woensdag 27 februari 2008

woensdag 27 februari

In Keulen zijn Kati en Oliver met het inpakken en laden van de schilderijen bezig. Lucia heeft de website op orde gebracht en er is een mailtje van Joris. Er zijn nog mailtjes maar daar heb ik voorlopig geen tijd voor. Ik rij naar LUXauto, de Gentse hoofdzetel van dit huurtransportbedrijf is aan de Nieuwe Vaart. Het atelier van Rik Soenen is aan de overkant, in de Gasmeterlaan. We nemen het recente werk door en bergen een fractie hiervan in de laadruimte van het autootje. Het is een prachtige lentedag. Op het woonerf is niemand. Marc Coene is de stockruimte aan het uitmesten. Iemand zou allerlei gerief in de afvalcontainer gedumpt hebben, had hij gezegd. Ik open het deksel van de container, Rik stapt door naar de ruimte achterin. In de laadruimte van de container een massa brol die er niet thuishoort, 2 gigantische boxen, een wereldbol met kale bovenkant, een koffiezetapparaatje en een PC. Ik til het sluikstort uit de container en plaats de spullen op het woonerf vlakbij de straatkant, Rik steekt een handje toe. We ontmantelen de stelling, die zich in de zaal achterin bevindt, en bouwen het ding opnieuw op, het gaat vlug, dit keer in de ruimte waar MONITOR getoond werd. Er is post van HDP en ook iets van de Wetterse Tekenakademie.
Aan de Ekkergemstraat ga ik bij de flikken langs. Ik heb volgnummer 26. In het Algemeen Politiecentrum is er de gebruikelijke bedrijvigheid, iemand komt met een aangifte van diefstal van fietsen (het gaat om twee gele stadsfietsen) en nog iemand met de aangifte van een gestolen boekentas. Op de ruiten staat het logo van de politiedienst. Buiten is er het spektakel van wolken die in een helderblauwe lucht over het stadscentrum drijven.

Marc heeft oud videomateriaal gedigitaliseerd. (twee videocassettes die F een tijd geleden binnenstak) Regine Clauwaert die moeite heeft met het uitspreken van het woord Crox-Ha-Pox in een door Guido De Bruyn geregisseerde bijdrage over 'En Passant'; iemand die piano zat te spelen; tijdens de toebereidselen van het straatproject is F alomtegenwoordig; er zijn gesprekken met bezoekers en kunstenaars waarop een optreden volgt van Johan Joos en Peter Vermeersch. Dan een document van crox 4 (april 1990 - de kunstenaar stak houtblokken binnen en vond geen tijd om er iets mee aan te vangen), een fragment met fanfare op de achtergrond en het Magritte-filmpje van Edwin Carels in een regie van Guido De Bruyn - 'met een bluut waaf', grapt Marc.

Hotel de Lourdes (Oostakker)

Of het lachwekkend is, wil ik buiten beschouwing laten. We zijn bij het containerpark geweest, mochten er geen foto's maken. De persoon die het zei had een grijns om de lippen. We dumpten de flessen en al het andere afval, reden door naar Lourdes, het terrein waar de botten van P. Derudder als publieke attractie te grabbel hangen. Bespottelijk. Het Hotel de Lourdes is uit een andere tijd en geeft een bakstenen muur die tot vlakbij de kerk loopt. Bejaarden sukkelen over het asfalt. Naast een doorgang, wat op een geasfalteerd terrein naast de kerk uitgeeft, is er het opschrift BEDEVAARTEN BISDOM GENT. De grot, vertelt Marc, is een kopie in beton van de grot van Lourdes. Aan de eeuwenoude beuken in het park werden bordjes bevestigd. Stilte aan de grot! A.U.B. STILTE! Het is een probleem met dat eeuwenoude lachen. En moet stilte zonodig op een plek waar ouderlingen met klappertandend gebit naar een duplikaat van het gebeente van een tijdgenoot van Corot en Cézanne staren, materiaal dat je net zo goed in een antropologisch museum had kunnen aantreffen.
In de grot is een walm van kaarsvet en op een van de bankjes buiten zitten drie mensen in bovenmenselijke ernst naar de ingang van de grot te kijken. Toch een treurige aandoening, gelovigheid. Een ziekte zonder genezing, een verminking, de lelijkheid van een hersenloze treurnis. En wat een luchtverontreiniging. De kleine, in beton nagebouwde ruimte gaat gebukt onder een walm van druppend kaarsvet. De zwarte rookwalm heeft zich ook aan de buitenzijde van het bouwsel vastgezet, een perfide stank klit in zwarte stroken over de resten van het stulpje. Marc geeft woordje uitleg.

We rijden naar het woonerf. Kati en Oliver zijn in de grote zaal bezig, ook Rik is van de partij. In de grote zaal staan schilderijen die bijna tot het plafond reiken.

Geen opmerkingen: