vrijdag 17 februari 2017

vrijdag 17 februari

Miller. Twee boeken van Miller. Twee is veel. Miller is veel. Twee omdat ik er niet uit ben of ik eerst in Aller Retour of eerst in The Colossus lezen wil. Ook Lispector had gekund. Sontag had gekund. Ook Sontag had gekund. Dat zijn niet eens alle boeken waar ik recent mee te maken had, maar voorlopig zit toch vooral Miller lekker.
Twee omdat ik er niet uit ben. Ongetwijfeld omdat ik in geen van beide boeken. Niet in Sontag, waarvan ik niettemin de eerste zin lees. Ik sla de bladzijde om, lees nog een zin. The quickest, driest way, staat er, the quickest, driest way to convey the inner commotion caused by these photographs is.
De pompoenpitten zijn van biologische oorsprong. Pueblo tabak is zonder additieven en wordt in Duitsland gemaakt. Iemand zei dat hij Money Jungle de beste jazz plaat vindt. Ik controleer of ik een stylo bij heb. Maar controleer niet of het ding schrijft.
In het sacre bordel van m'n handtas zit helemaal onderin ongetwijfeld nog wel een stylo. Een blauwe. Die blauwe die ik er nooit als eerste. Omdat ik onder geen enkel beding zonder stylo op stap ga. Om die reden heb ik niet alleen een blauwe maar ook eentje van het merk Staedtler in m'n handtas gestopt. Eentje die waterbestendig zou zijn. Waterproof on paper. Niet op andere materialen. En lightproof.
Ik sla Sontag dicht, druk de cover aan en schuif het boek onder dat van Driessen. En Miller stop ik niet in m'n handtas. Lispector heb ik gedurende langere tijd in m'n handtas overal mee uit genomen tot het boek nog voor ik er zeventig bladzijden in gelezen had tot de draad versleten was. Dus dat doe ik geen tweede keer. Twee is veel. Ik parkeer de auto aan het water. Wat verderop in de straat, de kant die ik op moet, is herrie. Drie lamzakken van een jaar of dertig slempen over het voetpad ter linkerzijde. Ik maak me onzichtbaar, stap ter rechterzijde achter de geparkeerde auto's door, passeer de tot de begane grond neergehaalde rolgordijnen van het bakkerijtje van Claudine en als ik de deur van de kroeg naar binnen openduw is er Monk. Eerst leek het alsof de keet tjokvol zat, maar er is een tafel vrij, eentje vlak bij het gasvuur. Miller komt op het ronde tafeltje. Oud tafeltje, kromme pootjes. Ik berg me op in het geroezemoes, kijk ongeorganiseerd om me heen, herken een van de meisjes. Er zitten ook mensen op het terras en niet eens weinig. Gek met dit weer. Ze roken. Het plaatje van Monk is Monk Plays Ellington uit 1955. Monk Plays Ellington met Pettiford op bass en le Douanier op de cover.

Geen opmerkingen: