zaterdag 12 september 2015

zaterdag 12 september

For half a century, Madame Aubain's housemaid Félicité was the envy of all the good ladies of Pont-L'Evêque. Zo begint A Simple Heart, de Penguin vertaling van een van de verhalen uit Flaubert's Trois contes.
Ik heb ooit een Franse editie van Trois contes gehad, geen Gallimard of zo maar een editie op maat van legkippen en gouvernantes, door het vlijtige gevinger van vier generaties Fraulein in een vodje veranderd en met de persoon die het zich daarna aanschafte een minder troostrijk genot toebedeeld.
De tweede zin...
Over tweede zinnen vertelde iemand me dat zij vond dat ook de tweede en soms ook de derde tot de eerste zin behoren, dat wil zeggen er aan vastzitten, er uit voortvloeien, deel uitmaken van het begin, en dat pas met de derde, vierde of vijfde zin het Et Cetera begint. Maar er zijn natuurlijk ook eerste zinnen die zo gevat en zo bepalend zijn dat van het Et Cetera niet eens de wonderlijke vermenigvuldiging verwacht wordt die zo'n zin ook telkens biedt. Der Mann Ohne Eigenschaften, Ulysses en Kosmos beginnen met zo'n zin. Het dagboek van Virginia Woolf eindigt met zo'n zin. En de eerste zin van The Books In My Life, van Henry Miller, is ook best aardig: I sit in a little room, one wall of which is now completely lined with books.
In de kamer waar Miller in 1968 zit, is één wand volledig uitgelijnd met boeken. Toen hij in Parijs woonde had Miller, net als Sontag, Sontag die overigens niet eens boeken in haar Parijse kamertje wilde, hoogstens een aantal werken om zich heen, bij voorkeur eigenlijk helemaal niets, boeken die naast het bed op de vloer belandden, slingerende en tegelijk heel erg aanwezige boeken die op dat moment, zelfs als de persoon in kwestie toch over een bibliotheek beschikt, zo'n bibliotheek kan zich tot een schoendoos beperken, niet van die bibliotheek deel uitmaken. Op het terras van een bar tabac komt het naast het kopje koffie en de asbak. Luimigheden overstemmen het boek, maar het is tegelijk wel net dat ene boek. Zodra het deel gaat uitmaken van de bibliotheek is het een object zonder meer inhoud dan het volume. Bibliotheken zijn net om die reden niet interessant, ze tonen hoogstens het dode volume en bieden net zo vaak ook alleen maar dat dode volume.
Boeken lees ik overigens alleen als ik ook de mogelijkheid heb om te krabben.

Geen opmerkingen: