maandag 11 augustus 2014

Brussel

Ik ontmoet de dames van Les Brasseurs in Sint-Gillis. Op een pleintje, vlak bij de plek waar Carole en Christophe wonen, word ik aangerand door twee Marokkanen. Ze schreeuwen. Wat ze schreeuwen weet ik niet. Ik neem notie van het incident zonder er op in te gaan. Op het plein is een pizzeria. Op het terras zitten mensen. Verderop zijn nog wat terrassen. Het incident vindt plaats net voor we het plein betreden. Yannick is meteen op z'n hoede, kijkt om naar het tweetal. Het gebrul is buitensporig agressief. Ik ben me bewust van de agressie, besteed er geen aandacht aan, maar het impact is enorm. Jij kunt hier dus niet rustig over straat wandelen, zegt Yannick later, we zitten elk over een werkelijk verrukkelijke pizza gebogen, zonder dat dit soort dingen gebeurt. Maud hing draadloos, ze had het incident niet opgemerkt. In Brussel kan ik inderdaad niet zomaar over straat lopen, ook bij klaarlichte dag terroriseren Marokkanen het gewest. Maud nuanceert: voor vrouwen is het niet anders. In principe loop je als vrouw het risico op elk moment van de dag door zo'n groepje aangeklampt te worden, ze zijn brutaal, komen met z'n tienen rond je staan, intimideren, eisen de inhoud van je handtas en als dat niet lukt wat anders. Kakkerlakken. Misschien moet de Marokkaanse gemeenschap ook maar eens leren leven met dit predicaat. Ze gedragen zich als kakkerlakken. In Saoedi-Arabiƫ zou ik uiteraard helemaal niet over haar straat kunnen lopen, ik eindig als gehakt. In Brussel lopen ze over straat alsof het voorts weinig uitmaakt, ik eindig als gehakt.

Geen opmerkingen: