zaterdag 25 december 2010

weekendalfabet

vrijdag

Na de ijstaart beginnen de voorwerpen op tafel aan een olijk dansje, misschien geprikkeld door de vele geschenken die vaak met z'n tweeën of drieën tegelijk uit de geschenkverpakking tuimelen.
Iedereen doet alsof helemaal niemand weet wat er in de met primaire kleuren uitgedoste pakjes zit. Het pakje met polkadots ziet er heel erg aardig uit.
Inge is er zeker van dat dit pakje alleen voor haar bedoeld had kunnen zijn: het polkadotpakje. Paya is vergeten of het polkadotpakje voor Inge of voor Werner is. Na het aankleden van de geschenken heeft ze over het hoofd gezien wie dat vrolijke polkadotpakje aangetrokken kreeg. Dat moeten Werner en Inge zelf maar uitzoeken, zegt ze.
Er is een boek met een bondig en keurig overzicht van de werken van Schinkel, een architect, klassiek, Duitse avant-garde uit de negentiende eeuw.
Er is een boek over digitale fotografie en een doosje met parfum van Chloë. Schinkel en Chloë zijn voor Inge.
Er is een dvd met Nosferatu, een film van Friedrich Wilhelm Murnau. Van de ijstaart bleef een reep van één duim breed. Links onderaan: Een handige dromer, de meest recente publicatie van A. L. Snijders, en twee schijfjes met werk Joseph Haydn. Onder Haydn zit een volume van Herta Müller, de Duitse vertaling van De mens is een grote fazant, en onder Snijders een volume met foto's van Lee Friedlander.

Later komt het gesprek op Luis Bunuel.


zaterdag Een fonkelende slinger van blauwe lampjes. Dat is een prachtig geschenk: in het Taunusgebergte, als de weg plots boven de wand van het donkere woud uitstijgt, glad, ze hebben gestrooid maar nadat ze gestrooid hadden is het weer gaan sneeuwen. Ik ben op weg naar Berlijn. De weg naar Berlijn gaat over Bielenfeld. In het dal, vlak naast de autosnelweg, is een wirwar van bleke lampjes. Van de mensen die er wonen is weinig bekend. Het staat niet in hoofdletters boven de autosnelweg: Mrs. Henry. Een lamp leunt tegen de kerstboom. Gezellig.

Op het keistrand is niemand. Ik draai de auto over het asfalt. Het terrein is net zo luizig als de dag dat ik begreep dat Alberti gestorven was. In de kranten hadden ze het toen de hele tijd door over Alberti gehad.
Over het strand wandelen zonder het te beschadigen, dat valt niet mee. Het trof me, de aanblik van die lege plek.

nature morte à la manière de Perec

Op de foto boven de kerstboom ben ik net van tafel opgestaan. Uit de speakers drupt het zure gekwijl van Julio Iglesias.
Ik heb drie vragen te beantwoorden.

Onderaan is het glas robuust en tamelijk breed met een onderkant als de trage glooiing van een tinnen schaal. Het glas heeft een korte en strakke poot en het Spaanse bier dat ze als gebruikelijk in dit soort glas serveren is slap en zonder smaak.

De kerstboom staat in een zwarte bloempot en de zwarte bloempot in een blauwe emmer. Op het rode tafelkleed, dwars onder de zwarte bloempot, is een donsdeken van verdwaalde dennennaalden beland en over de foto boven de kerstboom dwaalt een stip.

In het kerkje draaien ze iets van Bunuel en onder de orchideeën zit een beertje. Pas op hoor, zeggen de knoflookstrengen.

Geen opmerkingen: