vrijdag 31 augustus 2018

bloedworst

Over bloedworst zou iemand opgemerkt hebben, zijn naam herinner ik me niet, zei de persoon die links van me aan tafel zat, zou iemand opgemerkt hebben, zei die persoon, hij die links van me aan tafel zat, z'n naam is me ontschoten, terwijl een ander zei bloedworst is net heel erg lekker, wie dat was herinner ik me evenmin, dus wat ik niet begrijp, zei die persoon, dat hij het niet lustte. Wat! riepen enkele van de aan tafel zittenden ontzet, van wie ik allen Hendrik kende, wat! maar bloedworst is net heel erg lekker! Bloedworst, vervolgde de onverlaat, is weerzinwekkend. Wat u zegt! sneerde een van de toehoorders, – Walgelijk! vervolgde het heerschap, probeert U zich dat maar eens voor te stellen, een worst – ! – er zijn vijf dingen die ik niet lust, als ik het goed heb vijf, en daar is bloedworst één van – een worst die uit bloed en drek bestaat, weerzinwekkend! Wat ik niet begrijp, zuchtte Hendrik, of het dikkerdje dat links van Hendrik zat, iemand die ik niet kende, inderdaad omdat ik niet iedereen die mee aanzat kende; in andere, minder fortuinlijke omstandigheden had ik Hendrik net als alle anderen om die overigens volstrekt futiele reden net zo goed niet bij naam genoemd kunnen hebben. Hierop antwoordde iemand die ik gemakshalve y noemen zal, dat hij het evenmin begreep. Drek, zo sprak hij, excuseert u me, bloedworst, zoals hij wel degelijk had willen zeggen, bloedworst is net heel erg lekker, en was dit inderdaad niet net wat ook alle andere mee aanzittenden vonden, dat het om te smullen, dat het om te watertanden was; waaraan hij trouwens ook nog wel wilde toevoegen dat hij het tot zijn hoogst persoonlijke topdrie van culinaire exercities rekende, Et Cetera, Et Cetera. X, de persoon die ik om een of andere reden niet eerder als zodanig aangeduid heb, gaf met naar verluidt opmerkelijk vertoon van ootmoed te kennen dat ook hij kennissen had, of althans van meerdere personen die hij persoonlijk kende wist dat ze net bloedworst een delicatesse vonden. In zijn bijzijn hadden zij zich niet zelden met hoogst opmerkelijke bewoordingen over de smulbaarheid van bloedworst uitgesproken. Wat er ook van zij, hij lustte het niet, en bracht hiermee hoogstens zijn mening, niet die van een ander te berde. Excuseert U me, zei het dikkerdje, een smulpaap buiten categorie, iemand die met nog een portie drek zwoegde en intussen niet naast maar vlak tegenover Hendrik aan tafel zat, dan bent U vast die ene uitzondering op de regel, al had ik eerlijk gezegd zelf nooit eerder van zo'n geval gehoord, dat voor iedereen hier bloedworst culinair de top is, terwijl U; vooral met appelmoes erbij, zei Hendrik. Ook zonder appelmoes, zei het dikkerdje, die het allemaal teveel werd – neem dat maar van me aan, ook zonder appelmoes.

Geen opmerkingen: