Beckett. Ik vertel over de actie van Alberts en Messchendorp, kan me de titel van het stuk niet herinneren, wat er niet toe doet, Elaine herinnert het zich evenmin. Dat iemand op een bed ligt en zich probeert voor te stellen wat er zou kunnen gebeuren als hij een vinger beweegt. Het typeert het oeuvre van Beckett, zegt ze.

Ik bel bestuurslid Coene, of hij plannen heeft vanavond. De buurtkinderen vallen binnen, Gilles en de Marokkaanse jongens, Paul Metzger is met de soundcheck bezig. Ze gaan voorin zitten. Paul vindt het heerlijk, hij glundert, roffelt, het jonge publiek is extatisch.
'I think that sounds pretty good,' merkt Paul op. Hij jaagt de vingers over de banjo, een keiharde roffel explodeert in de ruimte. Metzger virtuoos. De Marokkaanse jongens, en later ook Gilles, proberen de banjo. Een 23 string banjo. 'Paul is the master of the 23 string banjo,' Elaine zegt het met de vanzelfsprekendheid van iemand die iets zegt dat zonder twijfel is en de kids zijn helemaal weg van de banjo.
Steve springt binnen. Ignatz is met de soundcheck bezig, Paul en Gilles zijn aan de praat. Ik stap door de corridor, betreedt het woonerf.

Vladimir zit voor de deur van het huis waar de Marokkaanse kinderen wonen. Ik trek de poort dicht. Gilles is op het woonerf met de ketting van z'n fiets bezig, Vlad zegt dat hij een kijkje wil nemen. Nee, zeg ik, de poort is dicht, ze repeteren. En Vlad, slim, wat ik van plan ben, vraagt hij. Ik ga naar huis, zeg ik. Vlad blijft voor de croxpoort staan.
Ik fiets tot de halverwege de straat, maak rechtsomkeert. Gilles is met z'n fiets bezig, de croxpoort staat op een kier. Ik stap naar de cafetaria.
Gek. Een half ogenblik eerder was er licht in de cafetaria. Paul, Elaine, Steve en Tommy zijn met de soundcheck bezig, in de witte ruimte. Ze hebben geen tijd gehad en hadden ook geen reden om het licht in de cafetaria te doven. Elaine leest Burroughs en Paul, Steve en Tommy hebben het te druk met andere dingen. Ik betreed de cafetaria en steek het licht aan, Vladimir staat achter het barmeubel, vlakbij de plek waar we de doos met geld hebben. In het duister, in dat iets te duidelijke spoor van duisternis, heeft hij op een diefje net niet de tijd gehad om het geld te vinden.
Het voorval is niet zonder consequenties. Vlad - nog niet helemaal bekomen van de onaangename verrassing - vliegt de deur uit.
Ik stap naar de witte ruimte, driekwart wit, 1 kwart roze, en leg uit dat de poort op slot gaat. 't Is maar dat ze 't weten.

19u. Niemand. In de toiletruimte is licht. Iemand heeft de unit2 monitor tussen de PA geplaatst. Op het beeldscherm is de maandagperformance van Stijn en Christophe te volgen. Ik ruim het barmeubel en reinig het keukentje, vul de voorraad aan.

20u. De lezing van Ian Nagoski duurt zo lang dat Metzger pas rond halftien aan z'n concert beginnen kan. Er is aardig veel volk. Marc, die van een boekvoorstelling komt, neemt wat tijd om een filmpje te maken.
Aan de bar hangt een ruig en op wat voortanden na tandloze pionier van het overbehaarde sixties-tijdperk. Hij is straalbezopen, een lieverdje met stekels en donshaar. En een zwarte teeshirt met THE VIOLENT YEARS in witte lettertekens. 'Zoek het op,' lalt hij, 'we hebben een website, zoek het op.'
Ja, ik zoek het op, zeg ik.
Heeft met Nico geslapen, zegt hij.
Met Nico?
Dat zal niet in het Park Hotel geweest zijn.
Trouwens, met Nico, iedereen sliep met Nico.
-Met Nico, gij?
Ik heb met The Stones gespeeld.
Gij?
'Op gitaar.'
We lachen.
'De waarheid, daar ge moet ge veel fantasie voor hebben,' zeg ik.
'Mijn fantasie,' zegt hij, een weerzinwekkende bekentenis, 'is de waarheid.' Ik bekijk z'n koolzwarte blik, het slordige kingewas, de rottende tanden, verneem dat hij in de Van Morrison band gespeeld heeft. Wat een sukkel. Straks wordt het intiemer en verneem ik dat hij nog met het paard van de Queen gepoept heeft.
'K'en nog met Brian Eno gespeeld.' Hij bekijkt me met een vunzige blik, straalbezopen. 'Brian Eno,' herhaalt hij afwezig, alsof hij op voorhand door had dat dit argument geen betekenis zou hebben. Een moment later begint hij over Fingerspitzengefühl en dat Django Reinhardt maar twee vingers had.
Er komt nog iemand aan de toog hangen, zat als een kanon, de frontman van Joebox John and The Records. De drummer van zijn bandje kwam later bij Admiral Freebee terecht. Hé, Yves, en gij nu.
'Ik heb nog met Neil Young gespeeld,' balkt Yves.
Ik begin het op m'n zenuwen te krijgen. Het concert duurt te lang, het is halfelf en ze zijn nog bezig.

zondag 19 oktober 2008

zondag 19 oktober

Tim

1. braakliggend terrein, kreupelhout, boomstam,
bladeren, 2. Kadmium Gelb (het felle in zonlicht gesatureerde geel van pompoenbloemen)
grassen,
struikjes, rode bloemen, dode bloemen, gras, 3. pellicule
4. twee jongens stoeien in hooiland, aan de rand van het bos is een bungalow,
een caravan,
rommel, leegstand, met een spuitbus spoot iemand HOLIDAY CLUB op de achterkant van de caravan, er is een stoeltje, grassen, zonlicht, 5. het zonlicht,
6. struiken, hooiland,
7. iemand klimt op de caravan en springt een ogenblik later over een rood tafeltje, 8. het hooiland,
9. een asfaltweg en een weide,
volk, veel volk, 10. ze kijken naar de lens en zwaaien, een meisje in een oranje jurk en haar vriendje,
11. kinderen, 12. het zonlicht,
6. struiken, hooiland,
13. TREES CAMPERS CLOWNS POSING - ADDICTION HANGING OUT - WHAT I WONT DONT WE, gazon, een villawijk, en 14. een hert en
Mouse Donald
15. struikgewas, een tuin, takhout, een boomstronk
1. braakliggend terrein,

Met Steven Baelen komt het gesprek op Ponte Nomentano, een werk van Corot, begin negentiende eeuw. Een meesterwerk en het favoriete werk tout court van Steven Baelen en schrijver dezes.

zaterdag 18 oktober

Bezoekers. Sympathieke bezoekers. Bezoekers die we al eens eerder gehad hebben, bezoekers die hier voor het eerst komen. Bezoekers die het weten, andere die het niet weten. Pijnlijk strompelende bezoekers, bezoekers die voorover vallen, sommigen rollen of hebben zichzelf na de valpartij onder controle door zich op kruipende manier voort te bewegen, anderen gedragen zich als dieren, veranderen in kermisattracties. Ook zijn er bezoekers die zich pijnigen door tegen dingen aan te botsen. Ze stappen, kruipen, liggen, zitten, staan, staan in bewondering naar een van de werken van Grunewald te kijken, zitten op een barkruk, uitgeteld in een hiernamaals van verbazing kruipen ze om elkaar heen, he, buitengewoon, wat een uitzinnige beleefdheid. 'Komaan, vooruit, maak dat je wegkomt, schoften,' roep ik.
In de mediaruimte zijn Tim en Grégory bezig. Tim is met een foto bezig, Grégory glundert, meandert. Le gamin et ces métaphores. Guillaume en Clara betreden de hall, ze lachen, maken grapjes, er is een vrolijke sfeer. Guillaume zit in de videoruimte. Pieter met nog een werk. In de videoruimte stellen ze vast dat het blauw het niet doet. Wat er gebeurd is? Weten we niet. Guillaume vraagt of we een instrument hebben om het voltage te meten. Een instrument om het voltage te meten? Nee, dat hebben we niet. Ze zoeken een winkel. Guillaume heeft ook een laspost van doen. Hebben we evenmin.
In de witte ruimte staan bezoekers. Ik breng de kaartenstandaard op orde.

donderdag 16 oktober 2008

donderdag 16 oktober

Nicolas Durand is aan de laag citroengeel begonnen. In het belendende compartiment is Brusselaar Philippe Cardoen met een muurschildering bezig. Ecriture automatique, Michaux. Frips doet permanentie.
De kubus gaf zich gewonnen. Tim, Nicolas en Philippe, vader van Gaetan, sleurden de tweeduizend kilo wegende kolos naar de grote zaal. Ging niet van een leien dakje. Philippe zei dat die commune in Sint-Martens-Latem er nog wel is, maar het huis waar het restaurant was en later een biowinkel - en waar Koen De Cauter en de gitanos speelden - is verdwenen. In de biobakkerij van Lima is nu een fotostudio, ze doen er reportages voor Brantano, Ganda Ham en andere merken. Het huis van de Gevaerts is er nog, verborgen in het landgoed.
De kubus deden ze met z'n drieën. Het was vreselijk. Ze kregen het ding amper verplaatst en toen ze het ter plaatse hadden, in het achterste deel van de grote zaal, lukte het eerst niet om de krik er onderuit te krijgen.

woensdag 15 oktober 2008

woensdag 15 oktober

Samir: 'Ik heb de sleutel aan die Franse kerel gegeven.' Die Franse kerel, dat is Durand, Nicolas Durand. Grégory en zes, zeven kompanen van het GM-collectief waren in crox, Nicolas Durand was er één van, het was een zaterdag. Daarna was het vooral Guillaume die aan de telefoon hing. Grégory leek het nogal druk te hebben met wisselende bezigheden, we zagen elkaar niet zo vaak, af en toe was er een mailtje, soms telefoneerde hij me.
Nicolas is in de grote zaal bezig. De betonkubus staat op het woonerf. Jan, het lief van Susan, de buren van huisnummer 52, zei dat hij stond toe te kijken toen de kubus gegoten werd. Er was een mailtje van Tuur en eentje van Jelle. En er is een onkostennota, een gage van 50 euro per voor de performers die gestalte gaven aan het project van Inge Nederkoorn.
Inge en Fanny bekijken het werk van Manor Grunewald. Pieter heeft 5 affiches afgewerkt. Jarne en Gilles springen binnen. Ik leg hen uit dat kijken mag, aanraken niet. Ze vragen honderduit. Waar die keien voor dienen (dat ze geverfd zullen worden) en het kleurrijke werkje op de sokkel is mooi, zeggen ze. Het is een werk van Pieter Bauters. Tim springt binnen.

dinsdag 14 oktober 2008

dinsdag 14 oktober

De kubus wordt donderdag. In crox is Nicolas Durand bezig. Hij sliep in de kubus. Je lui demande: 'Il y avait des moustiques?' En Nicolas, met bijna godsvruchtige verbazing: 'Ah, mais non, pas de moustiques.'
Er is een enveloppe van Grégory, de vijfde. Ik neem de trap naar het kantoortje en vraag Nicolas of hij die brieven van Grégory al gezien heeft. En Nicolas, verbaasd, alsof ik zijn verbazing op de proef stel: 'Ah, mais non...' Het zijn handgeschreven brieven, leg ik uit, en elke bladzijde is een letter. Ik open een van de enveloppes. Nicolas sliep in de kubus, hij zegt het alsof het er eigenlijk niet toe doet, een mens slaapt zoals het uitkomt. In een Frans stadje, vertelt iemand, sliep iemand in het urinoir van een openlucht zwembad, had net voldoende geld om vanuit Parijs de trein naar Brussel te nemen. Het zijn dingen die gebeuren. Er gebeurt zoveel.
Natalie telefoneert me en er is telefoon van Susan. Honoré wil weten of het werk van Cathérine nog te bezichtigen is.
Het is een prachtige dag, meer zomer dan herfst. Aan de sluis is het water in een woelige beweging.
De kubus op het woonerf is ontmanteld. Nicolas heeft de bekisting verwijderd. Kinderstemmen overrompelen de buurt. Jarne en het jongere broertje zitten voor een huisdeur. Nicolas legt uit dat de kubus eerst oranje geschilderd - morgen, overmorgen misschien, eerst moet het ding drogen - en dan met professioneel materieel tot gruzementen herleid zal worden. Is niet het eindpunt van het traject. De gruzementen worden door een dipsaus van fel oranje gehaald en hierna opnieuw gedecimeerd.
In de grote zaal is een berglandschap van zwarte keitjes. De keitjes zijn vochtig, wat de zwarte kleur verklaart. Hoeveel kruiwagens - twintig? Als de massa uitgedroogd is, zal Nicolas er een 'quadrillage' over aanbrengen, een ruitpatroon in fluoverf.

Een kruiwagen, spuitbussen, houtblokjes, een schop. Het GM-project overrompelt de grote zaal. In de verste van beide ruimtes kwam een schilderij van Grunewald terecht, Manor Grunewald. Een groot schilderij. Manor heeft het nog niet uitgepakt.
Tim heeft de houten tussenwand aangepakt met primer en witte verf. De muraille met ecoline van Oliver Schulze is verdwenen. Op de vloer kwam een met mousse vervaardigd object terecht, in een van de hoeken van de andere ruimte een Samsung monitor. De set met gekleurde stukjes hout is van Pieter Bauters: roze kubusjes, grijsbruine kubusjes, grasgroene en ronde schijfjes, een plak rood en transparant plastiek, stokjes, een gele plank, oranje, een andere plank is karmijnrood geverfd. Het meest opvallende element is een groen geschilderde veelhoek met drie cirkelronde gaten en stukjes hout die als stekels uit de plank steken.
Ik bel bij Susan aan, ze is niet thuis.
Op de trap naar het kantoortje kwam een spar terecht. Van Marina. In de hall leunt een bos roze en gele gladiolen tegen de internetconnectie. Unit 2 heeft plannetjes.

18u30. In de grote zaal is Pieter Bauters aan het werk. Hij werkt aan een sokkel. Nicolas is er niet. Ik bel aan bij huisnummer 52. Jan opent de deur, blootsvoets. Als hij even meekomt, toon ik waar de meditatie-avond kan.
Astrid liet weten dat ze naar de algemene ledenvergadering komt, Guido en Rob dat ze geen tijd hebben. Voor Guido zou langsgaan in Evergem bij Parys Printing alleen donderdagvoormiddag kunnen. Is gebombardeerd tot hoofd redactie dus drukke tijden. Hij is net terug uit Mexico waar hij een ontmoeting had met Francis Alÿs. Dat is voor 'De Goudvis', een canvas-programma dat in 2009 op antenne gaat.

19u. In Het Houden Hoofd hebben ze vandaag een visrolletje als dagschotel, een visrolletje met tapenade, kappertjes, waterkers en een risotto. In DM als gebruikelijk geen moer actuele kunst. Ze hebben het niet eens over Fabre terwijl die meneer intussen quasi permanent tot de redactiesfeer behoort. Er zijn geen nieuwe werken van Da Vinci en Van Gogh geveild, aan monsterscores, voor minder gaan ze niet, en over de museale projecten met rotte vis en kouwe kak hadden ze het al gehad, daar hoeven ze niet op terug te komen. Toch weten ze best waarover ze het hebben, ze houden de beurscrash en Haider uit elkaar, hebben het over populaire muziek, theater, voetbal.
Gaaf: elke politieker een Porsche. Geef de politieke klasse wat die politieke klasse toekomt.