zondag 15 mei 2016

72 kilo stront

Feeling that there was nothing in him, Dante could not have written his Divine Comedy or Montaigne his Essays, nor could Chardin have painted a single still-life. Today man believes there is nothing in him, so he accepts anything, even if he knows it to be bad, in order to find himself at one with others, in order not to be alone. /Czeslaw Milosz, The Captive Mind, p.81; Penguin 1985/

72 kilo stront,
een beerput in maatpak.

1
... het voorrecht om elk jaar opnieuw een groep talentloze, gedemotiveerde, voor geen moer in beeldende kunst geïnteresseerde sukkels in het eerste jaar van hun opleiding te mogen begroeten voor het theorievak Doxa en contemporane dogma's. Die eerste les voor eerstejaarsstudenten is altijd een van de vreselijkste momenten van het jaar. /Correctie van een fragment uit Weg van Vlaanderen/

Ik heb een glas Montepulciano besteld. Met een misschien wat hondse blik, nadat ik de als steeds verrukkelijke glimlach van het bloedmooie meisje met een hoofs déjà-nue heel even onbeklemtoond voor me had, neem ik plaats onder een luifel van rozentakken en blauwregen. Dat ze het opeens wel heel erg koud heeft, zei ze. Ik sla het boek van Milosz open, bladzijde 80: But would he be less dishonest if he could speak the truth? Iemand had het over Spel en tijdverdrijf van James Salter. Ik vis de Moleskine uit het literaire boodschappentasje, zoek een pen, in m'n handtas heb ik er altijd minstens twee, en noteer wat ik een ogenblik eerder bedacht toen ik over het rondpunt aan Sint-Jacobs slalomde en naar de boven Zahia uitstekende verdiepingen van huisnummer 7 keek:

72 kilo stront,
een beerput in maatpak.

1-2-4-7-11-12-31-35-37-41-42-54-76/82-150-176 Huisnummers.

Who knows whether it is not in man's lack of an internal core that the mysterious success of the New Faith and its charm for the intellectual lie? /op. cit. p.80/

Een fietser met een aan het rijwiel vastgehaakt karretje waarop hij een boven het over de stuurstang gekromde lichaam uitstekende stapel huishoudelijke geriefelijkheden van huisnummer /a/ naar huisnummer /b/ sleurt: planken, een kast, een matras...
Iemand parkeert z'n auto dwars op het voetpad. Drie Polen bellen aan op huisnummer 65. Dit soort Polen, die illegaal voor een of andere bouwfirma werken, kan je makkelijk herkennen: slappe broek, kale schedel, gesticulerend, luidruchtig als een volle scheet over het voetpad stappend.

De witte jeep die een half uur eerder tot twee keer toe voorbij kwam rijden, op zoek naar een parkeerplaats vermoed ik.
You guys should..., zegt het Aziatische meisje tegen de Afrikaanse meisjes met wie ze over het zebrapad naar de andere oever stapt.

Een grijze vrachtauto van de lokale politie glijdt over het wegdek.
Dachau blues. Een fietser
met een raak boven de zoom van z'n broek uitstekende bilspleet. Het bouwvakkerskontje.

72 kilo stront,
dat is de evidentie zelve.

Geen opmerkingen: