zondag 10 maart 2013

zondag 10 maart

Met Neema Ba komt het gesprek op De hand die hand werd or The hand that became a hand, hoewel hij alleen de Russische versie kent. Wie is die jongen, had een van de meisjes gevraagd. Zo was het begonnen. Welke jongen, zei ik. Die jongen daar, zei ze. Neema Ba zat naar de display van z'n mobieltje te staren. Vind je ook niet, zei ik, dat hij wat op Zappa lijkt. Toen ik het daar wat later met Neema Ba over had, vroeg hij wie Zappa was. Ik ging kijken of ik in m'n iTunes wat van Zappa had en toen kwam het gesprek om een of andere reden op Nikifor Poljotkin. Neema Ba, opgegroeid in Iran, heeft twee jaar aan de National Aviation University van Kiev gestudeerd. Z'n ouders wilden dat hij vliegenier zou worden, of iets in die zin. Hij had zo'n pesthekel aan die opleiding en aan Kiev dat hij weken aan een stuk op z'n kamer bleef, boeken las of met de trein naar Poltava, Odessa of Tsjerkasy reed en daar, op een markt, vond hij een dun boekje met gedichten van Alexander Tvardovsky, Konstantin Simonov, Ivan Kharabarov, Samuel Marshak en nog wat Russische dichters, verspreid over tijd en ruimte, van wie het weinige wat over ze bekend is smeult als asklonters in een gebroken kan. Het volume had ook werk van Anna Akhmatova, Nikifor Poljotkin en Boris Pasternak en heeft van Poljotkin, herinnert Neema Ba zich, naast het beroemde De hand die hand werd ook twee sonnetten.
Jolien leest in De actualiteit van het schone, van Hans-Georg Gadamer, een uitgave van Boom Meppel, 1993. Ze is op bladzijde 29 aanbeland: 'Het voorbije karakter van de kunst is een these die impliceert dat kunst sinds het einde van de Oudheid niet zonder rechtvaardiging kan stellen.' We zijn het er over eens dat er eigenlijk hoort te staan dat kunst het sinds het einde van de Oudheid niet zonder dat kan stellen.
Er zijn zoveel bezoekers dat ik het niet bijhouden kan. De teller komt op 100. Iemand vertelt me dat hij de kortverhalen van Kafka aan het lezen is. Van Kafka wordt beweerd dat hij bij leven en welzijn niet gepubliceerd zou hebben, maar dat is, zegt Jeroen, niet meteen hoe het met Kafka liep. Kafka publiceerde in tijdschriften. Margarita
Margarita leest in De erfenis van de utopie, een werk van Hans Achterhuis, Ambo 1993, wat met een erratum begint.

ERRATUM

'Aan het eind van pagina 329 na 'verslag deed' is deze regel weggevallen:

Sjoerd de Jong heeft in de rubriek 'De oogst van deze eeuw' in NRC Handelsblad (24 01 1997) dit laatste boekje met recht tot de meest invloedrijke werken van de twintigste eeuw gerekend. Huxley's dubbelheid komt in zijn beschouwing erover fraai naar voren.'

Van Zigmund Bauman las ze Liquid Times, opnieuw over utopie of 'Hoe leven in tijden van onzekerheid'.

Ik denk dus... ik ben in de war. Dat is wat Jolien voorlegt. Het tao van Pooh.
Let maar op, zeg ik, als je met een pooier begint. Voor je 't weet zit je ondersteboven op de plee. Gefrustreerde stukjes vis.

1 opmerking:

bartdhaluin zei

ik denk, dus ik ben er niet... leef in het verleden of de toekomst... maar niet hier en nu :) ik denk niet... dus ik ben !