zaterdag 28 juli 2007

vrijdag 27 juli

Het idee van het hotel als een plaats voor hedendaagse kunstprojecten.
The Suicide of an Octopus. Kaj nam wat klei en kneedde een varken. Vliegjes tuimelen boven de lege bierflesjes.
Ik open Papiers Collés II van Georges Perros op bladzijde 22 en lees een zin: 'Dès qu'un critique est intéressant, il le devient beaucoup plus que l'auteur qu'il étudie.'
Uit het eerste telefoongesprek maak ik op dat Joël zijn vakantie aan de Belgische kust doorbrengt. Hij woont in Berlijn, herinner ik me, en zal geen portfolio bijhebben.
De persoon die me staat op te wachten had familie van Michel Piccoli kunnen zijn.
Agata filmt in het zuiden van Engeland. Er is een klif die berucht is vanwege het aantal zelfmoorden.
Bethanien, dat was 2002, het jaar voor Eva-Maria Bogaert. Joël runt die Kunstfabrik, hij en Mari Drelloch. Is in de buurt van Kreuzberg.
We gooien de laptop open.
Het project in Netwerk, Baroq at the Gridiron Hotel, had Labour Day 2007 als saturatiepunt. Tien kunstenaars, twee landbouwers, drie theoretici.
Het begon in Bolivië, La Paz. Joël en Mari hadden er een project.
Wat hij met hotel bedoelt: een conglomeraat van departementen. Om een voorbeeld te geven, het Reinigungsgesellschaft en het Departement voor immateriële arbeid. Twee kunstenaars die een onderzoek voeren naar de Polen die in België werken. Ze deden interviews. Mindmapping. Wat het betekent om hier in België te werken; de situatie bij hen thuis in het dorp. Meestal komen ze uit hetzelfde dorp. Daar leven ze klein behuisd, hier met z'n allen in één appartement.
New Reform, de bron van Netwerk. Ja, dat klopt. Die meneer Dhont van New Reform.
Ander departement. Joël springt van de hak op de tak.
Hij begint over de tweede sessie van het Gridiron Hotel project. Die tweede sessie was in Berlijn, een begrafenis van stenen, stenen van het museum van La Paz. Bolivië, La Paz. Hij en Mari Drelloch waren in La Paz. De begrafenis werd de eerste steenlegging van het hotel. Symbolisch op te vatten, geen container vol maar een klein pakje met stenen, niet meer dan wat hij aan z'n bagage toevoegen kon.
Netwerk was de derde etappe. Etappe 4 hebben ze straks in Berlijn. Het Gridiron project duurt drie jaar. Eind 2008 is het afgelopen. Maar om het over dat andere departement te hebben.
Armin Chodzinski, een kunstenaar uit Hamburg, huurde een acteur in om een motivatietraining voor business managers na te spelen. Simultaan een beperkt aantal tekeningen met draden aan elkaar verbonden. Gele draden, wat uit het beeldmateriaal blijkt. Dan Nicolas Galeazzi. Nog een departement. Trok naar Brussel, naar het Klein Kasteeltje. Hier verzamelen de illegalen. Hij zocht een partner, een medewerker. Het werd Kaj. Hij bood Kaj een arbeidscontract aan. In het parkje vlakbij Netwerk groeven ze een put. Bracht drie dagen in die put door. Later spelen ze de ontmoeting na, Nicolas werd Kaj en Kaj was Nicolas. Vroeg Kaj om een portret te maken. Kaj nam wat klei en kneedde een varken. Het blanke varken dat profiteert van de zwarte.
Nog een departement, dat van Barbara en Adi. Barbara Berlijn, Adi Stuttgart. Dit keer rekruteerden ze in de Hotelschool te Koksijde en Hotel Ibis. De kuisploeg. Mannen, vrouwen. Zeer geëngageerde mensen. Gedurende 3 dagen deden ze een performance.
Ze werden betaald om de performance te doen. Ook Joël had een salaris. Het doet aan de situatie met die Polen denken.

Het werk van Florian Feigl is zuivere performance. Feigl introduceert een glijmiddel voor het begrijpen van kunst.
Gêne en hoe je daarmee omgaat.

donderdag 26 juli 2007

donderdag 26 juli

14u30

Georges Uittenhout en Annemie Vingerhoets zijn met een ladder in de weer. Gaetan wipt binnen.
Georges kruipt op de ladder en probeert een spot uit. Annemie houdt de ladder vast. Wat voor Georges een spot is, is voor Annemie een par-lamp, zo staat het ook op het etiket: parlamp E27.
'Ik denk niet dat we moeten werken met het licht uit,' meent Georges. Hij werkt voor het MuHKA, als tentoonstellingsbouwer heeft hij een pak ervaring. Met het licht uit zou betekenen dat er alleen het licht van die par-lamp is.
De modulaire ingreep die de stockruimte achterin afschermt wil hij graag tot tegen het plafond en de vloer moet kraakwit. Alles moet wit.
Van de sokkels zijn er niet genoeg. 'Een keer zoveel, minstens,' concludeert Georges. Het belang van die sokkels? Een sokkel is een basisvorm.
Ok. Goed. We stellen een lijst op van wat we nodig hebben. Een waterpas. Het is het eerste waar Georges aan denkt. Ge kunt maar beter die van u meebrengen, zeg ik. Pluggen? Steenboortjes? Hoh-hoh-hoh. Een klopboor? Maar dat hebben we. Voor de spaanderplaat haakjes en vijzen. Wat we niet hebben: dubbelzijdige tape en doorzichtige pushpins. Dubbelzijdige tape is handig, doorzichtige pushpins zijn nuttig.
Regen roffelt op het dak. We bevinden ons in de corridor. Het regent. Georges definieert de corridor als een psychologische doorgang, een buffer.
'Ik denk dat veel kunstenaars kwaad gaan zijn,' zegt hij. Hij bedoelt dat het natuurlijk niet wordt wat ze verwachten.
Op het woonerf is het gesuis van een fietswiel. Frips springt binnen. 'Ja, dat was me wat met Ryosuke gisteren,' roept ze.
'Die meneer Ryosuke is een grappige meneer,' beaam ik. We hebben amper contact met hem gehad, hij was de hele tijd door op z'n performance gefocust en de rest van het project gaat, verneem ik, via het gebruikelijke mailart circuit. Het is iets wat me vaker opviel bij lui die zich met mail art bezighouden, ze zijn zo vol van dat hele gedoe met mail art dat ze amper aandacht voor wat anders hebben. Mail art is tegenwoordig trouwens niet eens een kunstvorm, procentueel is van het hele zwik drievijfden bezigheidstherapie. De rest is een politiek geëngageerd en ideologisch segment en de estheten, in de mail art scene is dat een minderheid.
Ria merkt op dat Sjoerd ineens weg was. Vraagt of de tafel weg moet.

woensdag 25 juli 2007

woensdag 25 juli

13u - Limerick

Voor Chris Latoir is het de laatste dag in boekhandel Limerick. Hij heeft andere plannen. Of het lezen van 'Bureau 1' van Voskuil tot die plannen hoort - of reeds werd uitgevoerd - is onbekend.
Enige tijd terug had ik 'La Télévision' van Jean-Philippe Toussaint besteld. In Tropismes hadden ze ook een exemplaar, dat wil zeggen ze hadden het en ze hadden het niet. Het was een exemplaar van de eerste editie.
De editie die in Limerick op me ligt te wachten is een herdruk uit 2002.
De eerste zin is ongewijzigd: 'J'ai arrêté de regarder la télévision.' Stel je een situatie voor waarin Toussaint uiteindelijk toch weer televisie kijkt. Het is verre van onmogelijk.
Het bekijken van televisietoestellen is verwant aan de studie van parende kikvorsen. Levende kikvorsen zijn verwant aan dode kikvorsen.
Voor Chris Latoir neemt de literatuur een nieuwe wending.

Georges Perros, 'Papiers collés II', page 21: 'Il est très difficile d'être modeste. Impossible. Se lever le matin est acte d'orgeuil.' Boeken taxeer je op de eerste zin. Als de eerste niet deugt, breng je het boek in de papierversnipperaar aan. De papierversnipperaar is een handig huishoudelijk apparaat, het helpt de lezer bij boeken die hij of zij niet kan of niet wil of niet hoeft te lezen. Je kan het apparaat ook bestellen in een meer gesofisticeerde versie met het surplus van een mengkroes of mixer en een lade die wécépapier fabriceert. Met de papierversnipperaar de luxe is het moderne leven nog eens zo aangenaam.

14u30

Vlakbij Rozier fiets ik tegen Johan Joos aan. We bespreken het boek. Midden de Reep hebben ze het straatdek opengegooid. Het resultaat is een platteband. Wat verderop belemmeren twee blonde koeien de doorgang.

15u

Sjoerd en een dame die vraagt of Ria er is. In crox3 hebben zich een 25-tal personen verzameld.

Alda. We bespreken een project dat aanvankelijk voor april 2008 gepland was. Het wordt later. Mei-juni 2008 samen met Leen Persoons is een van de mogelijkheden. Alda heeft een project in Noorwegen en Sophie is verwikkeld in onderhandelingen.
Het risico is een discipline apart, of je tegen diefstal of tegen het manco van onbereidwillige en ontoereikende communicatie verzekerd bent maakt weinig uit. De middelmatigen zoeken macht, vullen met die of andere strategie aan wat ze van nature niet hebben - het tijdelijke gewicht van een positie.

In crox3 is Ryosuke met de voorbereiding van de performance bezig. 'Ah... ge zijt hier toch,' merkt Marc op.
Met José Vandenbroucke komt het gesprek op Pig Dada, Baudouin Simon was een van z'n beste vrienden - 'volledig geconditioneerd.'
'Soms moet ge met uw eigen kunnen lachen.' Een goor en bangelijk gelach. Woest, triomfantelijk.
'Omdat het anders ondraaglijk wordt.' Dat Baudouin zich voor een trein wierp, Baudouin die het proletariaat in het vaandel had en machinisten als een keurkorps zag, het is volstrekt onbegrijpelijk. Irrationeel. Baudouin die zich altijd met de trein verplaatste en het treinverkeer als het ultieme transportmiddel zag. Irrationeel.
'Verzet, een daad van verzet,' mijmert José.
Op de zwarte teeshirt van één van de aanwezigen traceer ik de woorden UNDER COVER FIELD STUDY. Baudouin, verneem ik, vertegenwoordigde de underground van de mail art scene, het alternatieve segment.
'De kunst als kwantiteit is achterhaald.' Maar de veelheid van Ryosuke, meent José, is interessant. De mailart scene moet het in de toekomst hoe dan ook van persoonlijke en ambachtelijke stukken hebben, meent hij.

Ik breng de bar op orde. Ria springt binnen met de mededeling dat het gaat beginnen. Ze moet het woord nemen. Zal het woord nemen. Wat zou ze kunnen zeggen? Ze heeft geen idee wat ze zeggen moet. 'Wacht even...,' zeg ik. Ik had geen idee dat Frips last van zenuwen had. De meeste kunstenaars die ik ken zijn brave honden. Ze liggen aan een leiband. 'Koons, zit,' roep ik. En Koons gaat zitten met z'n tong in het gat van een of andere teef, maar daar gaat het niet om. Waar het om gaat, is: Koons gaat zitten. Daar gaat het om. Met een Koons die niet gaat zitten, kunnen we niets beginnen. Met een Koons die zijn pisser bovenhaalt en tegen een werk van Gilbert en George begint te pissen. Maakt niet uit trouwens, ze waren met hoogdringendheid aan vivisectie toe. Ik spoed me naar crox3.
'Wellcome everybody...,' begint Ria. Ze richt zich in het Engels tot de Engels- en Franssprekenden. De Fransen verstaan Engels, Nederlands begrijpen ze niet. '...outlining the body on his brain cells.'
'Well, you all are invited to participate,' besluit Frips. 'And I hope you enjoy it.'
Vier mannen in onderbroek betreden de vellen papier. Dichtbij klinken de klokken van de Machariuskerk.
Er wordt gefilmd. Ria en Blancdesign en twee medewerkers van Rysosuke brengen de contouren aan. Een interessante gebeurtenis.

dinsdag 24 juli 2007

dinsdag 24 juli

10u30

De Gentse binnenstad stinkt, in de straten is een geur van bier en urine. Het woonerf ligt er verlaten bij. Ik tast in de rechtervestzak. De poort is open. Marc en Ria zijn bezig in de zaal achterin. De voorbije projecten hebben sporen gelaten die je niet een twee drie wegtovert.
'Sjoerd gaat nog eens langskomen,' zegt Marc.
De naam van onze teerbeminde voorzitter is nog maar uitgesproken of daar is hij al. Ria is de vloer aan het vegen. Een kustlijn van bruine stofdeeltjes golft in een trage slingerbeweging over de witte vloer.
'Hebt ge een verse onderbroek?' grapt Frips.
Voor die performance van Ryosuke Cohen zijn er twee varianten, FACE of BODY. Marc meent zich te herinneren dat hij in een of andere brief van Ryosuke 'portretten' en 'naked' las. Ad Breedveld liet dan weer weten dat Cohen bijna geen Engels spreekt of doet alsof hij geen Engels spreekt. Breedveld en Frips & Maco hebben elkaar in Sint-Niklaas ontmoet tijdens het jaarlijkse mailart symposium.
We schuiven de stoelen aan de kant. De stelling ontmantelen hoeft niet.
Sjoerd heeft een stapel bruine enveloppes bij. Ook Marc en Ria hebben bruine enveloppes bij. De bruine enveloppes hebben een verband en maken een verbond. Elke enveloppe bevat een brief in typoscript en een met het gocco-procédé gemaakte stempelprint.
Een gocco is een stencilmachine, verduidelijkt Sjoerd.
BRAIN CELL NR 25 is uit de beginperiode. Als mailarter was 1984 voor Sjoerd een topjaar. Had geen werk, kon zich er 100% op toeleggen. Daarna ging het slow down.
''t Was een lawine, jong.'
De stoelen komen in een rij tegen de muur terecht als in een wachtzaal. Ria veegt, Sjoerd controleert de bruine enveloppes. De laatste BRAIN CELL die Ria en Marc ontvingen was NR 678.
Marc heeft documentatie bij. 'The blazing heart of the anarchist in me,' lees ik, 'subsides every day when the mail arrives.' Een quote uit 2005 van Mike Mosher.

Sjoerd ontdekt dat hij BRAIN CELL NR 13 heeft. Er is zo op het eerste zicht geen enkel verschil tussen NR 678, de meest recente, en NR 13, een van de eerste. Een consistente jongen, die mijnheer Ryosuke Cohen. 'Consequent, bedoelt ge,' zeg ik. 'Op een consistente manier consequent.'
Op een van de enveloppes die Sjoerd bij heeft figureert Shimamoto, iemand uit de Fluxus scene. De enveloppe werd verstuurd in Nishinomiya Higashi.

Het gesprek komt op het 'what about'-project. Loopt nog tot september 2007. Presentatie kan eind 2007 tijdens schilderproject 1.
'NET-WORK IS CONCERT YOU ARE CONDUCTOR' staat er op een van de enveloppes.

'Hoe gaan we het presenteren?' vraagt Sjoerd. Op een tafel? Die van het avondmaal werd ontmanteld.
Schragen, planken, meer hebben ze niet nodig. 'Ge moet niet alles tonen,' meent Sjoerd.
Marc: 'Baudouin Simon zal niet komen.' Pig Dada wierp zich vorig jaar onder een trein.
Sjoerd: dat dat de nabestaanden miljoenen kost. Voor ze het slachtoffer beetje bij beetje gereconstrueerd hebben en die trein die uren aan een stuk stilstaat. Ge kunt maar beter twee keer nadenken voor ge u voor een trein werpt.
'Hij had net een grote zending gestuurd,' herinnert Ria zich. Die zending is toegekomen op de dag dat hij zelfmoord pleegde. ''t Ging niet goed met zijn lief.' Allez zeg, moet ge daarvoor onder een trein springen.

Ria gaat de vloer met zeepsop te lijf. 't Moet proper zijn. Marc zoekt schragen bij elkaar. Ik informeer bij Sjoerd of hij Lucie Renneboog kent. De stoelen belanden in de stockruimte.

Op Lucas Munichstraat 76 is een mailart postpakket toegekomen. Van een zekere Dominique, meent Ria.
Het gesprek komt op mailart zelf. Sjoerd merkt op dat mailart een relatief goedkope kunstvorm is.
Het beginsel van mailart, meent van, is tegelijk het failliet ervan. 'No selection no jury' is een mooi uitgangspunt maar het resultaat, procentueel, is een aan huisvlijt verwante lawine van knipsel- en plakwerk dat in nogal wat gevallen amper het niveau van een knutselclub haalt.
Dat er interessante mailart is, daarover zijn we het eens. Buster Cleveland, maar die is ermee gestopt; Clemente Padin uit Uruguay, politiek geöriënteerd; Menaro Menarin, Ryosuke Cohen, Robin Crozier, Marc Bloch - en zo zijn er nog. Ana Banana zou tegenwoordig commerciëler bezig zijn.
Ray Johnson zaliger, John Evans. Het is naar verluidt niet Ray Johnson maar John Evans die de term mail art bedacht.
Ray sprong in het water. 'Wat zoudt ge willen,' grapt Sjoerd, 'als ge de hele dag slechte post ontvangt.'
In Amsterdam had de Mexicaan Ulysses Carrion een winkeltje. Dudek Dürer, die op Albrecht Dürer lijkt, reist de wereld rond, altijd met dezelfde kleren die hij de hele tijd door oplapt. Ed Gycek is dan weer een fervente Bob Dylanfreak.

Marc zeult met twee emmers, Ria dweilt. Iemand maakt de doorgang naar het terras vrij. Slijksporen besmeuren de pas gedweilde vloer.
'De oneindige kuisbezigheid van de vrouw,' knort Frips, 'dat is oneindig he, dat kuisdinges.' Ze slaakt een zucht.
Marc hurkt en bestudeert de kromming van de derde plank. 'Die is ook serieus krom...' Hij en Sjoerd proberen de segmenten even hoog te krijgen wat niet van een leien dakje loopt.
De vuile schoenen is Marc.
'Zo'n vuile schoenen...!' Dat is met de stockruimte, zegt Marc. Hebt ge de vloer in de stockruimte al eens goed bekeken?
'Zo kan ik blijven dweilen...,' moppert Frips. 'Met de kraan open.'

Het werk van Ryosuke Cohen komt uit twee collecties, die van Sjoerd - de oudste van beide collecties - en die van Frips.
Voor het verzenden van de goccoprints bezigt Ryosuke bruine, langwerpige briefomslagen. In de beginperiode (begin en midden jaren tachtig) versierde hij de enveloppes met stempels, iets wat ontbreekt bij de meer recente stukken. Voor de stencilprints maakt hij gebruik van een netwerk van contacten. Portretstencils van BuZ Blurr, een gepensioneerde machinist; de carvings van Frips; van Ed Gycek eggheads; Kurt Beaulieu levert semi-pornografisch materiaal wat ook de specialiteit is van enkele van de Italiaanse deelnemers. Van Sjoerd een sticker van het Ponton Temse project.
Marc: 'En dan is er Pilcher die gans alleen op een eiland in Noord-Ierland woont.'

20u - ingrediënten van een zomeravond

Engelse keuken. P.160 Lamb's brawn. 'Use a Lamb's head.'
'Dat hebben we dus niet gemaakt,' merkt le chef de cuisine op.
Pork brawn evenmin. De aanbeveling is vrijwel identiek: 'Use a pig's head.'
De reden waarom het Kookboek - dat de barbarijen van de Engelse haute cuisine behandelt - open ligt op bladzijden 160 en 161 is 'gravy' of, meer specifiek: 'Sauces to serve with meat'.
Een situatie als in Frenzy is gelukkig niet aan de orde.
'De Engelse keuken is niet slecht,' verduidelijkt de chef, 'je moet hem alleen goed klaar weten te maken. En daar hebben merkwaardig genoeg de Engelsen niet veel kaas van gegeten.'
Hij serveert lamsvlees met muntsaus (page 160: Mint Sauce), gegratineerde aardappel en prinsessenboontjes. De wijn is een wijn van het huis, Le Croix de Paty 2005, een Côtes de Bourg. Lekker wijntje.
'En niet eens zo prijzig.' We kraken een tweede fles en uiten lovende bewoordingen. De kaasschotel beperkt zich tot drie soorten: Epoisses appellation d'origine Berthot, Appenzeller, Conté. Het gesprek komt op Voskuil en film.
De charmes en het talent van Fanny Ardant en Anna Magnani; de meesterwerken van Pasolini. Aan de Hitchcock-collectie werd Rebecca toegevoegd. Van Pasolini: Accatone, Mama Roma, Teorema en Il vangelo secondo Matteo. In Teorema het gazon, Anna Magnani in Mama Roma.
De chefkok brengt Funny Games van Michael Haneke te berde, 'een onwaarschijnlijk gewelddadige film'. We vragen ons af wie de hoofdrol speelt in The French Connection. Bunuel was gevallen.
Annick zoekt het op. 'Gene Hackman,' ontdekt ze.
'Juist,' zei Maarten afwezig. Voskuil bladzijde 708.

zondag 22 juli 2007

zondag 22 juli

16u

In het water drijven bootjes van papier. Een aalscholver, ge ziet ze vaker hier vlakbij de sluis.
Aalscholvers, bierblikjes, hondenpoep. In de doorgang riekt het naar urine.

Ik heb een afspraak met Valéry. We steken de stelling in elkaar en halen de lichtbeamer naar beneden.
Boris, 16 maanden oud, betreedt de croxruimte in het gezelschap van twee medewerkers.

17u - 'Lignes. En quête d'une mémoire', Elias Grootaers
tweede variatie

Une ligne pour ça serait une ligne de chemin de fer. Une ligne de chemin de fer.
Il y a d'autres fonctionaires à Gouvy... Voilà un qui est mort. De dozen met speelgoedtreintjes van Märklin hebben zich opgestapeld.

'Als ik ergens spijt van heb,' zegt Armand, '...je mag geen spijt hebben.' C'est quelque chose d'important.
Weywertz is een bouwval.
Het peertje hangt er nog, wanneer zou dat voor het laatst. Wat scheelt er toch met de publieke opinie dat ze dit soort plekken.
Moet er niet dringend nagedacht worden over een publieke terechtstellingsruimte. Nee, eigenlijk niet. Met het BV-schap hebben we tegenwoordig zoveel publieke terechtstellingen. Het spaart op de elektriciteitskosten.

Josy herinnert zich de dag dat hij zijn auto kocht. Die type reed tussen de rails met een mobilette.
Il était bien en vie.
Et une seconde plus tard.
Het doet Josy denken aan de oude lijnen die weggehaaald worden. 'C'est le progrès,' merkt José op.
'C'est le progèes et c'est pas le progrès.'
Het gesprek komt op het dagboek dat Josy bijhoudt. Vaak weet je al niet meer wat je de dag voordien gedaan hebt.
Houtkrullen. Een zwartwitfoto. De steengroeve.
Een sleutel. Een ansicht. De sporen. 'Et jusque là les rails sont toujours là.'

On est tout seule.
Je fumais encore. Deux machines.
Les nuits étaient très longues.
On rêverait d'avoir ça. Deux églises,
tellement je trempais.
Bien souvent ça prend beaucoup de temps.
Quand vous restent cinq ans.
On vit quand-même des beaux moments.
Et le jour ou vous reste une semaine.
Une semaine.
Trois services à faire.
J'y pensais, j'y pensais.
Et puis, le dernier jour. On revient de Liège.
On passe à Rivage. Dernier fois Rivage.
On passe à Vielsalm. Dernier fois qu'on passe à Vielsalm.
On arrive à l'entrée de Gouvy.
On est des hommes mais on pourrait pleurer.
Dernier rallentissement.
Au bout de la formation d'arrêt. Dernier arrêt.
Dernier arrêt.
Il n'arrive jamais plus.

zaterdag 21 juli 2007

zaterdag 21 juli

17u - 'Lignes. En quête d'une mémoire', Elias Grootaers
variatie

Een lijn kan alleen maar een spoorlijn zijn.
Josy hurkt, betast rail, zonlicht in de ogen. Convoi:
des rails dans les yeux.

Armand dit: 'des chambres magnifiques... un escalier monumental... une salle de bain...'
La salle de bain, Jean-Philippe Toussaint (Editions de Minuit, 1985). 1) Lorsque

Armand, un mois plus tard, enterré. Il disait: je parle pendant la nuit, souvent le matin.
Et là, déjà là, toujours là la mort viendra et aura, comme dit le grand poète, ces rails dans les yeux. Le vide.

Josy over de nachtmerrie van elke machinist: een trein zonder remmen. Diepe angst.
Veel conducteurs kennen dat.

Josy over nog zo'n nachtmerrie - er is geen enkel ongeluk dat zou mogen gebeuren.
Reed 80km per uur. Zag een klein, rood lichtje. Realiseerde zich dat het om een mobilette ging. José die vraagt met wat voor machine dat hij reed. Met een machine à vite, een 55. Ah, un cinquante cinque. Terminologie.
Maar, nogmaals, er is geen enkel ongeluk dat zou mogen gebeuren. De ongelukkige, hij had het te laat in de smiezen, borrel te veel op, probeerde zich nog te redden, de locomotief had een snelheid van, in een fractie van seconden was het gebeurd. Het was de brandweer die het slachtoffer vond. Onthoofd.
Is geen vrolijk verhaal, merkt José lachend op. Zo is het leven. C'est la vie. Dunne sneeuw vlokt over het woonerf. Een hond blaft.
Je zou het niet zeggen maar we bevinden ons vlakbij een tamelijk drukke verkeersader.

Stavelot, Francorchamps. Trois-Ponts, Vielsalm, Gouvy.
Içi c'est Gouvy.
Gouvy, Trois-Vièrges, Bastogne.
Bastogne.
Içi c'est Bastogne.
Içi la ligne de Bastogne à Wiltz.

Josy is veeleer een uitzondering. José, bijvoorbeeld, heeft zich in het hout gesmeten, staat met beide benen in het hout.
De zaagmachine blokkeert.
Josy stelt voor om de machine nogmaals te proberen.
De film bulkt als een Perecerie van elegante referenties.
Dan het dagboek.
Welk weer het geweest is. En die zotten vandaag. Maintenant le monde est fou. Neem een voorbeeld. Aan de jeugd kunt ge een voorbeeld nemen.
Cool,
het leven nemen zoals het komt, daar komt het op aan.
C'est merveilleux eh.

4 april 2005, nuit fraiche.
'Je suis prudent.'
Zou hij intussen in dat tweede cahier begonnen zijn? Wat hij niet meer weet is van wie het huwelijk was.
Later. 'Regarder quelque chose avec nostalgie.'
Wat deden de mensen die aan het spoor woonden?
Telkens als een trein passeerde, kwamen ze een kijkje nemen.
'Les rails sont toujours là. Mais,' nuanceert Josy, 'ça ne durera plus longtemps.'

à la lueur des petits phares, Losheimergraben 78
une machine à vapeur
on rêverait d'avoir ça

j'y pensais... j'y pensais
et puis arrive le dernier jour
le dernier jour
dernier fois Rivage
on passe à Vielsalm
dernier fois Vielsalm
on arrive à l'entrée de Gouvy
on pouvait pleurer
alors on rallentit
dernier rallentissement
dernier arrêt
dernier arrêt
il n'arrive jamais plus

minuit - 'au centre d'une culture dont, par ailleurs, la curiosité est maladive' (Stefan Zweig, Nietzsche; Ed. Stock)
'The Hare', een werk van Michaël Borremans. De gedachte dat dit werk zich in een luxueuze en lelijke villa bevindt, waar het niet thuishoort, ergens op een bladzijde halverwege 'Farewell, My Lovely'. Het schilderij toont twee adolescenten die een dode haas bekijken. Het is een werk - zoals de meeste werken van Michaël - dat zich wegstopt in de schaduwpartijen van een betekenis die er schijnbaar is en niet is, of omgekeerd. Het werk toont de tragische eenzaamheid van de kunstenaar. Een eenzaamheid die als een cataract van korte momenten over het bordkarton dondert.
De link met 'The trouble with Harry' is wellicht niet eens toevallig.

vrijdag 20 juli 2007

vrijdag 20 juli

17u - 'Lignes. En quête d'une mémoire', Elias Grootaers

In het foto-album van Josy Depierreux onderscheiden we diverse types spoorwegarbeiders. Welke types brengt Josy zelf te berde?
/a/ De conducteur, de stationschef en de sous-chef.
/b/ De doden. Alle anderen. Zij die een door Josy genomen foto op hun doodskist hadden.

Terwijl hij in het foto-album bladert zien we links achterin de werkkamer van Josy
/a/ een verzameling handwerkmateriaal.
/b/ een aantal dozen van het merk Märklin.
/c/ een doosje lucifers van het merk Parabole.

De 'billes' die Josy, Armand en Jose inspecteren - in een winters landschap, later in de film zal blijken dat het begin april is - wegen
/a/ 38 kilo
/b/ meer
/c/ minder

'Oui oui oui oui.' De gepensioneerde stationschef die dit zegt, tijdens een wandeling langs het verlaten spoor in de buurt van Weywertz, stierf een maand na de opnames.
'Içi à Weywertz j'avais un sens de liberté.' In Weywertz had hij een gevoel van vrijheid. Le sentiment d'une liberté, l'image d'un sentiment.
Hij is trots op het station, de ruïne, een bouwval in de bossen van Bastogne. 'Il y a n'aucun chef de gare qui avait une salle de bain.'

Alle geportretteerden zijn tragisch.
Voor het journaille is het tragische en het buitensporige niet meer dan een faits divers. De tragedie met het journaille is dat ze geen personages hebben die interessant zijn. De meest waanzinnige tragedies zijn niet veel meer dan bedenkingen van bordkarton.
Televisie is bordkarton.

Over hoe de herinneringen komen: pratend.
Vielsalm, moi d'octobre.
Un petit feu rouge - pas le temps de se réaliser.
Met een zaklamp kamt hij de sporen uit onder de locomotief. Geen zelfmoord. Heeft het in elk geval in de officiële documenten nooit als zelfmoord aangekaart. Het slachtoffer zou op het allerlaatste nippertje nog geprobeerd hebben om zich te redden, werd geraakt door het linker voorstuk.
Geen aangename geschiedenis, merkt José op. Dan, lachend: c'est la vie, c'est la vie.
Met het spoor is het niet anders. Josy ziet een opmerkelijke overeenkomst. C'est le progrès, meent José - ses deux pieds dans le bois.
'C'est le progrès et c'est pas le progrès.' Dan een buitenopname. Sneeuw. Vandaag zit er één iemand in de zaal, een praatlustige dame die de regio kent. Wiltz is een dorpke, Weywertz kent ze niet. Weywertz kent ze niet omdat de spoorlijn al in onbruik was voor ze de regio leerde kennen. Ze heeft er een kennis wonen. Tussen Gouvy en Bastogne is nu een buslijn.

Josy begint dagboek notities bij te houden op
/a/ 10 april 2005
/b/ 10 maart 2003
/c/ 10 januari 2004
Om een voorbeeld te geven: wat hij vandaag zo allemaal gedaan heeft - ce que j'ai fait aujourd'hui. Met vandaag bedoelt hij
/a/ 6 april 2006
/b/ 10 april 2006
/c/ 10 januari 2006
Kwart voor tien, tijdstip waarop de filmploeg opstaat.
La cousine de Bruxelles. Etcetera. Conclusie: iedereen zou het moeten doen. Een dagboek bijhouden bedoelt hij.

'Des nuits, j'en ai fait des milliers.' Duizenden, zegt Josy. Et 'Comment tuer le temps?'
-manger un oeuf ou demi tartine, quatre kilomètres
-fumer une cigarette, vingt kilomètres

Als ge als machinist nog vijf jaar te gaan hebt - vous ne pensez pas encore.
Drie jaar. Ils restent quand-même trois ans.
Le jour ou vous reste une semaine, une semaine.
Vient le moment ou vous restent trois services. Et puis
arrive le dernier jour.
Le dernier jour. Dernier fois Rivage.
On passe à Vielsalm. Dernier fois Vielsalm.
On arrive à Gouvy. Dernier rallentissement.
Dernier arrêt.
Dernier arrêt.
Ca c'est quelque chose.

19u30 - luik twee van het Tamuraj project

Of ik een aansteker bij heb. Valéry steekt een sigaret op. Stress. Stress. In de filmzaal is de bekabeling verdwenen. De doorgang hoort afgesloten te worden. Astrid heeft buikgriep en ziet er niet te best uit. Ik sleur een ladder tot helemaal achterin de corridor, probeer eerst een blauwe lap stof. De tape houdt het niet. In de stockruimte vind ik een lap witte stof, proper, ongeschonden. Ik trek de lap achter het horizontale stuk van de regenpijp en haal het bovenste deel met een simpele wrong tussen een van de treden van de schuifladder door. Simpel, zonder tape, geen nagels, het gordijn blijft hangen en het is nog schoon op de koop toe. Valéry stelt de rookmachine in de corridor op. Arbad is spreker van dienst. Studeerde beeldcultuur en film in Antwerpen, een Master na Master opleiding aan de afdeling Pol & Soc. Lene hielp met het verspreiden van de flyers en hield zich ook met de digitale presentatie van de lezing van Arbad bezig. Joachim is candidaat om de vertoning te filmen. Marc en Ria springen binnen.
Het bezoekersaantal valt tegen, een 20-tal.

Marc informeert of de drankvoorraad op het project van Ryosuke berekend is. 'Japanners drinken graag en kunnen er niet tegen.' Grapje: de crox-bar is de kroeg met het minst aantal bierglazen ter wereld. Drie.
Floris met een bruine enveloppe. Of ik die aan Guido overhandigen wil. We bekijken de film van Elias Grootaers. Uit de corridor dondert een aan disco verwante sound. Ook dit keer zijn we het er met z'n allen over eens: 'Lignes' is een briljante film.
Over het project Emo-Synth van Tamuraj zijn de meningen verdeeld.

Carl werkt in Barcelona voor een porno-catering. 'Ge zoudt evengoed bloemkolen kunnen verkopen op internet,' meent hij. Naakte vrouwen vindt hij maar niets.

donderdag 19 juli

Sinds het avondmaal is er veel veranderd in de zaal achterin, niet in het minst de tafel waaraan Valéry dinsdag plaatsnam. Joris halveerde de tafel. Het bleekblauwe tafelkleed werd gevouwen tot de totale oppervlakte die het innam overeenstemde met het grondvlak van een koffer. Het tot een opeenstapeling van plooien gereduceerde tafelkleed kwam op de vloer terecht. Er werd niet langer naar omgekeken. Wie de ruimte betrad wist niet van de gesprekken die er enkele dagen eerder plaatsvonden. De tafel kreeg een nieuwe functie.
Van de stoelen bleven er een viertal in een veeleer onbedoelde positie om de tafel heen staan. Twee andere stoelen hebben een specifieke functie, op één van beide zit Valéry. Hij staart naar het beeldscherm van een laptop. Er is nog een laptop, een DELL inspiron 1300, het apparaat fungeert als controlebord voor de lichtsequenties en is eigendom van Astrid. De andere laptop, die waar Valéry voorlopig mee bezig is, een 5150 van hetzelfde merk, is bedoeld als controlebord voor de soundsculptuur. De computers werden met kabels aan allerlei intermediaire apparatuur verbonden. De midi interface coördineert de lichttransmissies. Ook de USB van het merk Martin maakt deel uit van het lichtcircuit, het ding stuurt het licht via de software. De hammerfall multiface is een geluidskaart. De basisgegevens bevinden zich op de laptop. Aan het hoofdeind van de tafel, plek waar tijdens het avondmaal Gwendolyne plaatsnam, bevindt zich een externe harde schijf, een apparaat ter grootte van een platte baksteen, drie jaar oud. Er is een USB-hup en op de laptop twee USB-poorten, één daarvan wordt ingenomen door een dongal, de andere gaat via de USB-hup. Terwijl ik Valéry hierover uitvraag en in zijn manier van spreken een toenemende begeestering waarneem, concludeer ik dat de gegevens, ondanks de vele details en finesses die hij te berde brengt, volstrekt onvoldoende connecties bieden om mij op weg te helpen. De apparatuur op tafel blijft een labyrintisch en raadselachtig kluwen.
Valéry attendeert me op een kabeltje, een toevoerkabeltje zou je denken. Het bevindt zich tussen de laptop en de geluidskaart. Toevoerkabeltje? Was het maar zo. Het kabeltje is uitgerust met een speciaal protocol. Andere elementen hebben een prozaïscher karakter. Naast het kabeltje - dat in een dunne, gelijkmatige meander over het tafelblad ligt - bevinden zich een mobieltje van het merk Nokia en een zwembadblauwe aansteker. Aan het andere eind van de tafel kwam een zwarte hoofdtelefoon terecht, de lege broodzak van panos, een metalen lat van 30cm, het lege flesje pils, een mes, een asbak, drie glazen en twee tot de bodem geledigde flessen fruitsap.

donderdag 19 juli 2007

woensdag 18 juli

16u50

-'Alles ok?'
Valéry is in crox3 bezig. De opkomst voor de filmweek is mager. Eergisteren niemand, gisteren een man of vier.
-'Ja ja ja,' zegt Valéry. Hij ziet er gestresseerd uit. Er is een probleem met de beamer, het apparaat maakt lawaai. Rare geluiden. Nu is het ok maar hij vertrouwt het niet.
-'Telefoneert eens naar City Sounds,' suggereer ik.
-'Heb ik gedaan.'
-'En?'
-'Normaal gesproken is alles normaal, zeggen ze.'
-'En het geluid, is dat normaal?'
-'Normaal gesproken niet.'

Van de vijfduizend flyers zijn er zeker nog een paar duizend over. 's Namiddags heb ik een toer door het centrum gedaan en dat gecombineerd met wat aankopen. Postzegels - wat er dit keer opstaat is volstrekt onduidelijk - en drie films van Hitchcock, Family Plot, Rope en Strangers On A Train. Family Plot uit 1976, één keer gezien, niet zijn beste film. Rope uit 1948, één keer gezien, berucht vanwege die 8 minute takes en een merkwaardige zonsondergang. Benieuwd wat de tweede lezing brengt.

Loeki. Ze deed setfotografie voor de film van Nathalie Teirlinck. Ik weet honderd procent zeker dat we elkaar al eens eerder ontmoet hebben. Hoe Paustovskij Loeki geportretteerd zou hebben, weet ik niet. De portretten van Paustovskij behoren tot de interessantste die de wereldliteratuur heeft voortgebracht. Welke substantieven en adjectieven een minder talent voor Loeki zou kunnen bedenken, weet ik evenmin. Catherine heet ze, zegt ze. We hebben elkaar ontmoet, zegt ze. Tijdens die jury, zegt ze, vorig jaar toen Michaël en ik en de directie van het Design Museum de volle pot aan Elias Grootaers toekenden. Dat herinner ik me. Ook het werk van Catherine vloeit aan in helder quadri. De film van Elias heeft ze intussen al drie keer gezien, op diverse festivals, die van Nathalie niet. We bekijken de film van Nathalie, dan die van Benjamin. Op het woonerf is witheet zonlicht. Valéry drentelt, steekt een sigaret op. In de film van Benne is het kwart voor twee als de dove vrouw het woord neemt. De scheurkalender staat op 9 juni.

Rope, Alfred Hitchcock, 1948. In die bizarre zonsondergang zijn Monk en Miles aan de slag. Monk is nog niet het fenomeen dat hij onder andere dankzij 'Monk plays Ellington' worden zou. Monk plays Ellington is 1955. Nog iemand die in die bizarre zonsondergang zijn eerste stappen zet: Tristano. Het orkest van Ellington echter kent een terugval. De swing area, wat grotendeels samenvalt met de tweede wereldoorlog, zit er op. In die bizarre zonsondergang is een hitsig gebeuk van bebop. Gordon beleeft een hoogtepunt, Charlie Parker en Billie Holiday zijn sterren. Nabokov is enkele jaren eerder via Odessa en Frankrijk naar Amerika gereisd, Chandler schrijft meesterwerken. Hij werkt aan het script voor Strangers on a train, in 1951. In Cold Blood van Truman Capote is verre toekomst en de Nouvelle Vague komt pas een half decennium later. In Italië is er Rosselini - Germania anno zero in 1945, Stromboli, Paura - en meer naar het noorden Bergman.
Rope is een bizarre film. Het is een van de betere films van Hitchcock en een van de weinige - zo niet enige - waarin de grootmeester zich aan een onwaarschijnlijke flater bezondigt - en dan bedoel ik niet eens James Stewart als 'main character', Mason was duizend keer beter geweest, in Rope is Stewart een moraliserende, republikeinse flopdrol - maar het feit dat de handpalmen van Philippe, een van beide moordenaars, amper enkele minuten na het incident met het glas champagne (hij verwondt zich, er komt ketchup aan te pas) geen spoor van verwonding vertonen.

dinsdag 17 juli 2007

dinsdag 17 juli

11u30 - crox3

Joris heeft een en ander voorbereid. Rond een uur of elf belde hij me vanuit zijn rijdend aquarium, had heugelijk nieuws, zei: werknemers hebben recht op vakantiegeld. Hoeveel het was wist hij niet uit het blote hoofd.

Valéry verorbert een boterham. Joris staat klaar om er vollebak tegen aan te vliegen. Ze monteren de stelling. Astrid vraagt of ze om een broodje rijden moet, dan kan ze thuis eerst nog een en ander doen.
Op de werktafel staat een broodzak vol boterhammen. Het beleg is variabel: choco, préparé, pepersalami.
Joris legt uit hoe ge de stelling op een veilige manier gebruiken kunt. Anders komt de verzekering niet tussenbeide als er iets gebeurt. Heel even lijkt het alsof Valéry het in Keulen hoort donderen - 'pourtant, c'est pas loin d'ici,' hoor ik Josy zeggen - maar iets anders doet zich voor, hij neemt nog een boterham, een met choco of een met kaas.
Joris heeft de stoelen aan de kant geschoven. Ik verwijder de gordijnen. Het is verbazingwekkend hoe elk project nieuwe taferelen en andere gebeurtenissen tovert. Valéry verobert nog een boterham. Joris bestudeert de balk.
'Dat was 3m66...' berekent hij. De helft van 3m66 is 183 centimeter. Hier, exact in het midden van de balk - een achttiender, bevestigt Valéry, kauwend - brengt Joris een oogvijs aan. De constructie, die later vlakbij het plafond tussen twee poutrellen aangebracht zal worden, is bedoeld voor een volledig computergestuurde lightbeamer van het merk Martin.
Joris en Valéry verplaatsen de stelling.
Het is Valéry die in de stelling klautert. L'après-midi d'un échafaud.
Joris tilt de balk de hoogte in over de bovenrand van de stelling. 'Lukt het daar?'
Alles ok tot we min of meer gelijktijdig vaststellen dat de balk te lang is. De balk is te lang en het platform van de stelling zit een trede te hoog, stel ik vast.
Valéry komt naar beneden.
Fout, is fout. Het is de balk die naar beneden moet. Valéry laat het niet aan zijn hart komen, klimt naar boven en heist de balk over de reling. Joris installeert de afkortzaag. Het platform moet een trede lager, zeg ik. Dat kunnen we maar beter meteen doen.
Valéry tast in de broodzak. Er is een geur van vers aangesneden hout.
Het aluminium voetstuk maakt deel uit van de apparatuur die City Sounds leverde. Het ding, een klembeugel, bestaat uit twee segmenten. Joris probeert het bovenste segment uit, plaatst het op de balk en redeneert. Valéry tast toe en eet nog een boterham.
Ze plaatsen twee stoelen als steunpunt en heisen de balk tussen beide stoelen in. Ik ben overbodig en maak van die luxe gebruik om de filmapparatuur en de stoelen naar crox2 te sleuren. Straks is er nog een klus: crox2 verduisteren.
Ze zijn nog niet klaar met de klembeugel. ''t Is een klassieker,' legt Valéry uit, 'theaterspots die naar beneden vallen.' Hoeveel doden ze daar in de negentiende eeuw aan overhielden, is onbekend.
Bovenop de valiesjes met allerhande apparatuur staat een KORG micro kontrol.
De tafel die we voor het avondmaal gebruikten, is gehalveerd. Op het tafelblad liggen gereedschappen en andere dingen. Joris gebruikt de slijpschijf om een staafje bij te werken. De vonken schieten er af. De rondelletjes, bedoeld om staafjes aan het voetstuk van de beugel vast te klemmen, zijn te breed. Het scheelt een millimeter. Ge steekt ze vast met een moer, legt hij uit. Een moer - volgens Van Dale 'een metalen of houten, plat doorboord lichaam met een schroefdraad van binnen die sluitend om een schroef past' - is het vrouwelijke element. Het komt van het vrouwelijke 'moer' en is verwant aan wijf en moeder. Matrijs en patrijs zijn varianten. De moer is het metalen lichaam dat zich om het gat bevindt. De oogvijs moet ge stevig aanspannen.

Joris moet ervandoor. Eerst Aalst, dan Kortrijk. We kraken twee pilsjes. Joris besluit om nog even te blijven. We installeren de balk waaraan zo meteen de lichtbeamer terecht komt. Astrid en Paul betreden crox3, Valéry en van staan op de stelling en manoeuvreren de balk. De vijzen zijn te lang, de balk - die zich vlakbij het plafond bevindt - kan niet onder het plafond door. Het moet opnieuw. We heisen de balk over de reling in de diepte, Joris demonteert de klembeugel, slijpt de vijzen doormidden, dat is zo gebeurd. Astrid belt Sjoerd in de veronderstelling dat ze via Sjoerd en het Kask aan nog meer stoelen geraken kan. De balk bevindt zich intussen weer bovenop de stelling. Dit keer lukt het wel. Paul komt als derde man naar boven. Valery hengelt om tape en Astrid vangt bot.

maandag 16 juli 2007

maandag 16 juli

Niemand.
Zei Odysseus, de geslepene.
En Eenoog vroeg.
Wat Eenoog vroeg?

Dat een regenvlaag over het plein jakkerde. Later. En Nathalie heb ik niet gezien.
Valéry had me getelefoneerd. We spraken af aan Sint-Jacobs.
'Ah, daar zijt ge.'
'Inderdaad,' zei Valéry. Het déjà-vu.
Alsof Rob.
'Hebt ge een enveloppe?' vroeg ik aan de dame die het loket deed, een sypathiek mens met de présence van twintig balen stro.
Valéry had het op zijn zenuwen.
'Hier,' zei ik.

In de vroege namiddag zijn de Feesten uitgeteld. In de straten riekt het naar urine en de zuring staat hoog opgeschoten.

zondag 15 juli

Zon. Rob. Bollani, Stefano. Zeven broden. 'Zal ik eerst eens keren?' vraagt Rob. Keren is Kempens voor vegen. Vandaag viert Rob de hoogdag van het keerpunt. Zeven broden, meer hebben we niet.
'En dan een dweilke slaan'.
Rob betreedt de corridor, zingt. Een emmer en het kraantje op maximum. Hoe het geluid van het stromende water van toon verandert zodra ge er detergent aan toevoegt en het schuimen begint. Het schuimen kunt ge niet tegenouden. Water kunt ge niet tegenhouden. Het schuimen van water kunt ge niet tegenhouden. Wat ge wel kunt doen. Ge kunt de vloer reinigen. Rob berekent hoe het zit met de lichtsnelheid. Met een toestel van het model Einstein Plus hebt ge eigenlijk alleen uw hersens nodig. We openen de stockruimte, versleuren een plank. Iemand belt Rob op. We onderbreken de handeling van het sleuren. Verveling, rust. De wegenwacht komt de kaasschotels brengen, zegt Rob.
We zitten met het gelukkige toeval dat het tafelkleed net lang genoeg is.
Op het woonerf spelen Mathilde en Clara badminton. De moeder en de grootmoeder van Rob betreden de croxruimte. Twee kartonnen dozen, in elke doos een kaasschotel. Aan servies en bestek hebben ze ook gedacht. Er is notenkaas, Brie, Chaumes, Cambozola, Oliviano pesto, St.Albray en Munster, witte en blauwe druiven, schijfjes ananas, kiwi en een dubbele voorraad noten. Een vliegje drong door onder de beschermende folie.
De moeder van Rob vertelt dat ze in het vliegtuig tussen Rob en een Turkse vrouw inzat. De Turkse dame woont in Nederland, deed het traject vaker maar zo'n trubulentie had ze niet eerder meegemaakt. Zelf voelde ze pas angst toen ze de angst op het gezicht van Rob zag.
'Rob is niet gauw op stang te jagen.'
Op het woonerf hebben de kinderen van de buren, Mathilde en Clara, een tentenkamp gebouwd. Hoogzwangere vrouwtjesmieren tippelen over het voetpad, af en toe wordt er eentje vertrappeld. Dikke horzels hangen honingdronken aan de paarse bloementrossen die in guirlandes over de reling aan het water tuimelen.
De moeder van Rob zit in de kubusruimte en leest de afscheidsbrief.

Vandaag kan Elias niet blijven, hij heeft een afspraak en Nathalie komt morgen pas. Hij legt uit hoe de apparatuur werkt, in het menu één ikoontje omlaag, dan ok drukken, enzovoort. Ontdekt dat het achterwiel van de fiets tegen de frame aandrukt en schopt tegen het wiel. Dan Rob en Marc Coene.
Bram en Julie en een stel vrienden vallen binnen, de film is pas begonnen. Ze komen heel even een kijkje nemen, bedisselen of ze de film uitkijken of niet. Frank van Canon en Veerle komen een kijkje nemen.

de avondmaalgasten

Annik Laurijssens. Daagt wat later op. Drinkt water. Vraagt aan Kim of Oshka ook kaas lust. Zit gedurende enige tijd met Sarah Westphal te praten. Helpt Kim met het weghalen van de foto's.

Anton Shabalinski. Laat zich niet zien.

Benjamin Wylin. Gebronsd, ontbloot bovenlijf. Heeft een probleem met zijn rug. Brengt een parodie van het dankwoord te berde, wordt onderbroken. Heeft Rene ter rechter- en Kwinten ter linkerzijde. Wordt opgebeld en sluit het telefoongesprek af met een hartelijk 'chiao'.

Boris Ljugov. Heeft wat anders te doen.

Bram Jacobs. Ruimt na de film in zeven haasten op. Julie is vandaag jarig. Ze gaan er meteen vandoor.

Gwendolyne. Merkt op dat de Bergerac, een rode wijn in kartonnen vaatjes, 3L, een goed wijntje is. Zit aan het hoofdeind.

Katrijn. Daagt niet op. Moet werken.

Kim Vlaeminck. Daagt wat later op. Heeft zo te zien al wat dagen op het strand doorgebracht. Antwoordt bevestigend op de vraag van Annik, of Oshka kaas lust. Is in gesprek met Simon. Zegt over haar hond, nadat iemand opmerkt dat Oshka mooie ogen heeft: 'En ze weet het.' 'Zijt ge er zeker dan ze 't weet?' vraagt de ander. Antwoordt bevestigend. Zegt dat Huskies zeer koppig zijn. Haalt de foto's uit de corridor weg. De laatavondgasten zitten in een kring op het woonerf. Stapt op, nadat ze de foto's heeft ingeladen, en krijgt er een begroeting van Kwinten bovenop.

Kwinten Vercamer. Draagt een roodwitgestreepte theeshirt. Zit aan tafel tussen Benne en Leen in. Luistert naar de gesprekken en knaagt aan de middenvinger van zijn rechterhand. Zegt 'tot nooit meer'. Ruikt aan het biertje dat Sarah zonet wist te bemachtigen en is verkocht.

Leen Persoons. Draagt een zwarte jurk. Vraagt aan Sarah hoe het met Ham 177 gaat. Hoe het met hààr werk zit, vraagt Sjoerd. Dat werd stante pede afgebroken, zegt ze. Thibault en Gil hebben dat gedaan, zegt ze. Ze had de directeur van het S.M.A.K. aan de lijn, zegt ze, maar die wilde er liever niet over praten. Dat het ok is, zegt ze. Jent Rob nadat Rob heeft gevraagd om over iets anders te praten: 'Over vieze jongens die u kussen.' Vraagt zich af wat voor kaas dat is, 'Wijvendaele'. Speelt met haar gsm. 'Waar zitten Sjoerd en...' vraagt ze. Heeft best zin in een Saison voisin. Lekker biertje, beaamt ze.

Maria Degrève. Zit vlakbij Gwendolyne en naast Rene. Gaat samen met Rene en Sjoerd en Gwen op het woonerf zitten.

Oshka. Daagt wat later op. Is een kruising tussen een Husky en een Mechelse Herder. Lust kaas en heeft mooie ogen. Is koppig, zegt Kim, maar niet zo koppig als een Husky. Mechelse Herders zouden heel erg gehoorzaam zijn.

Rene Van Gijsegem. Begroet een voor een de avondmaalgasten. Neemt plaats tussen Maria en Benne. Bevindt zich enige tijd later op het woonerf. Poeiert een sigaretje.

Rob De Schutter. Bekijkt de film van Elias Grootaers. Zegt 'Rob brengt de rode wijn', een grapje. Vraagt: 'Kunnen we over iets anders praten?' Meent dat een begroetingskus niet met de lippen gebeurt. Het thema heeft gedurende een kort ogenblik de aandacht van het merendeel der Avondmaalgasten. Iedereen is het er mee eens dat een begroetingskus niet met de lippen gebeurt. Is in gesprek met Sarah Dhont.

Sarah Dhont. Is wat later. Draagt een felgroene en prettige teeshirt en heeft even voordien een sigaret gerold die ze nog aansteken moet. Neemt plaats tussen Kwinten en Leen. Zegt dat ze misschien toch op reis gaat. Communiceert met Rob, waarover is onduidelijk, terwijl Annik en Sarah Westphal in een druk gesprek verwikkeld zijn, waarover is evenmin duidelijk, en Kim en Simon, die het over muziek hebben. Steekt een sigaret op en zegt 'He... pssst...' Sluit reeds vroeg op de avond aan bij de indianenkring op het woonerf. Heeft zin in een Saison voison.

Sarah Westphal. Vertelt wat ze gisteren of eergisteren zei nadat Leen vroeg hoe het met Ham 177 gaat. Dat ze vandaag wel wat bezoekers had. Geen mensen van het S.M.A.K. Mensen die eerder in crox langs geweest waren. Het is er niet te harden, in die locatie op Ham 177, zegt ze. Er is geen lucht. Ze brengt de term claustrofobie te berde. Is in gesprek met Annik. Wil graag vanavond nog de diaprojector weghalen en vraagt of we een Engelse sleutel hebben.

Simon Halsberghe. Betreedt de corridor met een pilsje. Neemt plaats naast Sarah Westphal. Drumt met een mes op de tafelrand. Maakt een opmerking over dat rotplaatje van Magnus. Praat bij voorkeur over muziek en electronics. Over hoe het er als deejay aan toegaat bijvoorbeeld. Of: dat Prince bij elk concertticket een gratis cd levert en dat er wereldwijd een groot probleem met auteursrechten op komst is. Zegt dat Frank een ongelooflijke pessimist is. Met Kim praat hij over muziek. Is aan het woord, ook als de laatavondgasten later in een indianenkring op het woonerf plaatsnemen. Het gaat over downloaden, iTunes, auteursrechten en Prince. Probeert Saison voisin uit. Lekker.

Sjoerd Paridaen. Levert de rode wijn in kartonnen vaatjes van 3 liter, een Bergerac uit 2005, cuvée Savinier Cyrano de Bergerac. Vraagt aan Leen hoe het met haar werk zit nadat Leen aan Sarah vroeg hoe het met Ham 177 ging. Doet tijdens de parodie van Benne een zak in het duitje en breekt op rituele wijze de broden. Zit naast Sarah Westphal. Verhuist naar het woonerf. Vraagt van wat er met de catalogi gebeuren moet. 'Wilt ge het of wilt ge het niet?' Zegt dat Merlyn en Lucia. Zegt dat Adriaan. Zegt dat Evert.

van. Vraagt aan de laatavondgasten of ze vakantieplannen hebben. Antwoordt: 'Ik zeg toch niet dat ik het niet wil.'

Kim in oktober naar Kenia. Zij en Maarten. Maarten heeft daar een goede vriend. Twee jaar geleden deden ze Barcelona, Madrid, Granada, dan de Algarve en Faro.
Annik in september naar een plek waar het warm is. Waar precies weet ze voorlopig nog niet.
Simon in september naar Frankrijk. Een zomerhuis van vrienden van zijn moeder in de buurt van Orléans. De Creuze.
Leen niet. Leen moet werken. Een job die ze eerder deed, onthaalmedewerker in 't Stuc. Vanaf volgende week helpt ze mee aan 'My Flesh, My Blood', het nieuwe stuk van Jan Decorte.
Rob is in Turkije geweest.
Sarah niet. Geen geld.
Sjoerd eerst naar Madrid en dan met de bus naar het zuiden.
Kwinten heeft plannen. De Ardennen met de moto, kamperen.
Ook Benne heeft reisplannen, dat is bekend.
Rene van hier tot Polen en terug. Maria zegt 'nee, dank u'.
Sarah Westphal in Hamburg. Haar zus woont in Hamburg. Het wordt geen vakantie, het is om te werken.

Wetenschapsvraag: wat is een zychote?
'De zychote is een pas bevruchte eicel,' zegt Sarah.
'Wat is een niet bevruchte eicel?' vraagt iemand.
'Een psychote.' We lachen. Zitten er deskundigen in het panel? Nee. Psychotologie is een nieuwe tak.
'De niet bevruchte eicel,' stelt Sarah, 'is een mychote.'
'Dat zoeken we op,' zegt Rob. Als een zychote een bevruchte eicel is en een mychote een niet bevruchte eicel, dan is een mychote een eicel, dat is poepsimpel, en een eicel is een eicel. Mychote is bij Van Dale onbekend. In de Collins Cobuild kennen ze het fenomeen evenmin. Volgens Sarah is het woord 'mychote' gebaseerd op de wetenschappelijke benaming van wat een eicel is. Dat zou kunnen, daarover zijn we het eens.
Sarah zegt dat ze een boek heeft 'met al de afwijkingen'.

Vermaak, amusement. Prince, stelt Simon, is de koning van de Linndrum. De Linndrum komt van Roger Linn, die het ding ontwierp.
Fatal Detail, het groepje van Kwinten en Bram, zou in Deinze aan de slag kunnen. Het gesprek komt op de logaritmische schaal in decibel van een oordopje. De oordopjes die Simon bij heeft, maken 9 decibel minder. Dat lijkt op het eerste zicht niet heel erg veel.
'Op bepaald moment,' zegt Sarah, 'begon het te kletteren in mijn oren.' Tijdens het concert van Simon in Netwerk, bedoelt ze.

Sjoerd vertelt dat hij op z'n dertiende in het ziekenhuis belandde. Zes weken bracht hij in het ziekenhuis door. Hij ging niet naar graag naar school, fakete dat hij ziek was zodat hij thuis blijven kon maar van zijn moeder moest hij naar het ziekenhuis. Daar ontdekten ze dat hij een maagzweer had.
Aan de akademie hebben ze een model dat vreselijk hakkelt. Als Sjoerd dan 's avonds thuiskomt begint hij ook zelf te hakkelen.
Gwendolyne heeft nooit enige vorm van dyslectie gehad - tot ze dertig jaar met Sjoerd samenleefde. Alles is besmettelijk.

Rob vertelt hoe Guinness ontstond. Ze hadden een vat bier dat niet deugde. Op een dag kwamen ze tot de vaststelling dat het toch lekker bier was. Ze dronken het vat leeg en ontdekten dode ratten op de bodem. Sindsdien voegen ze lappen vlees aan de vaten toe.
Over de zijwand van een van de aspotten tippelt een geel insekt. Het gesprek komt op stierengevechten. Kwinten vindt het een fascinerend spektakel, van is er minder tuk op. Hij herinnert zich een stier die weigerde te vechten wat door het lokale publiek niet erg op prijs gesteld werd.
Het meest mythische moment van de corrida is wat ze de 'cojida' noemen, als de stier de torreador te grazen neemt. Er zijn beroemde cojida's die generaties lang tot de verbeelding van het publiek spreken. In de kleedkamers onder de tribunes hangen foto's van beroemde momenten en grote persoonlijkheden aan de muur. Wat minder vaak gebeurt, maar het gebeurt, heel af en toe gebeurt het, is dat een stier die blijk geeft van uitzonderlijke vechtlijst gratie verleend wordt.

Het is na middernacht en er is een drukkende hitte. 'Moerasweer,' vindt Maria. Op huisnummer 50 sluit iemand een venster.
Over het concertje waarmee Bram en Kwinten de receptie verknalden. Dat Bram het 'An Eventual Manoeuvre' vond.
Kabaal is een meer adequate term, vinden we. Ze zouden al een naam voor het groepke bedacht hebben: Mexicans in Germany. Of andersom: Germans in Mexico, wat ook kan.
'We're From Barcelona', vindt Kwinten ook een goede naam voor een groepke. Het is een verwijzing naar Fawlty Towers en het hilarische 'I'm from Barcelona and I know nothing.'

Het gesprek komt op spel- en tikfouten.

zaterdag 14 juli 2007

zaterdag 14 juli

Uit de Dampoortstraat komt een stoet feestvierders aanstappen. Fietsers stomen door over het zebrapad. De drommen zuigen nieuwe drommen aan die zich als lemmingen naar het stadscentrum reppen. Mensen lopen elkaar voor de voeten.
Ik stap tegen de stroom in. Op het ponton een groep adolescenten met bierblikjes. De scherpe klank van een transistor stuitert over het water. Midden de stroom ploetert een waterhoen.
In De Lucas Munichstraat geen kat. Gevels als tamme krijtrotsen. Een colablikje. Vlak voor de poort hebben kinderen met krijtjes een tekening op het straatdek aangebracht. Ik open de poort, activeer de apparatuur, het zakje met knaagdiergif is gehalveerd. Een bezoeker die voor Annik komt. Annik komt zo, ze hebben een afspraak. Dan Marijke. Ik breng het barmeubel op orde, we nemen de catalogi van Smithson door. Rond een uur of vijf komt ze terug, voor de film, zegt ze.
De beslissing dat de filmweek in crox3 plaatsvinden moet. De bezoeker, Lex heet hij, hij is van Malle, neemt zijn tijd voor de performances van Dabrmaksi. Als je eenmaal weet hoe het moet met die afstandsbediening is 't kinderspel. Benjamin betreedt de corridor. Ik gooi de laptop open. Er staat een reis met Jerome op het programma, vertelt hij, van Parijs naar Antoing. Antoing is in de Walen, boven Doornik. Het schip van Jerome is een binnenschip uit 1924 en werd omgebouwd tot woonboot. 'Zestien meter lang, denk ik,' redeneert Benne, 'een schoon schipke.' Zwart, als gebruikelijk bij binnenschepen, met een houten cabine.
Lex komt er bij staan. Het gesprek komt op Malle, West- en Oostmalle. Het gebied rond de abdij is geklasseerd landschap, een beschermingsbesluit waar nogal wat rond te doen was. Een makelaar die er wat percelen had opgekocht, voelde zich beknot en probeerde het beschermingsbesluit ongedaan te maken.
Van Malle in twee, drie zinnen naar Antoing. Er is een haventje, een boot of tien, aanlegsteigers en een schip dat tot een soort Gamma voor schippers werd omgebouwd.
Jerome deed vooral België, ook Tsjechië, Duitsland, de Neckar te Trier en Ulm aan de Donau. Denkt via waterwegen. 'Uw transportmiddel,' beaamt Lex, die geen auto heeft en graag fietst en wandelt, 'bepaalt de perceptie.' Vliegjes. Een libel. Grashalmen. Wolken. 'Met een boot geraakt ge wel niet vooruit.' Als ge de Schelde neemt, van Gent tot Peronnes, dan ziet ge af en toe een fietser. In zo'n sloep hebt ge niet het minste idee van het landschap voorbij die hoge bermen. Ge zit gevangen tussen de oever ter linker- en de oever ter rechterzijde. Twee muren, twee oevers.
Een berichtje van Annik. Ze is er binnen een minuut of tien. Lex wijdt uit over zijn periode als gemeenteraadslid van Malle. Hij kwam op voor GLIM, een partijtje gelieerd aan Groen. Twaalf jaar mee in de coalitie.
Dan Benne. Op en af. De kern van de zaak met het tweede deel van zijn project: 'Dat de bootreis geboekt kan worden. Ik ben eigenlijk het brochuurke.' Volgende week begint hij eraan. Boekingen in Antwerpen, Aalst, Antoing. Met de fiets. Fietszakken, een tentje van twee kilo, wat documentatie, meer niet. De mensen die zich inschrijven bepalen de fietsrichting. Iemand vertelt een curieus verhaal. Begin jaren zeventig was het. Het was zomer.

Annik. Moe, nog altijd moe, zegt ze. Van het werk al die maanden. De zus van. De mama van. Benne gekraakt, letterlijk, vandaar dat hij de fietstocht een week heeft uitgesteld. Gerd die via Spanje, Portugal en Marokko naar Mauretanië fietste. Dan Senegal. Was negen maanden onderweg.
Elias daagt op, excuseert zich, had zich overslapen. We installeren de cinemazaal. Het wordt crox3. De zus en de moeder van Annik bekijken de films van Dabramski. We gooien de stockruimte open. Elias en Benjamin besluiten om de houten achterwand als projectiescherm te gebruiken. De doorgang naar het terras afsluiten. Is zo gebeurd. Zwarte gordijnen, vier rijen stoelen, een sfeer van cinema in een zaaltje in de woeste steppen van Siberië. Elias neemt 'Het doek', een essaybundel van Milan Kundera, ter hand. Het ligt op het barmeubel naast het kasregister. Hij leest de eerste zin: 'Er deed een anekdote de ronde over mijn vader, die musicus was.' Marijke bestelt een Saison dupont. 'Ouderwets bier,' glundert ze.

Na de film springt Rob binnen. Hij was een weekje aan de Turkse Riviera, in Alanya, met familie. Walgt van het walgelijke toerisme. De stranden poepvol. Het schoonste moment een boottrip op de Middelandse Zee. Hij trok zich terug op het bovendek. Een ligstoel. Niemand op het bovendek. Nacht. Sterren. De zwarte zee. Dat was het mooiste moment. Dan de terugreis van Antalya naar Schiphol. Voor het eerst doodsangst. Of liever, nee, geen doodsangst: pijnangst. In principe heeft hij geen last van vliegangst.
'Deze keer had ik een slecht gevoel.' Hij denkt na.
'Ik denk dat ik een ander geluid hoorde.'
Dan de stem van de boordcommandant, in een Engels doorspekt met Turkse tongval: 'We have a small technical problem.'
En ge weet: 'We have a BIG technical problem.' De stewardessen die door het gangpad ijlen, de blik naar de grond gericht, zwetend.
Achteraf bleek dat er een stuk afgebroken was. Ze hadden 20 minuten rond te cirkelen in de buurt van Antalya voor het vliegtuig landen mocht. Een noodlanding. Het vliegtuig had teveel brandstof in de tank zitten, er was het risico dat het tijdens de landing ontploffen kon.
Later in hetzelfde vliegtuig van Antalya naar Schiphol.

vrijdag 13 juli 2007

vrijdag 13 juli

15u

Melanie steekt de bestelling binnen, un vin de pays dy Gard - les Plaisirs du Père Guillot - en Campechano. De rode Père Guillot is een Cabernet Sauvignon, de witte een Viogner. De Campechano komt uit La Mancha, een desolate streek. De roble is een Tampranillo. Prijs-kwaliteit optimaal.
Het assortiment bieren wordt uitgebreid met Saison dupont en Saison voisin, twee biertjes van voor den oorlog. De Saison dupont is wat ge van bier verwacht, geen zoetigheid, geen flutsmaak zoals ordinaire pils. De dupont is trouwens geen echte pils, daarvoor ligt het alcohologehalte iets te hoog. Ge zult ervan proeven tot uw verstand er bij stilstaat.

Joris en Valéry nemen aan de jurytafel plaats en bespreken de zakelijke kant van het Tamuraj-project.
De flyer werd op vijfduizend exemplaren gedrukt. Een foutje. Duizend was meer dan genoeg geweest. Ge moet ze nog kwijtraken ook.
Ik schuif 'piano solo' van Stefano Bollani in de cd-speler.
De lamp, vernemen we, of de beamer of hoe ge het ook noemen wilt, een Mac300, weegt tussen 18 en 26 kilo. Dat is een stuk minder dan de paar honderd kilo waar Valéry het eerst over had. Nancy treedt aan. Ze heeft een topke gekocht van Honest Cotton. Straks rijden ze naar Pussemange - of Vlooiengat, in proper Vlaams. Pussemange is in de vallei van de Semois. Ze hebben er een buitenverblijf gekocht. Orval is vlakbij en de Franse grens is een koeienscheet verwijderd. Komt eens langs, zegt ze. Pussemange heeft een aangename, zuiderse sfeer die veel heeft van de ambiance in croxhapox, zegt ze.
Joris legt uit dat die 110.000 euro meer is dan de indexaanpassing waar ze het in de beleidsnota over hebben, maar voor croxhapox is 't een slecht scenario. Hij heeft het daar gisteren met Marc Ruyters over gehad. 't Is geen groei, 't is geen stagnatie, 10.000 euro meer waar we in werkelijkheid minder mee kunnen doen omdat we veel meer van plan waren. ''t Is pijnlijk, zeer pijnlijk,' verzucht Joris. Hij veert overeind en brengt een van de beste grappen van Kama te berde: aan een volle congrestafel veert één van de attachés overeind met de mededeling, 'Heren, ik moet kakken.'
Gisteren hadden ze 'Le grand bouffe' op televisie, vertelt hij. Er komt een Bugatti in voor, Marcello vriest er in dood. Die Bugatti is een sportwagen uit 1920 die alle snelheidsrecords verpulverde met een topsnelheid van 220km.

Het gesprek komt op de flyer van het Tamuraj-project. Het rendement van affiches en flyers is discutabel.
Op het woonerf botsen we tegen een buurvrouw uit de Kazemattenstraat aan. Tijdens de modeshow stak ze een handje toe. De kloterij die ze toen heeft meegemaakt. Joris herkent ze van dat Culture Club event tijdens Grand Tour. Joris was er een hele dag bezig geweest, Nancy had geassisteerd, 's avonds mocht ze niet binnen omdat haar naam niet op de lijst vermeld stond. Het kwam tot een handgemeen met die gorilla's van Culture Club. Ze waren gewapend, stel je voor. Eén van de gorilla's had hem te pakken en Nancy sprong boven op die gorilla als in een kluchtfilm.
Ik herinner me dat ik die avond gedurende enige tijd stond aan te schuiven. Ge moest 15 euro betalen. Waarvoor eigenlijk? Voor die klootzakkerij? Ik ben het afgetrapt.

Tegen sluitingstijd springt Sarah Westphal binnen. In het kader van Coming People zou ze Ham 177 tot eind augustus moeten openhouden en dat terwijl er geen kat op afkomt. In het Smak wijten ze het aan tegenvallende bezoekersaantallen. Leen Persoons moest haar werk afbreken. 'Dat komt hier niet binnen,' zou er gezegd geweest zijn. Het fijne weet ik er niet van. 'Misschien hadden we met z'n allen moeten opstappen,' bedenkt Sarah. Ham 177 een hele zomer openhouden terwijl er geen kat op afkomt, gekkenwerk.
'Denkt eens na over een crox-project,' zeg ik.
Op hetzelfde ogenblik belt Elias me op. Hij belooft om Nathalie te contacteren. Later belt hij met de mededeling dat Nathalie in Turkije zit. Morgen is ze terug.

donderdag 12 juli 2007

donderdag 12 juli

14u

Joris komt van de Proeftuinstraat. Ivago kwam het bouwafval niet ophalen, de zak met gipsafval staat er nog. Maandag is de reguliere ophaaldag, zeg ik. Dat weet Joris ook. Ze kwamen de zak niet ophalen omdat ze drie zakken aangerekend hadden. Ze hebben twee zakken opgehaald, zeg ik, geen drie zakken. Ja, dat weet Joris ook. Die lui van de ophaaldienst hebben een drie genoteerd in plaats van een twee. En de derde zak? Die staat op het woonerf.

Frank, een vertegenwoordiger van de firma Canon, en Klaartje, een vrouwelijke collega, betreden de croxruimte. De hifi dreunt Magnus van Barman. Frank, Klaartje en Joris nemen plaats aan de jurytafel, we moeten een en ander herbekijken. De subsidieverhoging - op jaarbasis hebben we vanaf 2008 tienduizend euro meer - is onvoldoende om dure apparatuur te leasen.
Ik smijt de laptop open en leg de data vast voor lente 2008. Marc Ruyters valt binnen met H-art NR 24. We rekenen de vorige edities af, van NR 22 werden er elf verkocht, van NR 23 zeven. We hebben het over de subsidieronde.

Op de jurytafel in crox2 liggen de voorstellen en de documenten op tafel. Joris maakt duidelijk wat we met de huidige subsidies aankunnen: een simpel en droog bureaumachientje, meer zit er niet in. De machines die Frank van Canon voorstelt zijn de IR3025/N, de duurste van beide, en de IR2016i. 'Meer bereiken in minder tijd,' staat op de folder te lezen. Telefoon van Sarah Dhont. Zij en Jelle komen zo meteen af.
Ik stel Marc en Joris aan elkaar voor. Ze hebben elkaar al eens eerder ontmoet.
Sjoerd parkeert zijn fiets op het woonerf. De nieuwe auto, een Renault Megane, zit binnen voor de keuring.

Sarah en Jelle, ze komen op het juiste moment, ik heb de data rond en het duurt niet lang of we hebben het voor mekaar. De eerste projectperiode van 2008 wordt Thomas Bogaert in crox4, David Smithson in crox2 en Sarah Dhont en Jelle Clarisse in crox3.
Anne-Mie van Kunstwerk(t) telefoneert me. Voor zaterdag 29 september hebben ze een goei groepke, verneem ik. 28 september en de cultuurcentra valt tegen, voorlopig geen inschrijvingen voor die datum.
Jelle en Sarah nemen aan de jurytafel plaats en vullen de codex in. Sjoerd en Joris spreken af om de stoelen die we nodig hebben voor de filmweek op te halen. Het gesprek komt op De Morgen en die belachelijke bladzijde over Kim en Brian. Moeten ze daar nu echt een bladzijde aan verspillen. Aan Fabre en Tuymans, aan Panamarenko desnoods, omdat er tegenwoordig als ge het goed en wel bekijkt toch geen andere kunstenaars zijn. Dat de plaatselijke kunstscene wemelt van talent? Dat het een schande is het dat ze daar niet over schrijven? Maar nee gij. Bij De Standaard en De Morgen en andere gazetten hebben ze een smoes bedacht, een smoes waarmee ze niet alleen het publiek en de kunstenaars maar ook zichzelf te kakken zetten: dat het publiek geen interesse in actuele kunst zou hebben. Zoudt ge niet omver vallen van plaatsvervangende schaamte. Het omgekeerde is het geval. Als ze zo doordoen decimeren ze de lezersaantallen. Zie maar wat met De Gentenaar gebeurd is. Dat is tegenwoordig zo'n flutgazet dat ge onpasselijk wordt alleen door er naar te kijken. Trouwens, persoonlijk ken ik helemaal niemand die nog op reguliere basis De Morgen leest. 't Is maar dat ze het daar bij De Morgen weten: ze zijn lezers aan het kwijtraken. Is er een communicatieprobleem?
Het is de pers zelf die voor het communicatieprobleem zorgt. Ze vergissen zich van publiek, halen amper het niveau van een tabloïd en denken op de koop toe dat ze goed bezig zijn.
Mijn peetje las Het Volk. De Morgen hadden ze toen nog niet. Hij was een rooie in hart en nieren, ongeletterd, wist hoe hij een varken slachten moest, zijn stiel was metsen. In Nevele deed hij de duiven van de baron die daar zelf geen verstand van had en in zijn stamcafé op het marktplein won hij elk jaar opnieuw het biljarttrofee. Zoudt ge van zo iemand verwachten dat hij in een door Panamarenko gesigneerd stokbrood geïnteresseerd is? Een keet als New Reform naast de deur zou Fiel niet eens aan het denken gezet hebben. Ge moet een bepaald aantal connecties ontwikkelen om dingen te begrijpen. Niet iedereen weet hoe hij een brood moet bakken en een varken slachten is ook niet iedereen gegeven.

Nicolas valt binnen. Annick betreedt crox2. Andere bezoekers. Nicolas heeft geen zin in Gentse Feesten, te gevaarlijk om er aan te beginnen. Jos stuikt binnen. We trekken ons terug in de mediaruimte, Annick neemt de nieuwe H-art door. Ze is net terug van een trip naar Noord-Frankrijk, met de kinderen, een plek in de buurt van Calais. Dat het binnenland er heel erg mooi is, zegt ze.
'Zijt ge naar Kassel geweest?' vraagt Jos. 'Kassel, waar ligt dat,' zegt iemand.
Annick is in Kassel geweest. Nicolas wil een pintje. Het jammere is dat ge aan die catalogi niet eens uw gat afvegen kunt, de stront blijft er niet aan plakken.
'Ge had Menen moeten proberen,' zegt Annick. Ze bedoelt Joris. Menen en Harelbeke bevinden zich ver buiten het gedachtengebied van Joris. 'Latent mogelijkheid tot abrupte uitbarstingen,' oordeelde de jury. In België zijn de vulkanologen op één vinger te tellen.
'Zeg, die witte aansteker...' Joris tast in z'n linkerbroekzak en vist er verbaasd een witte aansteker uit op. 'Dat is de mijne,' zeg ik. 'Oei, pardon.'
Aanstekers verhuizen van broekzak naar broekzak, dat is de gewoonte.
Het gesprek komt op pepermunt, appelmunt, fruitbomen en Boskoop. Er is telefoon van Sander. Parys Printing zou van plan zijn om de bierviltjes op hetzelfde papier als de croxcards te drukken. 'Geen sprake van. Kan niet. Bierviltjes zijn bierviltjes.'

Nicolas wil een Château Nicolas ontwikkelen. Annick heeft Boskoop geplant, dat was met Gilles, en Eva De Leener wordt de assistente van Stijn Van Dorpe.
'Eva is een guitige madam,' zegt Nicolas. Dan over Hansbeke. Hij is naar Hansbeke verhuisd. 'De hippies zaten daar vroeger.' Ze zijn er wel wat gewoon, daar in Hansbeke en Landegem. In Hansbeke hebt ge twee bakkers, twee beenhouwers en twee kruideniers, 'en ge moet de kerk in het midden houden he.' Zijn buur heeft een Honda Goldwing, zo'n blinkende kermiskar. Iemand die daarmee rijdt...
'Ge moet altijd goed staan met uw naaste buren,' merkt Joris op. Hij kan er van meespreken, bij hem thuis hebben ze nog met een jachtgeweer op hem geschoten.
Op den buiten moet ge geen bruin brood vragen, of een grofke, maar 'grijs brood' en het expobrood van eind jaren vijftig heet tegenwoordig oesterbrood.
'Mensen eten chips als jeugdherinnering,' mijmert Nicolas. Hoe het begint, is onduidelijk. Iemand brengt beertje Colargol te berde en 'Ah, mijnheer, een mooie vogel wil ik zijn' van Tim Vistrim: 'Ah, mijnheer, een mooie vogel wil ik zijn - met gouden ballen en een pik van marsepein.' Op school hadden ze er zo nog een paar. Een parodie op het dagelijkse praatje van Joop Den Uil bijvoorbeeld: 'En als ge 't nog niet wist... Ik heb er in gepist.' Of die Gentse verbastering van voor de oorlog - Joris, zingend: 'Valencia - Alle wijven zonder cenzen zitten in de cinema.' Crucke heeft een keur aan parodieën op zijn repertoire, die moeten we eens vragen voor een concertje.
Joris herinnert zich de parodie op beertje Colargol: 'ik poep alle wijven vol - met colle of met lijm - dat speelt voor mijn fluit geen rol.'

Thomas Bogaert, Ginger, Spencer en Werner betreden de croxruimte. Joris is ervandoor en heeft de witte aansteker gejat, allez vooruit, bij vergissing, een automatisme.
Of er nog wijn is. 'Neen, denk ik,' zeg ik. Morgen komt Melanie met een nieuwe lading.
In de ijskast ontdekt ik een fles Bourgogne, een Chardonnay, de laatste en alleen een bodempje.
Dat Ginger een schone naam is. Ge moogt het wel niet op zijn Vlaams uitspreken, vindt Thomas. Hoe ze op die naam gekomen zijn? Er is een Ginger Baker die vroeger bij Cream speelde. En Spencer komt van Andrew Spencer White.
Nicolas zoekt een crox-card uit voor de geboorte van een kleine en maakt een grapje over hoe we het in het vervolg moeten aanpakken: 'De nieuwe kerstkaarten van crox zijn uit.'
Veel geboortekaartjes zitten er niet tussen. Het wordt 'Herbier', een recente crox-card met een werk van Carole. Van de stillevens nog 2 kaartjes, 't zijn de laatste.
Muziek van Ahmed Abdul-Malik. Joris telefoneert vanuit zijn rijdend aquarium, hij stak een sigaret op en ontdekte dat hij de witte aansteker op zak heeft. Het gesprek aan de toog komt op 'De Kikker' van Stef Cafmeyer, vroeger het stamcafé van Thomas Bogaert. Hield er tien jaar geleden mee op. Waar Stef nu mee bezig is? Hij werkt voor Muziek Lod. Had zeer goeie croque monsieurs. En goeie spaghetti. 's Winters kost ge er warme rode wijn met kruidnagel drinken. 'Ik dronk er mij altijd eerst half Lazarus,' expliceert Tom, 'dan at ik een croque om er weer tegen te kunnen.'
Het stamcafé van Leus, vernemen we, was de Kramietel. De helft van Gent zat daar.

19u

Thomas belt me, hij vergat het koffertje Matchbox. Nicolas bleef als laatste plakken. Ik sluit de croxruimte af en speel koerier, te voet via het Baudelopark waar ze de Gentse Feestengarnituur aan het opstellen zijn.
In de Goudstraat is Ginger aan het rolschaatsen. Thomas breekt een fles rode wijn aan, het gesprek komt op Mumbai, Werner is er vier keer geweest. Over de hijras weet hij het volgende. 'Het is een soort maffia. Mannen wordt ontvoerd, gedrogeerd, gecastreerd zodat ze gedwongen zijn om zich bij de hijras aan te sluiten.' Er zijn soorten. Een grote groep houdt zich bezig met zegeningen. Bij pasgeborenen 'om de homofiele energie uit het kind weg te halen', bij huwelijken, waar ze zich te pas en te onpas aanbieden, krijgen ze dan weer geld toegestopt 'om het af te trappen'.
Mumbai, vertelt Werner, is een schone stad. Het is één van de mooiste steden die hij kent. Aan het water is een esplanade waar 's avonds de koppeltjes afspreken. De hijras gaan er ook naar toe, kondigen hun komst met handgeklap aan en - abominatie - trekken hun rok op. Op die manier verplichten ze de jongen om af te dokken en zo het meisje de schande van het zien van het verminkte geslacht te besparen. Een bizarre vorm van bedelen.

woensdag 11 juli

De Morgen heeft tegenwoordig amper meer te bieden dan een tabloïd.

dinsdag 10 juli 2007

dinsdag 10 juli

Vandaag staat een afspraak met David Smithson op het programma. De oplader van de iBook liet het afweten, Astrid belt me. 'Jongeren zijn nieuwe puriteinen,' kopt De Morgen. Onzin, jongeren bauwen de kletspraatjes na van infantiele ouders. Ouderschap zouden ze beter afschaffen. Laat ze een hogere graad verpleegkunde oprichten specifiek voor het verwisselen van pasgeborenen in moederhuizen. Ik beschouw het kernachtige belang van deze gedachte. Andere gedachten en geniale bevindingen hou ik voor een andere keer, het daar nu over hebben zou ons alleen maar afleiden van het gestelde doel, de ontmoeting met David Smithson.
Over het stadje hangt een Atlantisch kluwen van onduidelijke wolken. Om een of andere reden herinner ik me de plek waar ik voor het eerst 'Kuifje in Amerika' las.
Joris herstelt de motor. We drinken koffie. Joris neemt De Morgen door, dan 'Guston in Time' van Ross Feld. We drinken koffie. Het is een gezellig appartement, 's ochtends, als het regent smijt ik de ramen open en luister naar de rillingen en de koorts van een koude zomer.
De afspraak met Smithson is om twee uur. 'Misschien kan je maar beter...,' zeg ik. Ik heb nog wat te doen. 'Vijf minuten.' Joris gaat ervandoor, ik werk een mailart af, probeer het autootje te starten, de motor doet het niet.

14u20 - de croxruimte

David Smithson overhandigt de transfo. 'Tom would nerve a steak killing fork and knife on it.' We lachen. Grapje. Tom die voor een project in Köln de transfo nodig had. Joris die daar mee afkwam. Ze stonden samen op een art fair in Keulen. Tom had de transfo naar de kloten geholpen, zei Joris. Joris checkt de transfo. Alles ok. Het ding is ok. No cure, no nurse. Oververhitting wellicht. In crox2 nemen we plaats aan de jurytafel, Joris geeft een woordje uitleg bij de manier van werken.
'The discourse of art scene prostitutes such as Koons and Hirst,' neuzel ik, 'is irrelevant. Artists or prostitutes, it's a subtle and indifferent difference.'
Na de introductie volgt een korte rondleiding door de ruimtes. In crox3 bekijken Joris en David het werk van Dabramski, later hebben we op de laptop 'The F-song', een werk van Smithson uit 2006: Smithson zit in een badkuip en hekelt zingend het beleid van Bush en Cheney.
Joris en Smithson hebben elkaar in Köln ontmoet, op een art fair.

We verhuizen naar de jurytafel, Joris heeft last van z'n rug. Het gesprek komt heel even op de filmweek en de kortfilms van Elias Grootaers en Nathalie Teirlinck. We bekijken 'Bach Backwards', een transmissie voor twee elektrische bassen van de eerste inventie van Johann Sebastian Bach. 'It was important that it was live,' verduidelijkt Smithson, 'no playback or anything like that.' De plek waar de film opgenomen werd is Mölkerei Werkstadt in Köln.
Net zo belangrijk is het feit dat Smithson er voor koos om het stuk zelf uit te voeren, hij en Ralph Lennartz, hoewel de techniek van David te wensen over laat. Maar dat doet er niet toe, professionele muzikanten inhuren zou het statement afgezwakt hebben.
'The track backwards,' legt Smithson uit, 'changes into forwards. In the end you don't recognize the difference between backwards and forwards.' De op subtiele manier gemanipuleerde en slopende herhaling van de eerste inventie van Bach, afwisselend 'back-' en 'forwards' en in beide versies enigszins dissonant - de gitaren zijn niet perfect op elkaar afgestemd - levert een afstandelijke en fascinerende film. De slopende herhaling van de eerste inventie van Bach haalt het elegente en stijlvolle van de setting onderuit maar blijft er ook wat in hangen. Konijnen en eenden bevolken de scene, duiken op, verdwijnen. De kreeftgang, in contrapunct een plausibel gegeven, is duidelijk hoorbaar.
De vleugels van de zwarte eend hebben een groene fonkeling. 'Of course the rabbits were much easier,' merkt David op. De film lijkt een staaltje van digitale technologie maar is het niet, de verbluffende verwisselingen zijn grotendeels analoog. 'There's a lot of analog in the movie, believe it or not.' Dat er geen stront op te vloer te zien is, een eend schijt gauw een vierkante meter vol, komt door het ruimwerk tussen de sessies door.

De derde film die we bekijken is 'Burning Boots', chronologisch de eerste film, het is een werk uit 2001, maanden voor de Twin Towers vielen. De film is opgenomen in de nabije omgeving van Gospic aan de oever van de Lika. Gospic is in Kroatië. De film toont een vuurtje waarin twee cowboyboots branden. Het verbranden van de cowboylaarzen duurt veertig, vijftig minuten en gebeurt des avonds. Over het beeld ligt een grijsblauwe toon. De link met Twin Towers is frappant - 'power. Bush is the worst possible example'.
Het probleem met iemand als Bush is dat je het probleem alleen kan oplossen door abortie te legaliseren.

maandag 9 juli

Op de cultuurpagina's van De Morgen - vandaag beperkt tot één enkele bladzijde - staat het Tour de France project van het S.M.A.K. centraal en de tweede touretappe. 'Met de varkensgeur op kop,' kopt De Morgen. De lieverdjes in de marge van dit megaspektakel zijn dit keer Kate Moss (drieëndertig en te oud bevonden), Robbie Williams (die een page three girl aan zijn roede reeg) en Clark Gable die naar verluid smetvrees had en vies was van Marilyn Monroe.
Gabriel Rios staat op 22 december op de planken van Vorst Club en de Roemeense regisseur Cristian Nemescu won de Irisprijs met zijn film California Dreamin'. Meer moet dat niet zijn, denken ze bij De Morgen.

zondag 8 juli 2007

zondag 8 juli

De tl-lamp van het woord 'demonstration', één van de 18 woorden van de brainbox-lichtsculptuur, is kapot.

Bezoekers. Dit betekent: een aantal personen betreedt de croxruimte.
Het resultaat van deze plotse gebeurtenis: een jonge, mij volstrekte onbekende... een jonge, sympathieke en mij voorts volstrekt... een sympathieke jonge vrouw... Ze vertelt dat ze al eens eerder in croxhapox geweest is. Mij inprenten, voor de geest halen, het hoofd er af schroeven, cadeautje. Jazeker, meermaals, bevestigt ze, wat door haar vriend. Wat bevestigd wordt. Door een jongmens met hartelijke doch enigszins vermoeide blik.
'Zoals u ziet,' had ik te berde willen brengen, 'is één van de lampen kapot.' Ze zouden de kapotte lamp bekeken hebben. We brengen het niet - zwijgen we? Welnee. We brengen het niet te berde. On est assez curieux chez nous. Chez vous? Curieux chez vous? Ah mais non, chez nous.
De wondere wereld van het bezoekersaantal. Zij, de jonge vrouw, studeerde schilderkunst aan Sint-Lucas. Studeert nu in Antwerpen. Hij deed grafische. Zij kent Boris Ljugov. Kent Ljugov van Coming People. Ze betreden de corridor, bekijken het werk van Kim. Dan de films van Jamez Dabramski. Ik stap terug, eenentwintig meter, bekijk 'en passant' de foto's van Kim, betreed de mediaruimte, de smalle plek achter het barmeubel, en probeer mij de wandeling van Nieuwland 35 tot Lucas Munichstraat 76/82 voor de geest te halen. Een paar minuten geleden, twintig minuten, meer niet. De verleden tijd: een vracht van honderdduizend kilo die als een fladdering van seconden naast me neerdondert - en het grote geheel van een tijd die nooit eindigt en nooit begon omdat, tegenstelling, contradictie: het bewustzijn begon. Het zich bewust zijn van. Wat Rob aangaf: het bewustzijn veranderde. Iemand stapt over straat en zonder het te beseffen, althans niet op dat moment, drukt een gigantisch vacuüm tegen elk moment dat hij of zij meemaakt.
Het bewuste moment van de wandeling begint met een paardebloem. Het eeuwig bekijken van een paardebloem maakt het kijken zinloos. Het is de grap die zich met de meeste werken in musea voordoet. Nog voor het tentoongesteld had kunnen zijn is elk werk volstrekt waardeloos. Het tonen van het werk vernietigt het werk, het is een vervloeking. Er zijn honderdduizenden schilderijen en tekeningen en films en performances en videobeelden die in het niets verdwenen toen ze getoond werden. Het tonen en het bekijken is een ondraaglijk moment.
En de bevrijding van het moment: muizenoor, horden grassen die met dikke aren in de hete lucht wiegen, de blote benen van een vrouw, ze zit op een strandstoel midden het gaanpad. Nieuwe momenten. Het opnieuw plaatsvinden van gebeurtenissen. De herhaling, de herhaling die niet beangstigt. Zuring, gonzende vliegen, een sloep drijft op het water. Leeuwenbek, wilde kamille, weegbree. Faecalieën waar je voor uitpassen moet anders trap je er in. Papieren servetten, een leeg en verkreukeld pakje sigaretten. Aan de sluis een horde vissers. Koeterwaals. Brandnetels woekeren over het gaanpad. Een van de vissers heeft een grijze en grote vis gevangen. Een mooie vis. De geopende vissenbek en het stoere, gebalde spierweefsel van de visser. Klimop, een boterbloem. Onduidelijke gewassen, er is een tijd van benoemen geweest en een tijd van vergeten en vergetelheid. Onder de lijsterbes aan het water werd vuilnis gedumpt. Hondenpoep bevuilt de doorgang.

Peter Bondewel, weg uit Antwerpen, aan de slag in Mechelen, frisse kop. Hij is aangesteld als coördinator van Visioenen, een MuHKA-project, voorziene datum is 2009. Een bonte stoet van gespreksonderwerpen. Fabre in Venetië is irrelevant. Als we te kiezen hebben - zouden we te kiezen hebben? Brengt Hélène Vandenberg te berde, dochter van, die zich in het kader van bovenvermeld project toelegt op volksdevotie. Voor het profane aspect zijn ze volop bezig met het zoeken van een geschikte site.
De ellende met het pushen van kunstenaars: ze branden op voor ze goed en wel betekenis hadden kunnen hebben. ''t Is niet omdat ge Deleuze leest...' Ge moet goed zot zijn om te denken dat ge op basis daarvan iets te vertellen zoudt hebben.
Nam voor zijn thesis Hans Haacke. Haacke woont in New York. Ze correspondeerden.
Het gesprek komt op, als we te kiezen hebben - zouden we te kiezen hebben? Toussaint. En als we te kiezen hebben: Deleuze naar het containerpark in de categorie gevaarlijk afval. Toussaint nemen we als hoofdgerecht. Le Steak Monsieur, als aperitief La Salle de Bain. Bondewel leest Toussaint in vertaling. Hoe 'De Aarzeling' begint: een dooie meeuw die traag komt aandrijven in een havengeul. Cortazar mega, mega mega, mama mia, dat is top. Dan 'Underground' van Makanin. Beetje La Chute van Cumas - Camus, perdone.
Annik betreedt crox2 in het gezelschap van een aantal vrienden en kennissen uit Limburg.
Peter is nog niet uitgesproken over Makanin, schetst de teneur van het werk. De held is ene Petrovish, een conciërge die onwaarschijnlijke hoeveelheden wodka naar binnen giet. Een ruim assortiment nieuwe themata popelt om aangebroken te worden: Hans Vandekerckhove in het Smak, Kiefer in Parijs, Annette Messager die getrouwd is met Boltanski, een zekere Hadassah Emmerich, iemand uit Suriname, we nemen haar website door, Harvey en Cave, ooit een koppel en Richard Thompson.
Annik schuift mee aan. Ze zoekt werk in de kunst-educatieve en socio-artistieke sector.

Ilse, een nieuwe buurvrouw, huisnummer 72, ze woont er pas en is aangenaam verrast om vlak naast de deur een kunstencentrum aan te treffen.

17u30

Iedereen is de deur uit en Marc valt binnen met een portie beeldmateriaal, zoals beloofd.
Om te beginnen De Zaak van het Gestolen Fototoestel. Instant goodbye, zo gaat dat. Weg is weg. Hij herinnert zich de naam van het stadje waar hij bestolen werd: Pondicherry. Indië is een raar land. Het zou best kunnen dat hij binnen een jaar of twee z'n Hasselblad op een markt terugvindt.
In Villupuran liep hij Tiane Doane Nachampacheque tegen het lijf, een Franse fotograaf.
Dan de foto's. De eerste foto toont het trappenhuis van Central Lodge, een onwaarschijnlijk hotel. De bouwstijl is jaren zeventig. De gaanderij in het trappenhuis is een drie verdiepingen hoog reikende rechthoekige spiraalvorm. Alle kamers komen er op uit. Central Lodge is een gore plek. Zodra de hijras in Villupuran arriveren verandert het hotel in een bordeel. De foto toont het moment waarop een van de seizoenarbeiders met een hijra afspreekt. De hijra, in een bleekroze, mouwloos topje, bevindt zich vooraan links in beeld, de klant achterin, aan de andere kant van de centrale koker. Vlakbij is een deur met de mededeling DEEPAK. De deepak zijn seizoenarbeiders. Ze slapen met z'n tienen op één kamer. Villupuran is een hondenkeet waar op het jaarlijkse feest van de hijras na geen zak te beleven valt. Het stadje bevindt zich tussen twee autosnelwegen in een gebied waar zelfs geen industrie voorkomt. Oerwoud of interessante diersoorten hebben ze er evenmin.
De tweede foto is het portret, frontaal, van een hijra in een bleekblauw marcelleke en een paarse sari met Schots motief.
Foto drie werd in Mumbai genomen en toont de slaapkamer van het appartement van Laxmi Narayan Tripati, een guru die hoog aangeschreven staat in de hijra-gemeenschap. Marc leerde haar drie jaar geleden kennen. De 27-jarige Laxmi danst in Bollywood films. De UN heeft een boek over haar gepubliceerd, ze wordt tot één van de honderd belangrijkste vrouwen van Indië gerekend. In de kleine ruimte, die op een meter doorloop na volledig door een kamerbreed bed in beslag genomen wordt in een decor van donkerrode en somptueuze gordijnen, bevinden zich twee discipelen van Laxmi. Poone zit midden het bed in een fries van witheet zonlicht. De hijra voorin heet Thane. Het kamertje is niet groter dan de kubusruimte, drie op drie. Meubilair is er niet. Marc stapt op de kubusruimte toe, trekt het zwarte gordijn open en wijst het zwarte tafeltje aan waarop Rob de afscheidsbrief liet liggen. Ondenkbaar, verduidelijkt hij, dat er in een appartement als dat van Laxmi midden de kamer een tafel zou staan. Guru en discipelen samen maakt zes personen die in dezelfde kleine ruimte leven. Zo'n tafel zou compleet in de weg staan. Op het bed na is er trouwens geen meubilair. Er wordt op de grond geleefd.
Buiten, in het withete zonlicht, hangt was te drogen.

Met de volgende foto's, een diptiek, belanden we weer in Villupuran, in het uiterste zuiden van Tamil Nadu.
Een portret van een 'husband', het hulpje van een hijra. Husbands helpen de hijras bij het aankleden. Soms functioneren ze als pooier. Ze koken, doen de inkopen, zijn manusje-van-alles. De geportretteerde heeft een maniakaal verzorgde Groucho-snor, ziet er desondanks tamelijk vrouwelijk uit (ringen, siersels, kokette motoriek, roodgelakte nagels) en monstert zichzelf in een rechthoekige handspiegel. Op de achtergrond leunen twee hijras in hurkzit tegen de muur aan. Een typische hijra-dag. Ze doen veel nachtwerk, slapen laat, de ochtend begint tegen het middaguur. Buiten is het 35°. Ze hebben niets om handen. Lezen doen ze niet. Ze liggen, zitten, hangen wat rond, keuvelen, kletsen. Tegen een uur of 4 beginnen ze zich op te maken.
De andere foto toont iemand die een cross-dresser was. Werkte bij een IT-bedrijf. Ze zit halfnaakt op de rand van een bed in een turkooisblauwe kamer en houdt een zwarte pruik vast. De Lippizanerpruik is enorm, minstens een meter lang, matglanzend. In Italië is er een bedrijf dat gespecialiseerd is in het vervaardigen van dit soort pruiken. Het bedrijfje wordt bevoorraad met haar van Indische vrouwen. Ze laten zich kaal scheren en offeren het haar in een tempel. Lucratief handeltje. De priesters doen gouden zaken. Het geofferde haar wordt uitgevlooid, gekamd, routineus gesorteerd, de goeie haartjes, de slechte, vervolgens opgekocht door het Italiaanse bedrijfje en daar gebleekt, bewerkt en in allerlei kleuren en coupes te koop aangeboden.
De mantra aan de muur is eigenlijk de elektriciteitsdoos.

Terug naar het appartement van Laxmi Narayan Tripati. De foto vervolledigt het tafereel met Poone (in een wit kleed, of shirt, of hemd): voorin, naast het bed, ligt Roopa op de vloer te slapen. Ze draagt een semi-transparante, blauwe jurk. Roopa heeft gestudeerd, spreekt vlot Engels, voelt zich transgender, weet niet goed wat ze er mee aanvangen moet. 's Avonds trekken ze er op uit. Straatprostitutie. Marc hadden ze er liever niet bij. Te gevaarlijk. Het risico om een politie-patrouille tegen het lijf te lopen en in de nor te belanden is verre van denkbeeldig. Prostitutie is bij wet verboden. Het scheelt een slok op de borrel, voor alle betrokken partijen, om wat consignatie af te staan en een en ander door de vingers te zien.
En als ge wilt weten hoe het komt dat veel mannen een voorkeur hebben voor hijras: omdat ze bereid zijn om een blowjob te geven. Indische vrouwen doen normaal gesproken geen blowjob, niet eens omdat ze het niet zouden willen maar omdat Indische mannen het volstrekt ondenkbaar vinden om door hun eigen vrouw gepijpt te worden.

In Villupuran, in het louche hotel Central Lodge, het met een zaklampje bijgelichte portret van een hijra in een topje en een transparante rok.

Mumbai. Een portret van Kamel, een van de discipelen van Laxmi, een prototype, vleziger en voller dan de ranke en tengere Roopa. De locatie is dit keer een living. Kamel brengt haar sari op orde. Zo'n sari is een lap stof van 6 meter lang. In de bazaars tref je ze aan in alle mogelijke kleuren, scharlaken rood, aquamarijn, turkoois, oranje, gifgroen, Indisch geel en koffiebruin. Indisch geel is traditioneel een derivaat van de urine van de heilige koe wat de transparantie en fragiele teneur van het pigment verklaart.
De rosse buurt van Mumbai. Hier een hijra die het donkere gezicht achter een gele, transparante sluier verbergt. De muren zijn felblauw. Links in beeld het fragment van een ladder. Marc nam de foto 's namiddags als ze niet veel te doen hebben. De eerste klanten hebben ze doorgaans pas rond een uur of vijf als de kantoren sluiten.
Dan een nachtelijk tafereel: een bruin geschilderd bordeel in een tooi van lampjes. Er is een feestje. Ben er buiten gesmeten, verduidelijkt Marc. Een zekere Zenith, die hij eerder bij Laxmi had ontmoet, wou niet dat hij foto's nam zonder te betalen.

Een portret van Laxmi Narajan Tripati. De foto toont het zelfbewuste raffinement van een diva enige ogenblikken voor ze op televisie komt. Ze is gevraagd als gueststar voor een Miss-verkiezing om de geselecteerde meiskes de elementaire principes van het vrouwelijke bij te brengen. Terug in Villupuran belanden we dit keer op het dakterras van Central Lodge in een tafereel met klassiek voor-, midden- en achterplan. De fotograaf maakt gebruik van een met gaten verluchtigd metselwerkje (voorplan) om een hijra in beeld te brengen (middenplan) die met een pincet - poink poink poink - de zo op het eerste zicht volstrekt haarloze kin epileert. Palmbomen (achterplan) vervolledigen het tafereel. Achter de palmbomen, in het dégradé van een met schemerduister beschimmelde verte, is het barre hinterland.
We blijven rondhangen in het groezelige Central Lodge - Marc keek wel uit om er z'n intrek te nemen, logeerde een paar blokken verderop - en ontmoeten iemand die een verwisseling van plaats tevoorschijn tovert. De foto toont een hijra met donkere huidskleur. De betovering is kortstondig, op de foto zelf niet veel meer dan de komische noot.
Nog een foto. Dit keer het portret van een koppel, een mollige - 'een zeer vrouwelijke hijra', beklemtoont Marc - en de husband, beide lichamen over elkaar heen gekruld als slakken in het slakkenhuis van de foto.
Er zijn nog meer foto's. Het kiekje van een hijra met gele sari en rode sjaal en een discipel van Laxmi (alleen voeten en kuiten zijn zichtbaar) die een dutje doet op de brede landingsbaan van een raamkozijn.
Hetzelfde raamkozijn vanuit een andere hoek en met Roopa als figurant. De hoertjes van Central Lodge, een klodder witheet zonlicht, een hijra van het type danseres met borstimplantaten en vrouwelijk geslacht. Een nachtfoto - de sluitersnelheid is 15 seconden: het schimmige silhouet van een van de discipelen van Laxmi in een kopergroene sari. Hetzelfde groen, koper, petrol, een kleur die vaak in het werk van Matisse voorkomt, de kleur dit keer van het interieur van een bordeel in Mumbai.

Drie foto's verdienen extra aandacht. De eerste toont een tafereel 'in een van de ruwste bars waar ik ooit geweest ben': een hijra wordt geknuffeld door drie mannen tegelijk. Indiërs, legt Marc uit, kunnen niet overweg met alcohol, ze drinken whisky en gin alsof het limonade is. Binnen de kortste tijd zijn ze zo zat dat het onderscheid tussen onder- en bovenkant implodeert, ze lallen, worden lastig, handtastelijk, braken kletspraatjes. Als het te erg wordt, schiet de eigenaar van de keet uit z'n krammen. Met een houten knuppel knalt hij een poeier op het tafelblad of tegen een van de houten wanden. Dan, gedurende een kort moment, verstomt het wild geraas. Ge ziet travestieten - die uitgebreid getongd worden - met een scheve pruik en een zwik van make-up over het gezicht.
De tweede foto portretteert een hijra, protagonist van bovenvermelde foto, 'een vree geval', split tot hier, 1m90, blauwe oorbellen. De foto werd eerder genomen, vroeg op de avond, en doet me om een of andere reden aan 'Down by Law' van Jarmush denken. Van tijd tot tijd verstoort een politie-patrouille de gebeurtenissen, geredekavel, discussie, de keet wordt ontruimd, iedereen komt op straat terecht. Zodra de politie ervandoor is wordt de keet heroverd, het petrolgroen licht op, whisky en gin volgen het vertrouwde parcours.
De derde foto is er een van het betere werk. De hijra, in een sari met polkadots, is geportretteerd in een kleine spiegel die zich links onderin bevindt. Aan de muur hangt een frame met de poster van een Bollywood-ster. In de spiegel, gereduceerd tot een bijna te verwaarlozen fragment van het totaalbeeld, heeft de geportretteerde, die amper zichtbaar is, een Bollywood poster als aureool.

zaterdag 7 juli 2007

zaterdag 7 juli

Eergisteren stak Frank een kartonnen doos binnen, een doos met stukken uit het crox-archief die de beginperiode documenteren. Een van de stukken is een handgeschreven tekst, 'CROXHAPOX, een manifest'. Het handschrift is onmiskenbaar dat van Guido De Bruyn. De auteur vermeldt de oprichtingsdatum van Croxhapox VZW: juni 1990.
Het manifest, wellicht bedoeld voor de catalogus van het SIGNOS-project (1992), begint met een citaat uit een tekst van El Lissitzky: 'The work of art is therefore a halt in the becoming and not a frozen aim on its own.' Een eerste, vluchtige lezing maakt duidelijk dat de tekst amper aan relevantie heeft ingeboet:

"1. De wereld der Schone Kunsten is weer dringend aan een lavement toe. De 'Fluxus'-beweging, die zelf de non-principes van het dadaïsme kalkte, is reeds lang gerecupereerd door het gevestigde kunstcirkuit. Wie met hedendaagse kunst begaan is, of erger nog: haar zelf vervaardigt, stelt de konstipatie vast van een kunstscène die geregeerd wordt door prestigieuze tentoonstellingsmakers, managers, museumdirecteuren, speculanten, mecenassen, galerijhouders, kunstcritici en verzamelaars.
In de loop van de jaren 80 is het dictaat van dit para-artistieke gezwel alsmaar dwingender geworden. Het museum is de nieuwe kerk, de megalomane expositiebouwers de nieuwe opdrachtgevers. Daarbij speelt niet alleen een geïnstitutionaliseerd nepotisme mee (de schouderklopjes worden steeds op dezelfde schouders gegeven), maar een nog veel kwalijker fenomeen: kunst, die besteld en gedirigeerd wordt door de beheerders van haar specifieke marktmechanismen, verliest haar authenticiteit. Met en door de sociologische prostitutie van de kunstenaar wordt de kunst zelf van binnenuit uitgehold." /.../

Op een banaangele Kodak Caroussel na - met het werk Itinerarium van Willem Buijs - bevat de kartonnen doos vooral stukken die met het niet uitgevoerde SIGNOS project te maken hebben: een tweede versie van het dossier (de titelpagina geeft 1993 als datum), foto's van een aantal locaties en een schrijven van Francesco Pieroban (Padua, 12 oktober 1992, half jaar na opdoeken van de Signos-plannen). Op een ander document tref ik het adres van Luigi Mainolfi aan.
De negatieven van bovenvermelde foto's; aan het 'En Passant' project uit 1991 gelieerde catalogi: Marc De Roover, Willy Peters, biografische gegevens van Trudo Engels; een glossy catalogus met werk van Mariella Bettineschi; correspondenties uit de maalstroom van het turbulente SIGNOS-project, een brief onder andere van Paul Michael Perry die zich excuseert omdat hij niet eerder reageerde en toegeeft dat hij de deadline over het hoofd zag; brieven van Henk Visch en Sef Peeters; een ontwerp van de Finse kunstenaar Kari Caven; Joël Hubaut die met het voorstel afkomt om een roeste op de buik gekantelde silo te tonen; technische gegevens die bij het werk van Bettineschi horen; een aan Tony Cragg geadresseerde enveloppe die nooit bij de bestemmeling arriveerde, in Wuppertal afgestempeld met de mededeling RETOUR; een zending van Bruno K; anoniem werk van een kunstenaar die eind jaren 80 aan de Biënnale van Venetië deelnam; Richard Deacon die laat weten dat hij spijtig genoeg niet aan SIGNOS deelnemen kan; een gelijkaardige notitie in typoscript van Susana Solano: 'Lamentablemente,' schrijft ze, 'no podre colaborar por distintas causas que se lo impiden,'; een arrogante Hermann Pitz die van de uitnodiging om aan het project deel te nemen een afwijzing maakt door er twee keer 'nicht' aan toe te voegen: 'erklart NICHT interessiert zu sein an der Teilnahme des' en 'akzeptiert die Modalitäten des Projekts NICHT'; Klaus Kumrow en Jakob Schokking wel; Paul Gees ook; David Nash niet, hij excuseert zich, heeft zo'n drukke kalender dat SIGNOS teveel zou worden; dan nog een schrijven van Richard Deacon, dit keer omdat we hem nogmaals aanschreven: 'I do appreciate the fact that you insist on my reconsidering. However, my answer'; dan Pieroban, Ranaldi, Mochetti, Cavenago; Deleu die eerst toezegt, later afziet van deelname; een enveloppe verzonden vanuit het Waalse Athis met een brief van de Duitse kunstenaar Bruno K die meedeelt dat de 'Tricycles' sinds paar weken af zijn, hij zit wat verveeld met het voorstel om een tweede 'Denkmal' te realiseren; van zelfde kunstenaar een enveloppe met beeldmateriaal maar geen afbeelding van 'Denkmal', op de achterzijde van de enveloppe kriebelde iemand een telefoonnummer en de naam Wim Delvoye; twee exemplaren van een editie van het Algemeen burgerlijk pensioenfonds, de cover is verluchtigd met een werk van Gustave Moreau. Een bruine omslag tenslotte met de relicten van het project NO VEMBER 24, een vervolg op de antiracistische affiche-campagne van eind 1991.

15u

Marc terug uit Indië. Hij en een zekere Dirk. Dirk niet. Niet in Indië geweest. Hij en Marc zijn samen op stap. Dat Marc in het zuiden van Indië zat, wist ik. Tamil Nadu, heuvelig, geen oerwoud, net boven Sri Lanka, kustlijn waar wel eens vaker een tsunami op inbeukt. Het oerwoud, de mangroves, dat is westkust. Schrale dorpjes. In een autobus bestolen. Hasselblad kwijt, 5000 euro, Rolleiflex kwijt. Geen ouwe. 10 jaar oud. Hoe het gebeurd is? In een autobus. Controleerde de bagage. Weg. Hasselblad weg, 5000 euro. Heeft al een nieuwe. Rolleiflex weg. Wat kunt ge doen in zo'n autobus? Niets. Ge kunt niets doen. Weg is weg. Is gebeurd ter hoogte van een stadje. Herinnert zich de naam niet. Waar de Fransen gezeten hebben. Op een ochtend, nuchter, in het prille zonlicht. De Hasselblad waar hij het gender project mee documenteerde. Later, in Mumbai, de hoerenkoten en prostituées. Eerst Koovagan in het zuiden van het zuiden van Indië. Villupuran, een stadje. Hier verzamelen de Hijras. Spreek uit: Hizjras. Jaarlijks komen ze hier samen. Er is een tempel.
De prostituées in Mumbai - ander verhaal, de prostituées in Mumbai vragen 200 roepies. 4 euro, twee pinten en een klets, ge kunt het er niet voor laten. 'Bij de hoeren geweest, gij?' vraag ik verbaasd. Ba nee gij. Curiositeit. Geen foto's maken, dat kunnen ze niet hebben. Trouwens, een Nepalese is goedkoper.
Eerst zat hij in Tamil Nadu. Op het gemak. Was er eerder geweest in het kader van het gender project. Volgende week dinsdag vertrekt hij opnieuw, dit keer naar Mumbai. Eerst Mumbai, dan Ajmer in Rajasran, dan Delhi. De hijras, waar het Marc om te doen is, is een gemeenschap van euneuchen. Geen hermafrodieten, want - integendeel - castraten. Het is een gemeenschap die ge overal in Indië aantreft. In Urs, Rajastan, dat is de regio ten westen van New Delhi. Hier het feest van een soefi. Een heilige. De verjaardag van de dood van een soefi-heilige. Twaalfde eeuw. Met dat religieus volk kunt ge niet missen, denkt aan de jaren stillekes en de statica van een geloof zonder katharsis. Die castraten hebben een speciale positie. Ze zijn geslachtsloos zodat ze hun sexuele energie niet kwijt raken. Hierdoor leven ze in een toestand van chronisch ontploffingsgevaar, een mijnenveld van sexuele driften. Mensen zijn bang van ze. Hijras hebben een bijzondere macht: ze vervloeken. Door een hijra vervloekt maakt geen zak uit, wat te begrijpen valt. Mensen geloven wat ze geloven. Maar, in Indië ligt dat gevoelig. Bovenaan een gemeenschap van hijras staat een guru. Die heeft discipelen, of chella's, die op hun beurt guru kunnen worden, enzovoort. Pyramidale structuur. De guru wordt de moeder genoemd, de chella's zijn zusters, de concubines van het celibaat. Marginalen, paria's.
Mumbai. De tweede etappe. In Mumbai door een hoertje bestolen. Dit keer de portefeuille. Gaat razendsnel. Ze roepen u binnen in een hoerenkot, ze geven u een bees of twee, en hop. Terwijl ze die bezekes geven zitten ze in uw broekzak. Marc dat hij z'n geld terug wou. Als ge dat zegt worden ze kwaad en als ze kwaad worden beginnen ze met hun handen te klappen en te intimideren. Een blanke durven ze niets doen. Dieven die een blanke bestelen worden zwaar afgemot door de politie. Ze slaan op de nieren, op de lever, op de knieën. Zo'n dief wordt zonder pardon afgemot. Wat gebeurde, het wijf schoot in een colère. Ze verdween, kwam terug en overhandigde de portefeuille. Leeg op wat enkelgeld na. Hij gaf haar een duw, betrad het bordeel, drie matrassen, hief één matras op, niets, hief nog een matras op. Op het gezicht van de dieven: angst, tastbaar. Als een dief aangegeven wordt is de politie onverbiddelijk.
Aan de andere kant, Indië kunt ge bezwaarlijk een democratie noemen. Vriendjes, familie, maffia, geld. Er was groot spel omdat de hindoepartij binnengevallen was in een school waar een tentoonstelling was. Een artiest die elementen van Shiva gebruikt had. Amok. Ze dreigden ermee om de kunstwerken te vernietigen. De artiest werd gearresteerd en in het gevang gesmeten. Simpele redenering: hij was er de oorzaak dat die Hindoes op straat gekomen waren. Het incident vond in Baroda plaats, een plek ten noorden van Mumbai. In de plaatselijke media ontstond een discussie. Kunstenaars ondereen vroegen zich af, als ze de artiest steunen, moesten ze geen onderscheid maken tussen goeie en slechte kunstenaars, vroegen ze zich af. De goeie kunstenaars steunen, de slechte niet. Maar - wat is slecht, wat is goed? Die gast heeft zeven dag in het gevang gezeten. Sex moet ge mee opletten. In Indië is alles wat met sexuele opwinding te maken heeft taboe. Kussen in het openbaar is verboden. Dit verbod geldt ook voor buitenlanders, het is een erfenis van het Victoriaanse tijdperk. De norm is, een buitenlander moet zich aanpassen aan de lokale tradities. Maar die lokale tradities, als die tradities door de Engelsen bepaald werden, dan zijn er toch net zo goed tradities die verder teruggaan?
Om terug te keren op de hijras. Marc is nog lang niet uitgepraat, Dirk is er even vandoor. Er zijn vier soorten hijras. Er is een groep die zich bezighoudt met dansen. Ze dansen op huwelijken en als er een geboorte is, in Bollywood films en in de bars. Er is een tweede groep die zich bezighoudt met bedelen. Ge komt ze tegen aan kruispunten en op treinen. Een derde groep houdt zich bezig met sexwerk. Ge kunt het prostitutie noemen, sexwerk is een zachter woord. Het is een vorm van inkomsten. Als ge niets hebt, zit er vaak niet anders op.
De vierde groep legt zich toe op het zegenen. Ze zegenen de pasgeborenen en controleren of het kindje al of niet een geslachtelijke afwijking heeft. Ze zegenen de huwelijken. Dat doen ze voor geld. Wat je tegenwoordig meer en meer ziet zijn de homo mannen. Ze sluiten zich aan bij de hijras. In Indië is male to male sex bij wet verboden, grondwetsartikel 133. Ook een erfenis uit het Victoriaanse Engeland. Homo's die discipel worden, kiezen doorgaans voor de derde groep, het sexwerk. Als hijra kunnen ze à volonté doen wat ze in Indië als homo niet kunnen. In het dorpje Villupuran ziet ge ze een week voor de festiviteiten beginnen. Van de een op de andere dag veranderen de hotels in hoerenkoten.

Dirk. Hij is langs geweest in de brocanterie naast Mezzogiorno. Het gesprek komt op Boch servies en servies van het merk Mosa. Boch is een Belgisch fabricaat.
Jos stuikt toe. 20 jaar geleden is hij in Indië geweest. Beetje overal. Van Delhi naar Kathmandu en dan terug naar Bombay.
We luisteren naar Johann Sebastian Bach, The French Suites. Het is na sluitingstijd. Thomas Bogaert betreedt de croxruimte.