donderdag 24 november 2011

donderdag 24 november


Eerst ik, ik scheer me. Dan een of ander geluidje in het buurhuis. Later een doorsnee van wat over het voetpad dweilt. Dan opnieuw ik. Aan het kruispunt staan nog vijf auto's, op het voetpad een piëta met moeder en kind. Dan opnieuw ik. Ik betreed een gebouw. In het gebouw is niemand. Ik betreed het gebouw, stap voorbij de trap die naar een bovenverdieping leidt. Later keer ik terug op die beslissing. In een van de kooien zit een dame, ze staart naar de display van een mobile, merkt me niet op. Ik had een foto van haar gemaakt kunnen hebben zonder dat ze het gemerkt had. Dat doe ik niet. Ik wacht tot ze van het schermpje opkijkt en schrikt. Zonder foto heb ik meer gezien. Het is onfatsoenlijk, bijna. Gedurende bijna een minuut bekijk ik haar zonder dat ze van het schermpje opkijkt. Ze schrikt niet. Ze kijkt op, glimlacht, veert overeind, komt naar het raampje. Het staat op een kier. Dan opnieuw ik.
Is Jose Cleiton Carbonel er al, vraag ik. Hij had er moeten zijn, verneem ik. Dat zou hij trouwens zelf gezegd hebben, dat hij er zou zijn.
Maar een jongen uit Brazilië, he, voegt ze toe terwijl ze het kantoor afsluit, andere gewoontes. Daar valt mee te leven, met die zuiderse gewoontes, zeg ik.
Het zou wel eens kunnen dat ze het daarmee eens is. We stappen voorbij de trap die naar een van de bovenverdiepingen leidt. De deur stond tegenaan, ontdekken we.
In het doolhof van Cleiton Carbonel ontmoet ik Ruggiero Pini. Het is kwart voor drie. We praten. Pini heeft in Venetië gestudeerd. Z'n medium is video. Hij maakt films, wat hij vaak in een ruimere context plaatst. Zo kwam hij bij MMV terecht.
Dan opnieuw ik. Ik neem de trap naar het eerste. John is op het eerste. Net voor de middag had hij me getelefoneerd. Hij staat naast een printer. Freya is met een print bezig, een van de vele tientallen van een reeks die Ararat als thema heeft, en iemand die Jan heet, zit voor een beeldscherm. John neemt de trap naar het gelijkvloers en daar staat een boom. Ik bekijk de boom. We stappen door naar het doolhof. Dirk Zoete betreedt een van de vertakkingen. Later zit ik opnieuw in de auto. Opnieuw ik.
Ik rij naar de onbekende bestemming, stap uit, open een poort en wat me meteen opvalt, ik heb me vergist, de onbekende bestemming is bekend.

Geen opmerkingen: