woensdag 28 februari 2018

woensdag 28 februari

Transcriptie van Tuesday 28 February, The Diary of Virginia Woolf, Volume 5, blz. 205-206; FEBRUARY 1939

They'll consider him a victim of high culture, like those victims in detective stories who prefer to enter their houses through the window. iemand had me het boek gegeven. onfortuinlijk is het, na amper twaalf bladzijden hield het op; na iets over huisdieren en filosofie hield het op; zo had x iets om naar uit te kijken. Hij zat aan een lange tafel achterin het restaurant en de zittende houding had dubbel profijt Er was niet alleen het Boek, Foucault, seventy pages _ my notion of it ––– Appelcompote, stoemp, braadworst [ik zoek compote op. Vruchtenmoes staat er] en onderaan bladzijde 10: La Mandragore. Dus tot hier ongeveer. x was er van uitgegaan dat ik iets aan het boek hebben zou, of, dat ik net als Verdegem het deed genoeg aan 70 bladzijden hebben zou – maar! Verdegem werd betaald om het te doen. Deed het sinds 1991. En hoe jammer het ook was. Latijn-Griekse. Afgestudeerd cum laude in Germaanse filologie. Het eerste baantje, MUTE & SCISSORS, overheden bevloeiden het concept: meer dan 70 bladzijden moet het niet hebben, zeiden ze. Lezen, tellen, het mes erin, scheuren. Met de generatie vijftig zestig had Verdegem noemenswaard geen probleem gehad. Je was al blij als het 70 bladzijden had. De administrateur-generaal kon geen kritiek hebben. Neem een voorbeeld aan Lindon, zei hij. Het dak ratelde. Rukwind. Hoe je het ook draait of keert, zou Verdegem hierover gezegd hebben, na 70 bladzijden had ik er telkens genoeg van. Claus, De verwondering, hiermee was het begonnen. Aan zich herinneren hoe het begonnen was had hij zich een broek gescheurd. Negeer de kritieken. Wat niet in het groene boekje staat, gaat er uit; maar; personeelstekort. Zo'n stagiaire gaat geen eeuwigheid mee. De overheid bovendien had iets met eerste zinnen. Met elke repliek op zo'n eerste zin begon de ellende. Vaak had het hoofdstukken die je zo dumpen kon. Het kapitaal zat in de eerste zin; of: die ene bladzijde die er uitsprong. Kabaal, kabaal, groot kabaal: na zestig kon je alles dumpen. Maar Verdegem zag je zelden in de kantine. Hij zat lijkbleek op Joyce.

Geen opmerkingen: