maandag 19 februari 2018

maandag 19 februari

Transcriptie van Monday 19 February, The Diary of Virginia Woolf, Volume 5, p. 269-270; February 1940

Close-up. Iets noteren waar x op dit moment niets aan heeft. Om te beginnen, Als ontbijt/ de vaststelling dat ik niet weet wie x is. Een denkbeeldige as tussen uitersten die zich in of in elk geval vlak naast elkaar bevinden. /Brighton Rock: de roman begint met de mededeling dat het niet lekker zit met Hale, het hoofdpersonage. Eén dag later Au piano: Il a peur. Il va mourir violemment dans vingt-deux jours mais, comme il l'ignore, ce n'est pas de cela qu'il a peur./ Telefoongesprek. Een spervuur. Eerste vraag wie ik ben. Een miereneter. Sterk zwak zwak, drie vingerkootjes; dactylus schrijft het boek voor, van vinger; en vinger dus. Naaktloper; geen maatpaknaakt, heb ik niets mee. Vroeg ze niet. Vraag twee is waar ik woon. Vraag drie: Laatste transactie met bankkaart. Makkelijk praten ik, schreef Vaandrager, op het moment des onderscheids weet ik alles. Het knetterde. We tafelden. y zei dat ze een huis gekocht had, z dat ze nooit een vaste relatie had gehad. De liggende pose had bij x, van alle aanwezigen de enige met wie het naaktmodel van tijd tot tijd wat gesproken had, een interessante studie opgeleverd. Liggend naakt, een liggend naakt uit één stuk. wou eigenlijk wel zien wat de ander er van gemaakt had Wat opviel was dat niemand van het groepje aandacht had voor wat de anderen hadden zitten doen. Studies die je met enige moeite leest, vaak moeizamer na de tweede, na de derde, na nog een bladzijde, wat me niet zelden met Robberechts overkomt; na de publicatie van Aankomen in Avignon, [Manteau 1970, 5de meridiaan, geredigeerd door Weverbergh], in de rubriek Standaard der letteren, 9 juli 1971: De verklaring van de titel "De grote schaamlippen" geeft u zelf in het boek: "De met de lippen beleden en daardoor goeddeels overwonnen schaamte. De door die belijdenis geriskeerde beschaming, niet langer nog taalvaardigheid, vakmanschap, goede smaak of kunstzin in het geding gebracht, maar heel mezelf." Kunt u in verband met deze titel enkele anekdotes vertellen ter informatie over de mentale wereld waarin we leven? [F. Depeuter]; [Robberechts:] F. Depeuter schreef dat een betere bepaling van mijn geschrift niet te geven is en dat het ook kommercieel een fantastische titel is. Maar vertegenwoordigers van de uitgeverij vroegen dat de titel veranderd zou worden in De grote schaamte. Een verdeelster verklaarde dat zij als vrouw toch bezwaarlijk een boek met een dergelijke titel kon aanbieden. [ ] Woolf over haar dagboek: thinking sometimes who's going to read all this scribble?/ Iets wat iemand later voor een essay, voor een cyclus gedichten, voor een roman of voor een biografie gebruiken kon./ Straks een photo shoot; voor een gendermagazine; en dan vergeet ik het rode halssnoer. En vrijdag dan, telefoon van iemand die wist dat een document waar we al bij al best lang op hadden zitten wachten er aan komt. Maar ik wou over x schrijven.
[Perec: Ik ben bij een vriendin (er is niets tussen ons, gewoon vrienden). Dan komt de actrice M. D. binnen. Het is een lange, mooie, goedlachse vrouw met lang blond haar; zij is naakt onder een lichte jurk. /De duistere winkel, bladzijde 133] Op zondag regende het, maar niet de hele dag. Of was het vrijdag? Er lag een dun laagje vocht over het asfalt. Plassen & takken aan de Leie-oever. De tuindeur bleef dicht. De nieuwe bewoner van het belendende pand heb ik één keer ontmoet en toen hadden we het over de vorige bewoners die ze, ze had de sleutel al, het huis was ontruimd, af en toe in het salon of in de keuken aantrof of die zich in de gang vlak bij de voordeur verstopt hadden en de deur dichtknalden voor ze het huis had kunnen betreden. Vorige zomer betrapte ik het oude wijf toen ze op een keer rond het middaguur met haar sponzige lijf over de schutting hing./ Achterin de tuin een dikke laag smoezelige bladeren. Vandaag Entetrien de Paris, van Henry Miller, en een editie van Suhrkamp met Materialien zu Brechts "Der kaukasische Kreidereis" /Bladzijde 85: Zur Politik gehöre vor allem der politische Blik, ein schwieriger, aber nützlicher Blick, meinte Brecht und verlangte, wir sollten das Foto noch einmal mit neuem Blick betrachten./ Ik had net de veggieschotel beëindigd toen y opeens aan de biljarttafel stond; ze had gereserveerd zei ze. Later op de avond komt het gesprek op het Stendhalsyndroom. [ ]

Geen opmerkingen: