dinsdag 3 september 2013

la chasse aux syllabes (42, 44) Tort

(1) Conversation toute petite 2 : mon gps à moi

moi : Excusez moi, Madame...
Elle me regarde.
moi : Le chemin à Tort...?
elle : Tort...?
moi : T, O, R, T. (je le prononce avec) Tort (et sans), Tor.
Je prends le Michelin.
Elle regarde le routier.
elle: Ah... Tort. (wijst linksop) Tu prends le chemin vers Moulins...
moi : Alors, j'avance vers... (gebaar)
elle : Oui. Tu prends le chemin vers Moulins jusqu'au canal et là à gauche.
moi : Moulins. Canal. Gauche.
elle : Oui.
moi : Merci beaucoup, Madame.
elle : Je vous en prie.

(2) Le Réserve de Tort. Wegje. Het bord bevindt zich aan de oprit van een aan beide zijden met sparren beplante landweg. Er is een houten barrière maar geen indicatie dat het verboden zou zijn om het terrein te betreden. Het wegje is overigens ook maar gedeeltelijk afgesloten. Over het wegje, als in een film, komt een dame aanstappen. Bij mijn weten gebeurt dit alleen in films: ze bevrijdt zich van het landhuis, stapt onder de sparren door. Ik heb alle tijd, zij heeft alle tijd en alleen zij beweegt: elle s'approche. Ik maak geen gebaar waaruit had kunnen blijken dat ik wat anders van plan was dan wachten tot ze vlak voor me staat. Alsof ik in een film van Godard beland ben. Eerst is ze jong, ze draagt een bruine pantalon, een hemd, ze is net zo slank als een meisje en uit de manier waarop ze onder de sparren stapt en naar me toekomt, is makkelijk af te leiden dat zij op haar terrein is, ouder wordend tot we ongeveer dezelfde leeftijd hebben.
'Vous habitez içi, Madame,' zeg ik. Daar antwoordt ze niet meteen op. Ze bekijkt me. Ja, hier woont ze, zegt ze na een korte aarzeling. Het huis waar ze woont, het bevindt zich aan het eind van de met sparren beplante landweg, wat me later pas opvalt, is een oud landhuis, aan de buitenzijde afgewerkt met een donkere kalk- of cementlaag. Ze weet niet hoe het komt dat aan de rand van de weg twee keer Réserve de Tort staat. De aanduiding staat links en rechts van de met sparren beplante landweg. Tort, verduidelijkt ze, zou eventueel aarde kunnen betekenen, een verbastering van terre. Verderop is ook nog het Domaine de Tort en nog wat verderop Tort. Hier, in de nabije omgeving van de plek waar ze woont, komt het woord Tort drie keer voor, zegt ze. Ik vertel haar over het project, la chasse aux syllabes, dat ik de oevers van de Loire volg van monding naar bron en door een combinatie van beide factoren in Tort beland ben, zonder gps. Wat dit soort machines me hadden kunnen vertellen: zelf hoef ik niets te weten. 'Ta maison roulante...,' zegt ze. We kijken naar de auto. Boven de sparren is een strakblauwe hemel. Ik vraag haar hoe ze heet. Ze bekijkt me, aarzelt. Caroline, zegt ze. Hoe ik heet, vraagt ze niet.
'Bonne soirée,' zeg ik. 'Une belle vie à vous,' zegt ze.
Langzaam stapt ze onder de sparren door.

(3) Tort is 3 kilometer verderop, aan een T-sprong, het wegje gaat naar het Château Gaillard. Tort zelf is niet veel meer dan die T-sprong. Blaffende honden, een haan kraait, boven het terrein staat een woeste zon.

Geen opmerkingen: