zondag 30 oktober 2016

ochtend

Het is eind oktober en het is zacht en droog als een dag eind augustus. In het grauwe licht onder het donsdeken is het kleverige geblaf van een hond. Ik hef het hoofd boven het donsdeken, staar naar het zonlicht in de kamer. Het geblaf verstoort de ochtend. Ik kruip vlug uit bed, neem een douche, kleed me aan, verzamel de stukken die ik noodzakelijk acht en stap naar de auto. De voordeur van het belendende huis staat wijd open, vlak bij de deur staat een stoeltje, de idioot staat naast het stoeltje en smeert beits over het houtwerk, bejegent me met een vijandige blik.
Ook de dode rozelaar, de met azijn van groen en trossen beroofde druivelaar, bejegend door die blik.
En net om die reden de dode takken en het onkruid.

Geen opmerkingen: