zaterdag 27 februari 2010

zaterdag 27 februari

Rond een uur of zeven, ik ben eerst nog bij Melanie langs geweest, belanden we in de Art Cube waar de Haïti-benefiet plaatsvindt. Op de organisatoren en wat crew na is er geen kat. Van een van de organisatoren verneem ik dat de veiling een flop werd, er kwam geen mens op af, van een ander dat het toch redelijk meeviel.
Van TSP hadden ze verwacht, vernemen we, dat die tijdens de veiling zouden spelen. Wat bedoelen ze. Van de een vernemen we dat we op het podium komen, van een ander dat daar geen sprake van is, van weer iemand anders dat hij er wel voor zal zorgen dat het voor mekaar komt. Op dat moment hebben we al geen zin meer.
Later en langs z'n neus weg, alsof het om een grapje gaat, iets wat er in het geheel niet toe doet, heeft een van de organisatoren het over hustling. Collins Cobuild, our English Language Backup, zegt hier het volgende over:
hustle, hustles, hustling, hustled; an informal word. 1 If you hustle someone, you make them move quickly, often by bumping them and pulling or pushing them along. EG Anyone who protested would be hustled out by a couple of cops... He hustled Franny through the door.
2 hustle is a situation or feeling of excitement, activity, or confusion. EG I loved the hustle and the feeling that you were among friends... the hustle and bustle of Marseilles.
hustler A hustler is a person who tries to earn money or gain an advantage from any situation they are in, often by using dishonest or illegal methods; used mainly in informal American English. EG ...a haunt of pimps and bookies and hustlers and dope peddlers.

Rond een uur of negen zitten we gezellig bij Merlyn en Lucia thuis, er is cava, de gastheer zorgt voor een kruidige spaghetti.
Het gesprek komt op Cassavetes. Van Cassavetes hebben we blijkbaar elk een andere film gezien. 'Kunstenaars die naar foto's werken,' grapt Michaël, 'zouden moeten gekruisigd worden.' Citaat. Kunst macht frei.


't Is beter goed kakken dan slecht vrijen, zeggen ze in Murcia.

vrijdag 26 februari 2010

vrijdag 26 februari


Gerhard Sinds 2006 beperkt de setlist van The Singing Painters zich tot een keuze uit een handvol songs. Een dozijn, meer zijn het er niet. Bad Drivin', Each Day Pasolini Died en Embryo Dictaphone zijn er zo goed als altijd bij. Texas Shopping, Kelly Kelly, Ocean. Sinds kort maakt ook Gerhard deel uit van dat selecte clubje. Gerhard is een song die pas eind 2008 tot stand kwam.
Merlyn is het muzikale brein. In een interview op Radio 1 zeg ik op gegeven ogenblik dat The Singing Painters zonder Merlyn niet eens zouden bestaan. Wat niet helemaal klopt. Zonder de gitaar van Michaël en zonder de lyrics en vocals van the central scrutinizer zijn we er evenmin. Vandaag loopt het anders. Terwijl Xenia in de zithoek aan de beeldbuis vastgeroest zit, bijten we ons eerst in Gerhard vast. De song is een verbalisatie van een mailart uit de SHcorr collectie en verhaalt het lot van twee Duitse spionnen, Heinz en Gerhard. Merlyn stuurt het geheel. Na Gerhard volgt Don't Think en na Don't Think een instrumentale set. Het klinkt als een explosie van de Matterhorn. Noise, freaky rhythms, orgasm. Een van de nieuwigheden is van on keyboards.

donderdag 25 februari 2010

donderdag 25 februari

Did I someone hear tell a lie. (Dylan)
Honderdduizend. Een miljoen. Homo pinocchio. Ze staan in de gazet. Het houdt niet op. Noem het kleine leugens, noem het grote waarheid.
Waarom ze iets een kleine leugen noemen, heb ik nooit begrepen. Een leugen is een leugen. In de media hebben ze het graag over dat soort dingen. Als het maar gelogen is. Dat is ook de fun natuurlijk, heel even het gevoel hebben dat de dingen waarover je het hebt een meer dan buitengewone betekenis hebben.

dinsdag 23 februari 2010

dinsdag 23 februari

als Hoe maak ik een factuur? Als volledig niet-zelfstandige heb ik geen flauw benul hoe dat moet. Uit (a), 'geen flauw benul', verhoogd met simpel tot de hoogste factor, volgt poepsimpel (b): niet. Voor twee vakken heb ik een herexamen gehad en wiskunde was daar een van. Aan economie voldeed ik evenmin. Ik herinner me dat ik ook maar 1 enkele keer in de aula waar het vak gegeven werd present gaf, helemaal voorin zat, de medestudenten die slimmer of in elk geval sluwer waren hadden allemaal achterin plaats genomen, en omdat ik van meet af doorhad dat ik er geen halve letter van begreep op een wellicht als bijzonder pretentieus ingeschatte manier de krant begon door te nemen. Die krant was toen nog een krant, ook dat herinner ik me, en geen veredeld rampgebied voor aan monsterfiles verslaafde bruggepensioneerden.
Met (b) was ik makkelijk een heel eind weg geraakt als er, aangezien slechts het meest simpele van alle lexiconografische begrippen zich tot de eerste twee letters van het alfabeticum beperkt, niet ook (c) was geweest. Met (c) bleek het om een dame te gaan, van wie ik naam en functies achterwege laat, die zich met grote toewijding op de zaak begon toe te leggen, of althans het ontbreken van de zaak waar het haar om te doen was.
In het nauw gedreven besloot ik om Van Ryssen in te schakelen. De grote middelen. Van nature slimmer, of in elk geval sluwer, want helemaal achterin terug te vinden als de centrale gast van een grote menigte (d) aan- en, soms, trivialiter, (e) afwezigen die hij zonder daarin ook maar enig onderscheid te maken onderhield met (f) conversatie over de meest uiteenlopende thematologieën.
Mijn net zo eenvoudige als briljante werkwijze (a x (b = 0) = b) was hem ongetwijfeld niet ontgaan. Prompt kieperde hij een voorbeeldje van hoe het wel moest in m'n inbox.

doos
Uit een smalle doos had ze een schoen opgediept, een compacte en glimmende schoen met een hiel die hoog en strak om de ingebeelde enkel sloot. Van die stinkschoenenwinkel, zei ze. En 't had maar 20 euro gekost, zei ze. Goh, zeiden ze, 20 euro, da's geen geld. Ze borg de schoen weer op, opende nog een doos, een doos die twee keer smaller was en een paar slippers bevatte, grijze, voor als 't straks zomer is, zei ze. En die had ze er gratis bij gekregen, zei ze. Daar betaal je tegenwoordig toch gauw 25 euro voor, zei iemand.

koopjes
'We hebben er hier nog wel meer van dezulke,' zei de cassière, die misschien ook de hoofdverantwoordelijke was en dan Mevr. Van Gheluwe heette. Ze stond aan de hoofddesk vlakbij de barrière en vlakbij de draaideur, in een witte kiel, een desk waar je tabak en andere rookwaren kopen kan of een lottoformulier, dat is dan 7 euro meneer, en ook rozen of fresias, kleurrijke boeketten die naast de desk in metalen emmers uitgestald staan. De persoon die 'moet ge die daar eens zien' had gezegd, of iets in die trant, is een charmante brunette, er zeker niet onsmakelijk uitziend als prefab-fermette en dan bijvoorbeeld in een uitvoering met weinstuber-brandglas waarbij ik niet hoef te weten of ze onder de witte kiel een zwarte, een witte of een rode beha draagt. Wat ik een half uur eerder wel te weten kwam van een dame die daar ongevraagd over begon. Zonder het minste spoor van gêne of sentiment begon ze over de lingerie die ze aanhad. Ze zei dat ze rood had geprobeerd en dat ze ook wit geprobeerd had en tot de sluitsom gekomen was dat het zwart blijven moest, met haar bleke teint, een andere kleur kon ze niet hebben. Met ondoordachte blik, zonder andere afspraak dan dat ene moment, wat ze negeerde, keek ik haar kant op, ving ternauwernood een glimp van het torso en een ondiepe indruk van het smalle gezicht, finesses die deel uitmaken van de lucht die om ons heen hangt.

namiddag Boven het stadje hangt een grauwe lucht. Nog grauwer dan die grauwe lucht is wat ze op televisie hebben.
Tim en Marc stappen over het dak en slepen een van de zwarte dekzeilen achter zich aan. De bierbakken met lege flesjes kwamen in de hall terecht, vlakbij de poort, klaar om een van volgende dagen weggebracht te worden, daar heeft Marc voor gezorgd. Tim had wat beeldschermen bij. In de grote zaal staat een nog ingepakte voorraad ytonblokken.
Ik heb net een eerste factuur afgewerkt als Frips binnenspringt. In de kubus had ze eerder al zes foto's klaar gezet, tegen het muurtje ter rechterzijde. Dat is een voorlopige selectie, zegt ze.
Rond halfzes komen Jurgen en Linda en nog wat kompanen van sub-zeroconcepts een kijkje nemen.

donderdag 18 februari 2010

donderdag 18 februari


Ada Wiels bevindt zich in een buurt waar ik nooit eerder geweest ben. Ada resideert in een van de ateliers op de derde verdieping, aan de achterzijde van het gebouw, een wit gepleisterd lokaal van, zegt ze, tweeënveertig vierkante meter. In Berlijn is ze kleiner behuisd.
De doorgang is buitenom. Wie last heeft van hoogtevrees blijft er maar beter weg. Ik doe alsof het begrip hoogtevrees me volstrekt onbekend voorkomt en neem, buiten op het balkon, een foto van de zuidwestelijke rand van het grootstedelijk gewest.


computer Ik zit voor de computer. Dat is de zin waarmee tegenwoordig elk dagboek begint. Waarom zou je dagen en tijdstippen preciseren. Je zit voor de computer. Het uit- en aanzetten van de computer bepaalt het ritme van dag en nacht. Seizoenen bepaal je niet zelf. Doorsnee heeft geen tel. Je leeft in de eeuwige zon van het onbewoonde eiland en meer dan die ene kokospalm is er niet. La Dissolution begint met de mededeling dat het een vroege ochtend is en zomer. Die dag reden we noordwaarts van Murcia langs de kust tot aan de monding van de Ebro. Roubaud noteert het tijdstip dat hij voor de computer plaatsneemt. Het venster opent. Je kijkt in zoveel huizen binnen als je maar wil. Ergens ten noorden van Murcia zaten we op een terrasje. We hadden honger en Merlyn leek er de pest in te hebben. Hij sliep de hele tijd, tijdens de rit noordwaarts. Het aanzetten van de computer vervangt de tijd die we slapend doorbrengen. De instructies zijn identiek: aan, uit.

iemand zegt Acrofobie, zegt iemand, komt vaak voor bij mensen die last hebben met naambekendheid.
Iemand zegt dat hij zelden op voorhand weet wat het wordt. Hij heeft vaker geprobeerd om iconografische elementen van een oud werk naar een nieuw werk over te brengen. Dat is zo goed als helemaal nooit gelukt.
Iemand zegt dat een doos ontbreekt. Wist je dat niet, zegt iemand.
Die meneer, zegt iemand, hij schrijft alles op wat je zegt.
Iemand zegt dat het een prachtige broek is. En later, herken je me niet, zegt ze.
Tuymans en Janssen zetelen in het bestuur, zegt iemand. Dat wist je niet?
Leon, zegt iemand, hij drentelt in een van de zalen en ik vraag hoe hij heet, Leon Hernandez. Leon is een landgenoot van Roberto Bolano die in Barcelona stierf, twee jaar na Sebald's posthume publicatie Luftkrieg und Literatur.

rue Haute
Ik parkeer vlak voor Actionfields. Dankzij een avondje stappen met Oana herinner ik me hoe je via de ring en Porte de Halle naar het Vossenplein rijden moet. Zonder dat avondje stappen had ik het niet geweten. Oana en Floris komen van een expo. Dat treft. In Actionfields hebben ze werk van Mil Ceulemans. Die naam komt me bekend voor. We nemen de trap naar de tweede verdieping.

Simon
De dag begint pas echt als ik de auto achterwaarts in de Knokkestraat plaats. Via het plein en de Clementinalaan en nog wat straten gaat het naar de Schoolkaai.
Het atelier van Simon is op een plek waar ik al eens geweest ben. De eigenaar van het pand, een sympathieke kerel, kent alleen de keerzijde van wat we toen meegemaakt hebben, hij negeert me en dat is amusant. Het tegendeel zou me verbaasd hebben. De boeken over dit onderwerp hebben een naar kantje.

toonmoment Vandaag hebben we een toonmoment van de beeldhouwklas, Kask, bachelor en masters, de betrokkenen zijn niet weinig in aantal. Het levert een spetterend event. De aantallen zijn niet te tellen. Het toonmoment zelf is een bal die heerlijk over alle hoofden heen recht in het doelvlak stuitert. Ze hebben voor hapjes gezorgd en heisen. Dat mag wel eens, lacht iemand. Goh, wat een plek, zucht iemand. De keet staat afgeladen vol. Van de bestuursleden zijn er enkele naar de kapper geweest. Valentien heeft een leuk hoedje. Tegen een uur of elf zitten we door de drankvoorraad heen. De pils is op. Er is geen rode wijn meer.

foto: robbert goyvaerts

woensdag 17 februari 2010

woensdag 17 februari

foto: Alice van de beeldhouwklas. Ze werkt aan een uit leem opgetrokken sculptuur. Leem, verneem ik, is kleigrond waarin ook zand voorkomt. Leem is klei en zand. In de Ardennen gebruiken ze leem voor stallingen en kleine bouwsels.
De sculptuur toont drie oude, in de bekisting verzonken koeien. Oude koeien met maagzuur dat dwars door de bodem tegen het vilbeluik aandrukt.
Met elegante precisie smeert Alice de leem in dikke plakken over de bekisting.

foto: Bij dit object stel ik me een bladzijde voor uit Nach der Natur: ein Elementargedicht van W. G. Sebald.

Een fraai gesneden benen mes
houdt de schilder in zijn hand en hij
snijdt de pen waarmee hij straks
verder zal werken aan een vrouwelijk naakt
dat voor hem naast het inktpotje ligt.
Zichtbaar door het raam aan zijn linkerhand

De 17de bladzijde vertelt over de wondere ontdekkingen van een eeuw zonder de fratsen van het zelfportret.
Op de tafel in de corridor, een tafel die net zo smal en lang is als de corridor waarin het uit losse stukken tot een enorm ding gesmolten meubel staat, staan honderden kleine objecten uitgestald. Assemblages, ready-mades.



Wouter. Hij staat helemaal bovenop de ladder.

donderdag 11 februari 2010

donderdag 11 februari

Lorenzo zit op het zwarte tafeltje /het zwarte tafeltje staat vlak voor de doorgang naar de kubusruimte, blokkeert die doorgang/ en draait een sigaret. Rudy, die er vaak wat knorrig uitziet of om een niet na te vlooien reden somber gestemd is, stapt rusteloos heen en weer. Ze willen gauw nog wat praktische gegevens doornemen, zeiden ze. Frips zit aan het tafeltje in de hall, onder de blackstraler. Tim test een videoprojector, celui de l'homme dix heures pile, en Marc springt binnen.
Vier monitoren, vier videoprojectoren en acht dvd's, dat is wat Tim nodig heeft om tijdens de eerstvolgende matinée het nieuwe werk in optimale omstandigheden te kunnen tonen.


De nieuwe H-art, die met huisnummer 62, heeft een bekende kop op de cover, gefotografeerd in de intussen vertrouwde huisstijl waarbij ik me door ratten bewoonde spelonken voorstel en een vochtig souterrain waarin de geportretteerde twee dagen en twee nachten opgesloten zit alvorens hij voor de lens van Peeping Stoop terecht komt, er naartoe gesleept wordt, ontredderd, hologig en niet in staat om nog wat anders uit te brengen dan een stamelend dank u dank u, om vervolgens op net zo voortreffelijke als meedogenloze wijze afgemaakt te worden.

woensdag 10 februari 2010

woensdag 10 februari

In de auto luister ik naar Brian Eno op Here is what is van Daniël Lanois. Mooie plaat. Zegt Eno: 'What would be really interesting for people to see is how beautiful things grow out of shit. Because, nobody ever believes that. You know, everyone believes that Beethoven had his string quartets completely in his head, they somehow appeared there and formed in his head, before he,' (hesitates) 'and all he had to do was write them down and they would kind of be manifest to the world. But I think what's, what's so interesting, what really would be a lesson that everyone should learn: things come out of nothing. Things evolve out of nothing. The tiniest seed in the right situation turns into the most beautiful forest. And then the most promising seed in the wrong situation turns into nothing.'

dinsdag 9 februari 2010

dinsdag 9 februari

Ik herinner me dat Tim het over Le Rideau de la Medusa had. Dat heb ik zo opgeschreven. Hij had het over Le Rideau de la Medusa. Het gordijn van de Medusa.

Ik herinner me dat Laura zei dat ze een jurk met bloemen wilde en felle felle kleuren. Ze zei dat ze dat wilde. Ze had zo'n jurk gezien, zei ze, en dat beviel haar wel.

Ik herinner me dat Ronald en Frans en Ineke aan de bar stonden. Ze waren uit Amsterdam en Haarlem naar croxhapox gekomen.

Ik herinner me dat Tim het over Jonathan Meessen had en de dictatuur van actuele kunst. Zoals we het ding kennen, een afkooksel.

Ik herinner me dat Sterling Ruby ter sprake kwam.

Ik herinner me dat Ineke zei dat ze terreinwagens PC Hooft traktoren noemen, wat met een straat in Amsterdam te maken heeft waar je wel vaker dat soort dingen ziet.

Ik herinner me dat we het over leegstand hadden.

Ik herinner me dat iemand vroeg of het lekker was en dat iemand zei dat het in orde was, waarna nog iemand vroeg of 't in orde was.

Iemand zei, herinner ik me, dat Fra Angelico en Duccio zijn favoriete schilders zijn.

maandag 8 februari 2010

zondag 7 februari 2010

zondag 7 februari


Ik sla het boek open op bladzijde 24 en lees een zin die ik gisteren of eergisteren voor het eerst las: 'Of meent u soms, zo voegde zij er volgens Beyle nog aan toe, dat Petrarca ongelukkig was alleen omdat hij nooit koffie heeft kunnen drinken?' Twee jonge vrouwen betreden de hall, ik groet ze heel even waarna ze doorstappen naar een van de zalen achterin en geen aandacht meer aan mij besteden.
Ik sla het boek open, niet op bladzijde 24 maar wat bladzijden verderop, bladzijde 40, waar ik rond het middaguur was aanbeland.

Ernst bleef nog een keer staan om zich te draaien naar de zwarte hond, die nu verstomd was en roerloos in het middaglicht stond. Misschien hadden we hem er gewoon uit moeten laten. Dan was hij waarschijnlijk braaf met ons meegelopen en zou zijn boze geest, op zoek naar een andere woonplaats, in de Kritzendorfers zijn gevaren, in alle Kritzendorfers tegelijk, zodat geen van hen meer een lepel of een vork had kunnen vasthouden.

De jonge vrouwen bevinden zich weer in de hall, hebben de kaartenstandaard ontdekt. Ik schuif het om de kaft geplooide eind van de met een oude prent verluchtigde cover tussen bladzijden 40 en 41, was niet van plan om voorlopig meer te lezen dan het hierboven geciteerde fragment. Een boek waarin elke zin betekenis heeft, lees je met mondjesmaat. Soms volstaat een bladzijde, een zin volstaat, soms. Soms gebeurt het dat het gedurende uren of ogenblikken volstaat om het boek in mijn nabijheid te hebben en te weten, zonder daar over na te denken, zonder het aan te raken, dat hoeft helemaal niet, dat het boek net zo aanwezig is als de blik die het tijdelijk, om wat voor reden ook, niet aanraakt, niet volgt hoe het daar ligt, niet probeert na te gaan hoe het daar ligt zonder op me te wachten, terwijl een korte ingeving volstaat om het aan te raken, er eerst wat in te bladeren, er staan plaatjes in, en dan te beginnen waar het geëindigd was.
'Zijn jullie hier vaker geweest?' vraag ik. Wie ze zijn en hoe ze heten, weet ik niet. Het boek is aandachtig. Buiten gaapt een grauwe lucht boven de binnenstad. Ja, ze zijn hier al wel eens geweest, verneem ik. Wat later is te horen hoe ze tussen de slabs doorstappen. Ik zet de leesbril op, raak het boek aan, sla het open.

vrijdag 5 februari 2010

vrijdag 5 februari


'Ge moet de ring nemen.'
De stem die deze woorden uitspreekt, is jongensachtig, lacherig, gemarineerd in binnenpretjes. Hij lijkt er van uit te gaan dat ik weet waar Huizingen is, of, voor het geval het tegendeel waar zou blijken, dat ik een gps in mijn auto heb. Ik heb geen gps in mijn auto.
'Is dat richting Zaventem?' vraag ik.
'Nee, naar Charleroi.' Huizingen, Beersel, Drogenbos, Halle.
Ik kan me niet herinneren hoe het komt dat de naam van die gemeente me bekend in de oren klinkt: Drogenbos. Er is een centrale, links of rechts van de autosnelweg, dat herinner ik me al niet meer, waar als overkokende melk een enorme rookwolk uit opstijgt.
De jongensachtige stem heeft het haarfijn uitgelegd: afrit 20, dan rechtsop draaien en dan meteen opnieuw rechtsop.
Een richtingwijzer geeft aan dat het smalle wegje geen andere uitkomst heeft: Huizingen.

Huisnummer 154, een rijhuis net voorbij een pleintje dat door een tandeloze ouderling als het grote plein aangeduid werd. Bijna was ik er aan voorbij gereden, een plein van niets niemandal. Vandaag staan er wat auto's geparkeerd.
Wannes legt uit dat hij 't best een aangenaam dorp vindt. Brussel is vlakbij, met de fiets een halfuur rijden.
We drinken koffie en ik mag foto's maken. Van de met jaren vijftig design bemeubelde huiskamer, van de kamerplanten en van het werkje van iemand die Mazarella of Mazarello heet, een Italiaanse kunstenaar die in Brussel woont en net als Couturier en Wannes zelf bij Rossi exposeert.
Rossi is in Ukkel, verneem ik. Michel had me dat verteld. Ik was het vergeten. Rossi is in Ukkel.



Wannes Lecompte, bij wie ik op bezoek ben, behoort tot de fundamentalistische school. Ik heb geen idee of je 't een school noemen mag. Het maakt ook niet uit of 't een school of geen school is.

Wat opvalt: hij gebruikt kleur op een grafische manier. De kleuren hebben geen andere identiteit en kwaliteit dan de kleur die ze hebben. Grijswaarden ontbreken. In de manier waarop hij naar een verband zoekt tussen de drager en wat hij op die drager aanbrengt, of wat hij met die drager doet, zouden grijswaarden geen nut hebben. Met grijswaarde bedoel ik elke verandering van de oorspronkelijke kleur die van die kleur een toon maakt.
Wannes legt uit dat hij vooral met de drager bezig is, het ding waarop de verf aangebracht wordt.

donderdag 4 februari 2010

donderdag 4 februari

Svend stak een schijfje binnen, Mie een foto. Mirk vervangt Fraps. Simon en Saidya kwamen een kijkje nemen en The World, lees ik in De Morgen, zakt weg.
The World, dat is dat idiote eilandenproject voor de kust van Dubai.
's Avonds geniet ik van La Collectionneuse, een film uit 1967 van Eric Rohmer. Ik zie beelden, met het blote oog, uit die eerste film van Rohmer, de eerste film van Rohmer die ik zag, een film die om die reden de eerste film van Rohmer bleef, Le Genou de Claire.
Het onvergetelijke beeld. Andrei Roublev heeft er honderd, Le Genou de Claire twee. Met Hitchcock is het bijzondere dat zo goed als al zijn films uit dit soort beelden bestaan.

dinsdag 2 februari 2010

dinsdag 2 februari


kous Iemand zegt: naarmate dat een kaas ouder wordt, wordt hij duurder.
Iemand zegt: naarmate dat een kous duurt, komen er gaten in.

Een kaasschotel: pas de bleu, Keiems bloempje, een ricotta /of ricotta-achtige, heel erg zout/ en de abondance.
Iemand introduceert Vestdijk - Vestdijk, vernemen we, is van het Nederlandse taalgebied zijn favoriete auteur - en Schotel De Bie die door zijn collega's en kennissen steevast als schotel met schol aangesproken wordt.
Het gesprek komt op blue stilton. We leren dat gele kaas zomerkaas is. De geelte van gele kaas komt van het gras. En dat een mens de facto op elk dieet overleven kan. Bedoeïnen op bloed, urine en melk /de melk, het bloed en de urine van kamelen/ en eskimo's op rauw vlees.

stoplicht
De neuskeutel. Of er een verband is tussen het toenemend aantal stoplichten en de vetkegel.

verjaardag
'Op de verjaardag!' Zie ons zitten, onschuldig aan weten. Van Ryssen glundert. Hij weet het wel, wie z'n verjaardag het is. Niet die van mij, herinner ik me. Niet die van mij, zegt Frips verbaasd. Laura excuseert zich, die van haar evenmin. Mirk weet van toeten noch blazen, wacht het moment af om met het lijstje op tafel te komen. Wie z'n verjaardag het wordt? De spanning is te snijden. Knappertjes met kappertjes en shitaké-paté, olijfjes van bij Connie, ruwe knoflookteentjes, wortelsneetjes, het sausje, peterselietoefjes, waar we aan tafel zitten, wat we te eten krijgen, wie Connie is en dat ge altijd een deel van haar rug kunt zien, alles is bekend. Alleen weten we geen van allen wie zijn verjaardag het is. 'Joyce,' glundert Van Ryssen, 'James Joyce.'
Goed. OK. We klinken. Van Ryssen zelf had voor een fles Codorniu gezorgd. Zo mag het wel eens.
'70 bladzijden,' beken ik. 'Meer heb ik van Joyce niet gelezen.'


winnaar
Wat je weten moet om aan De Slimste Mens mee te doen is niet bij benadering in te schatten.
Zoveel dat je zonder daar over na te denken toezegt om aan het programma deel te nemen.
En dan de winnaar zijn. Je zou voor minder in de Leie springen.

wired Wired, vernemen we, is het blad als ge mee wilt zijn op het vlak van internet, het web, digitale technologie. Echt voor nerds, geeks en iedereen die modieus mee wil zijn met de nieuwste nieuwigheden van digitale economie. CLICKS altijd een half jaar achter op WIRED. De Morgen ook altijd een half jaar achter. Een half jaar? Maak er een jaar van.

maandag 1 februari 2010

elle n'ajoute rien

Elle n'ajoute rien que son regard. Comme
elle n'ajoute rien à ses égards. Comme lui
il n'ajoute rien que son regard à lui. Comme
elle n'ajoute rien que lui à son regard.

1. Application du non-regard. Eyes stuffed with moral blindness.
2. Préservation du quotidien: dire bonjour qu'au quotidien.