zondag 20 december 2015

portret #2

Ze leest. Ze zit. Met haar rug. Ze zit met haar rug. Met haar rug naar me toe. Ze drinkt. Ze leest. Ze heeft het linker. Over het rechterbeen heeft ze het linkerbeen. Omgekeerd. Over het linker het rechter. Ze giet de witte wijn. Leest. Ze leest een krant. De krant lezen. Een krant lezen. In het linkerkeelgat. Om de krant te kunnen lezen zit ze met haar rug. Zij is van Kees van Dongen. Van Matisse is ze ook. Ook van Katz. Ze brengt een noot naar haar mondholte. Brengt met tragisch-sensuele pre. Tragisch, hoezo? Precisie. Met een hoogst. De. Met de hoogst denkbare. Met het hoogst denkbare zegt u. Sensualiteit. Zonder dieper in te gaan op? Is dit de zin die ik. Zonder dieper in te gaan op? Die ik geschreven had willen hebben. Zonder dieper in te gaan. Op wat. Vooreerst houdt zij reeds, en dit sinds minstens een kwartier intussen, de krant, die krant, die ene krant, haar krant, de krant die nu, die straks, die ooit, met haar linkerhand. Met de linkerhand die als. Als een meeuw. Met de linkerhand die als een. Als een kat. Met de linkerhand die als een kat. Houdt om die reden met haar linkerhand. Die als een kat kijkt naar het grote in brede vouwen openliggende papier. Vijf centimeter toont de zwarte blouse van. Van de blote nek. Vijf centimeter van. Waarover dikke, bijna-zwarte lokken krullen. Met nog grotere precisie had van Dongen. Nu ook Katz ter sprake werd gebracht. En zodra ze hiermee stopt. De krant met een stoffig gebaar van zich afschudt. Zodra ze dat zou doen, zal ze nog aantrekkelijker zijn. En haar rug. En zal haar rug. En zo zal haar rug, ook morgen nog, als ik haar sinds lang vergeten ben.

Geen opmerkingen: