donderdag 5 mei 2011

bon ton

Een gezamenlijke kunst is onbestaand. Als kunstenaar weet je nu meer dan wat een kunstenaar 500 jaar geleden wist, maar net zo goed weet je minder. Je weet dat Van Aelst, Bracke en De Wever kunst nu een hobby voor linkse intellectuelen vinden. Vijfhonderd jaar geleden wisten ze dat niet. Ze hadden er andere woorden voor. Er waren kunstenaars die voor broodheren werkten. Anderen hadden geen nagel. De identiteit van de broodheren bleef. Van het werk bleef wat we kennen. Wij kennen het niet op een eenduidige manier. Alleen alles en niets zijn eenduidig. We kennen het op een manier die duizendeneen invalshoeken mogelijk maakt. Af is nooit af. Als ik in Berlijn ben en in de National Galerie naar de werken van Caspar David Friedrich kijk, is er mijn verhaal. De werken van Friedrich hangen er zonder mijn verhaal. Of dat het werk is van een linkse intellectueel weet ik niet. Of het werk van Friedrich het werk van een hobbyist is, wil ik niet betwijfelen. Alleen lui zonder richting hebben een hobby, denk ik dan. Je kan ook aan politiek gaan doen zonder ook maar een sikkepit af te weten van de dingen waar je het over hebt. Tegenwoordig is het bon ton om imbeciel te zijn.

Geen opmerkingen: