vrijdag 22 maart 2013

Moritz

Er staat niet la maar le Suisse, de Zwitser en zijn entourage, dat is wat er staat, niet alle Zwitsers, één Zwitser, en geen dame, terwijl ik voor zover ik me herinneren kan in Zwitserland alleen met dames te maken had, in Genève, in Lausanne, op een rotsbult boven Montreux waar Nabokov neerstreek, en dat ik zonder die bepaling, dat een dame me had uitgenodigd om met haar mee te rijden, wellicht helemaal nooit in Montreux geweest was op het terrein van een kasteel, hoog boven het meer, en net zo min met die makelaar te maken gehad had kunnen hebben, Moritz heet ie, donkerblauw maatpak, snor, kingewas, een volgens de regels van het kunstje onder dat kingewas dubbelgevouwen stropdas en een puist op de linkerwang, die mijnheer dus die Bernhard introduceert op bladzijde 503 van Récits, een Franse editie, wat me er doet aan denken dat ik in Zwitserland ook alleen maar met Franse dames te maken had, de dochter van een diplomaat, ze zei dat haar vader in Caïro werkte, in de kathedraal van Toledo stonden we voor een Christus van El Greco, wat me er aan doet denken dat Perec op een markt in Graubünden een schriftje ontdekte met een handgeschreven versie van De hand die hand werd en dat Rosine zei, ik scheer niet alle Zwitsers over eenzelfde kam, dat ze Arabisch studeerde, niet omdat ze verliefd was op een Marokkaan, niet omdat ze in Egypte wilde gaan wonen, met een type als Moritz leek ze evenmin te maken te hebben, niet in Toledo toen we voor El Greco stonden, niet in de trein naar Toledo, en toen ze later toch met Moritz te maken kreeg niet op zo'n manier dat ik had kunnen weten dat het ook voor haar de eerste keer was, of, die eerste zin, dat zij en haar entourage aanmeren op bladzijde 503, dat Bernhard een Zwitser introduceert, een makelaar, iemand die landerijen koopt en verkoopt, en dat in het kamertje waar ik die avond belandde niets van dat alles blijken zou, van een hoertje is makkelijk te denken dat ze net wel met Moritz te maken had.

Geen opmerkingen: