zondag 30 oktober 2016

stats

Natuurlijk had ik me er niet aan verwacht, of wat dacht je. Dat in Parijs opeens vijfhonderd intellectuele nazaten van Lacan, Barthes en Derrida mijn blog zouden zitten lezen. Dat ze Nederlands begrijpen en wel zo deskundig dat ze op een apenstokje de soms ingewikkelde, en nog ingewikkelder, de net zo vaak onnozele capriolen moeiteloos weten te ontcijferen - en wanneer, want is dat geen goeie vraag zeg, godverdomme is dat een goeie vraag zeg, wanneer, inderdaad, kom, vooruit, geef toe, wanneer als ik zo vrij mag zijn u hiermee lastig te vallen, wanneer, op welk moment van hun zo al drukke bestaan hadden ze daar tijd voor vrijgemaakt kunnen hebben. Om woord voor woord, met komma's en punten op plekken waar een mierenneuker gek van wordt, om zin voor zin met de delicate, met de net zo goed bedroevend simpele maar net hierdoor niet minder ingewikkelde betekenis, om het maar te zeggen zoals het is, want ik heb makkelijk praten, om tijd te nemen voor de prullewieten van een halfgare en bovendien volstrekt onbekende pennenlikker, om na het raadplegen van vijftig woordenboeken en met een glas cognac aan de lippen en ook steeds een wesp die de genotzuchtige aanblik van het goudgele vocht verstoort, om zich kortom niet als een vraatzuchtige idioot op mijn schrijfsels te werpen maar het met het zedelijke intellect van een postmoderne cherubijn woord voor woord in zich op te nemen en met die drab alsnog een spoor van verfijning te proeven, een toets van, iets waarvoor ze de dagen eerder al door de plankenvloer gezakte agenda graag opzij schuiven, het afspraakje met de museumdirecteur verplaatsen en alsnog verzaken aan het weliswaar niet belangrijke maar aanvankelijk toch als absoluut noodzakelijk ingeschatte interview. Waar in Frankrijk zou zich de idioot bevinden die zich hiermee bezighoudt, met het lezen van mijn stukjes als hij zoveel andere, meer fortuinlijke dingen had kunnen doen.
Een maand geleden viel me opeens op, toen ik de statistieken aanklikte, wat ik geloof ik sinds eind 2015 niet meer gedaan had, dat het sinds jaren gebruikelijke debiet een onverklaarbaar hoge vlucht genomen had. Eerst had het ding best wel wat lezers gehad. Een vijftigtal, geloof ik. Als het meezat en ik over de tieten van een of andere prime time diva schreef, dan schoot het lezersbereik genadeloos hard met een ruk de hoogte in. Als auteur wil je gelezen worden en dus bezondigde ik me ook wel aan dit soort dingen. Toen ik op een zomeravond in Frankrijk - een prachtige avond met een Banyuls die zo'n verrukkelijk aroma had dat ik alleen al van de geur dronken werd - iets van Dawkins inbracht, nadat de gastvrouw me The God Delusion had aangereikt, had het lezersbereik nog diezelfde avond, terwijl ik argeloos naar een vlieg zat te kijken, een piek van meer dan duizend pageviews. Maar liefst duizend personen hadden in no time het stukkie aangeklikt in de veronderstelling dat de auteur iets verhelderends over de materie geschreven had. Dat had gekund, maar de Banyuls zat tegen en het feit dat ik net die avond een verrukkelijke pesto gepresteerd had met pijnboompitten die Siel op het fort bijeenzocht, en dat we als gebruikelijk zo van de Banyuls, van het panorama met de Canigou voorin en van de niet voor iedereen gelijklopende sensaties genoten hadden dat zelfs The God Delusion amper meer was dan een schim.

Na de publicatie van Anoniem eerste helft 21ste eeuw viel het opeens tegen met de pageviews. Het had opeens een gemiddelde van amper twintig, meer niet.
Hiertegenover staat dat ik schrijf om te schrijven, niet om door een hoger gemiddelde dan één lezer gelezen te worden. Een brief communiceer je niet aan honderd mensen maar aan die ene persoon. Wat ik te vertellen heb, vertel ik aan die persoon. Heb ik iets te vertellen? Laten we dat buiten beschouwing laten. Ik heb niets te zeggen en dat hoort geheim te blijven.
Toch heeft de blog intussen opeens maar liefst 1.500 pageviews. Daar kan je je maar beter niet druk over doen. Zodra je in de statistieken duikt, ook die statistieken staan online, ontdek je dat het met Frankrijk te maken heeft en op een enkeling na is er in Frankrijk helemaal niemand die m'n blog volgt.

Geen opmerkingen: