zaterdag 27 december 2014

film

Het begint met Wayne's World (2003) van Ryan Trecartin. Geen idee wat ik zit te bekijken. Hou ik geen twee minuten vol. Dan Art & Language with Red Krayola en Nine Cross and Conspicious Errors, een filmpje uit 1976. Claustrofobische setting, undergroundsfeertje. Groepje met twee vocalisten die één microfoon ter beschikking hebben en om beurten twee drie zinnen voorlezen uit wat een pamflet zou kunnen zijn. Ik zap naar Sentimental Punk van Kurt Kren, een draderig filmpje uit 1979, en krijg meteen daarna The Bukowski Tapes Part 1 uit 1985 voorgeschoteld, Barbet Schroeder die Charles Bukowski interviewt, waarvan ik alleen het eerste fragment bekijk. Schroeder die vraagt of Bukowski wat aan natuur heeft, bomen, gras, een park, bos. Begint Bukowski te emmeren, op een manier die door volgelingen en sympathisanten ongetwijfeld als hoogst vermakelijk ingeschat wordt, dattie er geen zak aan heeft. Van een boom gaat z'n pik niet overeind staan. Ik zap en beland bij The Sound We Make Together van Harrell Fletcher, een film uit 2003, dan het iets recentere People Like Us, Variations on Jem Fine's Slowpaper, van Vicki Bennett, en Pensiero unico, opnieuw uit 2003, van Cesare Pietroiusti, waarna Sonic Youth performing George Maciunas "Piano Piece #13 (for Nam June Paik)" volgt, de eerste bijdrage die ik uitkijk. Er is een parallel. Ik ben de hele dag met het aanmaken van doekjes bezig geweest, negen stuks, waarbij ik het met gesso geprepareerd linnen niet alleen aan de zijkant maar ook aan de achterzijde van de frame vastnagelde. Na Sonic Youth volgt Fear of Disclosure: Psycho-Social Implications of HIV Revelation (1989) with Phil Zwickler, van David Wojnarowicz, wat me niet weet te boeien. Ik zap, krijg Meringue Diplomacy van Terri Hanlon voorgeschoteld, wat me evenmin boeit. Wel is er een beeld dat me triggert, na de veel te lange en kitscherige intro: het sneeuwlandschap: iemand stapt door de sneeuw, maakt een spoor: Robert Walser. Spalding Gray en Alive from Off Center, Episode C, de derde episode, die uit 1985, kijk ik uit. Heerlijk. Na Spalding Gray volgt Food, een film uit 1972 van Gordon Matta-Clark.
Een uur later klik ik Ubu opnieuw aan en krijg ik Mothers van Toshio Matsumoto te zien, een kortfilm uit 1967. New York, Parijs, Viëtnam, Afrika. De montage is verbluffend, maar de film heeft misschien ook een iets te belerende teneur, was zonder het gemama een tik meer to the point geweest. Na Mothers van Toshio Matsumoto volgt People Like Us van Vicki Bennett waarvan ik niet nog eens dertig seconden bekijken wil, We, een film van Artavazd Peleshian, wat ik na verloop van tijd voor bekeken hou, en zo nog wat dingen die ik eigenlijk niet bekijken wil.


Geen opmerkingen: