maandag 27 april 2015

a layer of fools

and some tools
in the valley below

and one more fool
in the valley below

to make the go and run
in the valley below

to make it burn
in that valley below

and a feather one feather
in the heat of the sun

donderdag 23 april 2015

toine horvers

GOLVEN
Toine Horvers
5-stemmige uitvoering, 23 april 2015
tijdstip van aanvang: 19u


Wouter zit in de videoruimte.
Het handschrift van Kathrin.



 Boven en onder: het handschrift van Wouter.



Boven: de partituur van Johan, finale versie, bladzijde twee.
Onder: d
e partituur van Kathrin, finale versie.

Boven: Kathrin, die van allen het stilst spreekt.
Onder: one two three go.


Stilte. Het begint. De stem van Yves, die achterin de zaal zit, komt er het duidelijkst uit. Hij articuleert scherper dan de anderen, zo lijkt het. Johan bijvoorbeeld is pas te horen als je voorbij de hoek stapt en de zaal betreedt. De plek bepaalt welke stem het hoorbaarst is. Wouter zit in de videoruimte en zijn stemvolume dringt pas tot me door als ik de videoruimte betreed. Hier is ook de stem van Johan duidelijk hoorbaar, die als enige frontaal tegenover de doorgang naar de videoruimte zit. /hiaat/
Hij schrijft wijdlopig. Wouter daarentegen kriebelt de syllabisch uitgesproken zinnen over elkaar heen waardoor ze in harige woordbrokken veranderen. Er is een stilte van circa zeven seconden.
Waar Yves zit, in het tweede deel van de zaal, is ook de stem van Jet hoorbaar. Kathrin evenwel, die vlak bij zit nochtans, om de hoek weliswaar, is minder hoorbaar, is niet hoorbaar bijna, zo stil spreekt ze. /hiaat/ Toine neemt over van Jet, die nu heel even de tijd heeft om door de zaal te stappen en naar de vocalisering van de anderen te luisteren.
De stemmen, zoals reeds gezegd, hebben elk een plek. Yves hoest. /hiaat/ '...hoewel het hele oppervlak deint en dreigt...' De net als alle andere zinnen simultaan uitgesproken zin heeft nu het stemtimbre van Toine, voor wie op een van de stoelen voorin de zaal plaatsnam, waar onder andere Heleen zit, Heleen van Haegenborgh, die eerst op een van beide stoelen vlak bij de videoruimte zat, plek waar de stemmen van Wouter en Johan het duidelijkst zijn. Cristina Amelia stapt syllabisch door de zaal. Ze stapt op het ritme van de stemmen.
Een Amerikaanse bezoeker betreedt de zaal. It's nice to dance on it, Cristina Amelia whispers, it's really nice.
Jet neemt weer over van Toine. /hiaat/
Yves schrijft in golven over de reeds genoteerde zinnen. Als ik rustig zijn kant opstap, kijkt hij heel even op uit de tekst.
De schriftuur van Kathrin heeft minder golfslag. Ook zij, aangezien zij net als Yves over de achterzijde van hoogstens één placemat beschikt, schrijft over het reeds geschrevene heen. Johan schrijft op en neer vlokkend, een licht en wulps handschrift in dansende, over elkaar heen golvende zinnen. Cristina Amelia stapt op de golfslag van de stemmen. /hiaat/
Toine verplaatst de opname-apparatuur, die in de eerste zaalhelft komt te staan. De performers bereiken het laatste woord onderaan de tweede bladzijde. Meteen hierna is er het geluid van het simultaan omslaan van vier bladzijden. Het geluid van de vijfde bladzijde, die van Wouter die zich in de videoruimte bevindt, is niet te horen. Waar ik voorlopig zit, voorin de zaal, op de stoel waar Heleen een hele tijd zat, zijn de stemmen van Jet en Johan het duidelijkst en die van op het dak spelende kinderen.
/hiaat/
Het woord gol-fjes-struc-tuur gaat wijdlopig door de zaal en heeft heel even een boventoon van kinderstemmen. /hiaat/
Cristina Amelia gaat weer met haar fototoestel aan de slag wat een luid en helder geluid toevoegt aan het op en neer golven van de stemmen. /hiaat/
Jet begon luider te praten. Ook Johan en Yves, meen ik, zitten in een luider register. Kathrin niet, zij spreekt net zo stil als eerst.
Lange stilte. Opeens toch weer vijfkelig stemgeluid: 'De golven hebben weinig regelmaat.' /hiaat/
Toine nam over van Johan, nu van Kathrin. Johan begint pirouetterend te schrijven met ogenschijnlijk lukrake uithalen, de schrijvende hand maakt hinkstapsprongen over het papier, waaruit ik afleid dat ook het heen en weer klotsende neerpennen van de zinnen of zinsdelen deel gaat uitmaken van de muziek.
Bij Wouter zijn het harige vormpjes, woordrupsen die zich dik vreten aan de zangerige syllaben. Geen zinnen, zoals bij Yves, Kathrin, Jet en Johan, maar syllabisch gewriemel tot het tot een balpenvlek komt. Al die balpenvlekken hebben een identiek karakter, ze zijn in regel kort, harig en opwaarts gericht. De kerkklokken geven aan dat het tijdstip van acht uur bereikt werd en dat de performance op z'n laatste tenen loopt. Afgelopen is het niet: 'in die uitgerekte klap', het handklappende slaan van de klok van de Machariuskerk, 'klinken soms weer' de kinderstemmen op het dak.
'Totale rust nu. Spannend. Dreigend.' En dan, opeens en met elke seconde die wegtikt duidelijker hoorbaar: het eindsignaal. Stilte. Op straat is het geluid van een motor.
Actually, this, Cristina Amelia says, wanneer ik in de hall om een of andere reden over een laptop gebogen sta, remembers me of Robert Ashley.
But in a different tone,
she adds.

dinsdag 21 april 2015

352 na dodo

Van Avenida Almiral Reis naar het winkelcentrum van Lissabon stappend verdwijn ik in duizend andere verhalen.
In de kamer waar Pedro Faria woont, op het eerste van een bouwvallig pand in Mouraria, de Moorse buurt vlak bij de burcht,
waar dealers rondhangen en kinderen met een vlieg spelen, waar de schaduw van een voetstap minder betekent dan de smerige vlekken op het voetpad, bestudeer ik het stadsplan, waarop de plek waar ik me bevind niet als zodanig aangegeven staat,
plek met een hond die ook zichzelf vervelend vindt. Hoe zou je zelf, merkt Pedro op. De kruidenier en de tabakszaak hebben alles dicht. ’s Ochtends niettemin staan ze toch weer op het voetpad,
de dame die in een smalle doorgang fruit en groenten slijt, de uitbater van een koffiehuis die een sigaret gebruikt en naar de personen kijkt die zich over een oldtimer buigen. 352 na dodo is alles bruikbaar.
Met het vergrootglas van het venster van Largo das Olarias 44 is het opgebruikt, hoogstens de ruïne van nog een stad, het bouwwerf van de ruïne, die van een andere tijd,
de huizen van die andere tijd nadat Lissabon opnieuw tegen de grond ging
na een catastrofe met nog meer impact dan die van zeventienhonderd.

maandag 20 april 2015

maandag

In hoeverre is er plaats voor god in het heelal? Een stoeltje, een bank, een plek om heel even uit te blazen en naar de mensen in het park te kijken en vooral niet denken aan de klerezooi waar ik in m'n eentje verantwoordelijk voor ben. Fuck man, grijns ik, stel je voor zeg, zelf had ik het niet bedacht kunnen hebben. Grijnzend en krabbend en overigens in opperbeste humeur zit ik naar het eendenpark te kijken als toevallig Huyghens langskomt. Huyghens, godverdomme zeg, wat loopt die rotzak hier te doen.
Mijnheer Huyghens hoort niet kwalijk genomen te worden dat hij doet alsof ik niet besta. Van de dorpelingen bleef helemaal niemand. Waar is het paard dat Kluger Hans genoemd werd. Huyghens, jongen, waar is je staart. Natuurlijk besta ik niet, ik zit op een bankje, op een stoel, doe alsof. En als ik wel bestond. Als ik bestond. En als ik bestond, fuck man, alsof dit mogelijk is, en als ik wel besta, met de verleden tijd van teveel stervelingen om op te noemen, en als U denkt dat het dat is wat ik doe, nee. Op een bankje zit ik naar het park te kijken. Ik besta niet, dus ik besta.

pintje

A. Kan ik een pintje krijgen?
B. Dat kan.
C. Mag ik nog een pintje?
D. Mag ik twee biertjes?
E. Mag ik nog twee flesjes?
A. (plaatst twee lege flesjes op het barmeubel)
E. (na hierover nagedacht te hebben) Mag ik betalen? Wat kost het?
F. Mag ik nog een flesje?
G. Kan ik twee pintjes A.U.B.?
H. Mag ik nog een biertje?
I. Ik heb ook wel zin in zo'n hoppils.
J. Nu lust ik ook wel zo'n groene.
K. Ik kom nog een biertje halen, als het mag.
L. Drie pintjes A.U.B.
M. Hey, ga je ervandoor? Ik had wel graag een pintje...
N. Wat is de volgende?
O. Mag ik een limonade?
P. Kan je mij nog twee pintjes geven A.U.B.?
Q. Kunnen we iets te drinken bestellen?
B. Ja, dat kan.
R. Een pintje A.U.B. (merkt dat B dit opschrijft) Dat is gelijk ik. Ik schrijf m'n communicatie met m'n modellen op.
S. Twee pintjes A.U.B.
T. Mag ik twee seizoens en twee normale biertjes?
U. Mag ik een spuitwater?
B. Hebben we niet.
U. Plat.
B. Ok. Plat.
V. Eén pintje graag, A.U.B.
W. Mag ik drie pintjes A.U.B.?
X. Kan ik iets bestellen of zo?
Y. Mag ik iets drinken A.U.B.?
Z. Zou ik nog een pintje mogen?

dinsdag 14 april 2015

kunstpodium dag twee : dina




kunstpodium dag twee : briede



kunstpodium dag twee : renée





kunstpodium dag twee : robin







baksteensoep op otegemse wijze

ingrediënten
1 baksteen
3 tomaten
2 prei
1 ui
4 teentjes knoflook
peterselie
groentenbouillon
7 zwarte olijven in knoflookmarinade
7 groene olijven in knoflookmarinade
een lepel pesto
olijfolie extra virgin
Ierse kruidenmix
zout
peper
drek
1l water

werkwijze
Verpulver een baksteen tot er alleen nog flinterdun steengruis blijft. Maal het steengruis tot je steenpoeder bekomt.
Neem om te beginnen een kookpot en stook een gretig vuurtje. Breng een flinke geut olijfolie aan. Snipper 1 ui en 4 teentjes knoflook en voeg toe. Snij twee stuks prei tot dunne reepjes. Gebruik alleen het witte gedeelte. Strooi wat peper over de fijngesneden groenten, een handvol van de Ierse kruidenmix en wat zout. Voeg toe één kop water en wacht even tot het gaat sudderen voor je daar het baksteenpoeder aan toevoegt. Breng het geheel op smaak met de groentenbouillon, de fijngesnipperde, pitloze olijven en een lepel groene pesto. Laat het indikken tot de jus vrijkomt, leng vervolgens aan met water en breng het aan de kook.
Werk net voor het opdienen af met fijngesnipperde peterselie en een theelepel koeiendrek.

x

Het leek onbegonnen enkel en alleen al door de enorme hoeveelheid drek om het in één dag te klaren. Reken maar wat een enorme hoeveelheid drek Stanley in z'n eentje had weten te produceren, als hij er zin in had gehad, en Detlef, wat een enorme hoeveelheid drek Detlef produceren kon, en Gill, en Elise, en Sofie, en Tristan ten slotte, wat een enorme hoeveelheid drek Tristan bij elkaar schijten kon, als hij er zin in had tenminste, en Maarten, inderdaad, om het niet over Maarten te hebben, reken maar dat net Maarten weet hoe je een drekkuip bij elkaar schijten moet en dan heb ik het geeneens over Mathias gehad, zoals u edele ongetwijfeld begrijpt, die zelfs midden een kudde schijtende olifanten weet op te vallen en maar met z'n vingers knippen moet om de hele keet tot aan de nok onder de stront te hebben. Maar kijk, het middaguur was niet eens aan beginnen toe of ze hadden zo goed als alles weggewerkt.

'Mogen we nog twee fruitsappen?' vraagt het meisje, twee dagen later. NEEEEUUUUH, roep ik. Jongedame, zeg ik, maar zegt u eens, juffrouw, twee fruitsappen, wat bedoelt u, zeg ik.
'Mag ik, euh, twee fruitsappen?' probeert ze. Wat door de neus geboord zeg, of ze twee fruitsappen mag.
'Maar ze bedoelt toch alleen maar twee fruitsappen,' komt iemand tussenbeide. NEEEEUUUUH, roep ik.
'Geen fruitsap, ok, goed dan, geen fruitsap,' zegt het meisje dat ik opeens om een of andere reden sympathiek begin te vinden. We hebben ook jus d'orange, zeg ik.
'Zou ik nog iets mogen drinken?' komt een andere jongedame tussenbeide. Godverdomme zeg. 'Kunnen wij nog iets drinken, mijnheer?' Godverdomme, hoe verzinnen ze het. Nee, natuurlijk kan het niet, ik heb toch reeds gezegd dat het niet kan. 'Maar kunnen we misschien toch iets krijgen?' probeert het meisje. NEEEEUUUUH, roep ik, NEEEEUUUH. Twee fruitsappen tot daaraan toe, juffrouw, maar U, U juffrouw.
'Euh... mag ik het al zeggen?' zegt een van de meisjes. 'Kunnen we nog een laatste bestellen?' Ja, stop maar weg, zeg ik met een knipoog, het is er eentje van het huis.

zondag 12 april 2015

dag veertien : tabula rasa










dag dertien : de dorst

Zou ik twee pintjes mogen hebben?
Mag ik vier pintjes?
Zou ik trouwens nog twee pintjes mogen hebben?
Laura, mag ik een pintje?
Heb je nog een pintje voor me?
Zou ik nog een saison bio mogen hebben A.U.B.?
Zou ik mogen vijf pintjes A.U.B.?
Heb je schweppes A.U.B.?
Nog een pintje.
Excuseer, kan ik hier iets bestellen, mijnheer?
Is er nog saison dupont?
Zou ik nog vier pintjes kunnen krijgen A.U.B.?
Mag ik nog iets bestellen?
Ik was het vergeten, ik moest nog zo'n gewoontje hebben ook.
Hallo. Kan ik nog vier pintjes krijgen op de rekening van Sofie?
Twee pintjes.

zaterdag 11 april 2015

klote interview #7 Diederick

Diederick heeft een hond, Babette, officieel een straathond


maar hij houdt het bij een Schotse Camus Cross. Heggis is een Schots gerecht, ingewandenvlees. De heggis zou ook een diertje zijn dat hoog in de Schotse bergen leeft en de ingewanden het vlees van dat hoog in de Schotse bergen voorkomende diertje. Het heeft twee lange en twee korte poten zodat het zich noodlottigerwijs slechts in één richting verplaatsen kan. De heggis kan zich niet omdraaien want dan tuimelt hij van de berg af. De anekdote hoort bij het Schotse gerecht als zout en peper bij een roerei. Officieel is Babette een straathond.
Loch Carusk, een lang en smal meer in het hart van de Black Mountains op het Isle of Sky, is z'n favoriete plek.
Of hij een favoriete auteur heeft, vraag ik. Hij twijfelt tussen Houellebecq en Brouwers. En het walgelijkste: een broodje tonijnsalade in een taverne in Olnay, niet ver van Parijs, in een keet die door twee Vietnamezen uitgebaat werd.

klote interview #6 Sofie

M'n lief, antwoordt Sofie op de vraag of ze een huisdier heeft, heeft twee goudvissen. Twee goudvissen heeft haar lief.
Scramble en Eggs heten ze, de goudvissen van het lief van Sofie. Scramble en Eggs.
Twee goudvissen in een jote plastiekbak. In een jote plastiekbak.
Niet in een bokaal maar in een jote plastiekbak, daar heeft Sofie voor gezorgd. Toen zij en haar lief gingen samenwonen, heeft zij de goudvissen in die jote plastiekbak gestopt.(1)

Ijsland, zegt ze, ik wil naar Ijsland. Van waar ze wel al geweest is, is vooral Peru bijgebleven. Zestien jaar was ze en ze bleven er een maand. Het zat zo. Haar ouders hadden vrienden en de dame was een Peruaanse. Uit Aripica was ze. Op veel plekken had je op te letten waar je liep of waar je niet liep. Soms bleek alleen op straat gevaarlijk, een andere keer was het dat niet. Van alle steden die ze daar toen deden is vooral Aripica haar bijgebleven. De witte gebouwen van Aripica. Lima daarentegen herinnert zij zich als vuil en smerig. Boven Lima hing een smerige smog.(2)
Ze reden naar Machu Pichu en wandelden met een meisje dat in een bergdorp woonde door een enorme canyon.

Een favoriete schrijver heeft ze niet. Ze leest hoogst zelden. Lezen ligt haar niet. En het walgelijkste wat zij zich herinnert: een lepel room. Wat ze benadrukt door het volgende toe te voegen: pure room.

(1) Twee kleintjes of één grote, vroeg een moeder aan het kind. Eén jote, zei het kind.
(2) Over alle steden waar ook ter wereld hangt een smerige, vieze smog. Dat zou naar verluidt met Jespers te maken hebben. Jespers, Jespers, met Jespers? Met Jespers.

dag dertien : expo











vrijdag 10 april 2015

een reconstructie (32)

Slapen. In een struik slapen. In een greppel of in een struik slapen. De omstandigheden zijn zo dat er geen hotel is, zodat je wel in die greppel slapen moet. In een duisternis die completer en compacter is dan wat ik me nu voorstellen kan, kruip ik in de greppel, ik betast de bodem van wat zich ter linker- en rechterzijde bevindt en stel vast dat het exact beantwoordt aan wat ik hebben wil. In de dwarse nacht is niets zoals ik het verwacht had kunnen hebben. Slapen in een kuil is niet ongemakkelijker dan slapen onder het dons van een oude liefde. Boven de kuil is een wegrand die het niet langer bereikbare duidt. Zelfs in een kuil is zoveel theorie dat je er wakker van ligt.

dag twaalf : Side Effects