zaterdag 29 december 2012

vrijheid

Advocaat en oud-politicus Coveliers neemt het op voor Scientology, lees ik in De Standaard. 'Ik verdedig de vrijheid van godsdienst,' stelt Coveliers, 'ook die van hen.'
Vrijheid en godsdienst, mijnheer Coveliers, is dat niet zo'n beetje een contradictio in terminis?



zaterdag 22 december 2012

begin

Ik ben ongetwijfeld niet de enige die het eind van de wereld over het hoofd zag. Ik was met andere dingen bezig.
Op de ringvaart is een schip.

vrijdag 21 december 2012

olifant

He, wat sta jij daar te doen. Kras op, jongen. Vertel nu maar eens heel erg specifiek wat jij hier staat te doen.  Ben je een olifant? Ja, ik ben een olifant. Goed. Prima. Mijnheer is een olifant, of mevrouw desnoods. Olifant. Dat noteert Serge in z'n zakagenda: olifant. Goed, prima, een olifant is een olifant.
He, jij daar, wat sta jij hier te doen. Ik ben een olifant mijnheer. Mijnheer is een olifant. Ja, mijnheer, ik ben een olifant mijnheer. Kop dicht, olifant, laat je staart zien. Ik heb geen staart mijnheer. Hoezo je hebt geen staart. Ik heb geen staart mijnheer. Een olifant heeft een staart. Ik heb geen staart mijnheer. Goed, noteer, geen staart. Je hebt olifanten met, je hebt olifanten zonder. Dat schrijft hij op een papiertje, olifant met, olifant zonder. En daar sta je dan, zonder staart. Iemand pent in een boekje: geen staart. Het euvel of ik een dier ben of niet houden ze in beraad.

dinsdag 18 december 2012

dinsdag 18 december

Ken je het Arabische spreekwoord? Waarom praten als je kunt zwijgen.

zondag 16 december 2012

zondag 16 december

De dag begint op een diefje. Een trein rijdt dwars door de slaapkamer. Ik hurk, kak, het geluid is navenant.

glas

Wat doe je met een leeg glas. De voordracht is halverwege, het glas is leeg.
In de nabije omgeving is geen meubilair.
Het lege glas drukt tegen het middenrif. Heeft het een andere plek?
Wat doe ik er mee, de voordracht sleept aan.
Heb ik nog een notitie, in m'n handtas. Het glas is leeg, het is genoeg geweest.
Het glas weggooien, bedenk ik. Voordracht is een kunst. Dat is zeker.
Het weggooien van het glas is minder zeker. Het op een plek laten soms.
Een dame doet hetzelfde, ze plaatst het lege glas dat ze bij had vlak naast het lege glas dat ik een ogenblik eerder naast een van de luidsprekers had geplaatst. Oei.

Wat ik met het lege glas doe. In de nabije omgeving is geen meubilair.
Heeft het een andere plek? Weggooien. Wat doe ik er mee.
Ik diep het notitieboekje uit de handtas op en dat maakt het nog ingewikkelder. Het publiek staat. In een van de hoeken van de zaal is Sheldon Siegel bezig. Het glas, het notitieboekje, de handtas, een leesbril, de stilo en wat je daar aan toegevoegd had willen zien, opeens wordt het teveel.
Nee, er is geen meubilair. De voordracht sleept aan.
Ik werp het glas en Jan vangt het op, dat is een idee. Ik struin over een voetpad, ook dat is een idee. Ik plaats het glas op de vloer, ook dat is een idee, op een plek waar niemand er onverhoeds tegen aan lopen kan.
Met het glas, zonder het weg te gooien, luisteren, zonder het glas weg te gooien. Voordracht is een kunst, bedenk ik.
Opeens staat Jan naast me. Voordracht is een kunst, zeg ik. Zeker, zegt hij. Ik heb het glas tussen pols en middenrif. Gepiep, geronkel, geblaas, toeters, fluitica.

Niemand had het zien aankomen, dat een dame net hetzelfde doet. Ik hurk, til het glas op. Zo zit het opnieuw tussen pols en middenrif. Voordracht is een kunst. Dat is zeker.

donderdag 13 december 2012

Oslo

In Oslo, vertelt iemand, honderd kilometer ten noorden van Oslo, zat hij aan een tafel met drie soorten aardappel. De gastheer serveerde drie soorten aardappel en twee soorten boter. Op het veld stond het graangewas drie meter hoog. Oude haver, gierst, emmer. In de velden, merkt de gesprekspartner op, stond klaver. Klaver is compost. Hij betrad een uit boomstammen gemaakte schuur. In het woonhuis laten ze de sleutel buitenkant deur, voor wie 's avonds laat binnen moet. Omgekeerde wereld. Dat met die oude vikinggranen ging zo. Ze hadden een oude vikingsite opgezocht waar generaties muizen al het graan weggevreten hadden. Van de plaatselijke autoriteit kregen ze carte blanche om er wat planken weg te halen. Dat deden ze. In die oude planken ontdekten ze negen granen en zeven daarvan ontkiemden. Het oude gewas staat drie meter hoog.

vrijdag 7 december 2012

please

Would you please close the door, please.
It has nothing to do with your person. Close the door, please.
I am not telling you anything.
Yes.
That's what I told.
Opent een dik foliant met werk van Camille Corot en staart naar een van de afbeeldingen, Volterra, church and bell tower.
Yes.

dinsdag 4 december 2012

ding

Ik sla Mélange open, een Gallimardverpakking uit 1941 met knabbelvoorraad Paul Valéry, op bladzijden 106-107 sla ik het open. De blik glijdt uit over de geligbruine bladzijden, belandt in de linkerbenedenhoek. Chose, cause. Ce fut jadis le même mot. Rien de plus significatif que de dire de quoi que ce soit: c'est une cause.

Because of nothing else but the cause: het ding is de aanleiding.

Om de patriarchale macht in stand te houden, werd van die ongetwijfeld ook toen al discutabele machtspositie een axiomatisch gegeven gemaakt. Het is zo omdat ik zeg dat het zo is, dat principe. Het principe van koran en bijbel.
De cause, de oorzaak, het beginsel, is zo dun geserveerd dat wat hulpmiddelen nodig bleken om elke twijfel over het ding de mond te snoeren. Als er belangen op het spel staan, gooien ze net zo vaak middel en doel dooreen en is het grabbelen naar de betekenis van het ding.
Om te verhinderen dat jij die betekenis zomaar van straat oprapen kan, wat net zo vaak gebeurt, hebben ze dogma's ontworpen. Achter het masker van de pope, het hoogste gezag, ook weer zo'n uitvinding, hield iedereen die er om wat voor reden ook belang bij had zich bezig met het ontwerp van een wereld zonder vrije wil. Televisie is zo'n ding, BV-schap is zo'n ding, contemporane kunst is zo'n ding, de Vlaamse zaak is zo'n ding.

zaterdag 1 december 2012

hoe is het nog met

Hoe is het nog met, vraagt het meisje. Ze zit ter rechterzijde. Met Bart, bedoelt ze. De meisjes proesten.
Ik heb ziek geweest, zegt ze. Ziek zijn is een dogma, je bent ziek en dat is dat. De Vlaamse zaak is ziek en dat is dat. Het dogma.
Ik ken lui die menen dat Degrelle een fascist was, zij niet. Zelfs dat schuiven ze eenzijdig op Walen af. Het strijkje van de debutanten is niet gecontroleerd, of scheelt er wat. Nazivlaanderen staat met vlag en wimpel.
Vlaanderen is ziek geweest en nu is het opnieuw ziek. De rechterzijde is ziek van een unheimlich verlangen naar pest en barbarij.
Wat ook telt: met de rechterzijde zijn kleine luitjes aan het woord. Over wat ze hadden kunnen denken, denken ze één keer. Als ze dat bedacht hebben, houdt het denken op. Zo is de rechterzijde.