maandag 14 september 2009

maandag 14 september

'Ik zou zeggen, laat het je smaken, meneer,' zegt het sympathieke meisje, 'mijn collega's nemen over! - en tot de volgende keer,' zegt ze. Haar collega's nemen over. Eerst een brunette. De brunette serveert de dagsoep, onder andere. Vandaag is 't kippensoep. Dan een jonge ober die blijkbaar pas in dienst genomen werd en een waslijst aanwijzingen en correcties voorgeschoteld krijgt. De dagschotel is stoemp met braadworst. De groene aardappelpuree heeft een zurige smaak, misschien is 't geen aardappelpuree maar zuurkool op smaak gebracht met diksap van aardappelschillen, en de braadworst had net zo goed een in de magnetron opgewarmde dildo kunnen zijn. Ik eet traag, besluit niet te laten merken hoe weerzinwekkend het braaksel is, hoewel ik er van uitga dat het sympathieke meisje en haar sympathieke collega's dat net zo goed weten en zich zorgen maken over de lijdzaamheid waarmee ik voor het bord blijf zitten terwijl ik alles, werkelijk tot en met de laatste hap, naar binnen werk en intussen bepaalde onderdelen van het spijsverteringsstelsel ook al tot actie overgingen, zich over de brij buigen, uitzoeken of het verteerbaar is.
'k Had Nancy aan de lijn, het hoofd en eigenlijk ook de benen van de boekhoudkundige dienst. Romazigeuners belagen het terras, graaien allerlei kleinigheden mee, zelfs de menukaart hoewel het joch zich uiteindelijk bezint en het ding achteloos op tafel gooit. Een ogenblik later waait de kaart van tafel af. Een kudde bejaarde dames jakkert over het voetpad. Cinquante Sept hing aan de telefoon, altijd leuk om haar stem te horen, met het minder leuke nieuws dat we een openstaande factuur hebben. Aan een tafel ter linkerzijde zit een grijsaard met ringbaard, snorloze beharing die van het vleespuin een prehistorische barbarie maakt. Wind. Er is wind. Hoog waait een donsveertje boven het kruispunt waar van tijd tot een tijd een tram langskomt en de mededeling 'Ga voor je toekomst bij Colruyt!' Dat uitroepteken. Bovendien kun je niet voor een verleden bij Colruyt gaan, tenzij als diepvrieskip. Maar goed, waar was ik. Die ringbaard. Het ding bederft m'n eetlust. Er rest een eind braadworst - de schotel hoort nog afgewerkt te worden, besef ik - en over de consistentie en werkelijke identiteit van de bruine drab die als een sloot om de stoemp baaiert, wil ik het niet hebben, met die ringbaard vlakbij is 't intussen niet langer een onoverkomelijk probleem om ook dat naar binnen te werken. Forenzen en fietsers zorgen voor de nodige afwisseling. Auto's, twee exemplaren van lijn 1, een bus, iPodoortjes, zwangere reistassen en boven de spoorlijn, waardoor ook het uitspansel dichtbij lijkt, een grijze wolkenbrij. Aan de buitenzijde van het terras gaan de stoelen op slot. Hierdoor, misschien omdat het bord verplaatst werd, krijg ik een mededeling in het vizier, dat ze elke vrijdag & zaterdagavond scampi's hebben en nog wel à volonté. Once in a lifetime van Talking Heads schalt door de speakers. Een drankorgel baggert over het voetpad en aan de overzijde van het plein met spaarzame stapjes een dame, spaarzaam en met de wankele teerheid van het ongemak, alsof ze in haar broek heeft gekakt.

Geen opmerkingen: