donderdag 31 oktober 2019

todo bien

Alles goed, vraagt ze. Alles goed, dat is een grote verantwoordelijkheid, zeg ik. Beetje goed? informeert ze. Nee, zeg ik. Zou ze ook niet willen, zegt ze, die verantwoordelijkheid. En wat neemt u, vraagt ze.  Iets . . . niet te zwaar, knip knip, niet te zwaar, begrijpt u, niet te zwaar, zeg ik. We hebben Porcile, zegt ze. Niet te zwaar, niet te zwaar, zei ik, zeg ik. Mensenvlees maakt me droevig, uitgekookt heeft het een nare smaak, zeg ik. Ik staar naar het witte, kraaknette tafelkleed. Op smaak gebracht met drek en spekreepjes, probeert ze. Koeiendrek, vraag ik. Nee, zegt ze, koeiendrek, wat vies, nee, geen koeiendrek, zegt ze. Alleen de beste ingrediënten. En als we het niet vers hebben gebruiken we 't niet, zegt ze. De couillemousse, wat mag ik me daarbij voorstellen, vraag ik, op een reuzeldrafje de kaart doornemend. Teelbal van het huis op smaak gebracht met drek en spekreepjes, zegt ze. Van het huis ? ? ? zeg ik. Op smaak gebracht met drek en spekreepjes, zegt ze. Op dat witte tafelkleed, herinner ik me, hadden we op een keer la carta borgesiana getekend, net zo groot als de tafel groot is. Waar is Tijgetje, vraag ik me af. De wijzerplaat geeft tien voor acht. Een meisje torst schotels met friet en spek, van het huis, en aan de muur, vlakbij, ter linkerzijde, is een vlekkerige kaart, de mediale vouw in een kruis van noord naar zuid en van west naar oost over het hele gebied. Galjoenen, walvissen, vliegende vissen, een zeemeermin.

vrijdag 18 oktober 2019

mail art sp-van

2945 controlemodule
3006 Telma
2993 terug
2989 prijs
2985 Claudine
2981 omschrijving
2974 best before
2963 tot ziens

donderdag 17 oktober 2019

mail art sp-van

2924 smakelijk
2922 garantie
2916 punten
2909
2987
2918 come again
2988
2908 parapox

woensdag 16 oktober 2019

urgentie

14u. Een patrouille, zijnde een in de volksmond als combi bekend staand voertuig, komt in acute vaart met haarspeldbochtloeiharde sirene vanuit de Brabantdam de Kouter opgereden, rijdt door tot aan het kruispunt met de Veldstraat, gaat daar linksaf, dan weer linksaf de Schouwburgstraat in, vervolgens met haarspeldbochtloeiharde vaart opnieuw over de Kouter, dit keer aan de zijde van de Handelsbeurs, om tenslotte met loeiharde sirene de hoek van de Brabantdam te veroveren en spoorslags die straat in te rijden waaruit het voertuig een minuut eerder kwam aanstormen.

met

staat ze met met
met
met met dat idiote
met dat idiote
staat ze met dat dat dat dat
met dat idiote bord
staat ze
staat ze met dat idiote bord
met dat idiote bord van betonpatisserie
betonpatisserie Dewael
staat ze met met dat idiote
met met
met dat idiote bord op straat
met dat idiote bord van betonpatisserie
betonpatisserie Dewael
en ziet ze er ook net zo stom uit
uit uit uit
net zo stom
net zo stom als dat idiote bord van be
beton be
betonpatisserie Dewael

maandag 14 oktober 2019

naambekendheid [2]

Naar de kapster van je oma genoemd worden.

maandag

transcriptie van Friday 14 October the Virginia Woolf Diary volume 5 Penguin 1988 blz. 180–181 october 1938

In mijn negentiende eeuw is geen derde republiek.

zaterdag 12 oktober 2019

zaterdag

transcriptie van Saturday 12 October the Virginia Woolf Diary volume 5 Penguin 1988 blz. 328–329 october 1940

Ik lag met een otter in bed. Zo was het. Ik lag met een otter in bed. Eerst plakte de otter aan het plafond. Zo was het. Eerst plakte de otter aan het plafond. Ik keek naar de otter die aan het plafond plakte en ik dacht, Ik ga er maar eens vandoor, dacht ik.
De otter die zich vlak zich boven me vlak boven me bevond en alsof ik er niet was deed. Raar. 's Avonds laat had ik nog in Mr Palomar van Italo Calvino liggen lezen : The cheese museum : This shop is a dictionary; the language is the system of cheeses as a whole; a language whose morphology records declensions and conjugations in countless variants,
omdat ik op mijn buik lag en met het reukorgaan in een pan met hersenoverschot roerde, Zo was het. In een pan met hersenoverschot roerde. Een hoeveelheid als de hoeveelheid braadworst die ik die dag in een advertentie geserveerd gekregen had, En het zich naast me bevindende lichaam, wat was er gebeurd, was in het gladde lijf van een otter veranderd. Plakte eerst aan het plafond, zo was het, aan het plafond, in het maanlicht van wat op een bladzijde uit Palomar van Calvino leek, plakte aan het plafond, zo was het, en lag een ogenblik later, bed, kussensloop, naast me, paf, exact hetzelfde volume, glad, glibberig, naakt. Ik bekeek het blote lichaam, zo was het, ik bekeek het blote lichaam, roerde in het pannetje met hersenoverschot, ergens tussen twee snijtanden was een stukje vlees vast komen te zitten, exact wat ik zeg, een stukje vlees, Ik zag het voor me. Blind zat ik voor het beeldscherm.

woensdag 9 oktober 2019

naambekendheid [1]

Jammer. Vergeten. Naam kwijt. [Requiem in advance
for a minor talent]

Een naam met vier poten en een staart.

return to sender

RETURN TO SENDER Ik noteer wat ik aan het belendende tafeltje hoor, zonder het spoor van het gesprek gevolgd te hebben, wat kon, wat net zo goed had gekund, het is een relatief rustige avond; ik had me afgevraagd of aan het geroezemoes een vorm toegekend kon worden, bijvoorbeeld, de bolvorm, het platte vlak van een partituur of die van een vogelkooi, zou het een vorm hebben, vroeg ik me af, die enorme klankmassa waar je als dilettant moeilijk vat op krijgt, een massa waarvan ook de partituur, stel ik me voor, bolvormig is, ik bedenk een voorbeeld, die als schriftuur misschien alleen door multi-dimensionele ellipsen weergegeven kan worden, terwijl elk deeltje van die kolkende klankbrij een lineair verloop heeft, begint, eindigt, her en der in het lokaal is een verloop van niet eens heel erg heftige gesprekken, iemand zegt iets, nog iemand zegt iets, en het veelvoud van die klankmodule, als partituur plat, lineair, ––– lawine, –– het ter plaatse trappelen van een lawine, bolvormlawine, wastrommel, kookpunt, ik liet het op me inbeuken en veerde pas weer op uit die borrelende klankmassa toen een van de personen aan de belendende plek, een man, twee dames, midden het op af en aan van een gesprek over, als ik het goed heb een gesprek over concertvleugels, RETURN TO SENDER zei, en die woorden zo uitgesproken duidelijk formuleerde dat ik, zat ie naar me te kijken? dat ik het wel horen moest. Het gaf geen concreet aanknopingspunt, maar ik schreef het toch maar op. Return to sender. [ ] Bij Calvino een verhelderend fragment (Mr Palomar, The invasion of the starlings, p. 58): Finally a form emerges from the confused flutter of wings, it advances, condenses: it is a circular shape, like a sphere, a bubble, the balloon-speech of someone who is thinking of a sky full of birds, an avalanche of wings that rolls in the air and involves all the birds flying in the vicinity. [ ] PASOLINI
Een eenvoudige, boerse maaltijd. De gastheer serveert een schotel met braadworst, aardappelgratin en met rozemarijn en ricotta op smaak gebrachte boontjes. De genodigden, elf personen, personen die vanwege een specifieke affiniteit met het werk van Pier Paolo Pasolini uitgenodigd werden om de eerste editie van de Pasolini-avond bij te wonen, zijn naakt, behalve de gastheer en het keukenpersoneel, of in maatpak, wat zoals bekend een vaak voorkomende variant is. L'artifice, bien entendu, est flagrant. Mijn aanwezigheid, flagrant, om het bij M. Gervais aangetroffen bijvoeglijke naamwoord te gebruiken, bleek discutabel, niet omdat ik als enige naakt was, ik had behalve het maatpak, wat ik niet had, alles in de vestibule te laten, een Aziatische hostess ontfermde zich over wat ik had aangehad, maar omdat ik kennelijk als enige niet alle films van Pasolini gezien had, Porcile, Medea, om er twee te noemen, wat voor commotie zorgde, wie is die sukkel, zei iemand. emigrato da terre che non hanno ancora un nome, het was het eerste vers dat me te binnen viel, ik klom op tafel, hurkte – che si nasconde, kon mij niet meteen de titel van het gedicht herinneren, che si nasconde, zocht naar de woorden, che si nasconde in qualche boscaglia a dormire quando il giorno incomincia, bravo! bravo! riep iemand die met Rigagnolo aangesproken werd, hij was zo wanstaltig dik dat hij op twee stoelen tegelijk zitten moest, la fondazione assurda del poema, zei ik, ecc.) x Eh, uccellaccio –––! wat de gemoederen suste. [ ]

dinsdag 8 oktober 2019

portret

Zwaar. Er is geen tijd om uit te zoeken wat ik met zwaar bedoel. Of ik een ander woord bedenken kan. Log. Kolossaal. Eerste indruk. Koffie. Lahyona heet ze, het meisje dat de tafels neemt. Ik heb het notitieboekje open, onder het notitieboekje het nieuwe boek, en m'n blik op het plein, op wat op het plein gebeurt. Geen aanknopingspunt. Niet één aanknopingspunt. Tot op het voetpad pal voor de boekhandel, waar ik me een ogenblik eerder Bolte van Kurt Schwitters had aangeschaft, een bouwvakker verschijnt, iemand die in het belendende pand bezig was, waar ze een verbouwing hebben. Mooie, dierlijke logheid. Spieren. Van kop tot teen log, mannelijk spierweefsel. Een muts, het buikje, geen discussiepunten, trefzekere voortgang, het brede torso voorwaarts gebogen, het stappen strak een twee een twee, A → B, een zich voorwaarts ontwikkelende beweging waaraan het hele lichaam deelneemt. Scherp. Lineair. Log. dan toch een detail Groene muts. Positie uit te zoeken. Een gereedschapskist, werkkleding, de klep van de gereedschapskist open, de gereedschappen zichtbaar: een hamer, de plooimeter, een nijptang. Hij stapt richting Opera, verdwijnt om de hoek, het hoekpand een keet die in baksteen grossiert. Immobiliën. Alles te koop. Ik probeer het beeld vast te houden De vlezige kop. De strakke tred. Het niet zichtbare gewicht van de gereedschapskist. Niet zwaarder, komt me voor, dan een briefomslag. De gespierde arm strak als een slagboom. Kijkt niet om naar het terras van de boekhandel, waar lui zitten die in een magazine, in een boek of in een krant lezen.
Een ogenblik later nog iemand. Maatpak. Het jasje hangt open. Sebald, dat type. Behaarde bovenlip. Staat wijdbeens midden het voetpad zonder naar het terras van de boekhandel om te kijken. Eén hand geen notitie of het de linkerhand is of de rechter in broekzak. Tolofeent. Rood aangelopen schedel, de blik niet aan de buitenzijde van die rooie kop maar ergens binnenin, daar aan het wroeten. of De blik op die andere afstand, het A ↔ B, die andere persoon aan het uiteinde van het gesprek. [ ] 19 2

19 februari

actrice Nooit raken ze het eens over wie haar favoriete actrice is.
bloot Een driehoek : blote benen, naakte handen, de iphone.
boek Hij vraagt, bijvoorbeeld, wat lees je, vraagt hij, en zij gaat gedetailleerd in op wat het boek voor haar betekent.
echt Echt waar, zegt iemand. Het is echt waar. Het is niet alleen waar, het is echt waar. Toch is waar niet minder waar dan echt waar, en echt waar niet minder twijfelachtig.
februari 19 februari. Een dinsdag. Eerder die dag een irritante vergadering. Gênant. Geen bijzonderheden.
snel In El Pais las ik dat het record snelschrijven op naam stond van een Texaanse typiste, Mevr. Pajunas. In het tijdsverloop van 60 seconden had ze op een elektrische schrijfmachine foutloos 269 toetsen aangetikt. Ik nam plaats voor de mechanische schrijfmachine die ik toen nog had, een Olympia als ik het goed heb, schoof een blanco vel in de machine, wachtte tot de secondewijzer het hoogste punt bereikt had en kopieerde in razendsnel tempo de tekst die ik naast me had, iets van Perec misschien of iets van Borges, hield tegelijk de secondewijzer in de gaten, klokte af op exact 60 seconden, bestudeerde het resultaat, wat foutloos bleek, en telde het aantal toetseenheden : 380. Zeer in mijn nopjes met dit wereldrecord, opende ik een fles rode wijn, dronk een glaasje, dan nog eentje en nog eentje, tot ik de fles in een mum van tijd tot de bodem geledigd had en in die hachelijke roes besloot om puur voor de lol een aanval te wagen op het nieuwe, het weliswaar niet gehomologeerde maar desalniettemin nieuwe wereldrecord. In een toestand van relatief ernstige beschonkenheid nam ik dus weer voor de mechanische schrijfmachine plaats, wachtte tot de secondewijzer op twaalf stond, en deed de tekst waarop ik eerder die dag een score van 380 gehaald had, iets van Perec dus of iets van Borges misschien, hield de secondewijzer in de gaten, probeerde geen fouten te maken, wat niet lukte, en klokte af, na voor elke fout 10 eenheden afgetrokken te hebben, op 310, een resultaat dat ik om een of andere reden pas echt indrukwekkend vond.

zaterdag 5 oktober 2019

zaterdag

--------/--------⃝
                 Hier staat Vin. Wat doet Vin? Vin tapt bier.
---⃝----⃝-/-------- (A) en (B) praten. (A) is oud en (B) is jong. Ze zitten naast elkaar. Waarover ze praten weten we niet weten we niet weten we niet. We nemen aan dat de eerstvolgende notitie met geen van beiden begint.
--------/--------/-------⃝-
                             Warm ingeduffeld tegen de winterse kou. Overwegend zwarte of in elk geval donkere kledingstukken. [vluchtig] Jas. Muts. Geen kenmerken die overeenstemmen met de dresscode van wie in het Fortes Dell Restaurant aan tafel zit. Resolutie van betreffend vendiagram = 0.
    ⃝  → Verplaatst zich van/naar. [exit] verdwijnt

Een tafel.

x⃞ x zit ter linkerzijde

⃞y y zit ter rechterzijde
x, een man, bladert in wat een boekje had kunnen zijn, maar het niet is. y, een dame, heeft twee biertjes besteld.

Vijf van in totaal zeven tafels, zonder dieper op het potentieel van kenmerken in te gaan, beantwoorden aan hierboven geschetste situatie: x, een man, y, de dame.

ROOD Het schoeisel. Lampjes. Een kledingstuk met v-hals. Bijkomende opmerking: één tafel waar opeens helemaal niemand zit. Wat? Hoezo, niemand. En dat had U niet zien aankomen? Nee. Misschien heeft de barman het verdwijnen van/naar opgemerkt? Hij komt achter de tapkast vandaan. Hij stapt naar de buitendeur, opent de deur, kijkt of er op straat wat te beleven valt, sluit de deur, stapt door het lokaal, snel, neemt de oorspronkelijke positie in. Aan één tafel had je een speld kunnen horen vallen. Hoor je niet vallen, omdat (1) Er is geen speld, (2) Lawaaierige troep.

Met enige regelmaat ziet iemand over het hoofd om de buitendeur goed te sluiten en tuimelt een koude luchtstroom in de net dankzij die deur van buitenwereld afgesloten ruimte.
Brunettes, personen die de buitendeur wel sluiten, iemand die Mira heet, een blonde jongen, een muts, personen die in het Engels converseren, die niet die wel naar x of y omkijken, hem/haar/het, een boek, personen die een bril dragen, dat zijn er 2: de barman en, het zijn er 3: de barman, iemand die in het in het Engels gevoerde gesprek betrokken is en iemand die een hele tijd geleden al aan de tapkast plaatsnam. [pauze]

Daisy. Let's talk on Daisy. You remember Daisy? Don't you remember Daisy? Daisy! You don't remember Daisy?