vrijdag 4 december 2009

vrijdag 4 december

'Amanda Lear,' Eric shouts. (schaterlach) Opeens herinnert hij zich waar we 't bijna een uur eerder over hadden.
'YES.'
Eric is a tall German. He and Maja are in the dining room, het gesprek kwam op Samantha Fox, the big bikini.
'And she's twittering of course,' Eric adds.

Eric Pries en Maja Wirkus wonen in Gent, tijdelijk. Maja studeert aan Sint-Lucas, wat Eric doet is minder duidelijk.
No facebook, no television. But a Google addict, yes.

Twitter, it's the word of the year, merkt Ann op. Vandaag en morgen houdt ze de keet open.

Of ze in Berlijn wonen, vroeg ik. Ze hebben de eerste avond van de Gentse Kunstweek meegemaakt en waren vooral onder de indruk van de peperdure apparatuur.
Nee, Kassel, niet in Berlijn, ze wonen in Kassel. Dus onvermijdelijk een opmerking over Documenta. En Juliane Heise kennen ze niet. Heise zou intussen natuurlijk in Berlijn kunnen wonen. Vorfeld had iets in die zin gesuggereerd. Tenzij ze uit elkaar zijn en alleen hij in Berlijn ging wonen. Ook dat zou kunnen.
Zolang je geen idee hebt hoe het zit, is alles mogelijk. Niet weten waarover je 't hebt en alles tuimelt in een spraakwaterval zonder de minste indicatie of de hele reutemeteut van begin tot eind verzonnen is of niet.
En zo komt een mens alsnog tot kennis.

Ik doe Video-Installationen, geeft Eric tenslotte toe, alsof hij er weinig voor voelt om daar dieper op in te gaan.

Sophie Calle and her private eye project. Wel, hij is er in het geheel niet van overtuigd of dat allemaal net zo origineel is als velen denken. Hij herinnert zich een Duitse kunstenaar, jaren zeventig of tachtig, die zich door een private eye liet volgen en een tweede private eye inhuurde die de eerste schaduwde en daar van tijd tot tijd rapport over uitbracht. De kunstenaar die hij bedoelt - net als eerder met Amanda Lear kan Eric zich niet meteen herinneren hoe 't ie heet al ligt het op het puntje van z'n tong - hield zich onder andere ook met concrete poetry bezig. Letterlijk, hij goot gedichten in beton.

Marc springt binnen op de voet gevolgd door Evelyne en Michiel Ceulers.


We zakken af naar 't Gouden Hoofd. Ann heeft zin in een spaghetti bolognaise, Michiel en schrijver dezes bestellen de pinguïn, pinguïn in 't groen met gearomatiseerde couscous. Het gesprek komt op muziek, terwijl ik De Morgen doorneem en ook vandaag weer proefondervindelijk tot de vaststelling kom dat de journalistiek in een diepe crisis zit. Volgens Christine Ockrent gaat het om meer dan één crisis.
'Kunst,' ontdekt Ann, die een of andere bijlage doorneemt, 'is nu ook voor gehandicapten,' waarop ze te horen krijgt, vlugger dan tellen tot 3, dat kunst al decennialang voor 80% in handen van gehandicapten is. Dat of minder begaafd of arm van geest, what's in a word.

Naar wat voor muziek luister je, Michiel?
Waar hij van houdt, waar hij naar luistert ook als hij aan het schilderen is: Gainsbourg, Edith Piaf, The White Stripes, The Dead Weather. Dat is, legt hij uit aan al wie niet met het turbulente talent van brother Stripe vertrouwd zou zijn, een kooksel van Jack White en de zangeres van The Kills.
Heb je plannen, Michiel? Straks ben ik in New York, drie weken zegt hij, daarna wordt het Amsterdam.
Nog meer muziek, die Balkan beat dingen, Steve Reich, Prince, Johnny Cash, Woodstock.
Woodstock, zeggen we met een sinds lang vergeten gevoel van opluchting, met dat sinds prehistorische aanvang gekoesterde genot van onwetendheid, acht poten, de kinderlijke verbazing, een spin.
Woodstock staat voor Joplin en Hendrix.
Janis? Ik tuimel omver. Ann lacht. Michiel, onverstoorbaar, legt uit dat hij tijdens het schilderen naar Janis luistert en op Janis danst. Met is verleden tijd. Voor die behaagzieke hersenen is er alleen verleden tijd.
'Nog?' vraag ik. Ik had het niet te vragen. Er is nog. Anthony & The Johnsons, Amy Winehouse.

Geen opmerkingen: