zondag 30 juni 2013

stront

Ik was twee jaar oud, als ik het me tenminste correct herinner, toen ik de man van stront ontmoette. Hij gedroeg zich voorbeeldig, kakte.
Reeds op zesjarige leeftijd had zijn attitude zo'n tegenwoordigheid van geest bereikt dat hij het salon tot de zoldering vol scheet.
Ook later was er alleen de stront die hij kakte. Hij kakte voorbeeldig. Alles kwam onder de stront te zitten die hij scheet. Het werd gepubliceerd. We jubelden. Zelfs als ik het geprobeerd had: nooit, niet in een mensenleven, had ik zoveel stront geproduceerd kunnen hebben.

deux rencontres

La flêche me dirige vers la salle où Diane Rabreau à sa présentation. J'étais impressioné, il faut le dire, par le projet de Robby Verdickt et ses aventures en Ethiopie. On en parlait pas mal de temps. Il n'avait pas eu l'intention de faire des photos de ses intérieurs désolates à Gabriel, où vivent les riches, l'ambassadeur, des industriels, des diplomats, des gens d'affaires, des gens qui venaient s'installer dans le désert comme dans un roman de Raymond Chandler. En effet, la découverte ce n'était pas là série de photos - qui me semblait une duplication interminable d'un seul photo, d'une seule lumière, la lumière d'une décadence solitaire et tropicale qui présentait avec chaque intérieur où Robby pouvait s'installer avec son camera la duplication d'une couleur locale complètement indifférente, les intérieurs eux-mêmes d'ailleurs qui n'avaient rien qu'une certaine présence indifférente, no living soul around, rien qui marquait la présence d'une individualité au bout de quelque chose, comme si les intérieurs eux-mêmes affichaient le vide absolu des gens qui y habitaient - c'étaient les textes qui me frappaient. Les images déjà donnaient une impression étrange: les textes ajoutaient un rapport qui accordait avec cette impression, quelque chose de lisible qui était déjà dans les photos. La flêche me dirigeait vers la salle de Diane Rabreau. Son projet s'intitulait België & Frankrijk, De kleine gids van vergeten bestemmingen.
J'avais tout de suite l'impression d'entrer en quelque chose de très particulière, quelque chose, c'est vrai, il faut le dire, qui approchait ma Chasse aux syllabes, wat in dat geval Frankrijk, Een kleine gids van onbekende bestemmingen genoemd zou kunnen worden. Diane Rabreau invite chaque'un qui s'y intéresse de lui approcher avec une location inédite et solitaire. Alors elle se dirige vers la location en question et la questionne. Question de merde ou question crême glace, toutes les locations mises en question ajoutent à l'aventure, le prospectus Franco-Belge des locations perdues. We babbelden. Ik stond voor een laptop. Op het beeldscherm was de tekening te zien van een man die kakte en een hond die aan de drol snuffelde. Pête de..., stond er. Ik zei dat m'n meest recente project met stront te maken had. L'homme est d'une nature coprofrage, zei ik, of iets in die trant. De mens is een stronteter. We kakken en eten zoveel stront dat er geen tijd voor wat anders is. Diane, het was haar laptop, herinnerde zich prompt un jour j'ai rencontré un homme de merde, de naam van de dichter bleef in het ongewisse. Christophe Tarkos, ontdekten we. We bekeken een filmpje, lachten. Topor, zei ze.

insect

Bizar, vliesvleugelig insect. Zachtrode stuurcabine. Plaatst zich op de rand van een cylindrische vorm. Kleinschalig onderzoek van betreffend plekje. Tot opeens: wirwarpirouettes boven het tafelblad. Verdwijnt in het daarnumaals. Komt spoedig op beslissing terug. Plaatst zich op de rand van de cylindrische vorm. Vliesvleugelig blauw. Stijgt op en landt aan de bovenrand van een pakje tabak. Hier niet zo'n interessante bevindingen. Stijgt spoedig opnieuw op en duikt in de cylindrische vorm.

OBN onbeschoft beperkt Nederlands, synon. Lees

Enige toelichtingen bij het gebruik/gebrek van woorden in de streek van Denderleeuw, alsmede een beperkt overzicht van woorden en begrippen die vanaf heden als discutabel ingeschat horen te worden. Om te beginnen het woord discutabel. Is afgeleid van het Franse woord discutable.
Van discutabel allooi: allooi is afgeleid van het Franse aloi = naar de wet. In dit discours letterlijk te nemen: een wet van discutabel allooi.
Discours: uiteenzetting et cetera.
Et cetera: enzovoort.
Altaar. Is afgeleid van het Latijnse altare.
Alcohol. Is afgeleid van het Arabische al-kuhl. De Spanjaarden maakten er alcohol van. Ook in Frankrijk en Wallonië onder die naam bekend.
Alarm. Afgeleid van het Italiaanse all'arme (te wapen) waar de Fransen alarme van maakten.
Akkoord. Afgeleid van het Franse accord > accorder.
Ajuin. Afgeleid van het Latijnse unionem (uit één stuk, eenheid) en het daarvan afgeleide Franse oignon.
Akte. Afgeleid van het Franse acte.
Advocaat. In het Frans: avocat. Afgeleid van het Latijnse advocatum.
Abuis. Afgeleid van het Franse abus.
Achterbaks daarentegen is wel correct Onbeschoft Beperkt Nederlands.
Andijvie. Afgeleid van het Franse endive.
Appelsien. Afgeleid van het Franse pomme de Sine of pomme de Chine.
Asperge. Afgeleid van het Franse asperge.
Averij. Afgeleid van het Italiaanse avaria.
Avontuur. Afgeleid van het Franse avonture.
Balkon. Afgeleid van het Franse balcon.
Bankroet. Van het Franse banqueroute.
Barbaar. Afgeleid van het Latijnse barbarus = iemand die onverstaanbaar spreekt. Bar bar : onomatop.
Bargoens. Ik citeer, 'Borgoensch = Bourgondisch. Sedert het Bourgonische tijdvak tot verre in de 18de eeuw was Bourgondisch ten onzent synon. van Fransch of Waalsch.'

Alle hierboven vermelde gegevens komen uit het Beknopt Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, J. Vercouillie, 1925.

systeem

Wat ik me herinner, is dat iemand tegen het kunstwerk liep. Het kunstwerk viel, ging stuk, en daarna, zo bleek, had opeens helemaal niemand het kunstwerk omver gelopen. Toen ik het daar met haar over had, kon ze zich het voorval niet herinneren. Wat ze zich evenmin herinnerde, was wat we afgesproken hadden. Dat ze me met rust zou laten. Het verbaasde me niet dat ze ook dat vergeten was, zo was het nu eenmaal, ze herinnerde zich alleen wat in haar voordeel zat, waar de persoon die als kind tegen het kunstwerk gestruikeld was ook later, en telkens weer, gretig gebruik van maakte, zo gretig dat er na verloop van tijd alleen nog die waarheid was. Als het beter uitkomt, moet je liegen, zei hij. Van die uitspraak had toen niemand wakker te liggen, ze was dood, hij kon vrijuit spreken.
Waarheid of leugen, het gebruik ervan heeft me altijd verontrust. Het is een systeem. Als je telkens weer in hetzelfde standje moet liggen, wordt het gauw vervelend. Waarheid en leugen claimen hetzelfde standje: dat het wel: dat het niet: wat op een of andere manier op hetzelfde neerkomt, omdat het gebeurt of niet gebeurt en in geen van beide gevallen meer potentieel heeft dan het tegendeel.

zaterdag 29 juni 2013

across the doorway

Roses bent to the floor.
Nothing else had been doing less.
Rain took on their appetite.
As I close the door
the thing seen ain't the thing I had been looking for.
The remain of a humble notice remains,
nothing ever would be the thing it was.

vrijdag 28 juni 2013

the case of the case hidden

It is said that he was in love with a fat woman.
It is said that the fat woman was so fat, or actually became so fat, as she became fatter and fatter, which he first didn't notice, but apparently one day he noticed, that she couldn't move, and from that time on he cautiously glimpsed from the newspaper looking every now and then with a grave wax smile - engraved beneath a tin line of trimmed hair - at these gorgeous surroundings in front of him.
He was so much in love with her.
It is said that he and the fat woman had dinner each now and then.
It is said one day that a huge blow of fermented food came from her mouth. It destroyed the pleasure he took in daily reading.
It is said that he from that very day, surrounded by the gorgeous nearness of her enormous parts, ate from her mouth what she gave him to be eaten
and from her arse what she gave him to be done.
It is said that he took the fermented food in his mouth and swallowed it with nothing less but effortless appetite.
It is said that he ate from her arse and did so whenever she had to.
It is said that he quite often mentioned the fact that he had no other means to clean the house.

genot

He's a nerve on that piano, she said to her husband. Ze hield niet van het pianospel, het stoorde haar nachtrust. Hij had een pesthekel aan de sukkel die ze in huis gehaald hadden. Het niveau van de improvisaties, trouwens, kon met een tik minder zalf net zo goed aan z'n reet roesten. Ook zij hield niet van het pianospel maar het beviel haar wel dat de piano, nu ze op een bijna naargeestige manier tegen de rug van haar echtgenoot aanlag, als een geluid dat tegelijk heel erg ver en onmetelijk dichtbij was, tegen die rug aanlag.

donderdag 27 juni 2013

een gebeurtenis

Kwak, Ronny, Ronny Kwak, zei het individu. Hij had me, merkte ik, een stevige handdruk willen geven, maar hield zich tijdelijk in. Ik kende hem niet. We waren aan de praat geraakt toen hij in het park naast me was komen zitten. Zeg ik dat goed? Ik had een vrije namiddag. Alsof ik de hond van Bol opgepeuzeld had, zo voelde het. Over die hond zal ik u een andere keer vertellen. Kwak. Laten we ons aan de huidige feitelijkheden houden. Kwak dus, zo heet ie, had ie gezegd. Kwak was naast me komen zitten, had niet naar me omgekeken. Ronny Kwak. Echt een naam die je eerst in arduin gebeiteld wil zien voor je gelooft dat iemand ook werkelijk zo heet. Kwak, geboren: ooit, in de Heer ontslapen: doet ie zo meteen. Eerst had hij een hele tijd naar de vijver staan kijken. Ik merkte dat hij af en toe naar me omkeek. Asfonteinen spoten hoog boven het park. Het woord asfontein was een ogenblik eerder in een schuifla van m'n hersenpan beland. Ik opende de schuifla, snuffelde aan het zopas bedachte woord, opende het notitieboekje, schreef het op. Asfontein. Ik had in Thirty Poems van Robert Walser zitten lezen, het gedicht op bladzijde 25 - en wat ik nu pas merk, dat het op bladzijde 25 staat:

Prettily painted boats came and went
to and fro, and the mountain
swam in the mirror
just as aptly as a person of spirit

In het voorwoord had de vertaler het over de rijmdwang van Walser gehad. Onderaan de bladzijde stond volgende mededeling: G 403. 1930. Unrhymed loosely alternating pentameters and hexameters. Die zin had ik net gelezen toen ik het individu opmerkte. Ik kom er niet toe om aan zijn plotse verschijningsvorm een minder afstandelijk aponiem te geven. Neem me niet kwalijk dat ik als glijmiddel gebruik maak van een onbestaand woord. Ik heb het opgezocht en met uw goedvinden, ook in het Lexicon van literaire termen komt het niet voor. Dus bedacht ik wat niet bestond, nu het toch bestond, omdat ik het niet over genoemd individu wilde hebben. Ik wou ten slotte alleen maar heel even in het park zitten, een half uur of vijf minuten, hierover zouden omstandigheden of gebeurtenissen beslissen waar ik geen weet van had, en in het boek van Walser lezen kon een andere keer.
Een ondraaglijke walm deed zich voor. De persoon die aan het andere eind van de bank plaats genomen had, bleek geen hinder te ondervinden. Ik tastte in m'n aktentas, vond geen spoor van uitwerpselen.

woensdag 26 juni 2013

crisis

Crisis? Wat voor crisis. Waar is 't ie, die crisis. Ik zie geen crisis. Hebben ze verzonnen net als de duizend en een andere dingen die ze verzonnen. Als 't geen verzinsel is, kom er voor de dag mee, dan, met die crisis. Failliete bankgebouwen bouwen torenhoge failliete bankgebouwen. Crisis? Dan toch eerder een crisis waar de hulpbehoevende banksector alleen maar baat bij heeft. Slim gezien, zo'n crisis. Ik zie geen crisis. De behulpbehoevenden, ze worden alleen nog hulpbehoevender, plaatsen hun hulpbehoevend gebrek aan vermogen in belastingsparadijsjes, zitten er bij klaarlichte dag in een bermuda cocktailijsjes te eten. Met het invoeren van de euro werd alles vier keer duurder. Ook toen las je dat daar geen zak van klopte. Crisis? Afgaand op wat de hoge pieren uitvreten zou ik toch maar twee keer nadenken om dat woord in de mond te nemen. Het burgerrapalje helemaal uitpersen, tot de laatste druppel, en dat met de status van niet meer dan een kattebelletje de identiteit van crisis geven. Best aardig, zo'n verzinsel. Miljoenentransfers. Dan denk je toch niet meteen aan crisis. Of is dat hulpbehoevende leventje van ze... Bonussen, topweddes, kontrijen die door een deugniet genomen worden, niet een voor een maar alles simpel in één keer. En dat voor de gein crisis noemen. Duizelingwekkende afgrond.

potverdraaid

heb je um zien liggen / eh / eh / eh / ummer : umst
flinke drol : flinke drol / vers gekakt / goed gedraaid
een / een / een /
goed gedaan zeg
goed gedaan
met hoofdletters gekakt met hoofdletters PROFICIAT
je kon um zien liggen
ik zou zeggen : daar : midden het voetpad van een brede straat
let op want hier ook
OPPASSEUH hier ligt er ook een / eh / eh / eh / um : ummer : umst
ueberbegaafde megadrol
voorpaginadrol bladzijdedriedrol wereldnieuws
nee / wacht / laat me uitspreken / effectief zo'n drol dus
daar : midden het voetpad : flinke drol
ho ho ho geen formaliteit wat een bewustwordingproces
doctrinaire mega-extase van de eeuw
ik zou zeggen / laat ik me als volgt uitdrukken: Uebereeuwdoctrinedrol
um ter umst
en met megalomane precisie: midden het voetpad van die brede straat
de hur-stuuk-uk-mun-bruuk-uf-struut
en / en / en / en / formidabel
reeds van op verre afstand kunt u um zien liggen
met hoofdletters midden het voetpad geplaatst
een historisch moment
stammen zijn uitgeroeid
tot en met laatste exemplaar opgevreten de dodo
torens zakten slap in elkaar
mama mama krijsten we : eerste woordjes van Borges Plato Szymborska
en wie heeft nu ook weer de spietschoel uitgevonden
Borges gaf de geest (laatste woordjes van)
en en / en / en / en en / dus effectief zo'n drol
je zag um al liggen toen je um de hoek van Pierhandel Umst Walser Boulevard betrad
uebereeuwig um daar hier ginds
in loopgraven waar ook ter wereld
goed zeg uitstekend prima

dingen die ik vandaag deed

Ik at een paëlla.
Ik keek door een raam.
Ik ging op een toiletpot zitten.
Ik opende een deur.
Ik luisterde naar een song van Ween.
Ik krabde aan m'n kloten.
Ik zag het blauwe uitspansel waarin wolken dreven.
Ik las in Microscripts van Robert Walser.
Ik ging op een plek langs en verkeerde in de veronderstelling dat er dingen getoond werden.
Ik zat voor het beeldscherm van de laptop.
Ik snoot m'n neus.
Ik stommelde naar de badkamer.
Van de mailarts die ik van iemand ontving, beantwoordde ik er twee.
Gedurende enige tijd was ik met een strijkkwartet bezig.
Ik begon een studie voor clavecimbel, melodeon en orgel.
Ik tilde houtvoorraad uit een auto, wreef over m'n kale kruin. Een vlieg hield zich bezig met wat van de paëlla gebleven was.
Jongens scheerden over het wegdek. Ze gierden van het lachen.
Ik ging naar achter.

maandag 24 juni 2013

mededeling

In de Kortrijksesteenweg, honderd meter voor het rondpunt, waar het wegdek in beide richtingen volledig afgesloten is, staat een bord met de mededeling STERKE VERKEERSHINDER.

zondag 23 juni 2013

toilet

'Waar is het toilet?' De dame die dit vroeg, terwijl ik deed alsof ik potdoof naar een fles Manzanilla zat te staren. Laat ik om te beginnen opmerken dat haar achterwerk me bekoorde. Ze had. Maar is het werkelijk nodig om in detail te treden. Maakt het wat uit of ze een dik of een, een hoog of een, een plat of een. Een vol. Vol, halfvol, leeg. Dat is wat met de fles Manzanilla gebeurd was. In een boek dat ik ben kwijtgeraakt, las ik dat er in Afrika stammen zijn. In Afrika, jawel. Stammen waar een dik achterwerk. Met dik bedoel ik zo dik dat ik wel twee keer nadenk voor ik zo'n dame aankijk. Waar, zoals ik probeerde uit te leggen, een dik achterwerk aanzien en status betekent. Dat heb ik gelezen, jawel. Ik ben het boek kwijtgeraakt, wat er ook al niet toe doet. Nu herinner ik het me weer. Ze droeg een witte jurk die haar armen en schouders bloot liet en bij die witte jurk stelde ik me voor dat het misschien een jurk van crêpe de chine was. Ik was niet 100% zeker wat crêpe de chine was. Op de benedenverdieping waar ik toen woonde, belandde af en toe een catalogus van La Redoute, waar ik in bladerde. Telkens weer, terwijl ik dat, of je 't nu gelooft of niet, niet van plan was, maar ik deed het, telkens weer, en het kon niet zo gek lopen met de herfstcollectie of ik had meteen na het beëindigen van de lectuur al zin in wat de lente brengen zou. Over die collecties is nagedacht. En zo had ik een idee, hoe vaag ook, van wat crêpe de chine was of wat het betekenen kon. Ik had het ontkurken en ledigen van de fles Manzanilla van nabij gevolgd. Potdoof, zoals ik al zei, zat ik naar de fles te staren. Op de belendende tafel. Ik had het niet in m'n eentje weggespoeld. Op alle belendende tafels stonden theelichtjes. De muziek beviel me niet. Buiten was een gure nacht. Het beviel me niet en het beviel me toch. Ik zat ongemakkelijk weggedoken aan een tafeltje vlak bij een raam dat uitgaf op die gure nacht. Op het etiket van de lege fles Manzanilla stond een zigeunerin afgebeeld.
'Waar is het toilet,' vroeg de dame. Ik had de hele tijd, vaak onbedacht, naar haar kont zitten kijken. Ze vroeg of ik wist waar het toilet was. Om haar schouders hing de slappe arm van iemand met een zwarte vetkuif. De muziek noopte tot dansen. Wat sta jij hier, besefte ik opeens. Welke sukkel heeft bedacht dat jij enig nut had kunnen hebben. Ik stapte tussen de geluidshinder door, ging op het plein staan, zeik drentelde over het wegdek. Op het plein was niemand. Hoog aan een paal schommelde een mand. Het beviel me wel, eigenlijk, dat het moment niet meer betekenis had.
In de keet hadden ze een jonge barman, iemand van een jaar of twintig met golvende lokken en een t-shirt waarop een of andere mededeling stond. Ik bestelde een biertje, stapte tussen de lijken en de theelichtjes door. De toiletruimte was rechtsop, achterin.

donderdag 20 juni 2013

homeless

Yesterday I had a conflict with a certain Assad. This happens quite often. I don't think that Assad is his real name, but, what I thought, as I asked him twice to confirm that singular and very specific part of his identity, is that he meant Acid or maybe he didn't want to make clear what his real name was. He lives four houses from the house where I live. Coming home after a tough day, initializing the comeback on earth of the homeless W.A.F.-team, or What A Failure we are, I noticed him sitting in a blue car, labouring the display of his mobile, in front of that little garden in front of the house, four houses away from the house where he lives. The conflict started when he stepped out of the car and pointed a sharp and far from decent look at my roots, descending from the top, where apes linger, peeling that theory he had on apes and what they should be doing instead of peeling that theory he had. It neared the tip of my tongue: honey, please, shut up. The fact that the word honey came to my mind, did distract me for a short while, as Assad, or Acid, or whatever his name is, didn't have the needs and looks to offer me that much of a sweet extra.
Much later, rivers invisible made vaste structures of blood, someone mentioned the idea to add oestrogen to the halal food Arabs eat. This most certainly would make any of these persons more acceptable.

woensdag 19 juni 2013

groepsfoto

De Italiaan die het hapgrage meisje veroverde, ten koste van z'n Spaanse rivaal, wil een groepsfoto. Met z'n drieën.

Een langwerpig insect belandt op het toetsenbord van de laptop. Het komt vast te zitten tussen ¨^*$ en %ù£`. Een hand strijkt over het toetsenbord. Als we het daarover eens zijn, dat het een hand was. Het insect is zo dun dat het makkelijk tussen de toetsen door had kunnen kruipen, waar het bovendien niet eens boven uitsteekt.

Het spinnetje heeft de lamp ontruimd. Ook het web werd verwijderd. De koepel staat te huur.

Types: the Greec woman, the Russian girl, the Asian tourist, British soldiers, worm-out locals, brooding females. And a damn contrast of fact behind these thruths. The girl mentioned to be Russian is from Paris.
An African, clothed as a Russian spy, enters the scenerie.

Amidst all those decently clothed genitals swings Janis, the Australian dancer. Caroline, the French girl, is her osteopate.
She certainly never would have read Bernhard or anything else without offering the gentlemanlikeness of that bunch of lads a most promising afterthought.
Alfie, apparently gay, made school with Johnny Rotten. Ask Rotten. Same age, same genitals, same school.
Vanessa, the waitress, she's Spanish. I love her. How much exquisite a beauty.
Peter is a friend of Janis and Clive, Clive the Clown, made us laugh. Some of the other guests melted in swell laughter just as well.
What was left of all of them took left on Grassmarket. Ik staar naar de piano. Sinds meer dan een uur kleeft een insect aan de muur boven het toetsenbord.

buren

Ze hebben de aanplant gesnoeid. Van alle struiken in beide belendende tuinen hebben ze tot de maximaal toegestane reikwijdte van 50cm alle takken verwijderd. Wat ze over hoofd zagen, is dat ze dat niet kunnen doen zonder het daar eerst met de betreffende buur over te hebben en dat het ook dan, als het hierover tot een overeenkomst komt, de buur is die het snoeiwerk uitvoert. Kortom, je kan niet zomaar in een belendende tuin gaan snoeien. Het wijf, in de buurt wordt ze Bol genoemd, omdat ze inderdaad zo dik, klein en rond is dat ze op een bal lijkt, deed het snoeien niet zelf. Ze heeft een handlanger. De handlanger keilde het snoeihout in de belendende tuinen. Vanop het eerste is makkelijk de ravage te zien die ze hebben aangericht. De struiken in de andere buurtuin, die van huisnummer 180, bieden een troosteloze aanblik. Het lijkt wel alsof ze de takken met een botte bijl bewerkten. Het gekke is dat alleen Bol tegen de aangerichte schade aan te kijken heeft. De niet eens zo lang geleden paars bloeiende haag van seringen ziet er uit alsof een bom op het areaal viel. Van Bol wordt gezegd dat ze met de hele buurt in onmin leeft, wat me niet verbaast.

dinsdag 18 juni 2013

lamp

Een spinnetje nam z'n intrek in de koepel van de bureaulamp. Het is een klein spinnetje, geel van kleur, druk in de weer. Vliegjes dansen in het gele licht. Verticaal geklasseerd komen ze in het dunne web te hangen, net zo geel en doorzichtig als het spinnetje. Heel erg soms weten ze zich te bevrijden. Dat lukt alleen als ze tegen de rand van het web aanvliegen. Als ze ergens in het midden tegen het spinnenweb ploffen is hun lot bezegeld.
Of het spinnetje ook grotere insecten doet, mug, mot, is niet bekend.

zondag 16 juni 2013

reeks

1) De zwarte aktentas op een van de barkrukken. Een tot een koker van circa 150cm opgerolde hoeveelheid papier. Een thermos, het kopje koffie. Een gele koptelefoon zonder kabeltje en een kartonnen doos van een lamineerapparaat of backloader. De rolstoel. Een gele schouder- of draagtas met het opschrift XUPING JEWELRY. Een potlood, de lintmeter. Een flesje frisdrank van 0,5L met blauwe schroefdop. Twee pakjes Sportlife extramint op de zitting van een stoel. Gekke objecten. Een ooit in z'n geheel open gegooide rol behangpapier, beschilderd aan één zijde, later weer opgerold op zo'n manier dat het een slappe opeenstapeling van golvend papier werd. Okerkleurige scheurresten, een waterpas, een Engelse sleutel, een bakje aardbeien, 3 perziken, een hamer. Een doos suikerwafels - Gaufres sucrées - waarin zich naast een bol touw, een lintmeter, een koordje, transparante tape, een snijmes met grijs handvat en een wit doosje ook nog een dubbelgevouwen A4tje bevindt. De blauwe promotas van een bedrijf uit Vlierzele. Een rechthoekige stok van circa 100cm met één groene zijde. Het groene etuï.

2) Fragmenten van. Bijna leeg. Het apparaat zou zich in de doos bevinden. Een van de hoeken is verstevigd met grijze tape. Eerst 8 keer, dan 11 keer. Meenemen naar croxaphox aub. Herleid tot de contour van een Haflinger merrie. Opeengestapeld. Nam plaats op. Vlak bij de grens met Frankrijk. Hadden elk een vraag te beantwoorden.

3) Met de kop van een hamer op een nagel kloppen tot ie in de muur vastzit. Uitvoerig ingaan op een terloops gestelde vraag. Op het woonerf zitten, in de zon, en naar het beeldscherm van een laptop kijken. Met iets bezig zijn. Op een foto gebaseerd zijn.

zaterdag 15 juni 2013

drek (5)

Feigenbaum, Wurm, Vlol, drie namen die met enige regelmaat opdoken in het schriftje dat ik eerder die dag in de binnenzak van het jasje van vaandrig Nurgemuse aangetroffen had. Nurgemuse. Het stond in piepklein kriebelschrift op de eerste bladzijde van het schriftje en het was het enige wat er stond. De gladde kaft had het doffe karakter van hondenleer en was net als wat van het binnenwerk restte aangevreten door vocht en uitwerpselen. De snede van het dunne boekje had ooit een magentarode kleur gehad, zoals het schriftje waarin ik zelf van tijd tot tijd wat notities bijhield. Dat schriftje was ik een dag eerder kwijt geraakt. Het had drie weken aan een stuk geregend. We waren niet van plan geweest om in het verrekte klerelijersgat te blijven, waar op een onder water gelopen bietenveld en het uitzicht op een hoogspanningskabel na weinig te beleven was. Omdat er geen wijven waren had Horst von Stroh een zeug geneukt. Een gat is een gat. Ik wist niet hoe een marsmannetje er uitzag, maar als het al op wat leek zat von Stroh voorin. Drie weken van stortregen hielden ons aan het klerelijersgat gekluisterd. Op een avond sneden we de zeug de keel over, waar de klerelijer, die zelf tot het besluit gekomen was dat dat het enige was wat we konden doen om te redden wat van zijn vege lijf gebleven was, zo het hart van in was dat hij tot 's ochtends vroeg in de modder kroop tussen de ingewanden en de darmen en wat van het regiment overbleef. Ik kende de buurt wel een beetje. De dorpskern hadden we zelf uitgebrand, een dozijn ouderlingen, kinderen, wijven, borelingen, een gladjanus die zich in open veld in een hooiopper verstopt had. Ik kende de buurt omdat ik er eerder geweest was, als student, niet eens zo lang geleden dat ik daar van wakker liggen moest, de kippen op het dorpsplein waren dezelfde die ik er tijdens het werk aan m'n scriptie waargenomen had. Ik wist de plekken waar kinderen op visjes joegen, het jaagpad van Jeanne als ze tussen de struiken verdween en naar achter ging.
Met het schriftje van, hoe heet ie weer. Nurgemuse. Met het schriftje van Nurgemuse heb ik het enige wat rest van de dagen in het dorp. Een document. Ik pulk aan de bladzijden. Doucement. Het boekje is een platte brij. Horst. Wat van Horst bleef. Kokhalzend kroop ik onder een van de karren. Rond het middaguur ging het geschut liggen. Ik moet toegeven dat ik niet wist wat me overkwam. Ik zette het op een lopen, viel, struikelde, kroop als een hond, van m'n studie was niet meer gebleven dan het jaagpad van Jeanne. Twee jaar eerder was ik langs het jaagpad, dat zich in de vallei vlak bij de oever van een traag stromende waterloop bevond, naar een van de heuveltoppen geklommen. Ik hield notities bij, daar was ik mee begonnen toen ik zeven was, en had het vlindernet dat Dmitri me gegeven had. Toen zocht ik naar sporen van de Geotrupes stercorarius, de mest-, of drekkever, zoals het doorgaans donker gekleurde specimen van de onderfamilie van Coprinae genoemd wordt. In het dal klungelde een klokje, ijl als de hik van een lamme hond, een gaai vloog op uit het struikgewas, in het teerblauwe uitspansel boven de kruinen was een net van flinterdunne wolken. Eerst was er alleen de rivier geweest, anderhalf uur, uit het dunne tapijt dook een vissenlijf op en uit een boom die vlak bij de glimmende stroom stond plukte ik een kleine, gladde appel, ik beet in de zure vrucht, spoog het vruchtvlees uit, wierp de appel in de gladde en trage stroom. Wat verderop deed ik mijn gevoeg aan de rand van een vers geploegde akker. Later, in Tübingen, op het kamertje bovenin de toren, herinnerde ik me een versregel.
Ik kroop tussen de struiken waar Jeanne verdwijnt. Over het schriftje van Nurgemuse druipt het slijk van haar geploeter. Heb ik u verteld dat Nurgemuse een blonde jongen was? Laat ik me wat Nurgemuse betreft aan de verleden tijd houden. Was. En als u nu eerst even een andere kant opkijkt of zo hoffelijk bent dat u best over het hoofd wil zien dat ik tot m'n knieën in de drek sta... Nurgemuse was niet alleen blond, hij had zweren op z'n gat, wat ik niet geweten had als hij er niet zelf de hele tijd door over bezig was geweest, en aan het eind, het kortste, waar we allemaal aan trekken op een of andere dag, toen hij met dat goddelijke snorretje en z'n glimmende bakkes vol als een aardappel in de modder lag en zo begon te stinken dat ik me van kop tot teen inwreef met de drek die die lui van Przt over ons heen gekegeld hadden. Tonnen stront hadden ze over het gehucht gekegeld. He, meissie, ja, jij daar, in welk jaartal hebben ze dat klerescrotum van je gedumpt. 2013. En jullie zitten televisie te kijken? Dat verbaast me geen zak. Ik had m'n bajonet tussen de benen van Nurgemuse gewrongen, benieuwd of 't ie ballen had of een meissie was. He, Vlov, hou daarmee op, zeiden ze. Een van de jongens vloekte, stond opeens tot z'n strot in een kuip met stront. Fuck. Ik tilde Nurgemuse met een riem boven de drek uit, tastte in de zakken van het vessie. Een zwart schriftje, potverdraaid, meer had hij niet bijgehad. Nurgemuse was zo dom, bij leven en welzijn, dat we eigenlijk niet eens wisten hoe dom hij was. Dus ik staarde naar het schriftje, verontrust. Ik had net zo'n schriftje gehad. Godverdomme. Dus die Nurgemuse is een poeet of zo, bedacht ik, toen ik door de drek naar het talud kroop, het petje van Feigenbaum was op het voorplecht van een kar beland wat als een toonbeeld van hoe het moest midden de drek was blijven staan. Zo dom was Nurgemuse dat hij zelfs als hij een nijlpaard geweest was toch verdronken was. Ik peuterde aan het schriftje.

vrijdag 14 juni 2013

kliklijn

Geachte Mevrouw de Inspecteur, of anderzijds eenieder die het mag aanbelangen om kennis te nemen van hier volgende feiten en daar naar best vermogen hetzij enige bedenkingen of althans nuttige overwegingen aan toe te voegen, zijnde deze waarvan ik mij, binnen de context van het bescheiden speurwerk dat ik verrichte, a priori onthou, om de zaak, zoals U zo meteen zelf zal kunnen zien, niet nodeloos ingewikkeld te maken, hetzij, zoals mijn echtgenote zopas kwam te zeggen, om zelf de hier ten behoeve van gezond staatsbelang te berde gebrachte malversaties nader uit te spitten. Want, ik mag U wel zeggen dat ik met verbijstering kennis nam van de drieste plannen van Smulz, zoals hij hier bij eenieder in de buurt bekend staat, een naar ik meen ook bij Uw diensten niet onbekend individu aangezien hij lange tijd als keukenstulpje op de Congoboot gewerkt zou hebben. Die Smulz, geacht Orgaan van Controle, die is voor geen gat te vangen. Zeker, hij heeft op de Congoboot gewerkt, waar hij graag mee uitpakt, maar wat, Hooggeëerde Mevrouw de Controleur, als U mij tenminste toestaat om dit op te merken, wat zou een nietsnut als Smulz daar uitgevoerd hebben, op die Congoboot, trouwens, zoals U weet, die een nieuwe en naar verluidt definitieve bestemming kreeg. Maar laat ik U inderdaad niet langer lastigvallen met zaken die U toch al weet en overgaan tot aangifte van de bezwarende feiten, zijnde het oprichten, of liever, het heroprichten van de Rote Armee Fraktion, wat Smulz op tafel wierp. Jawel, jazeker, er staat wat U leest. Smulz, gisteravond, terwijl hij ongetwijfeld wel al wat te diep in het glas gekeken had, een uitdrukking die ook Uw dienst ongetwijfeld niet onbekend is, betoogde dat de Rote Armee Fraktion, dat heb ik, neem me niet kwalijk, meteen opgezocht, wat dat is, heropgericht hoorde te worden, maar dan als W.A.F., of Weisse Armee Fraktion, institutioneel gesteund, zo vernamen we, door de Verenigde Naties, om aldus het geleuter over de globaal over zowel het noordelijk als zuidelijk halfrond spattende drek van het hogere belang een halt toe te roepen. Een verzachtende en desnoods als lachwekkend in te schatten bijkomstigheid: Smulz argumenteerde dat de biogenetische Wetenschap intussen ongetwijfeld in zo'n staat van spitstechnologisch summum verkeert dat elk als zodanig bekend staand individu, waarvan hij de totale populatie op ruim twintig miljoen schatte, makkelijk in een pinguïn veranderd zou kunnen worden. De pinguïnisering, zo vernam ik, van het politieke en economische apparatus, van de imbecielen zoals hij het noemde, zou bovendien ook onbevroede mogelijkheden bieden aan een meer ecologische exploitatie van de Noordpool, waar de soort binnen de toenemende beperkingen van het territorium een veilig onderkomen zou kunnen vinden. De W.A.F. kortom zou onder geen beding ooit overgaan tot rechtstreekse eleminatie van burgers, zoals tegenwoordig af en toe gebeurt, hierbij baseer ik mij op gegevens die in huiselijke kring circuleren, zelf heb ik helaas zelden de tijd om het avondjournaal bij te wonen, maar hoogstens tot de uitvoering van wat eventualiter een biologisch compromis genoemd zou kunnen worden. Tenzij anderen U reeds van deze Theorie van Smulz op de hoogte gebracht zouden hebben, verblijf ik, Hoogachtend.

alles

Jura and Sabbo took 3 bottles of beer. Dat staat op een papiertje.
Tijd voor nog een koffietje.
Alles goed? Nee.
Bizar hoe hij op z'n werk begon te lijken. De persoon die dit zegt, neemt een boekje door.
Hoe het precies zat, weet ik niet.
Het had met een vrouw te maken.
Als alles goed zou zijn, dan zouden er geen kranten zijn.
Op alles goed antwoordt ze altijd ja, zegt ze. Ik zeg altijd ja, zegt ze.
Daar is geen haast bij.
De persoon die het boekje doorneemt, struikelt over nog wat foto's.
Elke ochtend wakker worden en daar wenkt een nieuwe dag.
Ninke van animatie bestelt een pintje.
Op alles goed antwoorden met de blitzkrieg van een dubbelzinnig en als zodanig bedoeld nee.
Bijna alles goed, vragen ze dan. Nee.

woensdag 12 juni 2013

objet tracé

épreuve
Een bezem. De bezem staat tegen een muurtje aangeleund. Het is een korte muur. Kort en 'zo' hoog. Gerd weet wat ik hiermee bedoel. Kijken is niet altijd zien, zegt hij. Hij zat aan het barmeubel, had dorst, we dronken.
Ik vertelde wat ik een tijd geleden in de White Cube in Londen meegemaakt had. Het werk dat er aan de muren hing, interesseerde me niet. Ik begon naar de mensen te kijken die in de zaal stonden. Het meisje aan de desk was kortgerokt en droeg gladde, glimmende hakken. Ook dat was een reden om niet te kijken naar wat aan de muren hing. Een handlanger stond de lijst van een van de hoge ramen glad te maken. Hij droeg een kiel. Hij stond lichtjes schuin als iemand die zich zo meteen aan een danspasje had kunnen wagen. Hij ging zo op in het werk dat alles wat hij deed deel ging uitmaken van wat er was. Er was een bankje. Ik ging op het bankje zitten, keek naar de man in de grijsblauwe kiel. Zijn aanwezigheid in het gebouw beviel me. Het kortgerokte meisje repte zich naar de inkom, een ronde constructie van immaculaat glas opende, ze had er tegenaan kunnen botsen maar dat deed ze niet, ze wist exact hoeveel tijd het zou nemen voor de glazen wand helemaal openstond of in elk geval net zo wijd stond dat zij tussen het glas door naar de straatkant glippen kon waar iemand die op een scooter zat haar opwachtte. Ze babbelden. Ik keek naar de man in de grijsblauwe kiel.
Zo leunt de bezem tegen het muurtje, als de man in een grijsblauwe kiel. In principe hoort de man in de grijsblauwe kiel over het hoofd gezien te worden. Zijn betekenis is nihil. In White Cube hadden ze, herinner ik me, werk van een Zweedse kunstenaar. Daar ging het om, er was een zaaltekst, een surveillant keek onverschillig naar me om. Een voor een haalde ik de schilderijen van de Zweedse kunstenaar van de muur, wat de surveillant niet merkte, hij bekeek me wel maar zag niet wat ik deed. Ze losten op, terwijl ik naar ze keek, in een zuiver en egaal wit.
De bezem.
Aan de steelpunt zit groene tape. De bezem staat schuin tegen het muurtje. Ook de borstel, onderaan, staat schuin op het muurtje. Gerd toont me een foto. In de zaal zijn Guy en Sabbo bezig. Ze ontmantelen de presentatie. Jura duikt op uit de videoruimte. Gerd had gezegd dat hij dislectisch is. Het lezen van een halve bladzijde kost hem zoveel moeite dat hij er al na twee zinnen hoofdpijn van krijgt. Om die reden beperkt hij zich tot kijken en praten.

berceuse

Op Art Brussels staat Sabbo naast Luc Tuymans. Iemand maakt een foto. Tijdens de eindejaarspresentatie hangt de foto in het decor van een slaapkamer. Op de kussensloop is een portret van Tuymans. Ook het donsdek en het behangpapier hebben een Tuymansmotief. Het portret van de wereldberoemde kunstenaar is gereduceerd tot slaapkamermotief.

Belarus

In Belarus hebben ze een dictator. Hij is de baas. Als iemand in Molodechno graffiti op de muur van een rijwoning kladt, wacht celstraf. 7 jaar krijg je als ze je betrappen met 1 gram marihuana op zak. 's Avonds is er een gala-diner. Na de derde gang, en een aantal niet bijster verstandige opmerkingen van de partijsecretaris, verontschuldigt de dictator zich. Hij stapt door een corridor, de feestelijke verlichting is die van een zonsondergang, opent een deurtje, opent de gulp van z'n broek, haalt z'n lul tevoorschijn, plast.

maandag 10 juni 2013

moment

Ik zal u vertellen over iets wat ik een hele tijd geleden heb meegemaakt. Ik woonde in Spanje. Eerst had ik een week op het appartement van Declan Grant geslapen, in het groezelige centrum van Màlaga stad, op het tweede. Met iemand die ik nu Guillermo noem, z'n naam ben ik vergeten, zaten we naar een match van Barcelona te kijken. Af en toe zakte Guillermo naar Algecuiras af, waar z'n ouwe moedertje woonde. Dan was hij drie vier dagen pleite, we wisten dat we z'n goddelijke lach zouden missen, waar we niet druk over deden, Guillermo had die verrukkelijke charme van iemand die zich helemaal nergens over opwond, wat hij deed wist niemand, we gingen er ook niet van uit dat hij wat deed of meer deed dan pilsjes drinken, af en toe z'n ouwe moedertje bezocht, af en toe z'n broek afstak, af en toe ondersteboven boven de toiletpot hing en uit Algecuiras zo'n hoeveelheid pek meebracht dat iedereen die het spul wilde over Guillermo geen kwaad woord had willen zeggen. Ik sliep op de sofa naast het televisietoestel. Na een week of zo vond ik een appartementje. Grant had er gewoond. Met de hospita heb je op te letten, zei hij: geld, wat anders interesseert haar niet. Ik woonde er al bijna een jaar toen ik op een ochtend, eind mei, de auto nam en naar Rincon de la Victoria reed, een negorij aan de Middellandse zee, twintig kilometer buiten Màlaga. Over de baai hing een blauwe schemering. Ik liet de auto aan het strand, klom naar het hoogste punt van de rots. Tien jaar eerder had ik exact op die plek naar de baai staan kijken. Toen was 't een brute rotsbult geweest. Dit keer kreeg ik een tegelpad dat tot het hoogste punt van de rots ging. De promenade bovenop de rots was afgeboord met muurtjes. Ik klom over een van de muurtjes, stapte naar de klif. Stemmen waaiden over de klif. Over de zee hing het blauwe licht van een late nacht. Ik begreep dat alles ophield en opnieuw zou beginnen. Ik keek naar de zee die zich diep onder me bevond. De stemmen van mensen die zich op het strand bevonden gleden over de klif. Alles is mogelijk, besefte ik opeens. Het rad was tot stilstand gekomen. Ik stond buiten het rad, keek naar de zee.





zaterdag 8 juni 2013

eentweetje

Zij. Over wat zit hij gebogen?
Hij. Over De Morgen zit hij gebogen.
Zij. Zit hij over De Morgen gebogen?
Hij. Hij zit over De Morgen gebogen.
Zij. En sinds wanneer zit hij over De Morgen gebogen?
Hij. Sinds de val van Tienanmen.
Zij. De val van?
Hij. Sinds de val van Casartelli.
Zij. Van?
Hij. Weet je wie de onderbroek uitgevonden heeft?
Zij. Nee.
Hij. Wanneer is de onderbroek uitgevonden.
Zij. Zie ik er uit alsof ik dat had kunnen weten?
Hij. Nee.
Zij. Dus zo lang al zit hij over De Morgen gebogen.
Hij. Da's lang.
Zij. En hoe lang zou hij daar nu nog blijven zitten?
Hij. Dat weet niemand.
Zij. Leest ie
Hij. Hij zit over buitenland gebogen. Landgenoten (kijkt om naar de belendende tafel)
Zij. of is 't ie in slaap gevallen?
Hij. Landgenoten hebben een atheïst onthoofd. Tot het meisje, daar, dat meisje, het meisje dat over (zwijgt abrupt)
Zij. Een risotto.
Hij. Een risotto. Tot ze die risotto heeft afgewerkt (kijkt om naar de belendende tafel), en dan, zonder dat iemand het merkt. Of nee. Tot de leesbril van z'n neus glijdt. Uit de maag van het meisje borrelt een noodkreet. Had ze niet voelen aankomen. En nu zeg jij
Zij. Iemand stoft de schedel af.
Hij. Prima. Iemand
Zij. Waarom.
Hij. Stoffen ze alleen de schedel af?
Zij. Nee.
Hij. Waarom?
Zij. Daarom.
Hij. Goed verdedigd.
Zij. Een nul.
Hij. Ok. Opnieuw. Wie pakt wie?

donderdag 6 juni 2013

ve skal grille

In Noorwegen was Toon met twee Noren die een bakje gekocht hadden, een wegwergding afgewerkt met folie, een set steenkool of vergelijkbaar spul en een roostertje dat je uitrekken of openklappen kan. Ve skal grille, zei een van de Noren. Dat doen ze alleen als er zon is. Dan gaan ze in een warenhuis langs, kopen zo'n bakje en een lading namaakworst. Met wat meeval worstelen de etenswaren zich een weg door het spijsverteringskanaal. Na de grill gooien ze de spullen weg. Over dit soort dingen is nagedacht.

woensdag 5 juni 2013

besluit

De mens is een rattenplaag. Dank u. Ik dank u. Dank u. Besluit twee laat wel nog even op zich wachten. Besluit drie is afgevoerd. Hoezo, wat, afgevoerd, waarom?

Mass Cham

Mass Cham, zegt ze, had ze in Gambia ontmoet, een ornitoloog die in z'n eentje voor het behoud van de mangroves gestreden had. Ze wilden er een resort bouwen. Hij ging met een spandoek in de mangrove zitten. Mass was iemand die de vogels opzocht, wist waar ze zaten en wanneer je ze vinden kon. Ze fotograferen deed hij niet. Ze trokken samen op, zij en Mass. Hij toonde haar de plekken waar ze ijsvogels en hamerkoppen zou kunnen fotograferen en de bearded barbet, een rode vogel met snorharen en een papagaaienbek. Op de foto's die ze van Mass maakte, zie je een boomlange, breedgeschouderde man met donkere huidskleur en een levendige blik. Geen lichtzinnige, geen vunzige, geen betweterige blik, niet die ranzige oogjes van een makelaar, aangetast door het diksap van hebzucht, pupillen die net zo vlak en hol zijn als de bodemloze put die ze afdekken, gaten met de doffe glans van verweerd beton waaruit iemand of iets je met niet langer te benoemen imbeciliteit aanstaart, vaak kwam me voor dat de drek waarvan zij zich niet ontlast hadden tot de hersens stond, ik keek naar en in de gladde gaten van een beerput, stront in maatpak, zo volledig uit stront samengesteld dat de bijkomende accessoires er eigenlijk niet toe deden. Cham, die ik alleen ken omdat zij die foto's van hem maakte, is wel van vlees en bloed. Op een van de foto's staat hij met een grappige bril. Ze drongen in de mangroves door. Mass had een gezwel op z'n hals. Daar moet je wat aan doen, zei ze. Mass begon uit te leggen dat dat niet kon, hij werkte niet voor het hotel. Als hij tot de staff van het hotel had behoord, had hij op bemiddeling kunnen rekenen. Dat was niet het geval. Hij vroeg haar of ze voor insuline zorgen kon. Voor z'n zus, zei hij. Van de hotelbaas vernam ze dat Mass niet ingeschreven was. Het zou twee jaar nemen voor hij via bemiddeling op medicatie rekenen kon.
In 2007 zat ze zeven uur in de koffer van een auto. Ze reden naar Dakar. Mass Cham lag er in een ziekenhuis. Zeven uur in de kofferbak van een auto over een stoffige weg. Witheet zonlicht.
Daar is Mass gestorven, in Dakar, in 2007, in het ziekenhuis. Ze had hem de laptop gegeven die ze bij hadden, zodat hij de naar de vogels kijken kon die hij zelf nooit gefotografeerd had.



dinsdag 4 juni 2013

de laatste pinguïn

Om te beginnen wil ik graag onder uw belangstelling brengen dat de pinguïn, of althans het dier behorend tot de aldus genaamde familie van zich rechtop voortbewegende watervogels, uitgestorven is.
Het besluit is vandaag genomen, er zijn geen pinguïns meer. Ik wil u daarom graag voorlezen uit een korte door het Ministerie van Korte Vleugels die op Vinnen lijken nagelaten mededeling: 'De pinguïn hield op te bestaan.' Wel is bekend dat een zekere Jansma in de buurt van Droningen, om de hoek waar hij woont, in een prachtige villa met pakijs een pinguïn gesignaliseerd zou hebben, of, althans, iemand die op een pinguïn leek. Het bleek om het aan een dranghek vast zittende gemeenteraadslid Kluitsma te gaan. Kluitsma was om een tot op heden niet verhelderde reden aan het dranghek vast komen te zitten. Sindsdien is mijn belangstelling voor het uitsterven van de soort alleen maar toegenomen.

zondag 2 juni 2013

dus

Ik voel dus... ik hurk. Ik steek het bedenksel af, hurk, kak.

niveau

Van genie gaan ze pas spreken als het er niet is, van niveau zodra het ontbreekt.

oefening

Geen internet hebben, geen e-mailadres, geen kabeltelevisie, wel een schotelantenne. De uren die je voor de buis doorbrengt, hou je bij in een schriftje. Je kijkt naar Duitse zenders of naar Arte. Op de lokale zenders hebben ze toch alleen maar rotzooi. Op de Duitse televisie daarentegen hebben ze documentaires over de Rote Armee Fraktion, niet één documentaire maar honderd documentaires die ze op elkaar stapelen tot het huis onder het televisietoestel wegzakt. Duitsland is het nieuwe model. En je steekt er nog wat van op ook. Die Schleyer bijvoorbeeld, die hadden ze niet in Kassel weggestopt. In Brussel zat ie. In Mogadishu gijselden radicale moslims een vliegtuig van Lufthansa. Duitse elitetroepen belegerden het vliegtuig. Een dag later troffen ze Baader, Ensslin en Raspe dood aan, weer een dag later Schleyer, in de kofferbak van een auto. Er is minstens één goeie kant aan die GAS-boetes, merkt iemand op: als ze de duimschroeven nu nog wat strakker zetten, gaat de jeugd eindelijk weer de straat op om te protesteren tegen dat totalitaire gedoe.

zaterdag 1 juni 2013

Smulz' heldendaad

Hadden we het over Smulz? Over wie anders hadden we het gehad kunnen hebben. Het ongelukkige voorval woog op de gemoederen. We zaten in het rooksalon. De ouwe Sprotokova was er bij komen zitten. Maxim stak een gloedvol betoog af over Praag, bovenaardse stad, maar goed, wat deed het er toe. Zaten we soms niet te wachten tot iemand over Smulz zou beginnen? Het sneeuwde toen ze in koetsen naar het concertgebouw reden waar die avond de première van de achtendertigste symfonie van Wolfgang Amadeus Mozart plaatsvinden zou. Een wonderkind, maar wilden wij het over Smulz hebben, of niet soms. Ja toch. Smulz. Die Smulz, begon ik, die is niet aan z'n proefstuk toe. Ach. Ik merkte een algehele verademing, een verwarring van sferen, Blake plukte een sigaar uit het kistje dat hem door Juan aangeboden werd. Een godheid, die jongen. Je hoorde natuurlijk niet te weten dat het godenkind met Juan aangesproken kon worden, in de nauwe uurtjes, en dat hij ook dan als een knipmes boog. Je merkte niet eens dat zelfs Maxim het wist, wat wij wisten of niet wisten en dat hij het evenmin wist of deed alsof. Het derde deel van Confessions was in de plooien van de jurk van Katarina Sprotokova beland. Heeft iemand een vuurtje, vroeg Maxim. Op de trap naar de tuin streken twee kauwen neer. Een van de bedienden drentelde over het grind, een Atlantische storing joeg over het park. De knaap verdween achter een struikje, deed z'n gevoeg. Dat ook het personeel zich dit soort vrijheden permitteren kon, irriteerde me. Smulz, zei ik, die heeft op een dag op de trappen van het paleis gekakt, zonder dattie z'n broek af te steken had. Wat ik gehoord heb, zei Maxim - heb je een vuurtje? Hij boog zich naar de ouwe Sprotokova, die het volume waarin ze las zedig van zich afschoof. We wisten wat ze las. Dat een dame van haar leeftijd zich met dit soort staatsterreur onledig hield, wekte niet eens lachlust op. Iemand had de troep te lezen en met iemand die alles van die troep wist, had je op te letten. Smulz, zei ik, had toen, de Paaseilanden waren net ontdekt, het bevel over een troep die vlak bij Protvod gelegerd was. Sprotokova keek op van het schoteltje met melk dat haar door een van de bedienden aangeboden was. Ze boog zich over het schoteltje met melk. Blake leek het drommels vervelend te vinden. Hoe zit het met die ouwe Smulz, zei hij. Ik voelde me vereerd. Aan de heren die in het rooksalon zaten, zou ik zo meteen zeggen hoe het met die ouwe Smulz zat. Ze hadden geen munitie gehad. 't Was een pijnlijke zaak, zonder munitie kan je geen veldslag winnen. De gravin spoelde haar gebit in het schoteltje met melk. Nu ja, zei ik, die Smulz... Ze keken naar me om alsof ik aan het gebinte van een katheder hing en vooral helemaal niets over Smulz zeggen moest. Je had iets over Smulz willen zeggen, zei Maxim. Ook de gravin zat me aan te kijken. Smulz, zei ik, had het bevel over een troep van honderd man, ze belegerden het achterlijke Protvod. Het regende en met die zeik hadden ze opeens geen munitie op overschot. En toen was het Smulz, ouwe Smulz, die met het plan op de proppen kwam. Smulz die naar verluidt niet eens tot vijf tellen kon. Tot Vransk reden ze, dat daar toch zo'n 40 werst vandaan ligt, tot ze van alle paarden die ze vonden, en van nog eens zoveel koeien, varkens, schapen en geiten vijftig ton stront verzameld hadden. Met vijftig van die karren reden ze naar het front. Het konvooi kwam in een noodweer terecht, de karren kwamen in modder vast te zitten, er tuimelde er eentje omver in een gracht, in de bergen was een gierend onweer. Intussen, zoals algemeen bekend, was de slag om Protvod begonnen. Het konvooi bleef weg. Smulz stak z'n broek af, kakte. De manschappen volgden zijn voorbeeld, staken hun broek, kakten. In allerijl kneedden ze de drek tot geschut. Dat was de munitie die ze hadden en van Protvod bleef geen morzel. Smulz werd tot majoor bevorderd.
Dat verhaal, zei Maxim, die nog een sigaartje opstak, zonder me aan te kijken, heb je, als ik me dat tenminste correct herinner, ook gisteren verteld. Blake plukte het derde deel van Confessions uit de plooien van de jurk die de schoot van Gravin Sprotokova bedekte. Ik bloosde. Wat vervelend. Maxim en Blake staarden naar het haardvuur. Je weet toch..., zei ik.
Ja, ook dat wisten ze. Dat Smulz aan de belegering van Protvod niet alleen het eremetaal te danken had.
Ik kroop overeind, verontschuldigde me, Juan boog voorbeeldig. In de binnentuin was een lichte bries, midden het pad hing een wolk van muggen. Ik stapte om de muggen en het struikgewas heen, betrad het grijsblauwe areaal, stak m'n broek af, hurkte. Potverdraaid, wat ik ook probeerde, het wilde er niet uit. De grijsblauwe duisternis gaf z'n geheimen prijs, opeens zag ik meer dan wat ik een ogenblik eerder gezien had. Er lagen dennenappels, merkte ik, een verdwaalde beukennoot.