zondag 2 september 2012

lectuur

Iemand uit Wichita, Kansas, had een paar geelbruine wandelschoenen gestolen, maat 45. Hij had de winkelier, lees ik, met een mes bedreigd, werd wat later gearresteerd, ontkende de feiten. Tijdens het proces, drie maanden later, droeg hij de schoenen die hij gestolen had.

Een begoede dame uit Los Angeles liet de hond uit, een poedel, wat ze elke avond deed. Ze had ook telkens een krant bij en een plastiekzak om de troep op te ruimen. Die avond, de hond heeft zich ontlast, lees ik, ze had de ontlasting netjes opgeruimd, wordt ze in de rug door iemand aangevallen. De dief gaat met de plastiekzak aan de haal.

Tijdens renovatiewerken aan een historisch pand in een stad in Mississippi, een pand waar ooit een winkel geweest was, troffen de metsers een skelet in de schoorsteen aan. Het skelet, geheel aangekleed, lees ik, zat ondersteboven in de schoorsteen en had identiteitspapieren bij. Het bleek om iemand te gaan die in 1985 spoorloos verdwenen was en een strafblad had.

In een Gents kunstencentrum ging iemand met 1.500 euro aan de haal. Toen de autoriteiten hem daarover ondervroegen, ontkende hij de feiten. Een maand na de feiten vroeg hij aan iemand die voor het kunstencentrum werkte 50 euro, verneem ik, omdat hij het wat moeilijk had.

In Pennsylvania, lees ik, werd een hond die de kat van de plaatselijke gouverneur dood gebeten had tot levenslang veroordeeld. In de gevangenis, waar het dier vertroeteld werd, stond hij bekend als veroordeelde n° C2559.

Toen James W. Rodgers in 1960 voor het vuurpeloton stond, vroegen ze, lees ik, of hij een laatste wens had. Ja, een kogelvrij vest, zei hij.

Geen opmerkingen: