maandag 7 april 2008

maandag 7 april

Eerst de voorband, dan de achterband. Want de voorband komt eerst. Logisch: de voorband gaat als eerste linksop, de voorband gaat als eerste rechtsop. Dat is logisch.
Fup fup fup fup fup, zegt de fietspomp. Fup fup fup fup fup. Het is geen goeie fietspomp, ik wil een nieuwe. Nieuwe fietspomp A.U.B. Wat later duim aan het rubber. De voorband voelt een stuk beter. Dus dan de achterband. Fup fup fup. Fup fup fup. Fup fup fup. Op straat passeert een klasje. Ik schuif het darmpje in het handvat maar oei, het ontglipt me, valt op de grond. Foei. Foei. Dus ik buk me, raap het darmpje op. Met dit soort voorwerpjes ben je zelden klaar. Stout darmpje. Punaise van dittum dattum. Niet dat er voorlopig enig verband zou bestaan - tenzij als concept misschien - tussen punaise en fietsband. De punaise, zelfverklaard object, is zoek. Viel - maar dat gebeurde een hele tijd geleden al - en rolde - terwijl op een andere plek schuimende golven over het keistrand donderen (interessant voorbeeld) - en op wel zevenmiljoen plekken tegelijk iemand van gedacht veranderde. Exact op dat tijdstip. En hoeveel keer dezelfde gedachte - en telkens opnieuw met de regelmaat van een klok die de ene keer 5 minuten nodig heeft om zich over het beraad van een seconde te ontfermen en andere keer niet eens een seconde om over een verloop van eeuwen te beslissen.
In de Onderstraat zijn Antoine en Marie in gesprek met Claire. Antoine en Marie hadden het idee om een elektrisch aangedreven autootje rondjes te laten rijden maar Claire ziet ingrepen waar elektriciteit aan te pas komt niet zitten. Is zo afgesproken, een hele tijd geleden al.
Kristel belt me, ze zit in Pink Flamingo's, zag ons bezig. Antoine meet de ruiten op terwijl intussen al wel duidelijk is dat er niets anders op zit dan het project uit te stellen. In Pink Flamingo's is niemand - Kristel is ervandoor. In de Onderstraat komt Emilie aanfietsen, ze is op weg naar de Steinerschool in de Kasteelstraat. Met Antoine en Marie spreek ik af aan het rondpunt, ze zitten verveeld met de situatie. Ik zet de fiets op slot en stap in het autootje. We rijden naar het woonerf.

Geen opmerkingen: