zondag 3 mei 2009

zondag 3 mei

Vandaag neem ik een trein eerder - als ik me niet vergis is het er eentje naar Lille - maar 't maakt geen zak uit: de trein naar Brussel en het oponthoud te Gent Sint-Pieters van de trein naar Lille - over Doornik en Tourcoing gaatie als ik me niet vergis - is op exact hetzelfde ogenblik, 12u57. De volgende trein richting Brussel is om 13u24, volgt net als gisteren spoor 50a ten noorden van de gebruikelijke route, door een agrarisch gebied waar de koe zo goed als uitgestorven is - wel zijn er paarden, schapen en wegenwerken - en heeft ook dit keer een vertraging van vijftien minuten. In de trein zit een meisje met een zwart konijn. Ze neemt het konijn op de schoot. Het dier - met een witte vlek op de trillende neusvleugels - blijft gehoorzaam zitten.
Vandaag hetzelfde landschap maar in omgekeerde volgorde: andersom. (de forenzen die hier elke dag voorbijtuinen kennen elk hoekje van het landschap. De weiden en akkers en de tuintjes ogen betrekkelijk nieuw, fris, het is lente, en fris want voor mij is het pas de derde keer: de wegenwerken zijn geen centimeter opgeschoten, aan een watering staat de truck die er gisteren ook stond en overal in het landschap zijn vogels druk met dingen bezig)

hetzelfde landschap

Andersom: ik heb mijn rug naar Brussel, kijk richting kust. De dingen schuiven er in zonder dat ik het aan zie komen, alles is plots. Plots is er een wegje, een bosje, een wei met paarden. Paarden zijn elegante dieren, net zo elegant als het tropische jachtluipaard en minder kwistig dan de vlinder. (Iemand telefoneert me. Ik annuleer de verbinding: kop dicht. In The Flying Scotsman hebben ze een apart coupé, nummer twee, een coupé voorin, voor de neuroten die niet zonder telefoonverbinding kunnen. De neuroten die wel zonder telefoonverbinding kunnen, staren zich blind op het landschap.)
De trein naar Eupen gebruikt hetzelfde trage spoor als gisteren, spoor 50a. Gisteren, vandaag: het landschap is identiek met dat verschil dat ik het dit keer pas zie als het voorbijsnelt, dan wordt het geleidelijk aan trager tot het zo goed als stilstaat, wat later is het weg wat ik niet zie omdat er de hele tijd door nieuw landschap is: een vijftig kilometer lange puzzel van stukjes landschap. Geen stem met uitleg bij het traject. Ik weet dat ik straks in Brussel beland, dat tot vervelens toe herhalen - in beide landstalen - is volstrekt overbodig. Ik reis, kijk naar het kruipende landschap, wil met rust gelaten worden. Met de domkoppen die niet weten dat ze op een trein richting Brussel-Eupen zitten, hoef je geen rekening te houden, vind ik. Als je op socio-cultureel vlak ook met dit soort domheid rekening te houden hebt, is het eind zoek. Op theoretisch niveau heb je trouwens zelfde domheid: stopplaatsen waar niemand uitstapt. Omdat alles waar is - en om zelfde reden niets - hebben ze 1 waarheid bedacht: iedereen moet er uit in Brussel. Dat gebeurt niet. In de kelder van het landschap stappen alleen die personen uit die in die kelder wat te zoeken hebben. Wat waar is, en om zelfde reden niet, rijdt door richting Eupen.

Hetzelfde landschap maar zonder koeien. De koeien staan een eindje verderop. En die kauw was er niet.
Met je rug naar dingen.


Op het derde bij 2ndroom is koffie. Voor zichzelf giet Christophe er een geut wkishy bij. Van Luc heeft hij niet meer gehoord. Het is een kalme dag. Ik plaats de deur van de zwarte kamer van Steffie op een kier. Op het gelijkvloers zit Svend naar een film te kijken.

Geen opmerkingen: