woensdag 31 december 2014

de anoniemen

'Hoe vaak ik er ook over nadenk,' zei Mairena, 'ik zie gewoon niet in hoe individuen bij elkaar kunnen worden opgeteld.'
Antonio Machado, Juan de Mairena, uitspraken, grappen, suggesties en herinneringen van een onbekende leraar, IJzer 2014, blz. 7.

Het was flink laat op de avond toen (a) in de auto stapte, op straat was vuurwerk te horen zonder dat duidelijk bleek waar het geluid vandaan kwam, en merkte dat de voorruit aan de buitenzijde onder een dun laagje ijzel zat. Ook aan de binnenzijde lag een adiafane film over de ruit. Eerst probeerde (a) het dunne laagje met een papieren zakdoek weg te halen, wat niet lukte. Aan de buitenzijde gleden de ruitenwissers luidruchtig heen en weer zonder grip op het dunne laagje ijzel. (a) startte de motor, plaatste de knop van de heteluchtcirculatie met de punt op het icoontje waarvan ze wist dat het ruit bedoelde aan te geven. Als de motor lang genoeg bleef draaien zou de ruit opwarmen en het dunne laagje ijzel zou vanzelf verdwijnen. Dat gebeurde niet. (a) kroop uit de auto, haar linkerhand dook in de handtas, en snelde gewapend met de huissleutel over het voetpad. Opnieuw was vuurwerk te horen. Wat huizen verderop zeulde een buurmeisje met een fiets. (a) repte zich naar de keuken en wat later met een halve emmer heet water naar de auto. Toen ze weer aan het stuur zat, had zich opnieuw een laagje ijzel gevormd. Of was het laagje dat er al zat onvoldoende doortastend verwijderd? (a) besloot om niet te wachten op een plenaire zitting over deze kwestie, sprong uit de auto en wreef krachtig met beide handpalmen over de ruit. Dit leek te helpen. Toen (a) wat later met reeds half ontijzelde voorruit naar de brug over het water reed, vielen haar twee dingen op, op straat was helemaal niemand, geen hond, en toch was her en der het vuurwerk te horen. Vlak bij de gevangenis nam ze wat geld uit een bankautomaat. Hoe laat het intussen was, had (a) geweten kunnen hebben als ze op de dashboard-display gekeken had, wat ze niet deed. In een buurt die ze niet kende, hoewel ze ooit op een dag in de Korhoenstraat in de woonkamer gestaan had van iemand die er twee huisjes had, parkeerde ze de auto vlak bij de oprit van de nederzetting. De brede oprit betredend, merkte (a) een jonge vrouw die net een sigaret opgestoken had en bibberend en stampvoetend voor de gesloten deur van de nederzetting stond. Op het gelijkvloers was weliswaar licht, maar (b) was er niet in geslaagd om in dat licht iets aan de praat te krijgen dat op de aanwezigheid van soortgenoten wees. Met (b) gleed de generiek van een film van Eric Rohmer over de nederzetting. (b) spreekt Engels maar is française. Alleen een française had het Engelse idioom zo weten te hanteren dat het toch klinkt alsof ze Queneau dicteerde. Alleen een française zou de grondbeginselen van de taal van Shakespeare en Longfellow op zo'n sympathiek nonchalante manier verminken. Een Portugese jongedame zou de facto beter Engels praten, in elk geval met minder tongval, en een Griekse schoonheid zou het ongetwijfeld ook beter kunnen. (b) was van plan om te wachten tot de keet opende, zei ze. Mais c'est quelle heure, zei (a). (b) haalde het mobieltje boven. Halfelf, zei ze. Ze onderzochten de poort, staarden door de ruiten in het parterre van het enorme gebouw, waar wel licht was maar helemaal niemand te bekennen viel. (a) formuleerde het voorstel om in de auto plaats te nemen, waar het minder koud was, en te rijden tot ze een keet vonden, op dit blijkbaar veel te vroege uur, die toch open was. Het leek beter dan in de kou voor een gesloten deur staan. Ze doken in de auto, reden naar het stationsplein en ontdekten dingen die ze prettig vonden. Zo was het heel erg aangenaam om zonder ander doel dan het vinden van wat voor plek ook door de binnenstad te rijden en over de beginselen van (a) en (b) te kletsen, zonder dat het meer betekende dan de auto en het begin van enkele onschuldige en onbelangrijke bekentenissen. Aan het stationsplein zat alles potdicht. Uiteindelijk belandden ze in een keet met houten tafels, twee meisjes die zich al opgewarmd hadden en erotische muziek. (b) had opeens zin in gin. Ze formuleerde het als een ongemak. Het gesprek kwam op schilderkunst.

Geen opmerkingen: