vrijdag 21 oktober 2011

donderdag 20 oktober

Een lapsus, dat is something on your tongue that you can't remember. In het Roemeens hebben ze er nog een woord voor: typo. Dat is wat Amelia zegt. Omdat ik het over de lapsus tipa had. Wat een lapsus lengua is, weet Amelia niet. Wat ze wel weet, is dat ze in Roemenië met typo bedoelen dat je je opeens niet weet te herinneren wat je had willen zeggen.
Zeg niet bruikleen, zeg leentjebruik. Of leenbruik. Leenbruik: het boek dat met een minnaar mee in de koffer van Bes verdwijnt. Eerst op de keukentafel, later op het nachtkastje, later ergens onderin het boekenrek en als Bes verhuist, want Bes is niet honkvast, Bes houdt van nieuwe plekken, eerst in een kartonnen doos waarop met viltstift het trefwoord Franse Literatuur wordt aangebracht, later naast een baseballpet in een doos met speelgoedafdankertjes van Daphne, de eerste dochter die net een dag eerder voor de tweede maal van een zoon bevallen is. De leenbruik gaat een eigen leven leiden. Dit moet je echt eens lezen, zegt Nila, de jongste dochter van Greet en Geert. Greet was het nakomertje. Woerd neemt het boek mee naar z'n kamer en weer wat later belandt het naast de wc-pot in een huis waar Tim, archivaris van het Museum voor Ingebeelde Kunst, ooit op een dag - wat hij zich later helemaal nooit had weten te herinneren - naast een vaas met gele tulpen zat. In Londen had hij voor Bes een handtas met rode biesjes gekocht.

Het gesprek kwam op P. J. Harvey. I am so madly in love with her, beken ik. Amelia, die ook Cristina heet, ze studeert een het KASK, brengt het gesprek op Primus, Buckethead en Squarepusher. We luisteren naar Bad As Me. Later komt het gesprek op Raymond Scott en Florence Foresti. We dineren in Het Gouden Hoofd, hangen over een minestrone. Mia werpt een handje. Kadhafi is dood, lees ik. Het gesprek komt op Portishead.

Geen opmerkingen: