woensdag 20 augustus 2014

visite

J'aime l'ambiguité, verneem ik. Hij, geen fotograaf omdat hij nooit foto's neemt, woont vlak bij Le Burton, ten zuiden van Charleroi. Le Burton is een hoekcafé. Ten zuiden van Marcinelle centre had ik de weg gevraagd. De dames hadden geen idee waar Rue de Marcinelle te situeren was. Niet in Marcinelle. Bonne journée, zeiden ze. In het Q8 tankstation, met mensen die op een bus staan te wachten aan de overzijde van het wegdek, weten ze het evenmin. Ik heb geen gps. Zelfs in Portugal raak ik liever de weg kwijt dan altijd exact daar te belanden waar ik verondersteld werd aan te landen. Gek of niet, ik raak zelden de weg kwijt, zelfs als ik naar een plek in Duitsland te rijden heb waar ik nooit eerder geweest ben. Ik heb een neus, zoals ze het noemen, een neus voor richting. Ik heb nooit begrepen wat daar zo moeilijk aan is. Ik open Google maps, tik Rue de Marcinelle in en krijg drie mogelijkheden aangereikt, eentje in Charleroi, eentje in Ham-sur-Heure-Nalinnes en eentje in Esch-sur-Alzette. De persoon bij wie ik verwacht word, had aangegeven dat hij in Charleroi woonde. Hij woont niet in Charleroi zelf, hij woont iets ten zuiden van Charleroi, in Rue de Marcinelle woont hij, ten zuiden van Marcinelle wat zich zuidelijk van de ring om Charleroi bevindt. Wat zuidelijker traceer ik Thuin. Die gegevens sla ik op. Interessant is dat Rue de Marcinelle zich ten zuiden van Marcinelle bevindt. Ter hoogte van Charleroi, op de autosnelweg Charleroi/Namen/Luik, hoef ik alleen Charleroi Sud te nemen om met grote waarschijnlijkheid in de buurt te belanden waar zich Rue de Marcinelle bevindt. Het is nog makkelijker, Marcinelle staat aangeduid. Ook in Marcinelle hebben ze een ring. Die ring volg ik in zuidelijke en oostelijke richting tot ik aan een kruispunt met verkeerslichten beland. Thuin staat niet aangeduid maar de weg gaat in zuidelijke richting, het is bovendien de enige weg die die kant opgaat. Ik sla af, neem zuidwaarts, rij het terrein van een tankstation op, de dames aan het comptoir kunnen me niet helpen, verwijzen me door naar het Q8 station dat zich ongeveer 1 kilometer zuidwaarts bevindt, er is lintbebouwing, er zijn industriële gronden, ik rij onder bruggen door, rij de parking van het Q8 station op, hier weten ze het evenmin dus gaat het opnieuw rechtsop en zuidelijk door een areaal dat spoedig agrarische kenmerken vertoont, ik passeer Le Burton, ben op dat moment net aan Rue de Marcinelle voorbij gereden, wat ik niet weet, Le Burton bevindt zich links van de weg, de Rue de Marcinelle, zoals later blijkt, is rechtsop. De weg eindigt op een T. De persoon die me verwacht, we hebben om 3u afgesproken, het is intussen kwart na drie, had gezegd dat ze vlak bij het Musée de la Photographie wonen. Aan de T neem ik rechtsop. Ik beland op de R3, de ring rond Charleroi, wat ik niet weet. Het is een tweevaksbaan. Wat later bevind ik me op het pleintje vlak voor het Musée de la Photographie. Op dit moment besluit ik om m'n gastheer te bellen, die gezegd had dat ze vlak bij het Musée de la Photographie wonen en een meer expliciete aanduiding over het hoofd had gezien, Le Burton.
Patrick en Alix wonen in een schattige sixties villa, halverwege een trage heuvel. We drinken thee, betreden het oeuvre, hebben het over literatuur. De foto's, die in zekere zin geen foto's zijn, die nooit een titel hebben omdat hij de betekenis van het beeld open wil, ontstaan uit wat hij een bordeel van found footage noemt, le bordel. Hij is bouwmeester van Charleroi bovendien, maakt deel uit van een groep experts die het renoveren van de binnenstad begeleiden. Als kunstenaar heeft hij niets met het contemporane discours. Het interesseert hem niet. Hij vertoont zich zelden tot nooit op vernissages, heeft een Parijse gallerie die intussen geen exacte locatie heeft, maakt nooit meer dan één exemplaar van de foto's, die geen foto's zijn maar digitale manipulaties van found footage, Tuymans had hem uitgenodigd om aan het Chinaproject deel te nemen en was verrast, verneem ik, omdat hij niet één Waal kende die dit soort werk maakte. Oppervlakkig bekeken hebben sommige werken een link met het werk van Michaël Borremans. Mijn gastheer, die geen chronologie hanteert, kwam midden jaren negentig tot dit soort beelden, toen zowel hij als Michaël volstrekt onbekend waren. De literaire connecties zijn navenant: Joyce, Sterne, Esterhazy, Gombrowicz. De taal van het werk is zonder rechte lijn.
J'aime l'ambiguité, verneem ik.
Na het onderhoud neem ik een zuidelijke route over Mons en Ath.

Geen opmerkingen: