maandag 16 augustus 2010

maandag 16 augustus

Wolk smeert Canigou schaduw aan. Wolk botst tegen berg.
Op die ene wolk na is het uitspansel net zo strak als vers tafellinnen.

De Tech, stroomopwaarts. Namiddag.
Paul aan het stuur van een Audi. Landschapje ter rechterzijde, landschapje ter linkerzijde.
Een wegje.
Regen heeft het wegje weggespoeld. Wat rest is een gebied met putten en bulten. De wegrand is ingevuld met lijsterbes, kastanje, braambes. De auto klimt, de auto daalt.
Helemaal aan het eind van het wegje is weiland. Er grazen witte koeien.

Op een keistrand zitten, zwemmen, plonsen. Er is een kleine dam. Arles/s/Tech. B vertelt dat zij en Siel hier ooit met die dam bezig waren, stenen in het water gooiden en de dam of wat een dam had kunnen zijn, ophoogden.
Twee mannen houden zich met de dam bezig. Ze werpen dikke keien in het water.

Sofie jongleert met één bal. Tim zit voor zich uit te staren. Lieke is met houtsnijwerk bezig. Siel brengt de ijskast op orde. Iemand plaatst een voorraadje olijven en radijzen op tafel. Een van de meisjes werpt een olijfpit over het bosje met steeneik. 'De bergen,' zegt iemand, 'zitten vol beestjes. Gekko's, fretten, wilde honden, zwijnen, sprinkhanen, eenden, vossen.'

'Een sprinkhaan die als een koffiepot klinkt,' zegt iemand, 'is geen sprinkhaan.'

Tijdens het tafelen komt het gesprek op het fort en het leven op dit ongewone oord. Een mot fladdert om de petroleumlamp.

Geen opmerkingen: