donderdag 24 december 2015

950


Belabberde (om het woord te gebruiken die een afficionado gebruikt voor de foto's die ik hem met grote regelmaat digitaal doorstuur), belabberde foto, kunstlicht en het diafragma en het and so on natuurlijk ook niet op zo'n manier toegepast dat het een goeie foto had kunnen opleveren, van een werk waar ik begin oktober mee bezig was en dat in de nummervolgorde nummer 950 werd.
Met die nummervolgorde zit het zo dat ik de aanzet als uitgangspunt neem en het nummer alleen aanpas als op het doek een zo van het oorspronkelijke werk afwijkende compo komt te zitten dat het glad genomen om een nieuw werk gaat. In praktijk levert deze ordening van dingen zoveel variaties dat ik net zo vaak in de problemen kom en niet weet of ik het oude nummer aan te houden heb of het werk een nieuw nummer hoor te geven, wat ook wel iets zegt over de futiliteit van het genummer. Misschien geeft de nummering aan dat het telkens weer om hetzelfde schilderij gaat en dat de vele variaties dus eigenlijk net zo goed tot een nummer gereduceerd kunnen worden. Dat klopt niet natuurlijk, aangezien van diezelfde nummering ook andere werken deel uitmaken en de nummering als aanzet met die andere werken begint. De nummering valt bovendien net zo vaak niet eens samen met de chronologie van het werk, wel met de aanzet, niet met latere stadia van het werk, aangezien het nummer niet verandert, het zit aan elk werk vast als een brandmerk.
Ik heb vaak genoeg getwijfeld aan de zin van die methodiek, vooral omdat het net zo vaak niet beantwoordde aan de geschiedenis en de evolutie van de stukken.
De historie van 950 begint in 2014. In de huiskamer, niet in het atelier, begon ik aan een werk dat de toen pas gekochte vaas als hoofdmotief had.
Toen, zomer 2014, zocht ik een vaas die de vaas vervangen kon die ik van 1985 tot 1999 ter beschikking had gehad. Wat met die vaas gebeurd is, weet ik niet. De nieuwe vaas verving de oude om wat met de oude gebeurd was goed te maken. Van die oude weet ik intussen alleen dat ze van 1985 tot 1999 regulier opdook in de stillevens die ik toen schilderde, dat zo goed als iedereen het een lelijke vaas vond en niet begreep waarom ik er gebruik van maakte, en dat na m'n tweede verblijf in Màlaga van net die vaas geen spoor bleef. Iemand had zich het recht toegeëigend om de vaas, die een dame me gegeven had, te dumpen.
De zoektocht naar een nieuwe vaas liep niet van een leien dakje.
Met de nieuwe vaas had ik hoogstens een substituut van wat definitief verloren was.

De huidige versie van 950 is niet de eerste en evenmin definitief. De compo is wel min of meer definitief.
Het moeilijke zit niet in de dingen maar in de manier waarop het bekeken wordt.

Geen opmerkingen: