zondag 6 mei 2012

blue de chêvre

Ze wist het niet. Ze wist niet waar de Blue de Chêvre vandaan kwam. Bourgogne, Larzac, Roussillon, ze wist het niet. Wat de geiten niet wisten: dat van de melk uit de dikke, over het gras slepende uiers een kaas gemaakt werd die Blue de Chêvre genoemd wordt en dat, in een land verweg van de schrale bergflanken waar ze grazen, ooit iemand zou vragen waar die groengrijsblauwdooraderde kaas vandaan kwam en dat de winkeldame aan wie die persoon dat vroeg het niet zou weten, amor de mi curiosidad, dat ze dat niet weten zou, amor, amor, amor de mi curiosidad, dat ze dat niet weten zou, dat ze dat niet weten zou, amor, amor de nada mas, amor de mi curiosidad, amor de nada mas. Ze had geen idee. Het interesseerde haar niet. Ze wist het niet. O winkeldame, juffrouw, o zeg me, waar komt deze kaas vandaan, dit groengrijsblauwdooraderde kleinood, o dame, juffrouw, waar, o waar komt deze kaas vandaan, deze, dat mag ik wel zeggen, toch, deze prachtige kaas, ach, mevrouwtje, wat een prachtige kaas, wat een verrukkelijke kaas, ach, ach, ik zeg het u, juffrouw, ik zeg het u, met uw mond die ik gedwongen had willen zien tot prachtige woorden: uit Larzac monsieur, deze kaas komt uit, en noem dan een stadje, voor de vuist weg, noem het, verzin het, Caltanissetta mijnheer, u bedoelt zeg ik. Wat ze wel wist, dat ik die kaas bedoelde, de plaatsnaam had ze hoogst persoonlijk in de halfronde bovenzijde van de kaas geprikt: Blue de Chêvre.

Geen opmerkingen: