dinsdag 7 augustus 2012

map

Iemand ter linkerzijde: S.....! S.....! Snarentheorie.
S, die aan de andere kant van de tafel zit en in gesprek is met iemand die ook aan de andere kant van die tafel zit, keek niet meteen om.
- Snarentheorie, wat is dat. /in het Engels, bedoelt ter linkerzijde/
String theory, zegt S, ogenschijnlijk zonder dat hij daar over na te denken heeft.
Het is een zomeravond, geen zomeravond als aan het begin van Les yeux bleus cheveux noirs,
Ik denk aan Cézanne. Opeens. Aan Paul Cézanne denk ik. Opeens, out of the blue: Cézanne. De ouwe Cézanne, kaal, papierwitte knevel.
Les vois sont partout pareillement légères et vides qui disent l'exceptionelle beauté du soir d'été. Dat lees ik nog een keer: partout pareillement légères et vides.
Tweetalig geroezemoes. Aan één zijde van de tafel, waar een boekhandelaar uit San Francisco zit, is the American tongue dominant.
Aan de ouwe Cézanne vroegen ze wat z'n lievelingsgerecht was. Pommes de terre à l'huile, zei hij.
We zijn daar eventjes blijven werken, vang ik op uit andere hoek, en het woord TOTAAL, iemand ter rechterzijde spreekt het uit. In de dikke stroom van het geroezemoes mist het een meer specifieke context.
Ik schrijf het op. Een luchtbel die tegen de bladspiegel ploft. Totaal.
Het is geen zomeravond als aan het begin van Les yeux bleus cheveux noirs.
Ik sla het boek open op bladzijde 81. Elle dit:
- Je ne vous connait pas. Personne ne peut vous cannaître, se mettre à votre place, vous n'avez pas de place, vous ne savez pas où trouver une place. Et c'est de ça que je vous aime et que vous êtes perdu.
Het gesprek aan tafel stroomt. In de stroom verplaatsen zich enorme hoeveelheden gesprekstof. Het stof hangt net onder de bladspiegel.
Cézanne, kaal, papierwitte knevel, een vetvlek net naast de schedel, zo zit hij op de foto, hij staat niet, hij zit.
Over Tao en de weg merkte Nabokov op dat hij niet wist wat dat betekende, omdat hij de hele tijd door zat. Later schreef hij aan een pupiter, rechtopstaand. Hij zat niet, hij stond.
Dan hebben we de chance gehad om, zegt een van de personen aan de andere zijde van de tafel.
Ter linkerzijde hebben ze het nog altijd over de snarentheorie: I think here of a speech on linguistics, zegt de boekhandelaar.
Een dame die op Lacan studeerde, kroop na drie glazen rode wijn op het barmeubel en begon gek te dansen zonder meer schade toe te brengen aan het drinkgelag dan de anekdote die er over te vertellen was. Ze deed het telkens weer en kwam na verloop van tijd bekend te staan als de dame die op Lacan studeerde.
Uit de kamperfoeliestruik, links van de doorgang, valt een blad. Het komt los van een tak, wat niemand merkt, en dwarrelt in een rotvaart naar het nieuwe begin. Aan welke tak van de overigens best kronkelige kamperfoeliestruik het vastzat, had niemand gemerkt kunnen hebben, waar het terechtkwam evenmin. De val is een schroefbeweging. Uitzinnig snel draait het bladje om een luchtledige kern. Het schroeft zich in de diepte en gaat tussen de dingen liggen die er eerder terecht gekomen zijn.
Eerder dit dan dat ge terug het nest gevonden hebt, het nest met takjes van honderd andere bomen.
Omdat je, omdat je, omdat je op een andere manier.
That's quite direct.
That's quite right. De Vlamingen, verneem ik ter rechterzijde, betalen voor hun huizen 30% te veel. De door Brussel gesteunde immobiliënmaffia is er in geslaagd om de prijs zo op te drijven dat niemand een huis kopen kan zonder z'n broek te scheuren.
Het gesprek ter linkerzijde komt op maps. A map of the world. Streets. A map of streets. All these maps, zegt de boekhandelaar, make layers. There's always new maps, there's always outside of the map.
Dit is zeer inspirerend, zegt iemand, ik heb op het punt gestaan om. Een keuken, mijn keuken, zegt ze, is een plank. Geen keukeninrichting, geen kasten, de basisdingen.
My decision, zegt de boekhandelaar, is my morality. Hier woon ik, dit is het dorp. Miezerig weer.

Geen opmerkingen: