zaterdag 30 november 2013

brainbox : kijkgat


brainbox : overzichtje




unit 4

Dirk Zoete en Benjamin Verdonck tijdens de dude shoot op dinsdag. Of was het woensdag?
Dan een vooraanzicht van de voltallige groep, eerst Benjamin aan het stuur, dan Robbert.
Hierna besloten ze dat Dirk aan het stuur zou zitten.
Het zit in de details, Frank die suf voor zich uit zit te staren, Robbert leest een boek, Benjamin staart naar het vlietende landschap, Dirk rijdt naar Vladivostok.



unit 5

Ian Gijsellinck en Cornelius (Cornelius niet op de foto) snijden het karretje doormidden. Ian zit in het vak, z'n vader had een smidse.
Pas nadat ze de cardanas in twee hebben, beginnen ze aan het koetswerk. Het gaat stukken makkelijker dan ze zich voorgesteld hadden. Het is als het openen van een sardienenblik.



unit 5

tijdens de set van Sheldon Siegel en Jason Roebke, zondag 17 november.


unit 6

Jan Schiettekat aan het werk in de hall. Foto onder: in de met witte verf afgewerkte muur, die de corridor hermetisch afsluit, bleef een kijkgat.


brainbox: toch in Rome

De jongens zitten dus toch in Rome. Ze worden er op hun wenken bediend door een kelner die met Manganelli bevriend was. Vlogen met Ryanair, zonder bagage, alleen een tandenstoker. Morrens belooft om een essay te schrijven over wat ze bedoelen met dat Romeinse terrasje. Dat wat ze deden opeens als een muur stond tussen wat ze deden en wat ze hadden willen doen. En zo zitten ze dus toch in Rome, last minute, Verwée en Morrens, met een vlucht van Ryanair. Joris kon niet, had over het hoofd gezien dat hij net vandaag ging trouwen.

vrijdag 29 november 2013

donderdag 28 november

Ze breken het buurhuis af. Pieter verkocht het omdat hij het beu was om zich met het gazon bezig te houden. Wat vreselijk was het om elk jaar opnieuw vast te stellen dat er toch weer paardenbloemen stonden.
Niemand wou het huis kopen, tot een makelaar zich er over ontfermde. Sinds vorige week staat er elke dag weer een auto met Poolse nummerplaat voor de stoep. Polen breken het huis af. Met een kruiwagen vol cement en steenbrokken stappen ze door de tuin. Als een balk naar beneden komt, gaat de hond in het andere buurhuis blaffen. Hij blaft ook als ik nies.
Omdat de Polen best veel herrie maken, kies ik het hazenpad. In croxhapox is niemand. Het is ook niet meteen een moment dat ik er iemand verwacht. Ik ga aan het kantoormeubel zitten, activeer de scanner, neem de poststukken door, stap naar de zaal achterin, stel vast dat iemand de schuifdeur opende en er vandoor ging zonder de opbergruimte eerst weer af te sluiten. Berusting. Als je het honderd keer uitlegt, leg je het niet nog een keer uit. Iemand vertelde me dat ze in het kunstencentrum waar hij werkt niemand in de stock toelaten. Als iemand een hamer wil, vraagt hij aan de materiaalmeester of er een hamer is. De materiaalmeester noteert alle gegevens, tot en met het rijkregisternummer, geeft pas dan toe dat ze inderdaad een hamer hebben. Als ze 't niet zo doen, verneem ik, is de hamer een tel later zoek of verdwenen. Hamers, aanstekers, koptelefoons en schrijfgerief behoren macrogenetisch tot het grote geheel van dingen zonder definitieve bestemming, dingen waarvan je weet dat ze ooit op een andere plek belanden.
Adriaan en Joris springen binnen, later ook nog iemand uit Brazilië en twee mensen uit Nederland. Maito is uit Minas Gerais, woonde in New York, Detroit en Keulen. Detroit is te gek voor woorden, zegt ze. Wat Lieven en Boris over Los Angeles zeiden, ze liepen er rond, downtown, zonder ook maar wat anders te zien dan blokken. Ze liepen van het ene naar het volgende blok, wat anders was er niet, en waar ze ook kwamen waren er daklozen.
We bekijken het gedoe van de gopro. De robot komt aan een spijker vast te zitten. Na sluitingstijd rijd ik naar de Zebrastraat waar het boek van Hilde voorgesteld wordt. Hans Martens opent de avond. Z'n causerie bevalt me. Ik hou van toespraken die niet voorbereid zijn en net hierdoor het juiste effect sorteren, dat de persoon niet meer zegt dan dat wat hij zeggen wil en toch meer zegt dan wat hij gezegd had kunnen hebben. Etienne Vermeersch rondt de avond af.

donderdag 28 november 2013

brainbox : niet in Rome

NOT TO ROME
A Comedy in Eight Scenes and One Conclusion

Main characters
(a) Some or other artist
(b) A Peter Morrens lookalike
(c) The other

SCENE ONE

(a) and (b) enter the room where (c) has been sitting for quite a while.

The other Nee... (zeer verbaasd) Hoe...! Wat? Jullie zitten niet in Rome?
A Peter Morrens lookalike (zeer verbaasd) Rome?
Some or other artist (zeer verbaasd) Eh...
The other Op een terrasje. In de zon. Duizendtweehonderd euro. Rome, terrasje, zon.
The Peter Morrens lookalike Joris. Alleen Joris. Er was geen geld voor drie tickets.
The other (zeer verbaasd) Kom zeg. Duizentweehonderd euro. Geen geld voor drie tickets.

SCENE TWO

It is Two o'Clock. The other is dressed as a girl. Backstage four more girls hang to the wall. Should it rain? The Peter Morrens lookalike sits at the entrance of the corridor. He is on his knees, on both hands and knees, and so pleasantly offers the image of a harmless but well-dressed animal. He peers through the corridor. Some or other artist, holding a rectangular piece of wood, or is it a mirror? stands at the back end of the open space.

It is a mirror.

SCENE THREE

A piece of furniture stands next to the mirror. It is made by Antoine Van Impe. This should not be mentioned.

The Peter Morrens lookalike with mirror. He stands at the back end of the open space. Some or other artist lingers in the corridor and looks at the Peter Morrens lookalike. The some or other artist looks at the thing unseen for anyone else. Not a word is said on the thing they do. The other stands next to a garbarge can, writing.

SCENE FOUR

As before. (a) and (b) intend to take off.
The lookalike
Kan ik m'n laptop hier... Is het veilig?
The other
Ja, natuurlijk, absoluut. Ik heb scans te doen, ik blijf tot een uur of zeven.

(a) and (b) take off to a shop. It is three o'clock. (c) gets herself a cup of coffee. Ahmad Jamal tunes from the laptop.


SCENE FIVE

As before. Some or other artist and the Peter Morrens lookalike enter the room where the other has been sitting for quite a while. Ze hebben een spiegel gekocht.

The other
Hoeveel heeft ie gekost?
Some or other artist
25 euro.

(a) en (b) stappen naar de open ruimte van de zaal achterin
. Ze bespreken dingen, plooien dubbel van het lachen. The other staart naar de schoenveters van (b). Die van de linkerschoen kwamen los te zitten.

SCENE SIX 16:05

Some or other artist runs through the corridor. The noise of a stove. At the back end plain darkness. Ahmad Jamal tunes from a laptop.


SCENE SEVEN

The Peter Morrens lookalike and some or other artist take quarters of both mirror and corridor. They run through the corridor. Each time some or other artist runs the Peter Morrens lookalike is looking party. They observe each other.

The lookalike
Niet zo schuin... Niet zo schuin... Rechter. Niet zo schuin. Nee, ge hebt 'm niet. Niet zo schuin.

Some or other artist busies himself with the mirror.

The lookalike
Het spel... niet weten, wel weten. Een detail.

SCENE EIGHT

De spiegel leunt tegen een viseuse. Aan een draadje dat er tijdens een van vorige units was komen te hangen, hangt een lamp. Iemand stelt een vraag over het dak.

CONCLUSION

Don't you want some cornflakes or a dead pinguin for breakfast?

woensdag 27 november 2013

zondag 24 november

Er is altijd wel iemand die weinig te doen heeft en droef naar het plafond zit te kijken. Dat is vandaag niet anders. In de gelagzaal is het gekwetter van een volière (die vergelijking is vaker gebruikt en is ook dit keer zeer toepasselijk), diensters reppen zich tussen de tafels door. Geen vrienden, geen gezelschap, verdwaasd zit hij voor zich uit te staren, gepaneerd met de goede bedoeling van een hondse, desolate blik op wat zich in de volière afspeelt. Toen bleek ik dat tot die categorie hoorde, begon ik me op het bijhouden van notities toe te leggen. Ik maakte geen deel uit van het vrolijke gekwebbel, schoof mee in de marge van het spektakel, als al naar me omgekeken werd was het hoogstens omdat ik notities bijhield zonder aan het geroezemoes deel te nemen. Dat ik op die manier toch aan het geroezemoes deelnam, staat in de bijsluiter.
Aan een staaf hangen rijen worst te drogen. Achter een flopbaan, bedenk ik, hoef je niet altijd grote drijfveren te zoeken. Metonymie: om vervolgens als een hond van de vloer te eten. Betaalt het maatpak het hondeneten?

donderdag 21 november 2013

hot club

Het gebaar: ze zag een druppel opspringen. Ik zie nu nog voor me hoe ze het demonstreerde, hoe ze met een simpel gebaar, laat ik voor alle duidelijkheid stellen met niet meer dan alleen dat ene gebaar, aantoonbaar wist te maken hoe de druppel van plek (a), tijdens de korte demonstratie een met de vingertoppen van haar linkerhand samenvallende stip, laten we aannemen drie vingertoppen: middenvinger, duim, wijsvinger, drie vingertoppen die zo samengebracht het silhouet van een konijn, van een lama of van een kangoeroe op de muur hadden kunnen werpen, geworpen hadden kunnen hebben dat silhouet als er meer dan het voor zo'n club gebruikelijk timide licht geweest was; op het parterre echter was alleen het gebruikelijke licht waarin soms de misschien niet eens als zodanig bedoelde halfblote boezem van een meisje opdook, het verfomfaaide gezicht van iemand die ooit deel had uitgemaakt van het weefsel van alles wat aan en op het plein gebeurde, de marktkramers met boekenstalletjes waar je als het meeviel een exemplaar van de Querido-editie uit 1969 van Kaas aantreffen kon, stalletjes met kralen, gespen, brillen, potterie, een weegschaal met schalen van koper, witte onderjurken en gammele beeldjes die handwerklui, fratsenmakers en frivole dames voorstellen en van dat alles intussen alleen nog het belegen tronie, een pet, de schimmige gesprekken en het handgebaar tussen (a) en, na de boogvormige sprong van rechter- naar linkerhand, (b), dat het daar belandde, druppel, speld of wat ze ook bedoelen mag, in een handomdraai het summum wat ze bedoeld kon hebben, alles wat haar handpalm opvangen kan zonder meer moeite dan opvangen en gooien van het ding, plat, vlak, bolvormig. Zo'n gebaar dus, een buiging, een boog boven het tafelblad.

Tanden die (a) ontdooien, of (b) de met gore hersenkots volgespoten pokkelijerssmile van B & HS.
Eén tand ontbreekt. De pauzeknop. Heel even zichtbaar tijdens (c) het uitspreken van het ik dank u.

Het accident deed zich voor toen Peter Jacquemyn z'n bas aan het stemmen was. Laura Toxvaerd was gedurende enige tijd met het mondstuk van een saxofoon bezig geweest. De voorzijde van de bas, Peter had het ding in Hongarije gekocht, van een zigeuner, brak open van strot tot navel. Het hout vertoonde een bleke barst die onder de snaren doorliep. Bart, Laura en Peter keken ontdaan naar de scheur in het gewelfde hout. Peter had me verteld dat hij voor die bas naar Hongarije gereden was. Franse bassen hebben een gewelfde rug, het hout staat bol van een zachte toon, de welving van buik en rug.
De bas die Peter in Hongarije kocht, niet eens half jaar geleden, van een gitano, is met rechte rug. Op zo'n bas met rechte rug kan je volume ontwikkelen, het geluid slaat op het hout, ontploft, knalt.

We stappen over de Groentenmarkt. Studenten struinen over het plein. In m'n auto, die een eind verderop staat, in Ramen, heb ik een contrabas, de contrabas die Jason Roebke gebruiken kon. Het lijkt een onwaarschijnlijk toeval, probeer het ook maar eens uit te leggen, dat de oude contrabas van Peter Jacuemyn, die Jason gebruiken kon en waarvan aangenomen werd dat Levi er zich over ontfermen zou, zich om wat voor reden ook in de laadruimte van mijn auto bevindt. We stappen naar de auto. Dunne sneeuw vlokt over het wegdek.

Pierre-Michel zegt dat hij het concert in L'Archipel had willen filmen, in Brussel, maar daar waren de omstandigheden van die aard dat hij besloot om het een dag uit te stellen.

woensdag 20 november 2013

de blauwe tas

Van wie zou de blauwe tas zijn? Had ik ook gisteren kunnen filmen.
In het pulpboek: drie jochies jagen op een hagedis.
Dus alsof ik uit m'n handtas een revolver tevoorschijn haal?
Ik schiet zomaar wat in het rond, overhandig het pistool aan iemand die naast me zit.
Van wie zou de blauwe tas zijn, vraag ik. Dat weet ze niet.
Van Pierre-Michel Zaleski, vermoed ik. Hij was naast me komen zitten. Bart was met een schriftje bezig.
Er was net voldoende marge om te doen alsof ik er niet was.
Was aan opwaartse luchtstroming te wijten dat ik tegen het plafond hing? Of,
zijwaartse curve: een jongedame die zwart naar me omkijkt.
Tijdens het concert zit ze in een verhandeling over Sacre du Printemps te lezen. Het is een scriptie, zegt ze.
Morgen wordt ze uitgehoord over wat ze van die scriptie weet.
Van wie zou de blauwe tas zijn? Kan ik morgen filmen. Het symposium over die materie.

van het stratosferisch overschot

Een stoel kent deernis niet en geen geween.
Hoog geklommen op de ladder van een kromme som
delen de dieren bevelen uit.

De olifant dat hij om bepaalde reden naar achter moet.
Ook van de parkiet weten we dat hij of zij het doet.

Het asfalt en een struik en de proporties van een krent of van een ruit,
voor een stoel maakt het bitter weinig uit.

Kan het licht wat minder hard? vroeg het meubel aan de bard.
Wit is wit en wat is zwart.
Van schenkel tot strot flink een helft van het onderbeen.

Of toch iets bleef, nu ik me over het beginsel krom, van waar het zat,
is niet bekend.
Gekrijs, janken, gemier, gebed, gedat. Wat anders? Neen.

maandag 18 november 2013

the Day Sheldon Siegel and Jason Roebke performed at croxhapox

And every now and then something unexpected happened. Bijvoorbeeld. Ik geef een voorbeeld. Een dame die als ik het goed heb in B woont, een dorpje met weilanden, hoeves, één kerk, een kroeg, dichtgegooide grachten, weilanden met runderen, efemere werelddelen op elk koebeest, onontgonnen darm- en gasvoorraad, hoeves waarover op een dag iemand dacht dat hij het verbouwen moest, een bos aan de horizon, bermen met paardenbloem en klaver en smalle weegbree, ook het herderstasje, een nederzetting van Vernaeve & co die zelf niet in B maar op de Kaaimaneilanden wonen, een dreef met populieren die door de eigenaar van het landschap om een of andere niet tegen de grond werd gehaald, straatroosters en putten, tyfonen die aan elk rondpunt in de war raken, drie paarden, het veulen, een jonge vrouw duwt een karretje over het straatdek, in dit landelijke B dus, in de pastorij woont een koppel met een dochter die voor Belgacom werkt, kwam iemand na het overlijden van haar vader, wat vorige week gebeurd zou zijn, de persoon in kwestie is intussen ter aarde besteld, in het bezit van een half dozijn schilderijen van Alfred Verwée. Haar vraag is wat de waarde van die stukken is. Jeroen zei dat hij twijfelde tussen Londen, waar ze een expo met werk van Klee hebben, en zomaar wat tussen het groen gaan rijden. Peter Jacquemyn springt binnen, met contrabas. The bass is meant for Jason Roebke.
Jason vertelt me dat hij net een tournée achter de rug heeft. Morgen neemt hij het graasland naar Amerika. Voor het concert in croxhapox gebruikt hij de contrabas van Peter Jacquemyn. Dat doet me aan Hitchcock en Frenzy denken, Hitchcock die, ook zelf net zo dik als een contrabas, aan het eind van de eerste sequens van Frenzy met een contrabas in een Londense bus klimt. Peter Jacquemyn vertelt dat hij in Hongarije een aantal instrumenten kocht, van een zigeuner die er zelf weinig mee aan kon omdat z'n gezondheid te wensen overliet. Na twee hartaanvallen op rij besloot de persoon in kwestie om alles wat hij had van de hand te doen. Peter reed naar Hongarije, zocht de persoon in kwestie op, kocht de contrabas. Jason performs on the other.
Gerard en Erik van Sheldon Siegel doen de eerste set. In the Magic Room stroomt brainbox unit 5 over de muziek.
Aan de bar zit iemand die de papiersoort waarop z'n eerstvolgende boek gedrukt zal worden in z'n binnenzak heeft. Set twee is Jason Roebke.

zaterdag 16 november 2013

november mix

1. Dertig eieren hadden er ingekund. Aan het water passeert een jogger. Een jonge dienster neemt de trap naar de bovenverdieping. Tekenen op de ommezijde van de tafelonderlegger of een stripverhaal lezen, dat is wat de kinderen doen.

2. Hoe lang de benen van de fietser ook zijn, en ze zijn best lang, door de manier waarop hij zit lijken de onderste ledematen op de veel kortere pootjes van een hagedis.

3. Op het gazon tussen beide rijstroken is een bejaarde man met een hark in de weer. Hij heeft bladeren bijeen geharkt, stopt ze in vuilniszakken. Onder de bomen op de middenstrook zijn zoveel bladeren dat hij er makkelijk vijftig zakken mee had kunnen vullen. Hij heeft twee zakken bij. De eerste zak zit propvol. Het is zo een van die gele zakken die we voor huisvuil gebruiken. Over het wegdek schuiven auto's. Ik zit in een van de auto's. De andere zak heeft hij in een spar gestopt. Voor hij aan het vullen van die zak begint, spuwt hij in de handen. Hij is er klaar voor.

4. Dagbladverschijnsel: het apenras van de maatpakken.

5. Het moeilijkste, zei Ian, is de cardanas doormidden snijden. Toen hij dat zei, ik luisterde, schreef op wat hij mededeelde, hadden ze net de cardanas van de DAF doormidden gesneden. Hiermee was het ook allemaal definitief, tijdens de winterstop zouden we in elk geval niet met dit automobiel naar Majola rijden. Naar de keuring kon misschien nog net. Op het groene formulier hadden ze in dat geval alleen aan te stippen dat het voertuig in twee stukken gesneden is. Dat is geen probleem. Er zijn wel meer dingen in twee stukken gesneden en dat gaat net zo goed.

6. Truth. A walk through shades of shit. Feel free to think the dog didn't do it.

7. Society nowadays became a gestapo-injected structure of series of dead rats. Gestapo As Seen here & now: boetes voor van alles en nog wat. Meer hadden de Duisters ook niet bedoeld, toen ze Wereldoorlog II begonnen.

8. She admired German expressionism.

9. The man sitting at the corner of the counter. The lady with the yellow hat works in Essen. She lives in Berlin.
The man who still sits at the corner of the counter. The man stands up, he says. He smiles, won't move.

Through galleries and frame he most often entered a graveyard. The sweetness of art today, gestapo-framed pictures.

woensdag 13 november 2013

venice

oh dear, oh dear, I hav'n't been in Venice since 1234

loads of friends have been visiting Venice
I appreciate them doing so
and told me how beautiful it is the dark squims of Venice
the ladies dressed with water
and the biennale of course with people looking for something that isn't there

oh dear, oh dear, the last dodo must have been eaten
and in the Britannica no word on Vincenzo Capello
I appreciate them doing so
inviting us to kill the thing we do not want to see
as one of the ladies sang dressed with modern art

oh dear, oh dear, I hav'n't been in Venice for quite a while

zaterdag 9 november 2013

ta ta ta

De overheersende, de dominante, de dominante kleur, een econoom tikt op het ruitje van de kleinste kamer, bezet roep ik, met een politicologe had ik het over Pasolini,
de dominante kleur is Pruisisch blauw, het is niet zo'n stabiele kleur, er zijn varianten bekend, tot laat in de negentiende eeuw hadden ze het er knap lastig mee,
het pigment had de neiging om eenmaal aangebracht een meer donkere toon aan te nemen,
ultramarijn werd grijzig,
de schilders van de achttiende eeuw krabden zich in het haar, maar 's avonds toen ze met de econoom aan tafel zaten werd alles toch weer duidelijk. De dominante kleur.

Er wordt luidkeels gepraat. Aan de tafel waar ik plaats nemen moest, legt een Bulgaar aan zijn echtgenote uit hoe hij het ziet, die dominante kleur, voor zover hij het bevatten kan. De dame zwijgt.
Er wordt luidkeels geboerd, ze praten. De dominante kleur is die van een andere eeuw.

Aan nog een van tafels hebben ze het over zwemmen. Het is een luidruchtige avond. Schreeuwerig.
Cindy speelt met de glazen, weet hoe het moet.
In de buitenlucht breekt de betovering. Ik stap naar de auto. Kalkrotsen rijzen boven het tafereel.

donderdag 7 november 2013

sonnet van de klotetoestand

De persoon die Een vrouw in het zand van Kobo Abe en Gedichten van Drummond De Andrade achterhoudt, beweert dat het een ruil geweest is.
De persoon die met het geld een witte sofa koopt, zegt dat de ander om een of andere reden bij haar in het krijt staat.
De persoon die niet voor het schilderij betaalt omdat ze, zoals ze zegt, vijf kinderen heeft.
De persoon, uitbater van een restaurant, die de fooi van een van de kelners op zak steekt, nadat de kelner, die de fooi ten persoonlijke titel opgestreken heeft, mededeelt dat hij de enorme som, 1.500 pesetas, met het personeel in de keuken delen wil.
De persoon die met 1.500 euro aan de haal gaat.
De persoon die de naam van de vorige bezitter uit het gestolen boek verwijdert.
Elke persoon dus die zich op hierboven vermelde wijze dingen van anderen toeëigent.

iedereen kwijlt hobbelt springt
en gedraagt zich
iedereen gedraagt zich
wanneer hij of zij zich te gedragen heeft
gedraagt zich niet
wanneer het niet meteen hoeft

woensdag 6 november 2013

dinsdag 5 november

Regen roffelt over het dak. Ik overweeg wat in 1836 plaatsgevonden had kunnen hebben. In Pis-Ter-Plekke gleed voor het eerst iemand uit over een bananenschil. Zigo Zstrond, die alleen voor zichzelf die naam had, leert paardrijden. Hij is verliefd op een meisje, de oudste dochter van de mensen die in het paleis om de hoek wonen. In het salon is een grammofoonspeler. Hij en het meisje luisteren naar een symfonie van Mozart. Met alles wat plaatsvinden moest, was een van de variaties het betere idee. Hutsepot roffelt over het dak, een buitje dat na verloop van tijd steeds maar heviger wordt. Trommelstokken. Eén stoel, vijfhonderdduizend tafels, zo klinkt het, Musil zit mee aan, een Atlantische storing valt over het stadje, bassocontinuoturbine. Wind zuigt aan het dak. En dan is het over, opeens. Het stopt. Ergens, op een niet te definiëren plek, is gedruppel. De blackstraler maakt een tikkend geluid.

zondag 3 november

De hemel betrok, grijze wolken schoven over het stadscentrum, maar de boekenstalletjes stonden er nog. Aan een van de tafels stond een oude man over een boek gebogen. Van de handelaars, die ook andere markten doen, waren er al enkele die rekening hielden met het feit dat ze zo meteen op te breken hadden. Iemand met Hollandse tongval werd opgebeld door een dame uit Lochristi die boeken voor hem had. Ik keek boven de uitgestalde koopwaar en het water en de huizen naar het zwerk waar alleen bewolking te zien was en het idee, begreep ik, dat het zo meteen zou gaan regenen. Een van de boekenverkopers had twee edities van privé-domein. 'Daarenboven,' grapte hij, zonder van de boekentafel op te kijken. Van het schrijversverdriet van Virginia Woolf wist hij dat het twee delen had, hij had alleen het tweede deel, ik dat het een vertaling betrof van fragmenten uit het door Penguin in vijf delen uitgegeven dagboek. Het andere deel, Herinneringen aan een joodse jeugd van Isaac Bashevis Singer, interesseerde me, vooral omdat ik met Czeslaw Milosz net aan het eind van Geboortegrond beland ben.
In Afsnis hebben ze zurkelsoep. Het boek van Singer belandt naast het soepbord, het plein onder de bomen ademt uit en een dame dringt zich op. Ze is dronken. Dat is best vervelend, het is niet eens middag. Ik stap onder de bomen door, raap een papiertje op.
In 1985 was ik aan het plein komen wonen, in het pand waar ze nu op het gelijkvloers ZAHIA hebben. Ik ken het plein, ben er opgegroeid. In het pand waar ze nu een stoffenzaak hebben begon croxhapox, Ward Denys heeft z'n kantoor op het eerste. In 1985 was hier het kot van Michaël Borremans. Het was Michaël trouwens die er voor zorgde dat ik aan het plein belandde, op het tweede van Beverhoutplein 7. Ik drink een koffie op het terras van de brocanterie, merk dat ze het werk van Kosuth weggehaald hebben. Ik kan me niet herinneren wanneer het er nog hing. 2010? Hing het er nog in 2010? Zon trimt het bladerdak van de platanen. Wie midden jaren tachtig op m'n atelier langskwam, weet dat ik een affaire met die bomen had. Drie jaar aan een stuk door worstelde ik met in totaal niet eens tien doeken die de platanen op het plein als thema hadden. De mislukking had, begreep ik later, met het formaat van die doeken te maken. Op een keer smeet ik het penseel naar een van de doeken. Het boorde zich dwars door het doek. Een andere keer tuimelde een van de doeken over me heen wat me zo woest maakte dat ik het verfrommelde en vertrappelde tot er geen vierkante decimeter van over bleef.
Vandaag zit ik op het terras onder de bomen. Een leuk meisje brengt de koffie die ik hooguit halve bedenking eerder besteld heb. Op het plein zijn nog wat marktkramers bezig. En dan is er het personage. Laten we het er op houden dat hij voorlopig niet duidelijk genoeg is om een andere titel te kunnen hebben. Uit latere fragmenten van het gesprek maak ik op dat we dezelfde leeftijd hebben. Hij is getrouwd geweest, hing in Afrika rond, is Brusselaar, had een bedrijfje dat weet ik veel wat voor spullen sleet, woonde tot voor kort in Blankenberge, was roadie van een rockband, investeerde 15.000 euro in een project waar ook iemand die toen in 't Damberd werkte bij betrokken was, woont in een mobilhome, kan zich niet meteen herinneren waar hij de mobilhome liet, gisteren was hij op een feestje met maar liefst tweehonderd lesbiennes, tweehonderd stuks, met enige regelmaat brengt hij het aantal te berde, zoveel lesbiennes dat hij er niet eentje wist uit te pikken. Het aantal is overigens ook wel zonder de bestelling waar hij op had zitten wachten. Rudi bevalt me omdat hij zo'n guitige kerel is. Hij lijdt aan zoveel kwaaltjes dat hij 't niet een twee drie opsommen kan. Hoeveel het er ook zijn, ze maken deel uit van het vacuüm.
Na Rudi rij ik naar croxhapox. Ik ben er ruim op tijd, activeer de scanner. Raf springt binnen.