zondag 31 januari 2010

zondag 31 januari

Een stoplicht neemt gemiddeld twee minuten, een koffie vijf minuten.
Openen van het cijferslot tien seconden, à peu près. Tot helemaal achterin de corridor stappen twaalf.
Eerst een slok koffie. Suiker?
Melk.
Het lepeltje. Hoeveel lepeltjes hebben we? Dit uitzoeken neemt in het slechtste geval vijf minuten.
Maak er drie van. Du café en noir.
Pas tarder. Céline le dit en buvant son café.
De lippen afvegen met een papieren zakdoekje.
Twee seconden. Hiertegenover staat het schrijven van zeven korte zinnen: anderhalf uur.

C'est le Grand Maître, lui-même, qui venait d'introduire les connaissances.
Introduire Laura avec une révérence de grammaire morphologique, geste Marivaux: génétiquement masculin et dans le générique une femme.
Sébastien, lui un photographe. Et Céline, une beauté, elle fait de la peinture.
Des connaissances qui en effet ont tous le même atelier dans un bâtiment à Ixelles.
Partager le même truc, la même boîte, le même sens d'identité. Et bon courage.

De blackstraler ronkt. Svend springt binnen met een nieuw schijfje: PERFORMANCE THEATRE N°1 SITE-SPECIFIC. Dat zou vanaf nu donderdag de huidige vertoning moeten vervangen, verneem ik, en dat zal aan Frips uitgelegd moeten worden want Frips is donderdag. René Lacaille raffelt een deuntje.

Een afspraak met Van Grinsven. Op een of andere dag moest dat er van komen.

Er komt een E-bay veiling van tweedehands crox-spullen. Marc heeft al wat foto's gemaakt. Een Sony CDX-GT225C autoradio. De Merkx & Goyvaerts tapebal in 3-kleur - wit, geel, zwart, diameter plusminus 20cm - en een fluo oranje tapebal. De origine van dit prachtige object is onduidelijk. Uitzoeken of het door Yannick Franck of bvb door Antoine Van Impe in crox achtergelaten werd. Vijf door Toon Derycke gemaakte houten frames, jaartal 2005. Een lampje en de rode brainbox unit 6 stempel. Het potlood. Door Marc op 't Vossenplein aangetroffen en daar ter plaatse gefotografeerd. Twee door Yoshimasa gekonterfeite origamis en een stenen ornament, iets uit het atelier van Stief Desmet.

Het begint soms iets van een plechtige verklaring te hebben. Een eedaflegging. En dan toch halverwege de ceremonie zeggen: ik ben en heb nooit je overtuiging gedeeld. Lieverdje. Dat dat ongepast zou zijn. Of als het hebben van een stropdas en het dragen van een snor je uit in aan diggelen uiteenspattende van becijferingen kaalgeplukte tegendeel.
Tegenwoordig benadrukken ze niet alleen de eerste maar ook de tweede syllabe, soms vooral die tweede syllabe. Meneer.
Céline stelt de vraag of het vestimentair is of dieper zit. Een interessante vraag, interessant omdat ze vaak al te vaak onbeantwoord bleef en toch sinds mensenheugenis beantwoord is. Tasten dus hoe diep het zit. Met de blote hand in een diepe schacht, een schacht net wijd genoeg om er met die blote hand in te kunnen. Tasten tot je arm tot aan de oksel in het putje steekt. De eerste verbazing. 't Is precies gelijk wel een diep putje. Dieper reiken de vingers niet. Gedurende ogenblikken weet ik niet meer wat daar in die diepte is. Is 't een bodemloze put of is de bodem op anderhalve centimeter van de vingertoppen?

TIR. Volk. Veel volk.
Mikken.

iemand zegt Op café is iedereen het er over eens dat de laatste 10 jaar van Tuymans abominabel is, zegt iemand, maar niemand durft dat op papier te zetten.

Over de tol van roem. Een kunstenaar, zegt iemand, moet in de schaduw van zijn werk blijven.

De spraakwaterval van het niets te vertellen hebben. Diepzeeduiken in stront.

Een groepje Amerikanen, zegt iemand, had een reis geboekt naar Noorwegen om er de middernachtzon te gaan bekijken. Daar hadden ze in Amerika zoveel reklame over gezien dat ze dat wel eens in het echt wilden zien. Ze vroegen hun geld terug aan de touroperator. Wat ze in Noorwegen te zien kregen, bleek niet te beantwoorden aan wat ze in Amerika op televisie gezien hadden.
We lachen. Amerikanen, zo zot als een achterdeur.

Iemand zegt: het enige wat Jan Fabre rest om zich kunsthistorisch te legitimeren is op de Groenplaats en publique zelfmoord plegen.

In de Gentse rosse buurt, zegt iemand, stikt het van de Turken.
En als ze over het maagdenvlies beginnen: Turkse vrouwen laten zich nog liever in het kontgat neuken.

Veel naar de hoeren gaan, zegt iemand, betekent niet dat ge een goeie minnaar zijt. Neem Simenon. Simenon was gene poeper, naar het schijnt. 't Was op het randje, heb ik mij laten vertellen. Hij was naar het schijnt gefixeerd op klaarkomen.

De briefwisseling van Simenon en Fellini, dat moet ge eens lezen, zegt iemand. 'Waarde vriend Simenon...', 'Grote meester Fellini...'

Actuele kunst, brengt iemand te berde, dat is het verhaal van de nieuwe kleren van de keizer.

Iemand over het probleem met museumdirecteuren: in plaats van de curator uit te hangen zouden ze zich beter bezig houden met de collectie die ze hebben opgebouwd.

In Brooklyn, zegt iemand, hebben ze een 104-jarige overhoop gereden. Hij was nog altijd zo sterk dattie een muntstuk tussen z'n vingers kon plooien.

Waarom, vraagt iemand, waarom schrijvegij dat nu allemol op?

Geen opmerkingen: