dinsdag 16 september 2014

een reconstructie (vervolg)

(9) Chooz

Chooz. In de Guide Michelin 2010, aangeprezen als meilleur vente de l'année, een encyclopedisch naslagwerk waarin elke stip één miljoen keer kleiner is dan het werkelijke ding, tenzij je de Guide Michelin aan het doornemen bent en de picon vin blanc hiermee dankzij de ambachtelijke omkering van hetzelfde principe vijfhonderd kilometer boven het landschap uitsteekt, hebben ze Chooz op kaart 17. Dat het éénsyllabige Chooz deel zou uitmaken van de eerste syllabische route leek voor de hand te liggen, vooral omdat ik na Y, een piepklein gehucht tussen Reims en Saint-Quentin, onvermijdelijk in noordwaartse richting zou blijven rijden en alle of in elk geval een groot aantal van de boven Saint-Quentin gelegen syllabes zich vlak bij Charlesville-Mézières bevonden, anno 2012 een radicaal door asfalt, beton en diverse door de homo industrialis ontplooide activiteiten van algemeen nut gefolterde regio - het verhandelen van grasmaaiers die grappig als schildpadden over het gazon kruipen, van terreinwagens die er door een merkwaardige contortie van het industriële genus steeds smakelozer en dreigender uitzien, van bakkerijen waar en masse sponsachtig brood vervaardigd wordt en croissants, allerlei soorten zondagnamiddaggebak en zelfs de alom bekende en vooral 's ochtends knapperige baguette die op met lucht gevulde, sponsachtige degeneratieven van het oorspronkelijke product lijken. De schok, omdat ik het industriële degeneratief niet kende of vergeten was dat het bestond, had niet groter kunnen zijn, in 1978, winter 1978, toen ik voor het eerst in New York was en ontdekte dat het witbrood, voller dan een baseball, moeiteloos, gewoon door het met één hand samen te knijpen, tot het volume van een tennisbal gereduceerd kon worden en daarna, nog verbazingwekkender, z'n oorspronkelijke volume aannam, waarna het me ongetwijfeld amper verbaasde om op het 40ste van de YMCA-building in een nogal kleine, dunne lift naast een corpulent individu van werkelijk buitengewone omvang te staan, waarbij het meest angstwekkende was dat de lift misschien niet op dat enorme gewicht berekend was. Het verdwijnen van de dodo, waarvan het laatste exemplaar wellicht in 1662 door de manschappen van Volkert Iversen opgepeuzeld werd, leek opeens amper relevant, omdat het fysiologisch bekeken kon volstaan om de duiven in Central Park met witbrood te voederen om tot een geslaagde variant van de Raphus cucullatus te komen, geen kipachtige, wat de Latijnse benaming nochtans suggereert, maar een door eeuwenlange afzondering op een verlaten eilandje in de Indische oceaan tot buitengewone proportie aangedikte duif. Maar ik dwaal af.
17 is niet alleen mijn lievelingsgetal, ik verkies het boven 13 en 19, van bovenvermelde editie aangeprezen als meilleure vente de l'année (waarbij Des éclairs over het hoofd gezien wordt, meen ik, niet de éclairs zoals wij ze kennen - aan de bovenzijde met een grillige, smeuïge laag chocolade afgewerkte puddingkoeken - maar de roman van Jean Echenoz over leven en werken van Nikola Tesla), is het de enige bladzijde waarop Frankrijk als het in formol bewaarde lid van de machtsgeile babykeizer in België doordringt, een stevig maar desalniettemin toch enigszins verschrompeld lid met het eerder vermelde Givet vlakbij de gedesoriënteerde top en een ejaculatiedebiet dat in dat geval in principe noordwaarts de loop van de Maas volgt en het hele gebied van Dinant tot Profondville blank zetten kan. Chooz, een dorpje aan de linkeroever van de Maas op een plek waar de Maas breed door het Bois de Chooz meandert, op de kaart die ik ter beschikking heb Forêt d'Hargnies genoemd, zuidelijk ver voorbij de rand van de bladzijde reikend, is vooral bekend omdat er een kerncentrale is. Aan de bouw van die kerncentrale, de eerste drukwaterreactor op Franse bodem, begonnen ze in 1960. Het ding, dat als een logge fallus boven het landschap uitsteekt, werd op 15 april 1967 in gebruik genomen. Begin jaren negentig sloten ze de eerste reactor, eigendom van Electricité de France, die in 1977 hoog boven de Maasvallei en het eeuwenoude eikenbos uitsteekt.
Later werd de nucleaire site uitgebreid naar de bosrijke rechteroever waar niet met Je m'en vais en Caprice de la reine vertrouwde nazaten van Asterix en Obelix op everzwijn en hert jagen.
Terwijl ik in 1977 van Givet naar Rumay de linkeroever van de Maas stroomopwaarts volg, aan het stuur van de auto eerder vermelde hoogbejaarde dame, komt ter hoogte van Aubrives de kerncentrale in beeld, een monsterlijk elegante betonconstructie midden het woud. Ontstemd staar ik naar de brutaal boven het woud uittorende, waterdamp spuwende koeltoren. Ik dacht niet aan wat in Oostende gebeurde, dat een luizenallegaartje van pedante burgerluitjes gesteund door politiek en rechtspraak wat na Wereldoorlog twee van Oostende gebleven was zaak na zaak met de grond gelijk maakte en in het nullum idiote woonblokken bouwde, ik was vooral geschokt, vermoed ik, door het volume van de boven het woud uitrijzende monoliet en de dampen die hoog boven het landschap hingen. Ter rechterzijde schuift een dikke bosrand mee aan, het bois de Chooz of het Forêt d'Hargnies, waar eik dominant is. Zo dichtbij die bosrand, in een machine die glad het wegdek volgt, lijkt het het begin van een onmetelijk gebied. In werkelijkheid is het voorbij de heuvelrug al afgelopen met het bos. De guide Michelin geeft aan dat er pal op de grens met België een ruïne is.




De bladzijden zijn die van de weg, voorbij Rumay en Rocroi, tot het aan de N 43 linksop gaat en ik voorbij Ham, This en Warcq in Charleville-Mézières beland. In 1977 bevindt This zich vlak bij de eerste gedachte, in 2012 vlak bij de triomfantelijke aftocht.

Geen opmerkingen: