zondag 31 januari 2016

dus #1

#1 Alba

Bij nader toezien is het, voor wie geen andere illusies heeft, ronduit verbluffend dat een dame van stand zich met Canus associeerde, iemand waarover gekke verhalen de ronde deden, soms hoorde je van een freule dat zij met grote stelligheid wist dat hij van adel was, van een ander dat hij de laatste afstammeling van de Tasmaanse tijger was en iemand vertelde me dat hij hevig stonk naar bier en pis en in een Joodse bakkerij over beduimelde boekjes gebogen zat. Ook werd verteld dat hij een bult had die op die van een dromedaris leek, wat de dame, die zich in Kundera en Roth gespecialiseerd had, er niet van weerhield om prompt met het bekakte individu in bed te kruipen, terwijl ze van Canus eigenlijk ook niet meer wist dan dat wat ze vertelden. Zelf had ze het voorkomen van iemand die van adel had kunnen zijn. Met grote zorg besteedde ze aandacht aan haar verschijningsvorm, geen detail had ze over het hoofd gezien kunnen hebben, de lippenstift en het parfum dat ze gebruikte, de delicate stilering van de behaarde lichaamsdelen, het raffinement van de stukken waarmee ze haar ijzingwekkende naaktheid bedekte, vodden met een zweem van haute couture en bel epoque, dingen die ze eigenhandig fabriceerde, dingen die ze maakte zonder ander beginselen dan naald en draad. Ook liep ze zo goed als altijd op hakken, een geluid dat op de schelle stem van het onhebbelijke meisje na het huis tot in verste uithoeken domineerde en net zo vaak een militair karakter had. De sigaretten deed ze geraffineerd, met een door lust geaffecteerd gebaar alsof ze Marlène Dietrich kon. Niet minder routineus trof Canus haar boven kruiswoordraadsels aan, in die hoekjes van het gebruikelijke magazine waar de woorden toch net nog dat uitgekookte raadsel hadden van wat Perec geschreven had. Eigenlijk kookt ze ook alleen maar omdat ze het kind te voederen heeft. De routine is die van het kruiswoordraadsel en altijd weer hetzelfde standje.

Geen opmerkingen: