dinsdag 29 mei 2012
zondag 27 mei 2012
zondag 27 mei
Onder de lamp is een wolk. We zitten op het terras van de cabane. Het is middernacht. Insekten wolken in het schaarsbedeelde licht. Grote insekten, kleine insekten. Nachtvlinders joelen in het licht. Ik maak een schilderij van de nacht. In het licht boven het tafelblad is een wolk van piepkleine wezentjes die op stofdeeltjes lijken. We drinken wijn, een Dao. De kaars staat in de teut van een wijnfles. Er is geen zuchtje wind. Alles staat alsof het altijd zo was, geen zuchtje wind. Een nachtvlinder knalt tegen het neusbeen. Een van de meer grote insekten belandt in het wijnglas. In de hemisfeer is het geronk van een vliegtuig te horen. Het is veraf, de machine vliegt op Brussel. En dan, opeens, plots, het gebalk van een ezel, luid als een misthoorn.
maandag 21 mei 2012
kennis
De homo sapiens ontwikkelde beeldend vermogen, wat de neanderthaler bespaard bleef. Opeens begreep hij dat alles met de beslissing van een god te maken had, wat de neanderthaler bespaard bleef.
De homo sapiens ontwikkelde een buitensporig vermogen tot kennis.
Waar hij dat aan te danken heeft, begreep hij niet, wat de neanderthaler bespaard bleef. Een mens kan niet alles weten. In Alaska boorde ik een tak in het zachte bladerdeeg van een meertje. Hij is een kunstenaar, zeiden ze, en het bladerdeeg werd brood. Maar dat zeiden ze ook over het molgropus dat z'n klandestiene interesse met zweepslagen over m'n kloten joeg, hij is een kunstenaar, zeiden ze. Met de zweepslagen die ik verdien voor elk ding dat hij maakt? Laten we het anders stellen. Ik word in het gat genaaid. En zo heeft de homo sapiens zich alsnog verdienstelijk gemaakt, ik werd in het gat genaaid.
De homo sapiens ontwikkelde een buitensporig vermogen tot kennis.
Waar hij dat aan te danken heeft, begreep hij niet, wat de neanderthaler bespaard bleef. Een mens kan niet alles weten. In Alaska boorde ik een tak in het zachte bladerdeeg van een meertje. Hij is een kunstenaar, zeiden ze, en het bladerdeeg werd brood. Maar dat zeiden ze ook over het molgropus dat z'n klandestiene interesse met zweepslagen over m'n kloten joeg, hij is een kunstenaar, zeiden ze. Met de zweepslagen die ik verdien voor elk ding dat hij maakt? Laten we het anders stellen. Ik word in het gat genaaid. En zo heeft de homo sapiens zich alsnog verdienstelijk gemaakt, ik werd in het gat genaaid.
maandag 14 mei 2012
zaterdag 12 mei 2012
vrijdag 11 mei 2012
vrijdag 11 mei
foto: Liz, Tiane and Terry
Liz is from Australia. He is British. From Geelong zegt ze later, ze schrijft het in het notitieboekje: Geelong.
He drove from Amsterdam, apparently with Liz, Liz from Australia.
Iemand vond dat het er te lawaaierig aan toeging. Het was een vriendelijke mail. Hij schreef dat ze dagen naeen tot 's avonds laat naar het geluid van de zaag- en de boormachines hadden zitten luisteren en dat ze daar intussen wel genoeg van hadden. Hij schreef dat hij er zeker van was dat ik begreep wat hij bedoelde en sprak de hoop uit dat het niet nog eens gebeuren zou.
Het was Quinten die tot vijf dagen naeen tot 's avonds laat in de zaal voorin gebleven was. Hij en Max. Ze hadden grootse plannen, wilden een slaapkamer bouwen. Dat beeld beviel me wel, eigenlijk: ze wilden een slaapkamer bouwen.
Quinten had Tom Waits aangeklikt. De rauwe stem van Tom Waits loeide door de speakers. Ik wijs een van de foto's aan. Waar is dat, vraag ik. Het is in Thailand, op een eiland, Chian Mai, zo heet de plek. Op een van de foto's die ze in Bangkok namen, is een groepje feestvierende katoey te zien die zo dronken zijn dat ze het fototoestel niet opmerken.
Tout ça c'est l'année dernière, antwoordt Tiane. Ik vroeg wanneer hij de foto's gemaakt had. Et voilà. J'y suis allé plusieurs fois mais c'est tout l'année dernière. Ik bekijk de foto's. Het zijn grote vellen, zwart-wit, goedkope prints wat het goedkope werk van de hijra's benadrukt, ze lachen, ze zijn jong, anderen zijn misschien niet zo jong meer, ze hebben een donkere huidskleur, ze lachen, op enkele van de foto's zijn ze samen met een klant, kakkerlakken kruipen weg onder de beddenbak. Quinten is bezig met een schuurmachine.
Vlakbij de doorgang naar de corridor staat iemand naar Liz te kijken. Liz is met een borstel bezig. What's your name again, vraag ik. Hij kijkt om, lacht, een brede lach. Terry, zegt hij. What's your name again is the phrase and you said Terry, zeg ik. Yeah, zegt hij.
Dat schrijf ik op: What's your name again is the phrase and you said Terry. Yeah, zegt hij.
Terry talks refined cockney. He's from East End. Het gesprek komt op Tino Sehgal.
Liz is from Australia. He is British. From Geelong zegt ze later, ze schrijft het in het notitieboekje: Geelong.
He drove from Amsterdam, apparently with Liz, Liz from Australia.
Iemand vond dat het er te lawaaierig aan toeging. Het was een vriendelijke mail. Hij schreef dat ze dagen naeen tot 's avonds laat naar het geluid van de zaag- en de boormachines hadden zitten luisteren en dat ze daar intussen wel genoeg van hadden. Hij schreef dat hij er zeker van was dat ik begreep wat hij bedoelde en sprak de hoop uit dat het niet nog eens gebeuren zou.
Het was Quinten die tot vijf dagen naeen tot 's avonds laat in de zaal voorin gebleven was. Hij en Max. Ze hadden grootse plannen, wilden een slaapkamer bouwen. Dat beeld beviel me wel, eigenlijk: ze wilden een slaapkamer bouwen.
Quinten had Tom Waits aangeklikt. De rauwe stem van Tom Waits loeide door de speakers. Ik wijs een van de foto's aan. Waar is dat, vraag ik. Het is in Thailand, op een eiland, Chian Mai, zo heet de plek. Op een van de foto's die ze in Bangkok namen, is een groepje feestvierende katoey te zien die zo dronken zijn dat ze het fototoestel niet opmerken.
Tout ça c'est l'année dernière, antwoordt Tiane. Ik vroeg wanneer hij de foto's gemaakt had. Et voilà. J'y suis allé plusieurs fois mais c'est tout l'année dernière. Ik bekijk de foto's. Het zijn grote vellen, zwart-wit, goedkope prints wat het goedkope werk van de hijra's benadrukt, ze lachen, ze zijn jong, anderen zijn misschien niet zo jong meer, ze hebben een donkere huidskleur, ze lachen, op enkele van de foto's zijn ze samen met een klant, kakkerlakken kruipen weg onder de beddenbak. Quinten is bezig met een schuurmachine.
Vlakbij de doorgang naar de corridor staat iemand naar Liz te kijken. Liz is met een borstel bezig. What's your name again, vraag ik. Hij kijkt om, lacht, een brede lach. Terry, zegt hij. What's your name again is the phrase and you said Terry, zeg ik. Yeah, zegt hij.
Dat schrijf ik op: What's your name again is the phrase and you said Terry. Yeah, zegt hij.
Terry talks refined cockney. He's from East End. Het gesprek komt op Tino Sehgal.
orange peel blues
It sang orange peel blues
without orange peels.
And a burnt crown
as usual
curved from a forrest at least.
Or a burnt crown or two.
One in a barrel splendid browns and red inside with devil's juice.
Or make it two: too many brains.
And the beau Swyndon.
And the beau Swyndon.
without orange peels.
And a burnt crown
as usual
curved from a forrest at least.
Or a burnt crown or two.
One in a barrel splendid browns and red inside with devil's juice.
Or make it two: too many brains.
And the beau Swyndon.
And the beau Swyndon.
zondag 6 mei 2012
blue de chêvre
Ze wist het niet. Ze wist niet waar de Blue de Chêvre vandaan kwam. Bourgogne, Larzac, Roussillon, ze wist het niet. Wat de geiten niet wisten: dat van de melk uit de dikke, over het gras slepende uiers een kaas gemaakt werd die Blue de Chêvre genoemd wordt en dat, in een land verweg van de schrale bergflanken waar ze grazen, ooit iemand zou vragen waar die groengrijsblauwdooraderde kaas vandaan kwam en dat de winkeldame aan wie die persoon dat vroeg het niet zou weten, amor de mi curiosidad, dat ze dat niet weten zou, amor, amor, amor de mi curiosidad, dat ze dat niet weten zou, dat ze dat niet weten zou, amor, amor de nada mas, amor de mi curiosidad, amor de nada mas. Ze had geen idee. Het interesseerde haar niet. Ze wist het niet. O winkeldame, juffrouw, o zeg me, waar komt deze kaas vandaan, dit groengrijsblauwdooraderde kleinood, o dame, juffrouw, waar, o waar komt deze kaas vandaan, deze, dat mag ik wel zeggen, toch, deze prachtige kaas, ach, mevrouwtje, wat een prachtige kaas, wat een verrukkelijke kaas, ach, ach, ik zeg het u, juffrouw, ik zeg het u, met uw mond die ik gedwongen had willen zien tot prachtige woorden: uit Larzac monsieur, deze kaas komt uit, en noem dan een stadje, voor de vuist weg, noem het, verzin het, Caltanissetta mijnheer, u bedoelt zeg ik. Wat ze wel wist, dat ik die kaas bedoelde, de plaatsnaam had ze hoogst persoonlijk in de halfronde bovenzijde van de kaas geprikt: Blue de Chêvre.
zaterdag 5 mei 2012
Abonneren op:
Posts (Atom)