vrijdag 8 april 2011

vrijdag 8 april

de schoendoos
Er is telefoon. De persoon aan de andere kant van de lijn zegt: ik heb fantastisch nieuws. Het is Raf. Hij telefoneert me en ik weet wat ik te horen zal krijgen: de doos is gevonden. Daar heeft hij in z'n eentje voor gezorgd, de persoon aan de andere kant van de lijn. De doos was op een plek beland waar we een project gingen doen. Het project kwam er niet van. We wisten niet wat er met de doos gebeurd was. De persoon die daar toen artistiek directeur was geweest en de doos in ontvangst had genomen, werkte er niet meer. Ik kreeg z'n thuisadres te pakken. Hij bleek in Oostende te wonen, gaf niet thuis. Later: hij had een facebook, ik niet. Z'n telefoon kreeg ik niet te pakken, mailtjes bleven onbeantwoord.
Mijn contactpersoon weet meer. Hij kent de vader van de persoon die daar toen artistiek directeur was. Ze hebben in hetzelfde koor gezongen en treffen elkaar wel eens in het containerpark. Mijn contactpersoon zingt niet meer in het koor, maar ze kennen elkaar, tutoyeren. Tribale rangorde, ze maken deel uit van één toonhoogte. De kerkelijke gezangen zijn verleden tijd maar als tuinman komt mijn contactpersoon op plekken waar een ander minder vaak komt. Het duurt geen week of ze treffen elkaar in het containerpark. Het belang van de doos wordt aangeschroefd. Tweehonderd kunstwerken, ook al zitten ze in een schoendoos, dat gaat niet zomaar lopen zonder dat iemand daar meer van weet.
Tien jaar lang had de doos in een kluis van het stadhuis gezeten. Nu staat ze bij hem thuis, verneem ik, op de keukentafel.

In de grasberm staat paardenbloem en berk. De altijdblije berkjes houden zich wat op de vlakte, ze vallen amper op tussen het frisse groen. Ter hoogte van Aalter is een kilometerlange file, riethalmen zwenken, twijgjes botten. Vlak voor me rijdt een truck van Peter Hendriks B.V.
De blozende twijgjes van eik en berk en els. Koolzaad is er ook al, of het lijkt er op. De middaghemel is effen als een tafelblad, dunner vlakbij de horizon alsof het blauw er weggezogen wordt.
Later is er een gebied met lintbebouwing, herrie van voortuintjes en homo caniens, wiedend. De maximum toegelaten snelheid is 70km. Paardverbluffing, berm, kruiwagenschroot, boerse gezichten, het tribale platteland, een zwerm vrijdagfietsers en het doopsuiker van de Japanse kerselaar.



Tijdens de terugweg rij ik opnieuw naast een truck van Peter Hendriks B.V. We staan in een file veroorzaakt door een ongeval ter hoogte van Gentbrugge. In de file doet zich nog een ongeval voor. Een truck rijdt een personenauto aan. Het achterdeel van de personenauto gaat aan flarden.

een maaltijd
Sjoerd neemt de doos door. Raf en Leen hadden ze geteld: 191. Het gaat om mailarts uit de periode dat ik in Spanje was.
Gwen brengt gefrituurde pepers op tafel, olijfjes, kreukels en aubergines. De aubergines zijn in olie gebakken en op smaak gebracht met zure room, bieslook, look en pepertjes. Later volgt in olijfolie en witte wijn gesmoorde kabeljauw, afgewerkt met pesto en Franse krieltjes en een salade met avocado en kerstomaatjes.
Pa is begonnen met rijen in vis, zegt Gwen. Hij is het die voor de gullekes heeft gezorgd, zoals de hier voor de kust gevangen kleine kabeljauw genoemd wordt.

foto: oz mailart 743, 6 maart 2000

Wat hebben we bijgeleerd vandaag. Op de achterzijde van een van de mailarts is een foto van Gwen en professor Choron. Die foto is genomen tijdens de Nacht van de Waanzin. Dat was in 1979 of 1980.
'Ca me rend heureux d'apporter le bonheur...', staat er. Of het Kamagurka was die het event organiseerde, weten we niet. Choron was de chef van Hara Kiri waarin Kamagurka publiceerde. Dat was voor hij bij Humo terechtkwam. In 1979 was ik met Kama en Herr Seele in Parijs. In de corridor van het pension waar we de nacht doorbrachten, had iemand op de vloer gekakt en in de kamer hing het behangpapier in repen van de muur. In Barton Fink is ook zo'n scene. We waren op de redactie van Hara Kiri langsgeweest en in Quartier Latin hadden we een film van Borozwyck gezien. In het kamertje had ik op de vloer te slapen. Ik weet niet of ik het er levend afbracht. Of het regende en waarover we het hadden, dat herinner ik me niet.
Gwen herinnert zich dat ze een blond kapsel had. Zij en drie andere meiden stonden op het podium, tijdens de act van professor Choron, als background act. Ze hadden elk één borst ontbloot. De moeder van hoe heet ie weer was één van de meiden. Fase is z'n graffiti naam. Merlyn was in de zaal, vier jaar oud. 'Dat is m'n mama!' riep hij.

Het toetje: stracciatela ijs.

Geen opmerkingen: