maandag 20 augustus 2012

1 mei 2003 te O.

Omstreeks halfelf 's ochtends verlaten twee personen een pand vlak naast de in de Kemmelbergstraat gelegen Villa Magdaleine. Villa Magdaleine is een pareltje van belle époque architectuur en op dat moment, 1 mei 2003, een van de weinige belle époque huizen in Oostende die niet onder de sloophamer terecht gekomen is. Sinds begin jaren zestig, toen tjeef Piers het in Oostende voor het zeggen had, ging alles er tegen de grond, art nouveau, art deco, belle époque, het huis waar Ensor, het huis waar Spilliaert gewoond had, geen pand was veilig voor de hebzucht van de immobilieënmaffia. Het was een publiek geheim dat niet alleen de plaatselijke politiek maar ook stedenbouw aan het brutale gekonkel meedeed, er werd met bouwvergunningen gestrooid, er werd met steekpenningen gemorst en ik had best vaker de opmerking gehoord, in een of andere handelszaak als het gesprek op die malafide praktijken kwam, dat de immobilieënmaffia Oostende waanzinnig veel meer schade had berokkend dan de oorlog, toen hier en daar een wijk of een straat in puin veranderd was. Wat ze ook zeiden: Oostende stinkt tot Brussel.

Laat ik de personen die die dag omstreeks halfelf het vlakbij de zeedijk gelegen pand verlaten een naam geven: Max en ik. 1 mei 2003 is een kouwe dag, het regent. Op het appartement van Max hebben we een kop koffie gedronken. Max heeft de actie grondig voorbereid. We bespreken de strategie die we gaan volgen. Rond een uur of elf begint op het achturenplein de speech van Vandelanotte. Half Oostende staat op het plein en er wordt gefilmd. Dat is het moment. We hebben een half uur, drinken nog een kop koffie. In 2002 had Het Laatste Nieuws een artikel gepubliceerd over de zaak, dat Villa Magdaleine tegen de vlakte dreigde te gaan, waar weinig tegen te beginnen was, de roofbouw aan de kust wordt de facto door mandatarissen gesteund.
Een dag eerder hadden we 't tussen pot en pint bedisseld. We hingen aan de toog in Sza Sza, een keet waar ik vaker kwam, hij ook. Max ging een betoging houden, zei hij, in z'n eentje. Dat trof me. Iemand die in z'n eentje een betoging ging houden om de afbraak van een belle époque woning te verhinderen. Ik doe mee, zei ik. Goed zeg, zei Max, we zijn met z'n tweeën. Van kindsaf was ik vertrouwd met het huis in de Kemmelbergstraat, een van de mooiste huizen in Oostende, opgetrokken in grijsgele natuursteen, een belle époque huis met een ruim terras op het eerste aan de straatkant, een gevel zonder exuberante siersels en het was net dat wat Villa Magdaleine zo mooi en interessant maakte, een pareltje van belle époque architectuur.

Na het tweede kopje koffie wandelen we naar het plein waar het socialistische boegbeeld een ogenblik later z'n 1 mei toespraak zal houden. Het is vlakbij het Europagebouw, waar de kaalslag begon.

Na dat artikel in Het Laatste Nieuws, een jaar eerder, had de geplande afbraak van Villa Magdaleine bitter weinig media-aandacht gekregen. Ook het huis waar Max woonde, naast Villa Magdaleine, gingen ze slopen. Alleen Max woonde er, op het eerste. Op de andere verdiepingen had de eigenaar alle deuren en ramen open gezet, de gebruikelijke taktiek om een pand in rotvaart te verkrotten.
Als we het plein betreden, waar een grote massa bijeen staat, is Vandenalotte net aan z'n speech begonnen. Flikken en security houden een oogje in het zeil. De aan twee zijden met een A3-poster afgewerkte pancarte, hoog op een stok, waarop duidelijk 'waarom moet Villa Magdaleine verdwijnen?' te lezen is, had Max in een plastiekzak gestopt. Zonder dat ook maar iemand wat merkt staan we midden het publiek, Vandelanotte is met z'n speech bezig, Max gaat flyers uitdelen, ik neem de pancarte, het is mijn taak, en stap dwars door het publiek, draai de pancarte alle hoeken op zodat iedereen op het plein goed kan zien wat er staat, waarom moet Villa Magdaleine verdwijnen. Security en politie kunnen niet ingrijpen, er wordt gefilmd, filmploegen van meerdere zenders filmen de gebeurtenis. Later wordt het op de lokale televisie uitgezonden. Ik herinner me de blik van de 1 mei-demagoog. Hij is met z'n speech bezig, zegt dingen die geen zak uitmaken, en dan, opeens, een kookpunt, er wordt gefilmd, twee gozers, wat doen ze, Max deelt flyers uit, de ander stapt uit het niets op het podium toe, waar hij met z'n speech bezig is. De pancarte staat hoog boven de mensenzee. Iedereen kan lezen wat er staat. In de mensenzee ontstaat een traag maar duidelijk tumult. Waarom moet Villa Magdaleine verdwijnen, het slaat ze met verstomming, de speech wordt een scheet in een fles, security en politie kunnen niet ingrijpen, er wordt gefilmd en de massa die om ons heen staat, gaat mee in de verstomming. Zo gebeurt het. Max kaapt het discours van Vandenalotte, er wordt gefilmd, opeens kan niemand om het item heen, ook later in achturenhuis, waar de kliek verzamelt, hebben ze het alleen over Villa Magdaleine. Een uur na de actie weet iedereen in de Kemmelbergstraat van de actie. Mijn bijdrage blijft beperkt tot dat moment. Ik heb andere zorgen, wil zo snel mogelijk uit Oostende weg. Max werkt het af. Het komt op televisie. Vandenalotte probeert dat tegen te houden. Ook later, toen ze La Paloma gingen afbreken, delen ze gretig fooien uit. Met een gift van 1.000 euro worden actiegroepen onder druk gezet om vooral geen actie te ondernemen. Het verhaal van de Kemmelbergstraat komt op VTM. Thea Swieters, die toen voor De Morgen werkte, ging mee in het verhaal. De Morgen zorgde er voor dat de afbraak van Villa Magdaleine op Focus kwam.
Conclusie. In de Kemmelbergstraat klasseerden ze 13 huizen. Niet alleen Villa Magdaleine. In het Afbraakboek, een catalogus van Oostendse huizen die in aanmerking kwamen om afgebroken te worden, rond die tijd gepubliceerd, hebben alleen de huizen in de Kemmelbergstraat het overleefd. Het gros van de andere huizen is met de grond gelijk gemaakt. Intussen zouden in Oostende circa 200 huizen een beschermde status hebben, wat niet zoveel betekent eigenlijk, met wat mandatarissen voor de kar is dat zo weer ingetrokken. In 2003 ging het om 40 huizen.

Over één ding zijn de personen die toen, die dag, in Oostende, van de Kemmelbergstraat naar het plein stapten waar het Socialisme net die dag z'n hoogdag vierde, het eens: ze hadden gescoord. Het was een doelpunt.

Geen opmerkingen: