maandag 30 juli 2012

nog iemand

Van de foto's die van die dag in Tate gebleven waren, begin november 1996, een dag nadat hij en Branboth in Neal's Yard Frances ontmoet hadden, wist Karz dat Frances ze genomen had, of Mike, Frances en Mike waren om beurten met het fototoestel bezig geweest, Mike die niet geweten had wat hij er mee aanvangen moest, en Frances, een jonge vrouw uit Aberdeen die aan Slade studeerde en een neuspiercing had. Na Tate zouden ze in de buurt van King's Cross in een off place langsgaan, Branboth had het adres voorin The Songlines genoteerd, een van de boeken waarin Karz toen af en toe een bladzijde las, 50 Caledonian Rd, London N1, waar Karz tussen haakjes het woord gallery aan toegevoegd had, met één l, (galery), en de supplementaire maar verre van onbelangrijke mededeling dat de plek open was op vrijdag, zaterdag en zondag en dit telkens van het middaguur tot 6 uur 's avonds. Frances had in elk geval die ene foto genomen: hij en Mike stonden op de foto en naast Mike stond nog iemand.
In de andere zalen is werk van Craigie Horsfield, Gary Hume en Simon Patterson. Op de foto staan ze voor Confessions of a Justified Sinner, een video-installatie van Douglas Gordon. Hij en Mike, en nog iemand. Frances neemt de foto. In de zaal met het werk van Horsfield staat hij voor een zelfportret. Mike is aan de praat met de persoon die naast hen stond toen ze naar het werk van Gordon keken. In de cafetaria komt het gesprek op Guernica. Mike herinnert zich dat hij dat werk eerst in New York zag, later in Madrid.

Geen opmerkingen: