zondag 3 januari 2016

zaterdag 2 januari

Transcriptie van Friday 2 January, The Virginia Woolf Diary volume 4; Penguin Books, 1982; p. 3, JANUARI 1931.

you got that crazy feeling
i got that crazy feeling too


Bovenaan de bladzijde: THEY WERE ALIVE AND THEY SPOKE TO ME. In The Books in My Life ben ik op bladzijde 34 beland: As I was saying, the chance remark of a friend, an unexpected encounter, a footnote, illness, solitude, strange quirks of memory, a thousand and one things can set one off in pursuit of a book. There are times when one is susceptible to any and all suggestions, hints, intimations. And there are times again when it takes dynamite to put one afoot and astir. (1) Dan bladzijde 35 en bovenaan die bladzijde: Best of all, I learned that there really is a mysterty involved in the creation of good books. To say, for example Een bladzijde omdraaien. Met elke bladzijde: nog een bladzijde.
Het is me vaker opgevallen dat ik gedurende een min of meer lange periode zo goed als elke dag in het atelier bezig kan zijn bijna zonder dat het tijdsverloop me opvalt. Zo'n tijdsverloop geeft vaak ongeveer drie maanden. Soms begint het eind december, soms begin november, soms eind april, een andere keer begint het aan het eind van de zomer. Of de dagen langer of korter worden, doet er niet toe. In het holst van die tijd, als zo goed als elke overweging deel uitmaakt van het werk, als het op het scootertje van Biesheuvel in één geut naar Patagonië gaat en het 's avonds laat na de helse, krankzinnige tocht toch weer in de luie zetel eindigt met een glas rode wijn binnen handbereik, zijn het eind en het begin een en hetzelfde. Zelfs het restaurant 's avonds, waar een jonge vrouw me vraagt of ik al een beslissing genomen heb, terwijl ik eindeloos lang heb zitten dubben over de mosselen in kerrieroom, worst met appelmoes en de tongfilets. Heeft iemand gewonnen? vraagt ze. Hoe treurig is het bestaan van iemand die, bedenk ik een ogenblik later, terwijl ik mij slechts heel erg vaag herinner wat ik daarover in de media gelezen had kunnen hebben: hoe droevig is het bestaan van wie niet tot genot in staat is. Vandaag liep het best aardig. Het was niet de eerste keer dat ik om 3u 's nachts opeens klaarwakker overeind kroop, naar het doorlaatklepje staarde en meteen doorhad dat de lichtomstandigheden in het atelier niet van die aard zouden zijn dat ik er aan de slag kon. Met 956 had ik een eitje te pellen, maar dat zou natuurlijk pas kunnen als ik in het stromende bos deze misschien wat luchtige variatie op het oude thema voor me had. In een schilderij heb je klaar te komen. Hier een foto gebruiken en menen dat je genoeg gehad had kunnen hebben aan die foto, is een luxe. Met elke foto is wel iets aan te vangen, mits je over voldoende talent beschikt om dat te doen. En zo kroop ik dus ook vandaag weer over de promenade van Poussin, in een landschap zonder foto's, en wandelde in ochtendlicht over het natte doek, een nieuwe, aanvankelijk heel erg dun gepenseelde compositie in een damp van vlakke en vale vlekken.
Daar kan ik natuurlijk net zo goed nog eens 3 maanden mee bezig blijven. Hierover is gelukkig weinig bekend. Niemand verplicht me om het te doen. 's Avonds een fles Syrah ontkurken, een blikje bocquerones, genieten van Henry Miller. Zelfs met de appeltjes en de vissoep doen we het niet voor het geld.

(1) Henry Miller, The Books in My Life, p. 34, New Directions 1969.

Geen opmerkingen: